35122, nr. 15 - Amendement Van der Staaij over samenloop - Wet straffen en beschermen - Hoofdinhoud
De indiener vindt het ongewenst wanneer de samenloop van vrijheidsstraffen ertoe leidt dat het onvoorwaardelijk deel van de vrijheidsstraf korter wordt dan het geval zou zijn als de vrijheidsstraffen afzonderlijk ten uitvoer zouden zijn gelegd. Op grond van de huidige regeling blijft iemand die twee vrijheidsstraffen van een jaar opgelegd heeft gekregen in het geval van afzonderlijke tenuitvoerlegging in totaal twee jaar gedetineerd. Als dezelfde straffen aansluitend tenuitvoergelegd worden, komt hij al na één jaar en vier maanden (16 maanden) in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidsstelling (V.I). Het al dan niet aansluitend ten uitvoer leggen van straffen dient geen invloed te hebben op de totale detentieduur. Bij een korte onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is het niet gewenst dat via de samenloopregeling alsnog ervoor gezorgd wordt dat de regeling voor V.I. in werking treedt. Twee korte straffen moeten opgeteld er niet toe leiden dat iemand veel eerder in vrijheid komt dan bij de oorspronkelijke straffen. Indien er sprake is van een korte hoofdstraf die samenloopt met een langere hoofdstraf wordt de V.I. alleen berekend over dat deel van de straf waar de V.I. wel van toepassing is. De bedoeling is dat de straffen wél worden opgeteld, maar dat de voorwaardelijke invrijheidstelling alleen berekend wordt over die delen van de straf waarvoor de voorwaardelijke invrijheidstelling al gold. Onderdeel II is een samenloopregeling voor de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, die nog niet in werking is getreden.
Inhoudsopgave
2 |
20 juni 2019, amendement, nr. 15
KST3512215 Amendement Van der Staaij over samenloop |