Brief regering; Akkoord EU Richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers - EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven COM (2017) 253 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 14 toegevoegd aan dossier 34719 - EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven COM(2017)253.
Inhoudsopgave
Officiële titel | EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven COM (2017) 253; Brief regering; Akkoord EU Richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers |
---|---|
Documentdatum | 08-02-2019 |
Publicatiedatum | 11-02-2019 |
Nummer | KST3471914 |
Kenmerk | 34719, nr. 14 |
Commissie(s) | Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven i COM (2017) 253 i
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 februari 2019
Op 19 november jl. informeerde ik u voor het laatst over de voortgang van de onderhandelingen inzake de Richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers (Kamerstuk 21 501-31, nr. 499). Met deze brief informeer ik u over het bereikte principeakkoord en de vervolgstappen die ik zal nemen op dit dossier.
Op 24 januari jl. is een principeakkoord bereikt tussen de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees parlement over de EU Richtlijn werk-privé balans.
In lijn met de gele kaart die uw Kamer, samen met de Eerste Kamer getrokken heeft, heeft Nederland tegen deze richtlijn gestemd. Een gekwalificeerde meerderheid steunde echter het onderhandelingsresultaat. Dit resultaat zal nu door de Raad van Ministers en het Europees parlement worden bekrachtigd.
Nederland ondersteunt het doel van de richtlijn, het stimuleren van arbeidsparticipatie van vrouwen en een meer evenwichtige verdeling van arbeid en zorgtaken, maar is van mening dat het vormgeven van verlofregelingen een nationale competentie is. Met de WIEG zet Nederland belangrijke stappen in het bevorderen van een goede verdeling van werk en zorgtaken. Het kabinet is dan ook van mening dat voorschriften op Europees niveau op dit terrein overbodig zijn en onnodig ingrijpen in het nationale sociale stelsel.
kst-34719-14 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Nu de richtlijn een feit is bekijk ik hoe deze in het Nederlandse verlofstelsel ingepast kan worden. Nederland voldoet aan een groot gedeelte van de bepalingen van de toekomstige richtlijn. Wel houdt de richtlijn in dat een gedeelte van ouderschapsverlof betaald moet worden. In de loop van dit voorjaar zal ik uw Kamer per brief informeren over het implementatieproces van de richtlijn.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
-
W.Koolmees
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 34 719, nr. 14 2