Brief regering; Verzamelbrief natuur - Natuurbeleid

Deze brief is onder nr. 137 toegevoegd aan dossier 33576 - Natuurbeleid.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Natuurbeleid; Brief regering; Verzamelbrief natuur
Document­datum 22-10-2018
Publicatie­datum 23-10-2018
Nummer KST33576137
Kenmerk 33576, nr. 137
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2018-2019

33 576

Natuurbeleid

Nr. 137    BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN

VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 22 oktober 2018

Hierbij informeer ik u, in aanloop naar de behandeling van mijn begroting voor 2019 in uw Kamer, over diverse onderwerpen uit de portefeuille natuur.

Samenwerkingsovereenkomst Interbestuurlijk Programma, onderdeel Vitaal Platteland

In juli 2018 heb ik samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) samenwerkingsafspraken gemaakt in het kader van het interbestuurlijk programma voor het onderdeel «Naar een Vitaal Platteland».

Deze samenwerkingsafspraken zijn bijgevoegd1, inclusief een kaartje van de vijftien gebieden waar we in elk geval aan de slag willen.

In het landelijk gebied komen veel grote opgaven samen die vragen om forse en structurele veranderingen. Deze opgaven zijn gericht op verduurzaming van de landbouw, gezonde ecosystemen, klimaatdoelstel-lingen, kwaliteit en leefbaarheid van het landschap, waterbeheer en -kwaliteit en gezondheid van mens en dier. Deze opgaven hangen met elkaar samen, maar vragen in elke regio om een andere aanpak.

Deze samenwerkingsafspraken vormen het startpunt om met ondernemers, bewoners, belangenorganisaties en andere relevante partijen aan concrete oplossingen in de regio te werken. Hierbij wordt kennis en ervaring opgedaan, die vervolgens in andere gebieden en voor andere initiatiefnemers bruikbaar zijn.

Dit najaar starten we met de uitwerking van de gebiedsagenda's bij de geselecteerde gebieden.

1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

kst-33576-137 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018

Voortgang natuurwetgeving

De Wet natuurbescherming wordt via aanvullingsregelgeving gekoppeld aan de Omgevingswet, die naar verwachting per 1 januari 2021 in werking treedt. Het voorstel voor de Aanvullingswet natuur Omgevingswet is in behandeling bij uw Kamer (Kamerstuk 34 985, nrs. 1-3). Op dit moment werk ik aan het Aanvullingsbesluit natuur, waarin vooral de materiële bepalingen zijn opgenomen. Bij de totstandkoming van het Aanvullingsbesluit neem ik de ervaringen met de huidige Wet natuurbescherming mee, die sinds 1 januari 2017 in werking is.

Om die reden worden provincies, gemeenten en waterschappen nauw betrokken bij het totstandkomingsproces van het Aanvullingsbesluit en luister ik naar signalen uit de samenleving en reacties tijdens het consultatieproces. Ook bij de beide Kamers der Staten-Generaal zal het ontwerpAanvullingsbesluit worden voorgehangen.

Aanwijzing nationaal park Nieuw Land

Op 22 maart 2018 hebben gedeputeerde staten van Flevoland het gebied Nieuw Land bij mij voorgedragen voor de status van nationaal park. Het gebied voldoet aan de criteria zoals gesteld in artikel 8.3, tweede lid, van de Wet natuurbescherming. Ik heb Nieuw Land daarom per 1 oktober 2018 aangewezen als nieuw nationaal park, het eenentwintigste in Nederland. De aanwijzing is gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2018, nr. 53807). Nieuw Land omvat de natuurgebieden Lepelaarsplassen, Oostvaarders-plassen, Markerwadden en een groot deel van het Markermeer. Nieuw Land is 28.903 ha groot en bestaat voor meer dan driekwart uit water. Nieuw Land heeft de potentie zich te ontwikkelen conform de ambities die in het ontwikkelperspectief (de «standaard») voor nationale parken van de toekomst zijn verwoord. De aanwijzing van het nationaal park Nieuw Land heeft geen gevolgen voor eigenaren en gebruikers van de gronden en wateren in het nationale park en het omliggende gebied.

Voortgang uitvoering Nationale Bijenstrategie

Begin dit jaar heb ik de Kamer geïnformeerd over de Nationale Bijenstrategie die op 22 januari 2018 is gepresenteerd (Kamerstuk 33 576, nr. 122). Deze strategie heeft als doel het per 2030 hebben behouden en bevorderd van bestuivers en bestuiving. In de strategie zijn inmiddels ongeveer 95 initiatieven opgenomen van bijna 60 maatschappelijke partners. Ook het Ministerie van LNV zal als een van de partners een aantal initiatieven uitvoeren. Hierbij informeer ik u over de voortgang van de uitvoering van deze acties tot nu toe:

  • • 
    De Kennisimpuls Bestuivers levert inzicht op in de mate waarin maatregelen voor bestuivers een bijdrage (kunnen) leveren en heeft dit jaar diverse producten opgeleverd, zoals artikelen, rapporten, online kaarten en adviesdocumenten met bijvriendelijke maatregelen en adviezen via de Helpdesk voor bestuivers.
  • • 
    Internationaal is ook veel aandacht voor bijen en bestuivers. Zo is het internationale netwerk «Coalition of the Willing on pollinators», een initiatief van Nederland, gegroeid tot 21 deelnemers en sluiten tijdens de verdragsvergadering van het Biodiversiteitsverdrag (CBD COP14) in november nog een zestal landen en de Europese Commissie aan. Tijdens de ministeriële conferentie die Slovenië organiseerde ter ere van de eerste Wereldbijendag op 20 mei 2018 is een ook door Nederland ondertekende verklaring aangenomen. De Europese Commissie werkt daarnaast aan haar «EU Pollinators Initiative» en op VN-niveau (CBD/FAO) wordt het actieplan «The International Pollinator Initiative 2018-2030»gelanceerd.
  • • 
    In juni 2018 heeft de Europese Commissie de wetsvoorstellen voor het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) gepubliceerd en is het traject van de onderhandelingen gestart. Voor het huidige GLB wordt per 1 januari 2019 het aantal maatregelen voor de invulling van de 5% verplichting voor het ecologisch aandachtsgebied uitgebreid met drachtplanten, die voor (honing)bijen gunstig zijn.
  • • 
    Mijn ministerie is mede-organisator van de jaarlijkse bijeenkomsten van de Bijenstrategie. Dit jaar vond de bijeenkomst plaats op 20 september en richt deze zich op de praktijk in de Betuwe. Tijdens deze bijeenkomst zijn 12 nieuwe partners aangesloten.
  • • 
    Er is een verkenning gestart over vergroting van de effectiviteit van de Nationale Bijenstrategie door te werken met «big data». De verkenning wordt afgerond met een datahackathon op 14 en 15 december 2018.

Dit jaar volgt nog een voortgangsrapportage van de Nationale Bijenstrategie met daarin de stand van zaken van alle initiatieven. Ik ben blij dat op deze wijze door zoveel partijen structureel aandacht wordt gegeven aan het belang van bijen en andere bestuivers.

Het rapport «Oude ambachtelijke beroepen in de Kop van Overijssel»

In de procedurevergadering van 4 juli jl. heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij om een reactie op het rapport «Oude ambachtelijke beroepen in de Kop van Overijssel» gevraagd. Ook voldoe ik hiermee aan mijn toezegging om in mijn gesprekken met de provincies aandacht te vragen voor het behoud van oude ambachten (toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling 2018 op 7 december 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 32, item 11)).

Ik heb met de provincie Overijssel contact gehad over dit rapport. De provincie Overijssel heeft overleg met de betreffende ondernemers over de aanbevelingen, waarvan vele zich overigens richten op de ondernemers zelf. Met de provincie heb ik geconstateerd dat er twee aanbevelingen zijn waar het Rijk een rol in heeft.

De eerste aanbeveling betreft het bezien of versterking van de traditionele ambachten kan plaatsvinden door middel van fiscale maatregelen. Met de Belastingdienst heb ik contact om duidelijk te krijgen in hoeverre fiscale maatregelen mogelijk zijn. Ik zal uw Kamer hierover zo spoedig mogelijk nader berichten. De tweede aanbeveling betreft een aanvraag voor decentraal aalbeheer, die door mijn ministerie aan de EU moet worden voorgelegd. In reactie daarop kan ik u berichten dat er inmiddels een aanvraag voor decentraal aalbeheer in Friesland door mijn ministerie aan de EU is voorgelegd en door de EU is gehonoreerd. Voor Friesland ben ik momenteel bezig dit te implementeren in de nationale regelgeving. Indien ik een aanvraag voor decentraal aalbeheer vanuit Overijssel ontvang, dan zal ik ook die voorleggen aan de EU. De betreffende vissers zijn hiervan op de hoogte.

Evaluatie Besluit in beslag genomen voorwerpen

Ik doe u hierbij de externe evaluatie toekomen van het Besluit in beslag genomen voorwerpen, onderdeel natuur2. Het gaat hierbij om in beslag genomen CITES-soorten. Ik zal samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) bezien op welke wijze we uitvoering kunnen geven aan de aanbevelingen uit het evaluatierapport.

2 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Indicator beschermd natuurgebied uit Brede Welvaartsmonitor

In mijn brief van 5 juni 2018 (Kamerstuk 34 950-XIII, nr. 10) heb ik uw Kamer toegezegd aan CBS te vragen in hoeverre bij de indicatoren van de Monitor Brede Welvaart rekening is gehouden met de toename van het natuurareaal zoals gemeld in de voortgangsrapportage natuur van de provincies. Het CBS meldde in haar Monitor Brede Welvaart namelijk dat het totale aan land gebonden natuurgebied met een beschermde status volgens het Natura 2000-netwerk, uitgedrukt in percentage van het totale landoppervlak, was afgenomen van 14% in 2012 naar 13% in 2015. De voortgangsrapportage natuur van de provincies meldde echter dat het areaal natuur tussen 2011 en eind 2016 met 33.739 ha was gestegen naar 621.739 ha. Uit navraag bij CBS is gebleken dat voor de oppervlakte aan land gebonden natuurgebied met een beschermde status volgens het Natura 2000 netwerk gebruik is gemaakt van de data zoals die worden gehanteerd door de Europese Commissie. In de betreffende periode heeft op Europees niveau een herdefiniëring en harmonisatie van de kustlijn plaatsgevonden waardoor bij verschillende landen verschuivingen zijn opgetreden tussen aan land gebonden en mariene Natura 2000-gebieden. Voor Nederland heeft die harmonisatie geleid tot een toename van de mariene natuur ten koste van een afname van (naar boven afgerond) 1% aan land gebonden natuur. Dit is dus een definitiekwestie en staat los van de toename van het areaal Natuurnetwerk Nederland waar de provincies over hebben gerapporteerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.J. Schouten

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 33 576, nr. 137 4


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.