Advies dummy-monitor aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling (bijlage bij 28345,nr.223) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Officiële titel | Advies dummy-monitor aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling (bijlage bij 28345,nr.223) |
---|---|
Documentdatum | 02-07-2019 |
Publicatiedatum | 03-07-2019 |
Nummer | 2019D28945 |
Kenmerk | 28345, nr. 223 |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
Advies dummy-monitor
aanpak huiselijk geweld en
kindermishandeling
Adviescommissie onderzoeks- en kennisprogramma
Geweld hoort nergens thuis
Juni 2019
Adviescommissie onderzoeks- en kennisprogramma
Geweld hoort nergens thuis
Secretariaat: Nederlands Jeugdinstituut www.nji.nl
Utrecht, juni 2019
-
1.Inleiding
In november 2018 heeft de adviescommissie onderzoeks- en kennisprogramma een advies uitgebracht over de opzet van de impactmonitor huiselijk geweld en kindermishandeling. In dit advies werden 45 indicatoren benoemd, onderverdeeld aan de hand van de volgende vier thema’s:
-
1.Prevalentie en incidentie. Deze indicatoren geven inzicht in de aard en omvang van huiselijk
geweld en kindermishandeling en vormen het kader voor de interpretatie van de andere
gegevens uit de monitor.
-
2.Professionaliteit. Het gaat hier om indicatoren gericht op de opleiding van toekomstige
professionals en het vakmanschap van huidige professionals.
-
3.Signalering en melding. Hieronder vallen indicatoren die gerelateerd zijn aan het signaleren
en bespreken van huiselijk geweld en kindermishandeling en het bereik van Veilig Thuis.
-
4.Hulp, ondersteuning en maatregelen. Hier gaat het om indicatoren gericht op de aandacht
voor veiligheid, de inzet van interventies, multidisciplinair samenwerken, verbinding tussen
zorg en veiligheid en de resultaten van de hulp en ondersteuning.
Om zicht te krijgen op de relevantie en meetbaarheid van de voorgestelde indicatoren en daarmee te komen tot een gereduceerde en samenhangende indicatorenset zijn in maart 2019 drie focusgroepen met o.a. praktijkprofessionals, ervaringsdeskundigen en beleidsmedewerkers van gemeenten georganiseerd. Daaropvolgend vond in mei 2019 een consultatiebijeenkomst plaats met een groep experts. De opbrengsten van deze bijeenkomsten zijn verwerkt in dit advies.
Het opzetten van de impactmonitor is één van dan opdrachten van de adviescommissie binnen het actieprogramma Geweld hoort nergens thuis. Het meerjarenprogramma bevat een onderzoeks- en kennisprogramma bestaande uit een kennissynthese, een kennisprogramma en een monitor onder leiding van een adviescommissie (zie bijlage 1 voor de samenstelling van deze commissie).
-
2.Doel en doelgroep
Met de impactmonitor wordt gemeten of de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling een wezenlijk verschil maakt in de levens van mensen die het raakt. De monitoring van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling heeft als doel bij te dragen aan het zichtbaar maken van lokale, regionale en landelijke resultaten bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Hierbij gaat het zowel om uitvoering als beleid. Door gezamenlijke duiding van en reflectie op de data ontstaat een basis voor een leercyclus ter verbetering van de aanpak op en tussen meerdere niveaus;
-
•Departementen • Sectoren • Zorg- en strafketens • Regio’s • Gemeenten • Professionals • Burgers
-
3.Ontwerp impactmonitor
De ‘dummy-monitor’ is tot stand gekomen aan hand van een selectie van de meest relevante en meetbare indicatoren in een onderling samenhangend model, waarbij aandacht is voor structuur/randvoorwaarden, proces en resultaat en zowel al geregistreerde gegevens worden benut als nieuwe gegevens worden verzameld. Het gaat naast kwantitatieve ook om kwalitatieve gegevens, lokaal en landelijk te verzamelen en op meerdere niveaus lerend te benutten, met de nadruk op;
-
•Toerusting door initiële opleiding van toekomstige professionals
-
•Eerder signaleren en bespreken
-
•Inter- en multidisciplinaire samenwerking bij complexe casuïstiek
-
•Vergroting bereik Veilig Thuis
-
•Samenhangende en effectieve hulp met structurele aandacht voor veiligheid
-
•Verbinding zorg en veiligheid
-
•Verbetering outcome
Uitgangspunten bij het ontwerp;
-
•Lokaal/regionaal als startpunt, verbreding en aggregatie op landelijk niveau.
-
•Benutting van bestaande data, in elk geval de huidige beleidsinformatie Veilig Thuis.
-
•Verbinding van zowel registratiegegevens als gegevens uit onderzoek (steekproef,
dossieranalyse, cohortstudie en prevalentieonderzoek). • Verbinding vanuit een gezamenlijke duiding en reflectie op de data. • Ontwikkeling lerende beweging op diverse niveaus en voor meerdere doelgroepen.
Het ontwerp biedt de mogelijkheid om;
-
•Aandacht te hebben voor de gehele keten (zorg- en strafketen) en onderlinge
samenwerking. • Data pro- en retrospectief op te halen. • Indicatoren van verschillende aard met elkaar te verbinden. • Verbanden en patronen te ontdekken tussen structuur/randvoorwaarden, proces en
resultaten. • Op casusniveau te monitoren. • Onderscheid te maken tussen gegevens die jaarlijks, tweejaarlijks of eens in de vier of vijf
jaar worden opgeleverd (zoals bij prevalentiestudies).
Fasering
Het ontwerp bevat geprioriteerde indicatoren afkomstig uit de eerder voorgestelde set met indicatoren (november 2018). Over de reeds beschikbare gegevens wordt eind 2019 gerapporteerd. Dit betreft gegevens over omvang, proces en resultaat. Hierna wordt de monitor stapsgewijs uitgebreid, onder meer met indicatoren over samenhangende en effectieve hulp, verbetering outcome, structuur en randvoorwaarden. Voor deze indicatoren zal een informatieanalyse plaatsvinden, zodat vastgesteld kan worden hoe deze gemeten kunnen worden. De commissie denkt aan metingen via voornamelijk steekproeven en dossieranalyses, waarbij de meetfrequenties nog moeten worden vastgesteld.
Fase 1 dummy-monitor
Proces Resultaat Het proces zelf: snel en duurzaam Is het resultaat behaald wat werd
oplossen (throughput) beoogd? (output en outcome)
Vergroting bereik Veilig Thuis Vergroting bereik Veilig Thuis
Uit registratiegegevens VT Uit registratiegegevens VT • Duur van het geweld tot aan melding VT • Aantal contactmomenten VT: adviesvragen en • % meldingen van acute en/of structureel onveilige meldingen casuïstiek • % adviesvragen en meldingen VT vanuit burgers, • % vervolg casuïstiek na triage onderverdeeld naar ‘direct preventieve/ basisvoorzieningen en politie overdracht’ (lokaal), ‘voorwaarden en vervolg’ en ‘onderzoek’
n Omvang HGKM
te Uit prevalentiestudie
ke
ie • Geschat aantal slachtoffers HGKM tit Verbinding zorg en veiligheid • % recidive plegers
jus Uit registratiegegevens VT n • % overdracht van VT aan RvdK en meldingen van VT aan
-
-e politie Verbetering outcome
Uit registratiegegevens politie Uit onderzoek via cohortstudies onder cliënten * Zorg • Aantal politiemeldingen aan VT • % afname of stoppen geweld bij afronding en follow-up
-
•Ervaren veiligheid door betrokken kinderen en volwassenen bij afronding hulp & follow-up
-
•Beoordeling welzijn door cliënten • Verbetering opvoedingsrelatie tussen ouder en kind • Tevredenheid cliënten over de ontvangen hulp en samenhang hiertussen
Uit registratiegegevens VT • Veiligheidsbeoordeling VT
-
*hier wordt momenteel al onderzoek naar gedaan, gegevens komen in 2020 beschikbaar
Aard en kenmerken
Uit registratiegegevens VT en prevalentiestudie • Aard van geweld en/of mishandeling (incl. verbijzondering: EGG, VGV, seksueel geweld en huwelijksdwang) • Kenmerken slachtoffers en plegers
Uitbreiding dummy-monitor
Structuur en randvoorwaarden Proces Resultaat Wat is er geregeld om het proces goed te Het proces zelf: snel en duurzaam Is het resultaat behaald wat werd
laten verlopen? (input) oplossen (throughput) beoogd? (output en outcome)
Toerusting door initiële opleiding van • Vergroting bereik Veilig Thuis Vergroting bereik Veilig Thuis
toekomstige professionals Uit registratiegegevens VT Uit registratiegegevens VT
Uit onderzoek via steekproef • Duur van het geweld tot aan melding VT • Aantal contactmomenten VT: adviesvragen, meldingen, • % professionals vallend onder de meldcode dat in • % meldingen van acute en/of structureel onveilige casuïstiek. hermeldingen en recidive
initiële opleiding voldoende is toegerust om signalen te • % vervolg casuïstiek na triage onderverdeeld naar ‘direct • % adviesvragen en meldingen VT vanuit burgers, herkennen van en gesprekken te voeren over HGKM overdracht’ (lokaal), ‘voorwaarden en vervolg’ en ‘onderzoek’ preventieve/ basisvoorzieningen en politie
Samenhangende en effectieve hulp met
Eerder signaleren en bespreken structurele aandacht voor veiligheid Omvang HGKM
Uit onderzoek via steekproef n Uit onderzoek via steekproef /dossieranalyse Uit prevalentiestudie
-
•% professionals vallend onder de wet meldcode dat te • Aanwezigheid en benutting van veiligheidsplan met aandacht • Geschat aantal slachtoffers HGKM
werkt volgens stappen meldcode ke voor actuele veiligheidssituatie • % revictimisatie slachtoffers/ recidive plegers
-
•% burgers dat aangeeft te handelen bij vermoedens ie • Aanwezigheid en benutting van risico-gestuurd en
-
•% slachtoffers en plegers dat HGKM bespreekt met tit herstelgericht zorgplan
anderen jus • Signalering, vaststelling en behandeling traumaklachten
n • Inzet van effectieve interventies Verbetering outcome
-
-e • Realisatie inter- en multidisciplinaire en systeemgerichte inzet Uit onderzoek via cohortstudies onder cliënten
Inter- en multidisciplinaire samenwerking • % afname of stoppen geweld bij afronding en follow-up Zorg • Ervaren veiligheid door betrokken kinderen en
bij complexe casuïstiek Verbinding zorg en veiligheid volwassenen bij afronding hulp & follow-up
Uit onderzoek via steekproef Uit registratiegegevens VT • Beoordeling welzijn door cliënten
-
•Organisatie van de procesregie (integrale • % overdracht van VT aan RvdK en meldingen van VT aan politie • Verbetering opvoedingsrelatie tussen ouder en kind samenwerking en inzet meerdere disciplines) Uit registratiegegevens politie • Tevredenheid cliënten over de ontvangen hulp en
-
•Organisatie van de casusregie (één gezin, één plan) • Aantal politiemeldingen aan VT samenhang hiertussen
Uit onderzoek via steekproef /dossieranalyse Uit registratiegegevens VT • % betrokkenheid politie en OM bij acute en structureel • Veiligheidsbeoordeling VT
onveilige zaken bij triage • % strafrechtelijke (straffen, maatregelen, opleggen bijzondere
voorwaarden) bestuursrechtelijk (huisverbod, gebiedsverbod) civielrechtelijke maatregelen (BOPZ, ontzetting ouderlijke macht) tegen plegers
Aard en kenmerken
Uit registratiegegevens VT en prevalentiestudie • Aard van geweld en/of mishandeling (incl. verbijzondering: EGG, VGV, seksueel geweld en huwelijksdwang)
-
4.Uitvoering impactmonitor
Momenteel vindt een verkenning plaats met een uitvoeringspartij die de opdracht krijgt om de impactmonitor verder te ontwikkelen, onderhouden en verduurzamen. In samenwerking met deze partij en met betrokkenheid van de gebruikers worden de instrumenten, databronnen en meetwijze vastgesteld. Voor sommige indicatoren moet nog een meetwijze worden ontwikkeld. Hiervoor wordt ook gekeken naar nieuwe technologieën. In dit kader zullen moderne methodes van dataregistratie en analysetechnieken worden geëxploreerd, separaat aan de nu op de zetten impactmonitor.
Op basis van de hiervoor geschetste fasering wordt uitgegaan van een groeimodel. Dit betekent dat gestart wordt met de reeds beschikbare en best meetbare indicatoren (zie dummy-monitor Fase 1), waarna vervolgens stapsgewijs een uitbreiding plaatsvindt (zie uitbreiding dummymonitor). In een volgende voortgangsrapportage kan over de gegevens die beschikbaar zijn in 2019 worden gerapporteerd. Rondom verbetering outcome worden in 2019 al gegevens verzameld middels een cohortstudie, de resultaten zijn in 2020 beschikbaar. Resumerend hieronder een overzicht van de gegevens die nu al beschikbaar zijn cq. gemeten worden.
Reeds in 2019 beschikbaar vanuit prevalentiestudie (actualisatie na 4 à 5 jaar)
Omvang HGKM
-
•Geschat aantal slachtoffers HGKM
-
•% recidive plegers
In december 2019 beschikbaar vanuit registratiegegevens, prevalentiestudie en eerste resultaten cohortstudie 1
Aard en kenmerken
-
•Aard van geweld en/of mishandeling (incl. EGG, VGV, seksueel geweld en huwelijksdwang)
-
•Kenmerken slachtoffers en plegers
Vergroting bereik Veilig Thuis
-
•Duur van het geweld tot aan melding VT
-
•% meldingen van acute en/of structureel onveilige casuïstiek.
-
•% vervolg casuïstiek na triage onderverdeeld naar ‘direct overdracht’, (lokaal), ‘voorwaarden en vervolg’ en ‘onderzoek’
-
•Aantal contactmomenten VT: adviesvragen en meldingen
-
•% adviesvragen en meldingen VT vanuit burgers, preventieve/ basisvoorzieningen en politie
Verbinding zorg en veiligheid
-
•% overdracht van VT aan RvdK en meldingen van VT aan politie
-
•Aantal politiemeldingen aan VT
Verbetering outcome
-
•Veiligheidsbeoordeling VT
1 Op basis van de gegevens van de 0-meting is het mogelijk om een representatief en gedifferentieerd beeld van de gezinnen die worden aangemeld bij Veilig Thuis, weer te geven. Hierbij gaat het om: - de omvang en ernst van het partnergeweld en de kindermishandeling - problemen van de gezinsleden (ouders en kinderen) zoals o.a. trauma, probleemgedrag en emotionele veiligheid; hechting
Reeds in onderzoek (cohortstudie): resultaten in 2020 beschikbaar
Verbetering outcome
-
•% afname of stoppen geweld bij afronding en follow-up
-
•Ervaren veiligheid door betrokken kinderen en volwassenen bij afronding hulp & follow-up • Beoordeling welzijn door cliënten
-
•Verbetering opvoedingsrelatie tussen ouder en kind
-
•Tevredenheid cliënten over de ontvangen hulp en samenhang hiertussen
Bijlage 1: Samenstelling adviescommissie
Voorzitter
Dhr. prof. dr. P.A.H. van Lieshout
Commissieleden
Mw. prof. dr. L.R.A. Alink Universiteit Leiden
Mw. prof. dr. C.C.J.H. Bijleveld Vrije Universiteit Amsterdam,
Nederlands Studiecentrum
Criminaliteit en Rechtshandhaving
Dhr. prof. dr. J. Goedee Universiteit Tilburg, Stichting
Optimale Samenwerking
Mw. prof. dr. J.H.L.J. Janssen Avans Hogeschool, Landelijk Expertise
Centrum Eer Gerelateerd Geweld,
Nationale Politie, Open Universiteit
Mw. prof. dr. M. Steketee Verwey Jonker Instituut, Erasmus
Universiteit Rotterdam
Inhoudelijk secretariaat
Mw. drs. M.A. Berger Nederlands Jeugdinstituut
Mw. S. Abrahamse, MSc Nederlands Jeugdinstituut