Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 3 en 4 december 2018 - Raad voor Economische en Financiële Zaken

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. AD toegevoegd aan dossier 21501-07 - Raad voor Economische en Financiële Zaken i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Raad voor Economische en Financiële Zaken; Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 3 en 4 december 2018
Document­datum 11-02-2019
Publicatie­datum 11-02-2019
Nummer KST2150107AD
Kenmerk 21501-07, nr. AD
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2018-

2019

21 501-07

Raad voor Economische en Financiële Zaken

AD

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 6 februari 2019

De leden van de vaste commissie voor Financiën1 hebben kennisgenomen van het verslag van de vergadering van de Eurogroep en Ecofinraad van 3 en 4 december 2018, zoals dat door de Minister van Financiën op 7 december jl. aan de Eerste Kamer is aangeboden.2 De leden van de SP-fractie hebben naar aanleiding van het verslag op 10 januari 2019 nog enkele vragen gesteld aan de Minister over hetgeen er in Brussel is besproken ten aanzien van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) en het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (Single Resolution Fund, SRF).

De Minister heeft op 6 februari 2019 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Van Dooren

1    Samenstelling: Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Knip (VVD), (voorzitter), Backer (D66), Ester (CU), Postema (PvdA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Kok (PVV), Bruijn (VVD), vacature (PVV), Van Apeldoorn (SP), N.J.J. van Kesteren (CDA), Knapen (CDA), Köhler (SP), Prast (D66), Van Rij (CDA), (vice-voorzitter), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Van de Ven (VVD), vacature (PvdA), Reuten (SP), Wever (VVD), Van Leeuwen (PvdD) en Binnema (GL).

2    Kamerstukken I, 2018-2019, 21 501-07, Z.

kst-21501-07-AD ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Minister van Financiën Den Haag, 10 januari 2019

De leden van de vaste commissie voor Financiën hebben met interesse kennisgenomen van het verslag van de vergadering van de Eurogroep en Ecofinraad van 3 en 4 december 2018, zoals dat door u op 7 december jl. aan de Eerste Kamer is aangeboden.1 2 De leden van de SP-fractie leggen naar aanleiding van het verslag graag nog enkele vragen aan u voor over hetgeen er in Brussel is besproken ten aanzien van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) en het gemeenschappelijk afwikkelings-fonds (Single Resolution Fund, SRF).

De leden van de fractie van de SP vragen of het correct is dat het Single Resolution Fund zo nodig leningen kan verstrekken aan banken. Zij lezen in het verslag van de Eurogroep dat het volgende is overeengekomen: «Het ESM zal dus, onder voorwaarden, leningen kunnen verstrekken aan het SRF.».4 Is het correct dat het ESM hiermee - zonder het verstrekken van leningen aan lidstaten - indirect kan bijdragen aan het verstrekken van leningen aan banken?

En is het op grond van het huidige ESM-verdrag3 4 toegestaan dat het ESM leningen verstrekt aan banken? Zo ja, op grond van welk verdragsartikel, zo vragen de leden van de SP-fractie. Voorts vragen zij of het klopt dat het ESM - op grond van het huidige ESM-verdrag - uitsluitend leningen kan verstrekken aan lidstaten, ook indien het bij die leningen gaat om het specifieke doel de financiële instellingen van dat ESM-lid te herkapitali-seren?

Tot slot lezen de leden van de SP-fractie in het verslag dat «Nederland (...) er specifiek op [heeft] ingezet dat in het Eurogroep statement niet verwezen wordt naar Europese publieke garanties uit het ESM ten behoeve van liquiditeit in resolutie.»6 Wat is de precies de strekking van deze zin in het licht van de vorenstaande vragen?

De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de beantwoording van de gestelde vragen met belangstelling en bij voorkeur binnen vier weken na dagtekening van deze brief tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Knip

BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 februari 2019

De leden van de fractie van de SP hebben op 10 januari jl. vragen gesteld naar aanleiding van het verslag van Eurogroep- en Ecofin-vergadering van 3 respectievelijk 4 december 2018. Middels deze brief beantwoord ik deze vragen.

De leden van de fractie van de SP vragen of het correct is dat het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (Single Resolution Fund, SRF) zo nodig leningen kan verstrekken aan banken. Dat is inderdaad het geval.

De gemeenschappelijke afwikkelingsraad (Single Resolution Board, SRB), kan bij de afwikkeling van een financiële instelling gebruik maken van het SRF, voor zover dat noodzakelijk is om de effectieve toepassing van de afwikkelingsinstrumenten te verzekeren (afwikkeling van een financiële instelling wordt ook wel resolutie genoemd). Daarbij kunnen leningen worden verstrekt aan financiële instellingen.

Voorts vragen de leden of het correct is dat het Europees Stabiliteitsme-chanisme (ESM), met de voorgenomen gemeenschappelijke achtervang voor het SRF, indirect - zonder het verstrekken van leningen aan lidstaten - bij kan dragen aan het verstrekken van leningen aan banken. Ook dat is correct. Het doel van de gemeenschappelijke achtervang voor het SRF, die zal worden ondergebracht bij het ESM, is om in laatste instantie bij te springen als het SRF op dat moment onvoldoende financiële middelen heeft voor een resolutiecasus. In dat geval kunnen de benodigde middelen worden geleend van het ESM. Voor de terugbetaling van de van het ESM geleende middelen heeft de SRB de bevoegdheid om aanvullende bijdragen van het bankwezen te vragen.

De leden vragen verder of het klopt dat het ESM op grond van het huidige ESM-verdrag uitsluitend leningen kan verstrekken aan lidstaten. Dat is niet het geval. Het ESM kan onder strenge voorwaarden direct bijdragen aan de herkapitalisatie van financiële instellingen, zonder dat daarbij een lening wordt verstrekt aan een lidstaat. Op basis van artikel 19 van het ESM-verdrag heeft de Raad van gouverneurs op 8 december 2014 besloten om deze mogelijkheid toe te voegen aan de lijst van financiële-bijstandsinstrumenten van het ESM.5 De werking van dit instrument en de voorwaarden zijn opgenomen in gedetailleerde richtsnoeren.6 In de door de Eurogroep overeengekomen Terms of Reference voor de gemeenschappelijke achtervang voor het SRF is bepaald dat dit instrument voor directe herkapitalisatie zal komen te vervallen zodra de gemeenschappelijke achtervang voor het SRF wordt geactiveerd.7 Om de gemeenschappelijke achtervang voor het SRF mogelijk te maken, is een wijziging van het ESM-verdrag noodzakelijk.

Tenslotte vragen de leden naar de strekking van de zin in het verslag waaruit volgt dat Nederland zich ervoor heeft ingezet dat er in het Eurogroep statement niet verwezen wordt naar Europese publieke garanties uit het ESM ten behoeve van liquiditeit in resolutie. Zoals ook aangegeven in de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van december 2018 zijn in Europees verband momenteel discussies gaande over hoe om te gaan met eventuele liquiditeitstekorten van banken in resolutie.8 De Europese instellingen en een groot aantal lidstaten zijn van mening dat bij een eventuele systeemcrisis het gemeenschappelijke afwikkelingsfonds en achtervang onvoldoende liquiditeit kunnen verstrekken aan banken in resolutie. Zij maken zich daarom zorgen over de effectiviteit van het resolutieraamwerk. Een van de oplossingen die daarbij wordt genoemd zijn garanties vanuit het ESM voor de liquiditeit die banken na resolutie aantrekken. Wat het kabinet betreft moet niet gekeken worden naar dergelijke Europese garanties, maar naar verbeteringen van het huidige resolutieraamwerk. Daarmee kan de liquiditeitsbehoefte van banken in resolutie tijdens een systeemcrisis worden beperkt. In deze context heeft Nederland zich ervoor ingezet dat er geen verwijzing naar garanties vanuit het ESM werd opgenomen in de verklaring van de Eurogroep.

De Minister van Financiën,

W.B. Hoekstra

Eerste Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 21 501-07, AD 4

1

   Kamerstukken I, 2018-2019, 21 501-07, Z.

2

   Kamerstukken I, 2018-2019, 21 501-07, Z, p. 7.

3

   Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), trb-2012-28.

4

   Kamerstukken I, 2018-2019, 21 501-07, Z, p. 10.

5

   https://www.esm.europa.eu/sites/default/files/ 20141208_establishment_of_the_instrument_for_the_direct_recapitalisation_of_institutions.pdf Kamerstukken II, 2013-2014, 21 501-07, nr. 1155

6

   https://www.esm.europa.eu/sites/default/files/ 20141208_guideline_on_financial_assistance_for_the_direct_recapitalisation_of_institutions.pdf

7

   https://www.consilium.europa.eu/media/37268/tor-backstop_041218_final_clean.pdf

8

Kamerstukken II, 2018-2019, 21 501-07, nr. 1556


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.