Motie Van Raan/Ouwehand over afbouw van de melkproductie per koe met minimaal 20% in de komende drie jaar - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 5 toegevoegd aan wetsvoorstel 35237 - Incidentele suppletoire begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2019 (Urgenda) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda); Motie; Motie van de leden Van Raan en Ouwehand over afbouw van de melkproductie per koe met minimaal 20% in de komende drie jaar |
---|---|
Documentdatum | 27-11-2019 |
Publicatiedatum | 28-11-2019 |
Nummer | KST352375 |
Kenmerk | 35237, nr. 5 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
35 237
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda)
MOTIE VAN DE LEDEN VAN RAAN EN OUWEHAND
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 27 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het afbouwen van de melkproductie per koe (zonder hierbij het aantal koeien te vergroten) zou zorgen voor een forse besparing van de uitstoot van broeikasgassen, stikstofuitstoot en dierenleed;
verzoekt de regering, te komen met een plan voor de afbouw van de melkproductie per koe met minimaal 20% in de komende drie jaar,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Raan Ouwehand
kst-35237-5 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 237, nr. 5