Motie Futselaar over verhogen van de kwijtschelding voor studenten met een functiebeperking - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 60 toegevoegd aan wetsvoorstel 35300 VIII - Vaststelling begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2020 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020; Motie; Motie van het lid Futselaar over verhogen van de kwijtschelding voor studenten met een functiebeperking |
---|---|
Documentdatum | 07-11-2019 |
Publicatiedatum | 08-11-2019 |
Nummer | KST35300VIII60 |
Kenmerk | 35300 VIII, nr. 60 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020
Voorgesteld 7 november 2019 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat studenten met een functiebeperking significant meer studievertraging oplopen dan andere studenten vanwege de extra kosten die zij hiervoor maken;
constaterende dat studenten met een functiebeperking voor de invoering van het leenstelsel recht hadden op een extra jaar uitwonende basisbeurs van circa € 3.400 en dat dit met de invoering van het leenstelsel vervangen is door een kwijtschelding van € 1.200 op hun studieschuld;
overwegende dat studenten met een functiebeperking er hierdoor op achteruit zijn gegaan;
overwegende dat studenten met een functiebeperking andere doelgroep-specifieke financiële voorzieningen zoals het profileringsfonds zeer moeilijk weten te vinden;
verzoekt het kabinet, de kwijtschelding op te hogen naar € 3.400 om studenten tegemoet te komen in de studievertraging als gevolg van hun functiebeperking,
en gaat over tot de orde van de dag.
Futselaar
kst-35300-VNI-60 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 300 VIII, nr. 60