Nader rapport - Goedkeuring van het op 1 juni 1993 te Wenen tot stand gekomen Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en van het Verdrag van 25 juni 2003, en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014 (Trb. 2019, 92)

Dit nader rapport i is onder nr. 7 toegevoegd aan wetsvoorstel 35332 - Goedkeuring van het verdrag over de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Goedkeuring van het op 1 juni 1993 te Wenen tot stand gekomen Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en van het Verdrag van 25 juni 2003, en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014 (Trb. 2019, 92); Nader rapport; Nader rapport
Document­datum 20-12-2019
Publicatie­datum 20-12-2019
Nummer KST353327
Kenmerk 35332, nr. 7
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-

2020

35 332

Goedkeuring van het op 1 juni 1993 te Wenen tot stand gekomen Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en van het Verdrag van 25 juni 2003, en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014 (Trb. 2019, 92)

Nr. 7

NADER RAPPORT

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 13 december 2019, aangeboden aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 1 november 2019, nr. 2019002061, machtigde Uwe Majesteit de Minister van Buitenlandse Zaken het verdrag waarop het bovenvermelde voorstel van wet betrekking heeft, met het oog op stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Bij brieven van 5 november 2019 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken vervolgens het verdrag overgelegd (Kamerstukken 35 332, nr. 1).

Op 4 december 2019 hebben 30 leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de wens te kennen gegeven dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen.

In verband hiermee bied ik U het hierboven vermelde voorstel van wet aan.

Op grond van artikel 19, onder b, van de Wet op de Raad van State kan het horen van de Afdeling advisering van de Raad van State achterwege blijven aangezien de Afdeling advisering al gehoord is in het kader van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure.

Ik moge U derhalve verzoeken het hierbij voorgestelde voorstel van wet en de memorie van toelichting rechtstreeks aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

S.A. Blok

kst-35332-7 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 332, nr. 7


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.