Verslag van een nader schriftelijk overleg met de ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid over toetreding van de EU tot het EVRM - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. H toegevoegd aan wetsvoorstel 35000 V - Vaststelling begroting Buitenlandse Zaken 2019 i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019; Verslag van een nader schriftelijk overleg met de ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid over toetreding van de EU tot het EVRM
Document­datum 06-12-2019
Publicatie­datum 06-12-2019
Nummer KST35000VH
Kenmerk 35000 V, nr. H
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2020

Vergaderjaar 2019-

35 000 V

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019

VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 28 november 2019

De vaste commissie voor Europese zaken1 heeft op 8 oktober 2019 een commissiebrief gericht aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de beantwoording van het toezeggingenrappel.2 In deze brief is onder andere ingegaan op de toezeggingen T01941 en T02584, beide over de toetreding van de EU tot het EVRM.

De leden van de fractie van de PVV hebben naar aanleiding van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad 7 en 8 oktober 20193 per brief van 8 november 2019 nog een aantal nadere vragen gesteld aan de Minister van Justitie en Veiligheid.

De leden van de fractie van FVD hebben zich hierbij aangesloten.

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft op 27 november 2019 op beide brieven gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken,

Bergman

1    Samenstelling:

Essers (CDA), Backer (D66), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Apeldoorn (SP) (ondervoorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Oomen-Ruijten (CDA) (voorzitter), Koole (PvdA), Teunissen (PvdD), De Bruijn-Wezeman (VVD), Van Rooijen (50PLUS), arbouw (VVD), Van Ballekom (VVD), Beukering (FVD), Bezaan (VVD), Cliteur (FVD), Geerdink (VVD), Gerbrandy (OSF), Huizinga-Heringa (CU), Karimi (GL), Rookmaker (Fractie-Otten), Vendrik (GL), Vos (PvdA), Van Wely (FVD)

2    De brief van 8 oktober 2019 (kenmerk 165291.08.1u) wordt gedrukt onder Kamerstukdossier 35 000 V.

3    Kamerstukken I, 2019-2020, 32 317, KI.

kst-35000-V-H ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

Aan de Minister van Buitenlandse Zaken Den Haag, 8 oktober 2019

De commissie voor Europese Zaken heeft op 24 september 2019 kennisgenomen van uw brief van 10 september 2019 inzake de beantwoording van het toezeggingenrappel.1 Naar aanleiding van hetgeen u opmerkt over het voldoen aan toezeggingen T01941, T02584 (beiden over de toetreding van de EU tot het EVRM) en T02488 (over de financiering van de Raad van Europa) heeft de commissie de volgende opmerkingen en vragen.2

Toezeggingen T01941 en T02584:

De commissie heeft kennisgenomen van de beantwoording van het rappel en van de geannoteerde agenda van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 7 en 8 oktober 2019 te Luxemburg (32 317, KI). De commissie is verheugd te vernemen dat onder het Finse Voorzitterschap wordt beoogd dat de onderhandelingen zullen worden hervat.

Graag verneemt de commissie of en op welke wijze de opstelling van de Nederlandse regering het proces van toetreding kan faciliteren en versnellen. Op grond van de toezegging met nummer T02584 verzoekt de commissie tevens om de juridische analyse van de Europese Commissie te kunnen ontvangen.

Toezegging T02488:

In uw beantwoording van de toezeggingsrappel van 10 september jl. verwijst u naar de brief «Financiële crisis in de Raad van Europa», d.d.

5 april 2019. In reactie op het vorige toezeggingenrappel (35 000 V, C) heeft u op 15 april 2019 echter laten weten dat de regering de Kamer zal «informeren over de financiering van de Raad van Europa, in aanvulling op de brief aangaande dit onderwerp van 5 april jl.».

De commissie is derhalve nog in afwachting van een aangekondigde aanvullende brief over de financiering van de Raad van Europa. Graag verneemt zij wanneer deze brief aan de Kamer wordt gezonden.

De commissie voor Europese Zaken ziet de beantwoording van bovenstaande graag binnen vier weken na dagtekening van de brief tegemoet.

Voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,

M.G.H.C. Oomen-Ruijten

Aan de Minister van Justitie en Veiligheid Den Haag, 8 november 2019

De commissie voor Europese zaken heeft op 8 oktober 2019 een commis-siebrief gericht aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de beantwoording van het toezeggingenrappel.3 In deze brief is onder andere ingegaan op de toezeggingen T01941 en T02584, beide over de toetreding van de EU tot het EVRM. De leden van de fractie van de PVV hebben naar aanleiding van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad 7 en 8 oktober 20194 nog de volgende nadere vragen. De leden van de fractie van FVD sluiten zich hierbij aan.

De leden van de fractie van de PVV verwijzen naar de paragraaf 5 over de toetreding van de EU tot het EVRM, waarin op p. 5 het volgende wordt medegedeeld:

«De Commissie heeft hier gehoor aan gegeven en voorstellen gedaan voor mogelijke oplossingen voor de bezwaren van het EU-Hof. Het Voorzitterschap heeft op grond daarvan een voorstel gedaan voor onderhandelingsrichtsnoeren - ter aanvulling op het in 2010 vastgestelde onderhandelingsmandaat - op grond waarvan de onderhandelingen met de Raad van Europa hervat kunnen worden. Daarnaast heeft het voorzitterschap ook een lijst elementen voorgesteld waar interne regels tussen de Unie en de lidstaten over moeten worden vastgesteld om de toetreding te faciliteren. Het Voorzitterschap voorziet vaststelling van de voorgestelde aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren tijdens de JBZ-Raad van 7 oktober a.s. en vraagt de Raad ermee in te stemmen dat de onderhandelingen op basis daarvan hervat zullen worden. Daarnaast stelt het voorzitterschap voor dat op Raadswerkgroep niveaubesprekingen over de interne regels gevoerd worden, parallel aan de onderhandelingen die in Raad van Europa verband worden gevoerd. Het kabinet is voorstander van een zo snel mogelijke toetreding van de EU tot het EVRM en kan instemmen met het hervatten van de onderhandelingen hierover.»

Deze leden ontvangen graag alle documenten hieromtrent met nieuwe voorstellen, aanvullingen, etc.

Het kabinet geeft aan in te kunnen stemmen met het hervatten van de onderhandelingen. De leden van de fractie van de PVV vragen het kabinet nader te beargumenteren op welke gronden zij de voorstellen voor de onderhandelingsrichtsnoeren en de voorstellen voor de mogelijke oplossing onderschrijft.

De commissie ziet graag de beantwoording van bovenstaande vragen van de leden van de fractie van de PVV tegemoet binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

Een afschrift van deze brief wordt tevens aangeboden aan de Minister van Buitenlandse Zaken.

Voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,

M.G.H.C. Oomen-Ruijten

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 november 2019

De commissie voor Europese zaken heeft op 8 oktober 2019 een brief gestuurd over de beantwoording van het toezeggingenrappel.5 In deze brief vraagt de Commissie of en op welke wijze de opstelling van de Nederlandse regering het proces van toetreding kan faciliteren en versnellen. Tevens verzoekt de commissie om de juridische analyse van de Europese Commissie te kunnen ontvangen op grond van de toezegging met nummer T02584.

Daarnaast hebben de leden van de fractie van de PVV en FVD naar aanleiding van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad 7 en 8 oktober 20196 nog enkele nadere vragen gesteld.

De leden van de fractie van de PVV verwijzen naar de paragraaf 5 in de geannoteerde agenda over de toetreding van de EU tot het EVRM, waarin op p. 5 het volgende wordt medegedeeld:

«De Commissie heeft hier gehoor aan gegeven en voorstellen gedaan voor mogelijke oplossingen voor de bezwaren van het EU-Hof. Het Voorzitterschap heeft op grond daarvan een voorstel gedaan voor onderhandelingsrichtsnoeren - ter aanvulling op het in 2010 vastgestelde onderhandelingsmandaat - op grond waarvan de onderhandelingen met de Raad van Europa hervat kunnen worden. Daarnaast heeft het voorzitterschap ook een lijst elementen voorgesteld waar interne regels tussen de Unie en de lidstaten over moeten worden vastgesteld om de toetreding te faciliteren. Het Voorzitterschap voorziet vaststelling van de voorgestelde aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren tijdens de JBZ-Raad van 7 oktober a.s. en vraagt de Raad ermee in te stemmen dat de onderhandelingen op basis daarvan hervat zullen worden. Daarnaast stelt het voorzitterschap voor dat op Raadswerkgroep niveaubesprekingen over de interne regels gevoerd worden, parallel aan de onderhandelingen die in Raad van Europa verband worden gevoerd. Het kabinet is voorstander van een zo snel mogelijke toetreding van de EU tot het EVRM en kan instemmen met het hervatten van de onderhandelingen hierover.»

De leden van de PVV hebben verzocht om alle documenten hieromtrent te ontvangen. Daarnaast vragen de leden het kabinet nader te beargumenteren op welke gronden het kabinet de voorstellen voor de onderhandelingsrichtsnoeren en de voorstellen voor de mogelijke oplossingen onderschrijft.

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van bovengenoemde vragen en bedank ik de leden van de commissie Europese zaken voor hun betrokkenheid op dit terrein.

Het kabinet is voorstander van toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Het toetredingsproces van de EU loopt zoals bekend aanzienlijke vertraging op naar aanleiding van advies 2/13 van het Hof van Justitie in 2014, waarin het Hof heeft geoordeeld dat het ontwerpverdrag op meerdere punten onverenigbaar is met het Unierecht.

Het kabinet is verheugd dat er - na bijna vijf jaar stilstand in het toetre-dingsproces - weer voortgang is. Het kabinet is van mening dat de vastgestelde aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren tegemoet komen aan de bezwaren van het EU-Hof in advies 2/13 en steunt het spoedig hervatten van de onderhandelingen op basis daarvan, zodat nu ook getoetst kan worden of de door de Unie gewenste wijzigingen in de concept-toetredingsovereenkomst acceptabel zijn voor de niet EU-lid-staten binnen de Raad van Europa. Deze onderhandelingen zullen naar verwachting in de eerste helft van 2020 van start gaan. Daarnaast steunt het kabinet de voorzetting van bespreking van de benodigde EU-interne regels (om de toetreding te faciliteren).

Wat betreft het verzoek van uw Kamer om de desbetreffende documenten te ontvangen kan het kabinet aangeven dat de aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren en de lijst met elementen voor EU-interne regels gerubriceerd zijn omdat openbaarmaking de onderhandelingspositie van de Unie kan schaden. Ook de juridische analyse van de Commissie, die ten grondslag ligt aan de vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren, is vertrouwelijk. Aangezien deze documenten op dit moment niet publiek kunnen worden gedeeld, legt het kabinet deze documenten vertrouwelijk aan de Kamer voor conform de geldende afspraken voor het ter inzage leggen van restreint documenten.

Gelet op het hoge technische gehalte van deze stukken, bied ik de commissie voor Europese Zaken een besloten ambtelijke technische briefing aan om de oplossingen voor de bezwaren die het EU-Hof in advies 2/13 naar voren heeft gebracht nader toe te lichten. Indien u hier prijs op stelt, kan deze briefing begin volgend jaar verzorgd worden wanneer er ook meer zicht is op het aanstaande onderhandelingsproces met de Raad van Europa.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

  • S. 
    Blok

Eerste Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 000 V, H 5

1

   Kamerstukken I, 2018-2019, 35 000 V, G.

2

   T01941 (Toezegging Informeren over toetreding EU tot EVRM (33.877)), T02584 (Toezegging Informeren stand van zaken en juridische analyse toetreding EU tot EVRM (34.841)) en T02488 (Toezegging Financiering OVSE en Raad van Europa (34 775)). De toezeggingen zijn raadpleegbaar op www.eerstekamer.nl.

3

   De brief van 8 oktober 2019 (kenmerk 165291.08.1u) wordt gedrukt onder Kamerstukdossier

35 000 V.

4

   Kamerstukken I, 2019-2020, 32 317, KI.

5

   Brief van 8 oktober 2019 (kenmerk 165291.08.1u), Kamerstukdossier 35 000 V.

6

   Kamerstukken I, 2019-2020, 32 317, KI.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.