Motie Kuik/Bruins over meesteropleidingen introduceren in het bekostigde onderwijsstelsel - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 57 toegevoegd aan wetsvoorstel 35300 VIII - Vaststelling begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2020 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020; Motie; Motie van de leden Kuik en Bruins over meesteropleidingen introduceren in het bekostigde onderwijsstelsel |
---|---|
Documentdatum | 07-11-2019 |
Publicatiedatum | 08-11-2019 |
Nummer | KST35300VIII57 |
Kenmerk | 35300 VIII, nr. 57 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020
MOTIE VAN DE LEDEN KUIK EN BRUINS
Voorgesteld 7 november 2019 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vakmanschap belangrijk is en dat mbo-opleidingen een cruciale rol spelen in het opleiden van vakmensen;
constaterende dat doorstuderen na een mbo-opleiding op dit moment vaak betekent dat je meer algemeen en theoretisch wordt gevormd, terwijl specialisatie en verdieping in vakmanschap zeker zo nuttig en belangrijk kunnen zijn;
constaterende dat deze verdieping, al dan niet na enige werkervaring, via de meester- en gezelroute aangeboden zou moeten worden door mbo-instellingen, in samenwerking met branches en bedrijven en bij succesvolle afronding tot de meestertitel leidt;
verzoekt de regering, om in kaart te brengen wat er, zowel financieel als juridisch, nodig is om meesteropleidingen te introduceren in het bekostigde onderwijsstelsel, dit met branches en de MBO Raad te bespreken en voor de zomer van 2020 aan de Kamer voor te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kuik
Bruins
kst-35300-VIII-57 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 300 VIII, nr. 57