Brief regering; Reactie op verzoek commissie inzake toegankelijkheid van medische zorg - Kwaliteit van zorg - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 432 toegevoegd aan dossier 31765 - Kwaliteit van zorg.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Kwaliteit van zorg; Brief regering; Reactie op verzoek commissie inzake toegankelijkheid van medische zorg |
---|---|
Documentdatum | 19-08-2019 |
Publicatiedatum | 20-08-2019 |
Nummer | KST31765432 |
Kenmerk | 31765, nr. 432 |
Commissie(s) | Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 19 augustus 2019
Op 12 juni 2019 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport een brief ontvangen over de toegankelijkheid van medische zorg, en mij verzocht daarop te reageren. Hierbij voldoe ik, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport, aan dat verzoek.
De schrijver van de brief geeft aan dat uit de column van huisarts J. Z. blijkt dat een GGZ-instelling patiënten met een laag IQ weigert te behandelen. Inhoudelijk ken ik deze casus niet, maar in het algemeen kan ik het volgende aangeven.
Iedereen heeft, ongeacht zijn IQ, recht op passende zorg. Behandelaren doen hun best om iemand zo goed mogelijk te helpen, maar er is geen sprake van een behandelplicht. Als een zorgverlener zichzelf niet of onvoldoende in staat acht om goede zorg te leveren dan hoeft hij een patiënt niet in behandeling te nemen. De zorgverlener kan de patiënt in dat geval naar een andere instelling doorverwijzen.
Ook kunnen patiënten contact opnemen met hun zorgverzekeraar voor zorgbemiddeling. De huisarts kan hen dit ook meegeven of hen daarin begeleiden. De zorgverzekeraar heeft zorgplicht, en bekijkt waar de patiënt terecht kan met zijn klachten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
-
P.Blokhuis
kst-31765-432 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 31 765, nr. 432