Brief regering; Ontwerp Uitvoeringsregeling EU-verordening persistente organische verontreinigende stoffen - Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu - Hoofdinhoud
Deze voorhang is onder nr. 336 toegevoegd aan dossier 29383 - Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu; Brief regering; Ontwerp Uitvoeringsregeling EU-verordening persistente organische verontreinigende stoffen |
---|---|
Documentdatum | 13-11-2019 |
Publicatiedatum | 18-11-2019 |
Nummer | KST29383336 |
Kenmerk | 29383, nr. 336 |
Commissie(s) | Infrastructuur en Waterstaat (I&W) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
29 383
Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu
Ontvangen ter Griffie op 13 november 2019.
Het ontwerp voor de vast te stellen ministeriële regeling is aan de Kamer overgelegd tot en met 11 december 2019.
De ministeriële regeling kan niet eerder worden vastgesteld dan op 12 december 2019.
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 13 november 2019
Hierbij bied ik u aan de ontwerp Uitvoeringsregeling EU-verordening persistente organische verontreinigende stoffen1. Voor de inhoud van de ontwerpregeling verwijs ik u naar de ontwerptoelichting2.
De toezending geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure ex artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer. Het nog niet van kracht zijn van de ontwerpregeling leidt in de praktijk vooralsnog niet tot problemen, omdat de stoffen uit de POP-verordening in Nederland al zijn uitgefaseerd.
Vaststelling van de regeling geschiedt vier weken na de datum van verzending van deze brief.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister voor Milieu en Wonen,
-
S.van Veldhoven-van der Meer
1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl
2 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl
kst-29383-336 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 29 383, nr. 336