Brief OM over nadere duiding incidentenoverzicht in de Rapportage vreemdelingenketen (bijlage bij 19637,nr.2509) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Brief OM over nadere duiding incidentenoverzicht in de Rapportage vreemdelingenketen (bijlage bij 19637,nr.2509) |
|---|---|
| Documentdatum | 01-07-2019 |
| Publicatiedatum | 03-07-2019 |
| Nummer | 2019D28496 |
| Kenmerk | 19637, nr. 2509 |
| Externe link | originele PDF |
| Originele document in PDF |  |
Datum Onderdeel Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer(s) E-mail Uw kenmerk Bijlage(n) Onderwerp
College van procureurs-generaal
Postbus 20305,2500 EH Den Haag Prins Clauslaan 16
2595 AJ Den Haag
Ministerie van Justitie en Veiligheid j+3i 88 699 11 00
t.a.v. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wwwomnl
Mevrouw A. Broekers-Knol Postbus 20301 2500 EH Den Haag
20 juni 2019 Beleid & Strategie PaG/B&S/18066 Sander Wirken 06-10561101 s.wirken@om.nl
Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.
RVK incidentenoverzicht
Geachte mevrouw Broekers-Knol,
Op uw verzoek stuur ik u in deze brief nadere duiding bij de cijfers zoals die door het OM zijn verstrekt in het kader van de Rapportage Vreemdelingenketen 2018 (RVK). Hieronder zal ik achtereenvolgens ingaan op het totale aantal zaken dat in de RVK is vermeld, en op de levens- en zedendelicten gepleegd in 2018 waarvan asielzoekers als verdachte zijn aangemerkt.
Bij wijze van inleiding het volgende. Uitgangspunt voor de politie is dat zij in haar registratie uitgaat van gebeurtenissen waarbij asielzoekers als mogelijke verdachte van een misdrijf worden beschouwd. Het Openbaar Ministerie hanteert als uitgangspunt de registratie van de individuele verdachte. Er kunnen meerdere verdachten voorkomen in één proces-verbaal, en één verdachte kan voorkomen in meerdere processen-verbaal. Bovendien hanteren de politie en het Openbaar Ministerie niet dezelfde kwalificaties van feiten. Dat heeft in belangrijke mate te maken met het verschillende doel en met het verschil in moment van registratie. In de BVH-registratie van de politie krijgt een gebeurtenis direct op basis van de eerste indruk van de politiefunctionaris een bepaalde kwalificatie die niet overeen hoeft te komen met de kwalificatie die later aan het feit gegeven wordt door het Openbaar Ministerie bij de juridische beoordeling van de zaak. De registraties van de politie zijn daarom niet getalsmatig één op één te herleiden tot de registraties van het Openbaar Ministerie. Dit leidt ertoe dat de nadere duiding, zoals hieronder wordt gegeven van alle levens- en zedenregistraties, bijzonder arbeidsintensief is Het beslag dat deze duiding legt op de bij het OM aanwezige analyse-capaciteit is aanzienlijk, en gaat ten koste van de inzet van deze capaciteit op onze primaire processen. Jaarlijks rapporteren op de wijze zoals hieronder is in mijn ogen niet wenselijk.
1 Totale aantal zaken
Uitgangspunt van de rapportage in de RVK is om te rapporteren over alle asielzoekers die in 2018 ingeschreven hebben gestaan bij het COA. Om over deze groep te kunnen rapporteren heeft het COA een lijst van vreemdelingen identificatie nummers (v-nummers), voor- en achternaam en geboortedatum samengesteld. Die lijst is door de politie met de gegevens uit het politiesysteem BVH gematcht, hetgeen 4.600 hits opleverde van registraties waarbij een asielzoeker als mogelijke verdachte voorkwam. Dit leverde een lijst op van 4600 v-nummers en daaraan gekoppelde proces-verbaal-nummers. Deze lijst is door het OM met behulp van het managementinformatiesysteem Phoenix gekoppeld aan OM-gegevens, hetgeen op dat moment 2.610 bekende feiten met 1.712 unieke verdachte personen opleverde.
Naar aanleiding van de aanvullende vragen die na publicatie van de RVK zijn gerezen, heeft het OM op een later moment een uitgebreidere zoekslag gemaakt in de OM-systemen. Daarbij is gebruik gemaakt van meer zoeksleutels die naderhand op verzoek van het OM door de politie zijn aangeleverd, waaronder naam, geboortedatum en pleegdatum.
Deze nadere, zeer arbeidsintensieve en deels handmatige, zoekslag heeft uiteindelijk 3.702 bekende feiten opgeleverd met 1.813 unieke verdachten. Met andere woorden, de nadere zoekslag heeft geleid tot de identificatie van 101 extra unieke verdachten en 1.092 extra feiten, waarbij een groot deel van de extra feiten is te herleiden tot verdachten die al in de eerste zoekslag in beeld waren. Het gegeven dat deze feiten en verdachten bij de eerste zoekslag niet in beeld kwamen, laat zich onder andere verklaren door het feit dat v-nummers en pv-nummers in de OM-systemen niet altijd op exact gelijke wijze worden overgenomen, of niet worden bijgewerkt als aanvullende processen-verbaai worden ontvangen. Daarnaast leiden verschillende schrijfwijzen van voor- en achternamen, het als voornaam registeren van de achternaam en vice versa, en onduidelijkheid met betrekking tot de door de asielzoeker opgegeven geboortedatum, tot incomplete zoekresultaten bij een geautomatiseerde zoekslag.
De aanvullende zoekslag is bovendien op een later moment in de tijd uitgevoerd. Waar de initiële zoekslag gebaseerd was op de gegevens zoals bekend op 11 april 2019, is de nadere zoekslag gebaseerd op de gegevens zoals bekend op 16 mei 2019. Dit betekent dat ten opzichte van de eerste zoekslag vooral feiten die zijn gepleegd in de laatste periode van 2018, alsnog hebben geleid tot een match.
De tweede zoekslag leidt kortom tot de identificatie van een groter totaal aantal zaken bij het OM dan in eerste instantie in de RVK gerapporteerd. Het is van belang te benadrukken dat er nooit zaken uit beeld van het OM zijn geweest en de hierboven geschetste koppelingsproblematiek geen enkele invloed heeft op de strafrechtelijke afdoening van deze feiten. Het probleem is puur van statistische aard. Bovendien is het van belang te benadrukken dat de nadere zoekslag een vergelijkbare procentuele verdeling laat zien qua ernst van de meest voorkomende feiten van de verdachten.
2 Duiding ernstige feiten
Op uw verzoek volgt hieronder nadere duiding van alle geregistreerde gebeurtenissen met betrekking tot levens- en zedendelicten.
(poaina tot! moord/doodslaa
Van de 28 zaken die door de politie als (poging tot) moord/doodslag zijn gekwalificeerd en die bij het OM zijn binnen gekomen, zijn er 18 gedagvaard. 6 zaken zijn onvoorwaardelijk geseponeerd (3x wegens onvoldoende bewijs, 2x wegens ten onrechte als verdachte aangemerkt, lx wegens onvoldoende nationaal belang); 3 zaken zijn afgedaan met een OM-strafbeschikking (2x wegens eenvoudige diefstal, lx wegens verboden wapenbezit); 1 zaak is voorwaardelijk geseponeerd.
Van de 18 gedagvaarde zaken is inmiddels in 11 een rechterlijke uitspraak geweest. 2 verdachten zijn vrijgesproken, 1 verdachte is schuldig verklaard zonder strafoplegging, 1 verdachte is ontslagen van alle rechtsvervolging wegens noodweerexces. In 7 zaken is de verdachte schuldig verklaard en is een straf opgelegd. Deze zeven strafopleggingen betreffen de volgende door de rechter
bewezen verklaarde feiten en opgelegde straffen dan wel maatregelen:
poging doodslag, gedwongen plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis poging doodslag, 360 dagen jeugddetentie
poging zware mishandeling, 270 dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf poging zware mishandeling, 49 dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf eenvoudige mishandeling, 28 dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf eenvoudige mishandeling, 80 uur taakstraf bedreiging, 80 uur taakstraf
7 gedagvaarde zaken moeten nog voor de rechter komen. 2 verdachten van resp. poging doodslag en bedreiging zitten op de peildatum (7 juni 2019) nog in voorarrest. De zaak waarin de verdachte in eerste aanleg is ontslagen van alle rechtsvervolging wegens noodweerexces betreft de enige zaak waarin sprake was van een voltooid levensdelict. Tegen deze uitspraak, gedaan op 22 mei 2019, is door het OM hoger beroep ingesteld.
Aanranding
Van de 33 bij het OM bekende registraties hebben 7 geleid tot een onvoorwaardelijk sepot (6x wegens onvoldoende bewijs, lx wegens onvoldoende nationaal belang). 26 feiten zijn door het OM afgedaan met een dagvaarding, waarbij 17 unieke verdachten zijn gedagvaard. 20 feiten (11 unieke verdachten) zijn op de peildatum door de rechter beoordeeld. Alle 20 gedagvaarde feiten zijn door de rechter bewezen verklaard, hetgeen heeft geleid tot de volgende kwalificaties en strafopleggingen:
3x aanranding en 2x ontuchtige handelingen, 300 dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf
4x aanranding, 450 dagen gevangenisstraf waarvan 90 dagen voorwaardelijk
2x aanranding en lx ontuchtige handelingen, 240 dagen gevangenisstraf
waarvan 60 dagen voorwaardelijk
aanranding, 21 dagen onvoorwaardelijk gevangenisstraf
aanranding, 7 dagen voorwaardelijke gevangenisstraf
aanranding, 20 uur taakstraf
eenvoudige mishandeling, 7 dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf
eenvoudige mishandeling, 40 uur taakstraf
wederspannigheid, 30 uur taakstraf
niet opvolgen ambtelijk bevel, 500 euro geldboete
eenvoudige diefstal, 7 dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf
6 feiten (6 unieke verdachten) moeten nog voor de rechter komen.
Verkrachting
Van de 4 gebeurtenissen die door de politie in de BVH geregistreerd zijn onder verkrachting zijn er 2 nog in onderzoek bij de politie.
Seksueel misbruik kinderen
Van de 4 gebeurtenissen die door de politie als seksueel misbruik kinderen zijn gekwalificeerd en bij het OM zijn binnen gekomen, hebben er 3 geleid tot een dagvaarding. 1 gebeurtenis is op de peildatum nog niet beoordeeld door het OM (status: intakefase OM). In 2 zaken is een rechterlijke uitspraak geweest. 1
verdachte is vrijgesproken, 1 verdachte is veroordeeld. De veroordeling betreft: ontucht met kinderen, 900 dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf
1 gedagvaarde zaak moet nog voor de rechter komen.
Overige zedenmisdrijven
In de BVH zijn 4 gebeurtenissen geregistreerd onder'overig zeden'. 1 dossier is door de politie ingezonden en heeft geleid tot een onvoorwaardelijk sepot wegens onvoldoende bewijs.
Hoogachtend,
•Het College van procureurs-generaal,