Nota van wijziging - Wijziging van de Politiewet 2012, de Wet veiligheidsregio’s en de Tijdelijke wet ambulancezorg in verband met de wettelijke regeling van meldkamers (Wijzigingswet meldkamers) - Hoofdinhoud
Deze nota van wijziging is onder nr. 6 toegevoegd aan wetsvoorstel 35065 - Wijzigingswet meldkamers i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Politiewet 2012, de Wet veiligheidsregio’s en de Tijdelijke wet ambulancezorg in verband met de wettelijke regeling van meldkamers (Wijzigingswet meldkamers); Nota van wijziging; Nota van wijziging |
---|---|
Documentdatum | 27-03-2019 |
Publicatiedatum | 27-03-2019 |
Nummer | KST350656 |
Kenmerk | 35065, nr. 6 |
Commissie(s) | Justitie en Veiligheid (JV) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
35 065
Wijziging van de Politiewet 2012, de Wet veiligheidsregio's en de Tijdelijke wet ambulancezorg in verband met de wettelijke regeling van meldkamers (Wijzigingswet meldkamers)
Ontvangen 28 maart 2019
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel II, onder C, wordt «de meldkamerfunctie» vervangen door «de meldkamerfunctie,».
II
In artikel III worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
D
In artikel 13, eerste lid, wordt «de artikelen 4, tweede, derde en vierde lid,» vervangen door «de artikelen 4, tweede, derde, vierde en vijfde lid,».
E
Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
-
1.Onze Minister is bevoegd tot het opleggen van een bestuurlijke boete ter handhaving van artikel 4, zesde lid.
-
2.De op grond van het eerste lid op te leggen bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de vierde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
F
In artikel 14, eerste lid, wordt «de artikelen 4, tweede, derde en vierde lid,» vervangen door «de artikelen 4, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid,».
kst-35065-6 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Artikel I herstelt een onvolkomen wijzigingsopdracht.
Artikel II
Bij de voorgestelde wijziging van de Tijdelijke wet ambulancezorg was de wijziging van artikel 4 niet adequaat verwerkt in de artikelen 13 en 14 (de handhavingsartikelen). Zonder die aanpassing is handhaving van artikel 4, vijfde lid (nieuw), niet mogelijk. Met de wijziging van de artikelen 13 (in onderdeel D) en 14 (in onderdeel F) wordt dit hersteld. De handhaving van artikel 4, zesde lid (nieuw), komt hierna aan de orde.
Bovenstaande wijzigingen vloeien voort uit de Toezicht- en Handhaaf-baarheidstoets van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), die werd ontvangen nadat het Nader rapport al was opgesteld. Die toets geeft, naast de wijzigingen die in de onderdelen D en F zijn opgenomen, aanleiding voor een derde wijziging in de handhavingsartikelen. Het huidige artikel 4, vierde lid, van de Tijdelijke wet ambulancezorg bevat het verbod om ambulancezorg te verlenen zonder opdracht van een meldkamer. De huidige bestuurlijke handhaving van dit artikellid is een last onder dwangsom (een herstelsanctie, waarbij een termijn wordt gegeven waarbinnen de overtreding moet zijn beëindigd). De Minister voor Medische Zorg volgt het oordeel van de IGJ dat voor de handhaving van dit artikellid een bestuurlijke boete de voorkeur verdient boven een herstelsanctie. Daarom wordt in onderdeel E een nieuw artikel (13a) ingevoegd in de Tijdelijke wet ambulancezorg. Daarin is sprake van artikel 4, zesde lid, omdat ingevolge onderdeel B het vierde lid wordt vernummerd tot zesde lid. De hoogte van de bestuurlijke boete wordt ten hoogste het bedrag dat in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht is vastgesteld voor de vierde categorie (momenteel € 20.750), wat conform vergelijkbare overtredingen is.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 065, nr. 6 2