Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35235 - Incidentele suppletoire begroting Infrastructuur en Waterstaat 2019 (Urgenda) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 28-06-2019 |
Publicatiedatum | 28-06-2019 |
Nummer | KST352352 |
Kenmerk | 35235, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
35 235
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda)
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van Infrastructuur en Waterstaat.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 3
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
-
C.van Nieuwenhuizen Wijbenga
kst-35235-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Het kabinet heeft besloten extra middelen beschikbaar te stellen om versneld te werken aan reducering van broeikasgasuitstoot. Hiervoor worden de beschikbare middelen op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat uit de begrotingsreserve Maatregelen CO2-reductie ingezet. In onderstaande overzichtstabel is de verdeling van het budget over de verschillende departementen en over de verschillende jaren opgenomen.
Bedragen x € 1 mijoen
Departement |
2019 |
2020 |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK, VII) |
35,00 |
148,00 |
Infrastructuur en Waterstaat (IenW, XII) |
7,55 |
78,45' |
Economische Zaken en Klimaat (EZK, XIII) |
114,40 |
23,50 |
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV, XIV)) |
14,00 |
74,50 |
Totaal |
170,95 |
324,45 |
1 Onderdeel hiervan is een kadercorrectie, omdat niet alle maatregelen aan de uitgavenkant van de begroting plaatsvinden. Voor de uitbreiding van de fiscale regelingen MIA/VAMIL in 2020 ten behoeve van circulaire technieken of bedrijfsmiddelen worden extra middelen beschikbaar gesteld (€ 14,7 miljoen). De MIA/VAMIL zijn gebudgetteerde fiscale regelingen en vallen als zodanig onder het inkomstenkader. Omdat verwacht wordt dat middels deze regeling kostenefficiënt CO2-reductie kan worden gerealiseerd in 2020 is besloten om een deel van het budget uit de begrotingsreserve voor CO2 reductie te gebruiken om deze regeling op te hogen middels een kadercorrectie van de Rijksbegroting. Het uitgavenplafond wordt met eenzelfde bedrag verlaagd. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is beleidsverantwoordelijk voor de MIA- en VAMIL-regeling. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de Belastingdienst voeren de MIA en VAMIL uit.
Met de incidentele suppletoire begrotingen worden de bedragen voor het jaar 2019 en 2020 budgettair verwerkt. Via de incidentele suppletoire begrotingen worden de geplande onttrekkingen aan de begrotingsreserve Maatregelen CO2-reductie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) geraamd. De bedragen die door andere departementen dan EZK worden besteed worden overgeheveld naar de desbetreffende departementale begrotingen.
De begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verhoogd met een bedrag van in totaal € 71,3 miljoen, waarvan € 7,55 miljoen in 2019 en € 63,75 miljoen in 2020. Deze middelen worden als volgt verdeeld over de volgende beleidsartikelen:
-
-Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid - met € 6,0 miljoen
-
-Artikel 21 Duurzaamheid - met € 65,3 miljoen
Onderstaand treft u voor de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat per begrotingsartikel een toelichting aan bij de financiële instrumenten. De stand vastgestelde begroting 2019 is inclusief de nota van wijziging (NvW)2 en de stand 1e suppletoire begroting 2019. Voor tijdige realisatie van de maatregelen zullen in 2019 al zoveel als mogelijk verplichtingen worden aangegaan voor uitvoering van de projecten.
2 Zie kamerstuk 35 000-XII nr. 6
Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid
14.01 Netwerk Opdrachten
De uitgaven voor het opdrachtenbudget op dit artikelonderdeel worden verhoogd met € 2,55 miljoen in 2019 en met € 3,45 miljoen in 2020. De Urgenda-middelen voor artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid worden ingezet om de gedragsmaatregelen naar duurzame mobiliteit versneld in gang te zetten. Hiermee worden onder andere de (intensivering van de) campagnes «Band op Spanning» en «Het Nieuwe Rijden» en het versterken van overige gedragsmaatregelen en communicatieactiviteiten gefinancierd.
21.05 Duurzame productketens Opdrachten
De uitgaven voor opdrachten duurzame productketens op dit artikelonderdeel worden in 2020 verhoogd met € 0,3 miljoen. Dit betreft uitvoe-ringkosten voor RVO voor de ophoging van de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) om extra ruimte te bieden aan het MKB om technieken, bedrijfsmiddelen en initiatieven die bijdragen aan de circulaire economie te stimuleren. De ophoging van de MIA/VAMIL regeling wordt extracomptabel zichtbaar in de begroting van IenW en verantwoord in de budgettaire nota's van de Minister van Financiën.
Subsidies
De uitgaven voor subsidies duurzame productketens op dit artikelonderdeel worden verhoogd met € 3 miljoen in 2019 en € 44,5 miljoen in 2020. Het betreffen twee soorten uitgaven die lopen via een gerichte ophoging van de Demonstratieregeling Energie- en klimaatinnovaties (DEI+), te weten:
-
-Stimulering van Recycling en biobased kunststoffen en textiel (in 2019 € 1 miljoen en in 2020 € 21,5 miljoen).
-
-Stimulering van CO2-reducerende maatregelen Circulaire Economie (in 2019 € 2 miljoen en in 2020 € 23 miljoen).
Minder gebruik van plastics en textiel levert direct een vermindering op van de afvalstroom. Gewenste situatie is dat nieuwe technische en logistieke systemen worden ontwikkeld waardoor minder plastic en textiel gebruikt hoeft te worden waarmee de CO2-uitstoot kan worden teruggedrongen. Ook kan met meer sortering, mechanische en chemische recycling van afgedankte fossiele plastics en textiel en recycling van bioplastics de hoeveelheid plastic dat nu nog in de verbrandingsoven belandt (en dus CO2-uitstoot in Nederland veroorzaakt) worden teruggedrongen. Met een gerichte ophoging van de DEI+ regeling kunnen initiatieven en investeringen hiertoe worden ondersteund.
Artikel 21.06 Natuurlijk kapitaal
Opdrachten
De uitgaven voor uitvoering natuurlijk kapitaal op dit artikelonderdeel worden verhoogd met € 2 miljoen in 2019 en € 15,5 miljoen in 2020. De
uitgaven betreffen CO2-reducerende maatregelen in de Grond- Weg- en Waterbouw (GWW).
-
-GWW-maatregelen bij Rijkswaterstaat (in 2019 € 1 miljoen en in 2020 € 6,5 miljoen).
-
-GWW-maatregelen bij decentrale overheden via een tender, ondersteund door RVO (in 2019 € 1 miljoen en in 2020 € 9 miljoen).
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (Bedragen x € 1.000)
14 |
Wegen en verkeers- |
Stand OB |
Stand 1e |
Mutaties |
Stand |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
veiligheid |
2019 incl. |
Supple- |
ISB |
ISB |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
|
NvW |
toire |
Urgenda |
Urgenda |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
(9) |
||
(1) |
Begroting |
(3) |
(4)=(2)+(3) |
|||||||
(2) |
||||||||||
Verplichtingen |
76.987 |
98.022 |
2.550 |
100.572 |
3.450 |
|||||
Uitgaven |
93.317 |
112.610 |
2.550 |
115.160 |
3.450 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht |
84% |
87% |
85% |
|||||||
14.01 |
Netwerk |
76.797 |
96.090 |
2.550 |
98.640 |
3.450 |
||||
14.01.01 |
Opdrachten |
24.301 |
26.949 |
2.550 |
29.499 |
3.450 |
||||
|
7.402 |
11.052 |
11.052 |
|||||||
|
2.350 |
1.436 |
1.436 |
|||||||
|
1.296 |
2.210 |
2.210 |
|||||||
ten |
13.253 |
12.251 |
2.550 |
14.801 |
3.450 |
|||||
14.01.02 |
Subsidies |
42.816 |
39.604 |
39.604 |
||||||
|
650 |
750 |
750 |
|||||||
|
42.166 |
38.854 |
38.854 |
|||||||
14.01.03 |
Bijdragen aan agentschappen - Waarvan bijdrage aan agentschap |
9.680 |
14.135 |
14.135 |
||||||
RWS |
4.724 |
4.724 |
4.724 |
|||||||
|
2.122 |
3.122 |
3.122 |
|||||||
14.01.04 |
Bijdragen aan medeoverheden - Waarvan bijdrage aan Caribisch |
15.202 |
15.202 |
|||||||
Nederland |
15.202 |
15.202 |
||||||||
14.01.05 |
Bijdragen aan internationale organisaties |
200 |
200 |
|||||||
14.02 |
Veiligheid |
16.520 |
16.520 |
16.520 |
||||||
14.02.01 |
Opdrachten - Opdrachten |
6.606 |
6.534 |
6.534 |
||||||
Verkeersveiligheid |
6.606 |
6.534 |
6.534 |
|||||||
14.02.02 |
Subsidies |
8.370 |
8.370 |
8.370 |
||||||
|
3.736 |
3.736 |
3.736 |
|||||||
|
3.869 |
3.869 |
3.869 |
|||||||
|
765 |
765 |
765 |
|||||||
14.02.03 |
Bijdragen aan agentschappen - Waarvan bijdrage aan agentschap |
597 |
669 |
669 |
||||||
RWS |
597 |
669 |
669 |
|||||||
14.02.05 |
Bijdragen aan internationale organisaties |
30 |
30 |
30 |
||||||
|
30 |
30 |
30 |
|||||||
14.02.06 |
Bijdragen aan ZBO's en RWT's |
917 |
917 |
917 |
||||||
|
917 |
917 |
917 |
Ontvangsten 6.782 7.004 7.004
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 21 (Bedragen x € 1.000)
21 Duurzaamheid |
Stand OB 2019 incl. NvW (1) |
Stand 1e Supple-toire Begroting (2) |
Mutaties ISB Urgenda (3) |
Stand ISB Urgenda (4)=(2)+(3) |
Mutaties 2020 (5) |
Mutaties 2021 (6) |
Mutaties 2022 (7) |
Mutaties 2023 (8) |
Mutaties 2024 (9) |
Verplichtingen |
50.173 |
35.383 |
5.000 |
40.383 |
60.300 |
||||
Uitgaven |
49.962 |
34.951 |
5.000 |
39.951 |
60.300 |
||||
waarvan juridisch verplicht |
84% |
84% |
81% |
21.04 |
Duurzaamheidsin- strumentarium |
1.188 |
168 |
168 |
||
21.04.01 |
Opdrachten |
1.188 |
168 |
168 |
||
21.04.03 |
Bijdrage aan agentschappen - waarvan bijdrage aan RWS |
|||||
21.05 |
Duurzame Product-ketens |
42.936 |
33.902 |
3.000 |
36.902 |
44.800 |
21.05.01 |
Opdrachten - Uitvoering |
21.003 |
16.110 |
16.110 |
300 |
|
Duurzame product-ketens - Caribisch Nederland afvalbeheer |
10.119 |
7.098 |
7.098 |
300 |
||
|
7.500 |
5.600 |
5.600 |
|||
ten |
3.384 |
3.412 |
3.412 |
|||
21.05.02 |
Subsidies - Caribisch Nederland |
14.216 |
6.962 |
3.000 |
9.962 |
44.500 |
afvalbeheer - Chemische |
3.559 |
|||||
recycling kunststoffen |
10.000 |
4.456 |
4.456 |
|||
|
657 |
2.506 |
3.000 |
5.506 |
44.500 |
|
21.05.03 |
Bijdrage aan agentschappen - waarvan bijdrage |
7.247 |
6.801 |
6.801 |
||
aan RWS |
7.247 |
6.801 |
6.801 |
|||
21.05.04 |
Bijdrage aan medeoverheden |
3.559 |
3.559 |
|||
Nederland afvalbeheer |
3.559 |
3.559 |
||||
21.05.06 |
Bijdrage aan ZBO en RWT |
470 |
470 |
470 |
||
21.06 |
Natuurlijk kapitaal |
5.838 |
881 |
2.000 |
2.881 |
15.500 |
21.06.01 |
Opdrachten |
5.838 |
881 |
2.000 |
2.881 |
15.500 |
|
5.000 |
|||||
ten |
838 |
881 |
2.000 |
2.881 |
15.500 |
|
21.06.02 |
Subsidies |
|||||
21.06.03 |
Bijdrage aan agentschappen - waarvan bijdrage aan RWS |
|||||
21.07 |
Duurzame mobiliteit |
|||||
21.07.01 |
Opdrachten |
|||||
21.07.02 |
Subsidies |
|||||
21.07.03 |
Bijdrage aan agentschappen - waarvan bijdrage aan RWS |
21 |
Duurzaamheid |
Stand OB |
Stand 1e |
Mutaties |
Stand |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
2019 incl. |
Supple- |
ISB |
ISB |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
||
NvW (1) |
toire |
Urgenda |
Urgenda |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
(9) |
||
Begroting |
(3) |
(4)=(2)+(3) |
(2)
Ontvangsten
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 235, nr. 2 6