Brief regering; Tweede monitorrapportage van de heer Hoekstra - Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 90 toegevoegd aan wetsvoorstel 32399 - Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg i, dossier 29279 - Rechtsstaat en Rechtsorde en dossier 32399 - Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg); Brief regering; Tweede monitorrapportage van de heer Hoekstra |
---|---|
Documentdatum | 17-04-2019 |
Publicatiedatum | 19-04-2019 |
Nummer | KST3239990 |
Kenmerk | 32399; 29279, nr. 90 |
Commissie(s) | Justitie en Veiligheid (JV) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
32 399
29 279
Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg)
Rechtsstaat en Rechtsorde
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 april 2019
Mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stuur ik u hierbij de tweede monitorrapportage die de heer Hoekstra vandaag heeft aangeboden1.
Zoals ik in mijn brief van 19 maart jl. met betrekking tot de evaluaties van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden en de regeling over het DNA-verwantschapsonderzoek in het Wetboek van Strafvordering heb vermeld (Kamerstuk 31 415, nr. 23), zal ik een integrale beleidsreactie opstellen vanwege de onderlinge samenhang tussen de verschillende rapporten die op het DNA-onderzoek betrekking hebben. Ook de tweede monitorrapportage van de heer Hoekstra maakt daar onderdeel van uit. In die beleidsreactie zal ik onder andere ingaan op de stand van zaken van de punten zoals benoemd in mijn eerdere beleidsreactie op de rapportage van de Inspectie van Justitie en Veiligheid van juni 2018 (Kamerstuk 29 279, nr. 446) en het Tussenrapport van de heer Hoekstra (Kamerstuk 32 399, nr. 88).
Het naar verwachting voor 1 juni a.s. door de Inspectie van Justitie en Veiligheid nog uit te brengen rapport ten aanzien van de stand van zaken van de verbetermaatregelen bij de afname van celmateriaal in de penitentiaire inrichtingen, zal ik daarin ook betrekken. Ik zal de integrale beleidsreactie in juni 2019 naar uw Kamer toezenden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl
kst-32399-90 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 32 399, nr. 90