Motie Reuten c.s. over de vaststelling van het klimaatplan door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk - Voorstel van wet van de leden Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius, Agnes Mulder en Geleijnse houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken (Klimaatwet)

Deze motie i is onder nr. I toegevoegd aan wetsvoorstel 34534 - Initiatiefvoorstel Klimaatwet i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius, Agnes Mulder en Geleijnse houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken (Klimaatwet); Motie van het lid Reuten c.s. over de vaststelling van het klimaatplan door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk
Document­datum 21-05-2019
Publicatie­datum 21-05-2019
Nummer KST34534I
Kenmerk 34534, nr. I
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2018-2019

 

34 534

Voorstel van wet van de leden Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius, Agnes Mulder en Geleijnse houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken (Klimaatwet)

I

MOTIE VAN HET LID REUTEN C.S.

Voorgesteld 21 mei 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het wetsvoorstel het vaststellen van een «klimaatplan» vergt;

overwegende, dat het klimaatplan langdurig verstrekkende maatschappelijke gevolgen heeft, of kan hebben;

van oordeel, dat genoemde gevolgen zodanig zijn, of kunnen zijn, dat het klimaatplan vastgesteld zou moeten worden door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk;

vraagt de initiatiefnemers om - nadat de voorliggende wet eventueel is aangenomen - al dan niet gemeenschappelijk het initiatief te nemen artikel 5 van de wet c.q. het wetsvoorstel te wijzigen, en wel zo dat het klimaatplan niet slechts «overgelegd» wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal maar ook hun goedkeuring vergt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Reuten

Teunissen

Nagel

Gerkens

Overbeek

kst-34534-I

ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

Eerste Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 34 534, I


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.