Position paper Innogy Renewables t.b.v. hoorzitting/rondetafelgesprek Wet windenergie op zee d.d. 17 januari 2019 - Wijziging van de Wet windenergie op zee (ondersteunen opgave windenergie op zee)

Deze position paper is onder nr. ? toegevoegd aan wetsvoorstel 35092 - Wijziging van de Wet windenergie op zee (ondersteunen opgave windenergie op zee) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Position paper Innogy Renewables t.b.v. hoorzitting/rondetafelgesprek Wet windenergie op zee d.d. 17 januari 2019
Document­datum 14-01-2019
Publicatie­datum 14-01-2019
Kenmerk 35092, nr. ?
Commissie(s) Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

innogy - dhr. Bart Oberink

Schriftelijke inbreng RTG Wind op Zee 17/1/2019

Over innogy:

  • Innogy (het moederbedrijf van Essent) is één van de grootste ontwikkelaars van wind op zee wereldwijd. Met activiteiten in 16 landen en 23 miljoen klanten is innogy een van de grootste energieconcerns van Europa. De belangrijkste markten van innogy zijn Duitsland, het VK, Nederland en België. Het bedrijf is opgedeeld in drie segmenten: Retail, Net & Infrastructuur en Renewables. Hiermee richt innogy zich op het leveren van innovatieve en duurzame energieproducten en -diensten.
  • Vorig jaar was innogy één van de vier partijen die een subsidievrij bod hebben ingediend voor de vergunning van windpark Hollandse Kust Zuid 1&2 (uiteindelijk gewonnen door Vattenfall)

Samenvatting:

  • Of wind op zee subsidieloos kan blijven hangt in grote mate af van - vooralsnog onzekere- overheidsbeslissingen, met name omtrent:
  • Elektrificatie van vraag naar duurzame productie uit andere sectoren
  • Systeeminpassing van offshore wind (en beperken van kannibalisatie)
  • Interconnectie-capaciteit met andere landen (en kosten van flexibel vermogen)
  • CO2-beprijzing (nationaal en/of Europees)
  • De nieuwe instrumenten en procedures in het wetsvoorstel zijn teveel gericht op de maximalisatie van de opbrengst voor de overheid en bieden daarmee onvoldoende instrumentatie om de onzekere transitieperiode naar 2030 te overbruggen.
  • Voor een succesvolle, stabiele en kosteneffectieve uitrol zijn drie elementen nodig:
  • een robuuste veilingsystematiek die stabiliteit en investeringszekerheid biedt
  • stimulans voor kosten-effeciëntie
  • continue uitrol van windparken, ter stimulering van de offshore industrie en innovatie in NL
    • Het toevoegen van een systematiek zoals de ‘Contract for Difference’ is nodig om gedurende de transitieperiode zowel te kunnen sturen op kostenefficiëntie, minimaal budget én investeringszekerheid zodat daarmee een stabiele uitrol van wind op zee en het behalen van de klimaatdoelen wordt veiliggesteld.
    • Aanvullend beleid moet zich richten op o.a. het stimuleren van de vraag naar duurzame elektriciteit om tijdig investeringszekerheid te bieden. Hierbij moet worden uitgegaan van een periode van 5-10 jaar totdat het beleid voldoende effect sorteert.

    Het succes van wind op zee

    Wind op zee is een belangrijke pilaar in het Nederlandse Klimaatbeleid. De in het Energieakkoord afgesproken kostenreductie van 40% lijkt door de resultaten van de afgelopen tenders (Borssele en Hollandse Kust) ruimschoots overtroffen te gaan worden. Dit komt vooral doordat het Nederlandse beleid zo is vormgegeven dat de risico’s op de juiste plek terechtkomen: TenneT is verantwoordelijk voor de aansluiting, de Rijksoverheid voor de vergunning en de daartoe benodigde onderzoeken, en de ontwikkelaars voor de realisatie van het windpark. Door deze nieuwe systematiek is de toetredingsdrempel voor marktpartijen verlaagd en concurrentie toegenomen. Toch is het succes niet alleen te danken aan deze systeemverandering. Belangrijke andere factoren die het succes verklaren zijn o.a. lage staalprijzen, historisch lage rentes, nieuwe turbinetypes en goede beschikbaarheid van offshore dienstverleners. Deze factoren hebben in de afgelopen jaren tezamen de ideale omstandigheden geboden voor vergaande kostenreducties. Daar komt bij dat Nederland kon meeliften op het succes van andere landen zoals het VK, Duitsland en Denemarken die door een stabiel ondersteuningskader voor offshore wind hebben gezorgd voor de opbouw van een (grotendeels ook Nederlandse) offshore industrie (“supply chain”).

    Snelle groei wind op zee vraagt om meegroeiend beleid

    Gezien de snelle ontwikkeling van wind op zee in de afgelopen jaren is het van groot belang dat het beleid en de regelgeving meegroeit. Zowel overheid als marktpartijen delen de wens om zonder subsidie tot verdere uitrol van wind op zee te komen. Innogy ondersteunt daarom ook de intentie achter de voorziene Wijziging van de wet windenergie op zee (Kamerstuk 35 092, nr. 2) om een breder repertoire aan tendersystematieken mogelijk te maken.

    Overheidsbeleid is bepalend maar nog niet concreet genoeg

    De komende jaren gaat onze stroomvoorziening ingrijpend veranderen: zowel qua productie als afname. Het ontwerp-Klimaatakkoord beoogt zelfs een groei van 15% naar meer dan 70% hernieuwbare elektriciteit in 2030. De stroomproductie zal daarmee niet altijd synchroon lopen met de vraagontwikkeling via elektrificatie van industrie, gebouwde omgeving en mobiliteit. Het Klimaatakkoord toont wel ambitie voor verdere elektrificatie, maar dit wordt (nog) niet ondersteund door concrete (beleids)instrumenten. Voor het nemen van investeringsbeslissingen biedt dit dan ook te weinig houvast. Het risico bestaat dat er een disbalans ontstaat tussen vraag en aanbod, waardoor een subsidieloze tender op een gegeven moment niet mogelijk is. Dergelijk ‘start-stop’ beleid heeft in het verleden geleid tot achterblijven van investeringen in hernieuwbare energie en het verdwijnen van de (Nederlandse) toeleverende industrie. Dit beperkt niet alleen de zekerheid dat de Nederlandse klimaatdoelstelling voor 2030 worden gehaald, maar benadeelt ook de Nederlandse (toeleverende) bedrijven actief in deze groeiende sector. Om start-stop beleid te voorkomen is innogy van mening dat er een alternatieve procedure moet worden toegevoegd aan de Wet wind op zee, die voorziet in voldoende investeringszekerheid gedurende de fase dat vraag en aanbod van hernieuwbare energie nog niet in balans is.

    Het Wetsvoorstel ontbeert een procedure voor de onzekere tussenfase tot 2030

    Met dit wetsvoorstel wordt de mogelijkheid gecreëerd om naast tenders op basis van subsidie of kwalitatieve criteria (“vergelijkende toets”) ook een procedure van een veiling per opbod te gaan toepassen. Dit nieuwe veilinginstrument past bij een markt waarin de vraag naar en aanbod van groene stroom continu in balans zijn. Er ontbreekt echter een vijfde procedure in het wetsvoorstel - dat juist op dit moment van cruciaal belang is: een (tender)systematiek die voorziet in de huidige fase waarin nog geen stabiel evenwicht tussen vraag en aanbod van groene stroom bestaat.

    Focus op investerings- en klimaatzekerheid, niet op maximalisatie van de tenderopbrengst

    Met de nieuwe procedure van een veiling per opbod wordt maximalisatie van de opbrengst voor de Staat boven een zekere en kostenefficiënte uitrol verkozen. Innogy vindt dit een zorgelijke ontwikkeling en pleit voor een instrument dat zich richt op investerings- en Klimaatzekerheid. De voornaamste methodiek daarvoor is een (soortgelijk) systeem als Contracts for Difference (CfD’s). Deze systematiek minimaliseert de impact van overheidsbeleid, omdat onvoldoende rentabiliteit van een windpark door wijzigingen van overheidsbeleid contractueel gecompenseerd worden. Hogere inkomsten door beleidswijzigingen worden in het CfD-systeem afgedragen aan de Rijksoverheid. CfD’s bieden daarmee meer zekerheid voor het realiseren van de uitrol van wind op zee en bieden marktpartijen vooraf ook meer zekerheid voor risico’s die zij niet kunnen beïnvloeden of mitigeren. Dit verlaagt de financieringsrisico’s en brengt daarmee de kosten verder omlaag. CfD’s bieden juist de overheid een instrumentarium om aan de knoppen te blijven draaien teneinde kostenreducties te stimuleren en subsidies te minimaliseren. Zetten kostenreducties door, dan profiteert ook de overheid (en dus de samenleving als geheel) mee van lagere kosten, omdat ze minder hoeft bij te dragen danwel uiteindelijk netto ontvangt.

    Hoogachtend,

    Bart Oberink

    Over Bart Oberink:

    Bart Oberink is Project Director Offshore Wind en verantwoordelijk voor het mondiale biedingsprogramma binnen innogy. Bart is actief betrokken bij de ontwikkeling van windparken in NL, VK, DE, FR en nieuwe markten als VS en Taiwan en heeft daarmee ruime ervaring met de verschillende overheids- instrumentatie en regelgeving omtrent toekenning van subsidie en vergunning. Daarnaast is hij de drijvende kracht achter verschillende innovatie- en kostenreductieprogramma’s voor innogy’s Wind op zee projecten.

    1


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.