Amendement Ouwehand over het voor het jaar 2020 nakomen van de minimale verplichting die Nederland heeft op het gebied van klimaatfinanciering - Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2020 - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 22 toegevoegd aan wetsvoorstel 35300 XVII - Vaststelling begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2020 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2020; Amendement; Amendement van het lid Ouwehand over het voor het jaar 2020 nakomen van de minimale verplichting die Nederland heeft op het gebied van klimaatfinanciering |
---|---|
Documentdatum | 26-11-2019 |
Publicatiedatum | 26-11-2019 |
Nummer | KST35300XVII22 |
Kenmerk | 35300 XVII, nr. 22 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
35 300 XVII
Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2020
AMENDEMENT VAN HET LID OUWEHAND
Ontvangen 26 november 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 130.000 (x € 1.000).
Dit amendement beoogt om voor het jaar 2020 de minimale verplichting die Nederland heeft op het gebied van klimaatfinanciering na te komen. Nederland heeft in het Klimaatakkoord van Parijs beloofd om bij te dragen aan klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden. Deze klimaatfinanciering is rechtvaardig en noodzakelijk. Ontwikkelingslanden dragen veel minder bij aan de wereldwijde CO2-uitstoot dan westerse landen, maar worden veel harder getroffen door de wereldwijde temperatuurstijging. Ontwikkelingslanden hebben bovendien minder middelen om zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering.
Nederland komt de afspraken over klimaatfinanciering echter niet na.
De Algemene Rekenkamer heeft bepaald dat het aandeel van Nederland dat voortvloeit uit afspraken over klimaatfinanciering neerkomt op € 1,25 miljard per jaar vanaf 2020. Het kabinet haalt dit aandeel niet. De Nederlandse regering komt voor het jaar 2020 in ieder geval 130 miljoen euro tekort. Dit bedrag is gebaseerd op de meest conservatieve berekeningsmethode. Dit amendement voor 130 miljoen extra middelen voor klimaatfinanciering tilt Nederland naar het absolute minimum dat door de regering zelf is toegezegd.
De dekking wordt gevonden in het begrotingsoverschot van 2020. Deze dekking is te rechtvaardigen doordat economische groei mede heeft bijgedragen aan dit begrotingsoverschot, maar tegelijkertijd ook leidt tot extra CO2-uitstoot en daarmee tot een versnelde stijging van de wereld-
kst-35300-XVII-22 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
wijde temperatuur. Indiener vindt het dan ook niet meer dan redelijk dat een deel van het begrotingsoverschot wordt aangewend om landen elders te compenseren voor de schade die onze groei veroorzaakt. Indiener is zich ervan bewust dat de begrotingsnormen die toezien op een strikte scheiding tussen het inkomstenkader en uitgavekader met dit voorstel worden losgelaten, maar dit is lijn met het loslaten van deze begrotingsnormen door de regering in de Miljoenennota 2020.
Ouwehand
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 300 XVII, nr. 22 2