Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Van Meenen over de achterstand van leerlingen op basisscholen in achterstandswijken - Aanpak onderwijsachterstanden

Deze brief is onder nr. 104 toegevoegd aan dossier 27020 - Aanpak onderwijsachterstanden.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Aanpak onderwijsachterstanden; Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Van Meenen, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 14 mei 2019, over de achterstand van leerlingen op basisscholen in achterstandswijken
Document­datum 14-06-2019
Publicatie­datum 19-06-2019
Nummer KST27020104
Kenmerk 27020, nr. 104
Commissie(s) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2018-2019

27 020

Aanpak onderwijsachterstanden

Nr. 104    BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET

ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 14 juni 2019

Onlangs is er een onderzoek verschenen over de problematiek die basisschoolleraren ervaren in wijken met achterstandenproblematiek. Lid Van Meenen heeft het verzoek (Handelingen II 2018/19, nr. 81, item 19) ingediend een reactie te ontvangen over het betreffende onderzoek.1 Lid Van den Hul heeft schriftelijke vragen gesteld over het onderzoek, deze beantwoord ik gelijktijdig met een separate brief (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3046).

De bevordering van kansengelijkheid in het onderwijs is een van de prioriteiten van de kabinet, zoals Minister van Engelshoven en ik hebben omschreven in onze brief «Bevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs» van 13 maart jongstleden.2 Het schoolsucces van kinderen zou enkel afhankelijk moeten zijn van hun capaciteiten en inzet en niet van het inkomen of het opleidingsniveau van hun ouders.

Onderzoek: «Problematiek op basisscholen in achterstandswijken is fors»

Het onderzoek is uitgevoerd door marktonderzoeksbureau MWM2, in opdracht van de ABN Amro Foundation, het Jeugdeducatiefonds en Stichting Kinderpostzegels. De uitkomsten van het onderzoek zijn gebaseerd op een online vragenlijst van 15 vragen, ingevuld door 283 respondenten. Onder deze respondenten zijn er 238 leerkrachten, waarvan 135 leerkrachten aangeven te werken op een basisschool in een achterstandswijk. Het onderzoek kent dus een beperkt aantal respondenten en de persoonlijke beleving van de respondenten staat centraal. Op basis van deze resultaten kan ik niet goed inschatten of de bevindingen generiek van toepassing zijn op de situatie op alle scholen. Ik ken

1    «Problematiek op basisscholen in achterstandswijken is fors», MWM2 (5 april 2019) (https://www.jeugdeducatiefonds.nl/files/291/abn+amro+foundation+-+ongelijke+kansen+in+het+onderwijs.pdf).

2    Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 175.

kst-27020-104 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

ook scholen in achterstandswijken die het heel goed doen, ik verwacht dus dat de bevindingen uit het onderzoek niet één-op-één toepasbaar zijn op alle scholen in achterstandswijken. Dit neemt niet weg dat ik herken dat sommige scholen meer te maken hebben met achterstandenproble-matiek dan andere scholen.

In het onderzoek worden uitdagingen beschreven die voor alle scholen gelden (ook voor scholen die niet in wijken met achterstandenproble-matiek staan), maar ook problematiek die specifiek speelt bij scholen in wijken met achterstandenproblematiek. De problematiek die leraren volgens dit onderzoek op alle scholen ervaren, zoals werkdruk, administratieve lasten, druk vanuit de inspectie, mondige ouders, passend onderwijs en het lerarentekort, worden al op meerdere fronten aangepakt.1

Scholen met achterstandenproblematiek

De leerkrachten op scholen in wijken met achterstandenproblematiek, geven in het onderzoek verschillende uitdagingen aan. Zo geven de leerkrachten aan dat leerlingen in deze wijken vaker te maken hebben met een complexe thuissituatie. Ook starten deze kinderen volgens het onderzoek op school vaker met een taalachterstand. Gezinnen hebben het volgens de leerkrachten financieel moeilijker. Ook wordt het contact met ouders door de leerkrachten als lastiger ervaren. De leerkrachten geven minder vaak aan dat er voldoende financiële middelen zijn om kinderen gelijke kansen te bieden en de leerkrachten zouden meer erkenning willen voor de zwaarte van hun werk.

Om de kansengelijkheid in het onderwijs te bevorderen voer ik hier samen met Minister van Engelshoven in alle onderwijssectoren actief beleid op.2 Daarnaast sluiten we met de Gelijke Kansen Alliantie aan op bestaande of nieuwe lokale initiatieven. Het is bekend dat scholen met achterstandenproblematiek voor een grotere uitdaging staan dan andere scholen. Overigens betekent dit niet direct dat het onderwijs op deze scholen van mindere kwaliteit is, ook scholen met achterstandenproblematiek zijn vaak in staat om goed onderwijs te bieden. Vanwege de grotere uitdaging die deze scholen kennen, ondersteun ik scholen met achterstandenproble-matiek op verschillende manieren. Zo wordt er jaarlijks circa € 290 miljoen aan onderwijsachterstandenbudget verdeeld over basisscholen met leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand. Scholen kunnen dit budget naar eigen inzicht besteden. Dit kabinet investeert extra in voorschoolse educatie. Gemeenten ontvangen hiervoor nu in totaal jaarlijks circa € 490 miljoen. Gemeenten moeten hiermee een aanbod van voorschoolse educatie realiseren, maar kunnen het budget daarnaast ook besteden aan andere ondersteuning van leerlingen of scholen. In totaal krijgen scholen en gemeenten dus jaarlijks circa € 790 miljoen aan onderwijsachterstandenbudget om de kansen van kinderen met een risico op een onderwijsachterstand te bevorderen.

Naast het onderwijsachterstandenbeleid heb ik ook op andere manieren extra aandacht voor deze scholen. Zo is er voor de tweede maal circa € 6 miljoen subsidie beschikbaar voor het vrijroosteren van leraren op scholen in het primair en voortgezet onderwijs met veel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand. Deze subsidie is bedoeld voor de professionalisering van leraren en het gericht ondersteunen van achterstandsleerlingen. Met de subsidie kunnen leraren twee jaar gedeeltelijk vrij worden geroosterd voor deelname aan coachingsactiviteiten en voor intensieve begeleiding van leerlingen. Daarnaast onderzoek ik samen met DUO en de Inspectie van het Onderwijs wanneer er op een school sprake is van een opeenstapeling van problemen, zoals veel achterstandsleerlingen, een tekort aan personeel en/of ziekteverzuim, veiligheidsproblematiek in de school, financiële krapte en verouderde gebouwen. Tegelijk zijn er scholen in een vergelijkbare situatie waar de opeenstapeling van problematiek niet lijkt te spelen. Tevens ondersteunen we scholen en gemeenten in de aanpak van het lerarentekort, onder meer door middel van een uitkering aan de G4 via het gemeentefonds. Schoolbesturen en lerarenopleidingen kunnen subsidie aanvragen voor de specifieke aanpak van het lerarentekort in hun regio. Indien nodig kunnen zij specifieke maatregelen treffen voor scholen met een complexe leerlingenpopulatie.

Tot slot

Leraren op scholen met achterstandenproblematiek staan voor een grote uitdaging en kunnen het verschil maken voor hun leerlingen. Scholen met onderwijsachterstandenproblematiek worden daarom extra ondersteund om deze problematiek tegen te gaan en kansengelijkheid te bevorderen. Ieder kind heeft recht op onderwijs dat kansen biedt en iedere leerling verdient een leraar die in hem of haar gelooft.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

  • A. 
    Slob

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 27 020, nr. 104 3

1

   Werkdruk: Kamerstukken 27 923 en 31 293, nr. 284 en Kamerstuk 31 293, nr. 435. Administratieve lasten: Brochure Ruimte in Regels (13 november 2017), https:// www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2017/11/13/brochure-ruimte-in-regels. Inspectie: Kamerstuk 31 293, nr. 434.

Ouderbetrokkenheid: Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 158.

Passend Onderwijs: medio juni ontvangt uw Kamer de volgende voortgangsrapportage. Lerarentekort: Kamerstuk 27 923, nr. 318.

2

   Kamerstuk 35 000 VII, nr. 175.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.