Amendement Rog over 9 miljoen voor de regeling lente- en zomerscholen - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 8 toegevoegd aan wetsvoorstel 35300 VIII - Vaststelling begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2020 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020; Amendement; Amendement van het lid Rog over 9 miljoen voor de regeling lente- en zomerscholen |
---|---|
Documentdatum | 24-09-2019 |
Publicatiedatum | 24-09-2019 |
Nummer | KST35300VIII8 |
Kenmerk | 35300 VIII, nr. 8 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020
Ontvangen 24 september 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3 Voortgezet onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 9.000 (x € 1.000).
II
In artikel 3 Voortgezet onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 9.000 (x € 1.000).
De middelen die tot en met 2019 bestemd waren voor de regeling lente-en zomerscholen zijn toegevoegd aan de prestatieboxregeling. Het percentage zittenblijvers daalt niet substantieel genoeg en is zelfs weer licht toegenomen. Zonder de lente- en zomerschoolinterventies zou het aantal zittenblijvers vermoedelijk nog een flink stuk hoger zijn. Met dit amendement wordt er 9 miljoen euro uit de prestatiebox omgezet naar een subsidiemaatregel, zoals dat ook in de voorgaande jaren het geval was. In financiële zin betekent dit dat het budget over een afgebakende groep scholen wordt verdeeld zodat er een landelijk dekkend aanbod is en blijft voor zomerscholen.
Rog
kst-35300-VIII-8 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 300 VIII, nr. 8