Brief regering; Fiche: MFK - Verordening Douane-programma - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Deze brief is onder nr. 2667 toegevoegd aan dossier 22112 - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief regering; Fiche: MFK - Verordening Douane-programma
Document­datum 20-07-2018
Publicatie­datum 24-07-2018
Nummer KST221122667
Kenmerk 22112, nr. 2667
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2667 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juli 2018

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 14 fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC). De onderhavige fiches maken onderdeel uit van het Meerjarig Financieel Kader (2021-2027).

Fiche: MFK - Verordening Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) 2021-2027 (Kamerstuk 22 112, nr. 2663)

Fiche: MFK - Verordening Digital Europe programma (2021-2027) (Kamerstuk 22 112, nr. 2664)

Fiche: MFK - Invest EU-programma (Kamerstuk 22 112, nr. 2665)

Fiche: MFK - Verordening programma Europees Solidariteitskorps (Kamerstukken 22 112 en 34 738, nr. 2666)

Fiche: MFK - Verordening Douane-programma

Fiche: MFK - Verordening Fiscalis i-programma (Kamerstuk 22 112, nr. 2668)

Fiche: MFK - EU-Ruimtevaartprogramma (Kamerstuk 22 112, nr. 2669)

Fiche: MFK - LGO-besluit (Kamerstuk 22 112, nr. 2670)

Fiche: MFK - Verordening financieel programma ontmanteling nucleaire faciliteiten en beheer kernafval (Kamerstuk 22 112, nr. 2671)

Fiche: MFK - Verordening tot oprichting Asiel en Migratiefonds (AMF) (Kamerstuk 22 112, nr. 2672)

Fiche: MFK - Verordening Fonds voor interne veiligheid (Kamerstuk 22 112, nr. 2673)

Fiche: MFK - Verordening voor het instrument voor grensbeheer en visa als onderdeel van het Geïntegreerd Grensbeheerfonds (Kamerstuk 22 112, nr. 2674)

Fiche: MFK - Verordening Instrument financiering douanecontroleapparatuur (Kamerstuk 22 112, nr. 2675)

Fiche: MFK - Oprichting van het Europees Defensiefonds (Kamerstuk 22 112, nr. 2676)

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Fiche: MFK - Verordening Douane-programma

  • 1. 
    Algemene gegevens
    • a) 
      Titel voorstel

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het Douane-programma voor samenwerking op het gebied van douane

    • b) 
      Datum ontvangst Commissiedocument

    8 juni 2018

    • e) 
      Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing

    SWD (2018) 321

    SWD (2018) 322

    • f) 
      Behandelingstraject Raad

    Raad Concurrentievermogen

    • g) 
      Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Financiën

    • h) 
      Rechtsbasis

    Art. 33 VWEU

    Art. 114 VWEU

    Art. 207 VWEU

    • i) 
      Besluitvormingsprocedure Raad

    Gekwalificeerde meerderheid

    • j) 
      Rol Europees Parlement

    Medebeslissing

  • 2. 
    Essentie voorstel
  • a) 
    Inhoud voorstel

Dit voorstel is onderdeel van het pakket aan voorstellen dat de Commissie heeft uitgebracht in het kader van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor 2021-2027. Met de verordening doet de Europese Commissie (hierna: Commissie) een voorstel voor een programma dat de samenwerking tussen Europese douane-administraties zal ondersteunen. Het programma loopt van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027. Het betreft een vervolgprogramma voor het reeds bestaande samenwerkingsprogramma Douane 2020, dat startte in 2013 en op 31 december 2020 zal aflopen. Naast het voorstel voor het Douane-programma heeft de Commissie recent een voorstel gepubliceerd over de financiering van douanecontroleapparatuur.1 Voor dit laatste voorstel zal er een separaat BNC-fiche komen.

Reden voor een vervolgprogramma, is dat nationale douaneautoriteiten steeds weer voor nieuwe uitdagingen komen te staan, zoals snel veranderende technologieën (o.a. digitalisering en blockchain) en bedrijfsmodellen (o.a. e-commerce), toenemende wereldhandel en een aanhoudende grensoverschrijdende criminaliteits- en veiligheidsdreiging. Het Douane-programma heeft tot doel de douane-unie en de douaneautoriteiten te ondersteunen bij hun taak om de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten te beschermen, de veiligheid in de Unie te waarborgen, de Unie tegen oneerlijke en illegale handel te beschermen en de legale handel te ondersteunen. Met het nieuwe Douane-programma komen er instrumenten en middelen beschikbaar om het beleid en de uitvoeringspraktijk van Europese douaneautoriteiten te ondersteunen. Dit gebeurt enerzijds door middel van activiteiten ten behoeve van bestuurlijke en IT-capaciteitsopbouw (waaronder competentieontwikkeling en ontwikkeling en exploitatie van Europese elektronische systemen) en anderzijds door operationele samenwerking waarbij best practices en praktische kennis kunnen worden uitgewisseld tussen de lidstaten en andere landen die aan het programma deelnemen. Het programma valt onder direct beheer van de Commissie.

Sinds 2016 vormt het douanewetboek van de Unie (DWU) het nieuwe rechtskader op het gebied van douane.2 Het DWU heeft de aanzet gegeven tot een groots opgezet digitaliseringsproject met 17 verschillende elektronische systemen die in 2025 volledig klaar moeten zijn. De implementatie hiervan vereist intensieve operationele samenwerking tussen de douanediensten van de lidstaten onderling, tussen deze diensten en andere overheidsinstanties, en met bedrijven en andere betrokken partijen. Uit het Douane-programma kunnen een volledige IT-infrastructuur en een hele reeks IT-systemen worden gefinancierd, inclusief de digitalisering van de interactie tussen de douane en bedrijven en een versterkt risicobeheer dat de douanediensten van de Unie in staat stelt zich tot volwaardige e-overheidsdiensten om te vormen.

Ten opzichte van het lopende Douane 2020-programma is er een aantal nieuwe punten opgenomen in het Commissievoorstel. Nieuw is bijvoorbeeld dat in het Douane-programma acties zijn opgenomen ter ondersteuning van de doelstellingen van het nieuw gecreëerde instrument voor douanecontroleapparatuur.3 Dit instrument (dat ook is opgenomen in de EU begroting voor 2021-2027) heeft als doel steun te verlenen voor aankoop, het onderhoud en de modernisering van apparatuur. Met het Douane-programma zullen alle gerelateerde acties worden ondersteund, zoals samenwerkingsactiviteiten voor de beoordeling van behoeften aan apparatuur of opleidingen met betrekking tot aangekochte apparatuur.

Daarnaast neemt de Europese Commissie in het voorstel een ruimer gebruik van eenheidskosten op.4 Ook stelt de Commissie voor om, in verband met administratieve besparingen, meerjarige werkprogramma's vast te stellen.

Voor de uitvoering van het programma wordt voor de totale periode een budget van 950 miljoen euro (lopende prijzen) voorgesteld.

  • b) 
    Impact assessment Commissie

De Commissie heeft een impact assessment uitgevoerd. De Commissie richt zich daarin o.a. op de aanzienlijke verhoging van de begroting en heeft vier hoofdscenario’s voor een nieuw Douane-programma geanalyseerd: een basisscenario met de EU27, een scenario van de «kritische massa», een scenario van de «continuïteit-plus» en een scenario van de «structurele centralisatie». Uiteindelijk is gekozen voor het scenario van de «continuïteit-plus». Daarin worden de bestaande samenwerkingsmechanismen en -instrumenten verder geoptimaliseerd om de voordelen van de douane-unie en de interne markt maximaal te benutten. In overeenstemming met de internationale verplichtingen van de EU in de Wereldhandelsorganisatie dienen de douanediensten van de lidstaten te functioneren en op te treden alsof zij één dienst vormen.5

  • 3. 
    Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling/aanbeveling
  • a) 
    Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Zoals vastgelegd in de Kamerbrief van 1 juni 2018 over de Kabinetsappreciatie van het Commissie MFK-voorstel (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1349), richt de Nederlandse onderhandelingspositie op het MFK zich op een modern en financieel houdbaar MFK. Nieuwe uitdagingen vragen om een herijking van de invulling en prioriteiten van de EU-begroting opdat het MFK nieuwe prioriteiten zoals onderzoek en innovatie, veiligheid, migratie en klimaat sterker reflecteert. Dit vraagt een ambitieus gemoderniseerde begroting die de EU in staat stelt gezamenlijke uitdagingen adequaat en tijdig te adresseren en die effectief en efficiënt optimale Europese toegevoegde waarde genereert. Brexit vereist een neerwaartse bijstelling van het MFK; een kleinere EU vraagt om een kleiner budget. De inzet is om via bezuinigingen op bestaand beleid versterkte of nieuwe prioriteiten te financieren, als ook de financiële gevolgen van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk op te vangen. Voorkomen moet worden dat Brexit leidt tot een onevenredig hoge rekening voor andere lidstaten en een stijging van de afdrachten. De financiering van het MFK moet rechtvaardig, transparant en simpel waarbij de lasten eerlijk moeten worden verdeeld. De Nederlandse netto betalingspositie dient ook in het komende MFK in lijn te zijn met de positie van lidstaten met een vergelijkbaar welvaartsniveau.

Nederland neemt momenteel, binnen het lopende Douane 2020-programma, deel aan een scala aan activiteiten. De Nederlandse inzet is erop gericht om samenwerking met douaneautoriteiten van andere lidstaten binnen de EU te behouden en te versterken. Een goede samenwerking tussen de douaneadministraties van de EU-lidstaten is van belang voor de EU als geheel en voor Nederland. Het kabinet hecht aan het verder ontwikkelen en verbeteren van de samenwerking tussen de Europese douaneautoriteiten om op de best mogelijke wijze bij te dragen aan het ondersteunen van de welvaart en veiligheid in de EU. Ook heeft samenwerking tot doel het concurrentievermogen van de Unie te bevorderen en de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten te beschermen.

Daarbij vindt Nederland het cruciaal dat de verschillen in geografische, budgettaire en organisatorische omstandigheden onderkend worden. Nederland streeft ernaar dat processen op gelijksoortige wijze worden ingericht in de lidstaten, met een vergelijkbare effectiviteit van de handhaving, ongeacht de plaats waar goederen de EU binnenkomen of uitgaan. Dit zal kunnen bijdragen aan een lastenverlichting voor het bonafide bedrijfsleven. Daarbij is het van belang dat de bevoegdheden zoals toegekend in de Verdragen, worden gerespecteerd, waarbij het uitgangspunt wordt gehanteerd dat uitvoering en implementatie van Europese douanewet- en regelgeving een bevoegdheid van de lidstaten behoren te blijven.

  • b) 
    Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland kan het vervolg van het Douane 2020-programma ondersteunen en is van mening dat deze een goede bijdrage levert aan de doelstellingen van de EU. Het voorstel voor het Douane-programma biedt aan nationale douaneadministraties de mogelijkheid administratieve samenwerking te intensiveren en best practices uit te wisselen op uitvoerend en beleidsniveau. Dit gebeurt o.a. door deelname aan Europese projectgroepen, seminars en workshops waarin specifieke onderwerpen t.b.v. de uitvoeringspraktijk worden bediscussieerd.

Het kabinet is over het algemeen genomen positief over het voorgestelde Douane-programma, omdat de activiteiten die vallen onder het programma ten goede komen aan de uitvoeringspraktijk van de nationale douaneadministraties. Het kabinet vindt het plan voor een meerjarig werkprogramma echter onwenselijk. Het voorgestelde meerjarig werkprogramma wijkt af van het huidige Douane 2020-programma, waarin jaarlijks een werkprogramma wordt opgesteld. Meerjarige werkprogramma's zouden de administratieve lasten voor de Commissie (en in mindere mate de lidstaten) moeten verlichten. Een jaarlijks programma biedt echter voordelen voor lidstaten, omdat flexibeler kan worden gewerkt en ingespeeld kan worden op actuele ontwikkelingen. Het voorgestelde meerjarig werkprogramma biedt deze mogelijkheid niet. Daarnaast is er bij een meerjarig werkprogramma voor de lidstaten minder ruimte om de Commissie bij te sturen. Daarom geniet het behoud van een jaarlijks werkprogramma de voorkeur. Het kabinet zal daar tijdens de onderhandeling op inzetten en pleiten voor een transparant besluitvormingsproces.

In het huidige voorstel is niet meer opgenomen dat de Commissie de Groep Douanebeleid (die bestaat uit de hoofden van de douanediensten van de lidstaten of hun vertegenwoordigers en de vertegenwoordigers van de Commissie) op gezette tijden in kennis stelt van de maatregelen met betrekking tot de uitvoering van het programma. De aanpak ten aanzien van douanebeleid werd in de Groep Douanebeleid regelmatig geëvalueerd en vastgelegd in partnerschap tussen de Commissie en de lidstaten. Nederland pleit ervoor deze eerdere bepaling terug te laten komen in het huidige voorstel.

Kosten van deelname aan activiteiten door lidstaten worden gedekt vanuit het programma. Daarnaast komt een aanzienlijk deel van het door de Commissie voorgestelde budget ten goede aan IT-ondersteuning voor Europese systemen. Deze Europese IT-systemen (o.a. het toekomstige ICS2, invoercontrolesysteem 2) spelen een belangrijke rol voor de veiligheid van de Unie, haar burgers en bedrijven. Daarnaast wordt de druk om de douane-unie steeds beter te laten presteren en de douanediensten steeds meer taken toe te wijzen, almaar groter door nieuwe uitdagingen die zich aandienen. Nederland heeft echter twijfels over de omvang van het voorgestelde budget. Nederland wil graag duidelijkheid over hoe de budgetten worden besteed en is voorstander van transparantie en helderheid ten aanzien van de aanbesteding en de voortgang van toekomstbestendige IT-projecten. Ook moet er voldoende ruimte zijn voor innovatie, omdat dit de drijvende kracht is achter modernisering en het vroegtijdig inspelen op trends waardoor de Unie beter op haar toekomst voorbereid wordt.

  • c) 
    Eerste inschatting van krachtenveld

De verordening wordt op hoofdlijnen door het merendeel van de lidstaten verwelkomd. Het lopende Douane 2020-programma is nuttig gebleken en heeft bijgedragen aan betere samenwerking tussen lidstaten. In het algemeen kijken lidstaten positief naar het voorgestelde Douane-programma en de mogelijkheden die daar in zijn vervat om verder samen te werken. Wel is de verwachting dat sommige lidstaten kritisch zullen zijn ten aanzien van het verhoogde budget.

  • 4. 
    Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
  • a) 
    Bevoegdheid

De Commissie baseert haar voorstel op artikel 33, artikel 114 en artikel 207 VWEU. Op grond van artikel 33 neemt de Unie maatregelen ter versterking van de douanesamenwerking tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en de Commissie. Artikel 114 betreft de harmonisatie van nationale wetgeving die de instelling en de goede werking van de interne markt betreffen en artikel 207 betreft bepalingen ten aanzien van gemeenschappelijke handelspolitiek. Het kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag.

  • b) 
    Subsidiariteit

Voor zover het voorstel gebaseerd is op artikel 207 VWEU en 33 VWEU is subsidiariteit niet van toepassing; de gemeenschappelijke handelspolitiek en de douane-unie betreffen een exclusieve bevoegdheden van de EU (zie respectievelijk artikel 3, lid 1, e en artikel 3, lid 1, a VWEU). Daarbij wordt het uitgangspunt gehanteerd dat de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en implementatie van Europese wet- en regelgeving. Voor zover het voorstel is gebaseerd op artikel 114 VWEU, is er sprake van een gedeelde bevoegdheid en is optreden van de Unie nodig om verstoringen op de interne markt te vermijden en de doeltreffende bescherming van de buitengrenzen van de Unie te ondersteunen. Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit dan ook als positief. Tekortkomingen en uitdagingen bij de tenuitvoerlegging van de douane-unie en de douanesamenwerking kunnen door het instrument worden aangepakt.

  • c) 
    Proportionaliteit

De proportionaliteit van dit voorstel wordt door het kabinet als positief met een kanttekening beoordeeld. De voorgestelde inhoud staat in beginsel in evenredige verhouding tot het na te streven doel, maar Nederland steunt het voorstel van de Commissie om, in verband met administratieve besparingen, meerjarige (in plaats van jaarlijkse) werkprogramma’s vast te stellen niet. In dat opzicht geeft het voorstel minder ruimte aan de lidstaten om de Commissie bij te sturen en gaat het voorstel volgens het kabinet dan ook verder dan noodzakelijk is.

  • 5. 
    Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
  • a) 
    Consequenties EU-begroting

Zoals vastgelegd in de Kamerbrief van 1 juni 2018 over de Kabinetsappreciatie van het Commissie MFK-voorstel, maken de onderhandelingen over het Douane-programma voor wat betreft de financiële aspecten, integraal onderdeel uit van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021-2027. Nederland hecht eraan dat besprekingen over het Douane-programma niet vooruitlopen op de integrale besluitvorming betreffende het MFK. De beleidsmatige inzet van Nederland ten aanzien van het Douane-programma zal ondersteunend moeten zijn aan de Nederlandse inzet in de MFK-onderhandelingen zoals hierboven toegelicht, te weten een ambitieus gemoderniseerd en financieel houdbaar MFK. Dit vraagt om scherpe keuzes, én bezuinigingen. Om het vertrek van het Verenigd Koninkrijk op te kunnen vangen en nieuwe prioriteiten te kunnen financieren moeten substantiële bezuinigingen worden doorgevoerd. Het kabinet streeft naar substantiële bezuinigingen binnen traditionele beleidsterreinen zoals het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en het cohesiebeleid, waarmee een aanvullende Nederlandse bijdrage als gevolg van Brexit vermeden kan worden en die ruimte bieden voor de financiering van nieuwe beleidsprioriteiten. Binnen dit kader blijft vanzelfsprekend de ruimte bestaan om op de inhoud actief in te spelen op het verloop van de onderhandelingen.

Het voor het Douane-programma voorgestelde budget voor de jaren 2021-2027 is 950 miljoen euro in lopende prijzen. Dit is een significante stijging ten opzichte van het fonds voor het huidige programma Douane 2020, waar 547,3 miljoen euro voor werd begroot. Ten opzichte van de huidige periode (2014-2020) stelt de Commissie een nominale stijging van 81% voor. Hierbij is rekening gehouden met een EU-uittreding van het VK, door de uitgaven van de EU in het VK voor het huidige MFK af te trekken van de omvang van het programma. Hierbij moet tevens worden opgemerkt dat het Douane-programma enigszins gewijzigd is en er ten opzichte van de huidige periode hogere uitgaven zijn begroot voor IT-capaciteit. De Commissie stelt dat deze hogere uitgaven noodzakelijk zijn door de wettelijke context (verplichtingen die met name voortvloeien uit het DWU) en de complexiteit van de nog te ontwikkelen Europese elektronische systemen. Van het totale budget van 950 miljoen euro zal 855,5 miljoen euro beschikbaar worden gesteld voor de bestaande en de nog te ontwikkelen Europese IT-systemen, en het overige budget zal o.a. worden gebruikt voor gezamenlijke acties en competentieontwikkeling.6 Nederland heeft echter bedenkingen bij de omvang en opbouw van het voorgestelde budget en wil graag duidelijkheid over hoe de budgetten worden besteed. Ook is het van belang dat er transparantie en helderheid komt ten aanzien van de aanbesteding van toekomstbestendige IT-projecten.

  • b) 
    Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/of decentrale overheden

Het voorstel heeft vooralsnog geen financiële consequenties voor nationale overheden. Mochten er uiteindelijk toch budgettaire gevolgen zijn, dan worden deze ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline. Nederland onderschrijft de Europese ambities zoals die staan geformuleerd in het Multi-Annual Strategic Plan (MASP).7 In verband met de uitrol van nieuwe Europese systemen zal Nederland de benodigde aanpassingen doen. Het is momenteel nog niet duidelijk wat de budgettaire gevolgen hiervan zijn.

  • c) 
    Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

Geen.

  • d) 
    Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

De effecten van het voorgestelde Douane-programma zullen worden beoordeeld in een tussentijdse en een eindevaluatie, en ook aan de hand van een permanent toezicht op een reeks prestatie-indicatoren. Het evaluatierapportagesysteem moet garanderen dat de gegevens voor de evaluatie van het programma efficiënt, doeltreffend, tijdig en op het juiste niveau worden verzameld. De betreffende gegevens en informatie zullen door de lidstaten aan de Commissie worden verstrekt. Er zullen daarom evenredige rapportagevereisten worden opgelegd aan de ontvangers van middelen van de Unie. De resultaten en uitkomsten van het Douane-programma zullen regelmatig worden beoordeeld via een alomvattend toezichtsysteem, op basis van vastgestelde indicatoren, om verantwoording af te leggen over de kosten en baten.

Daarnaast doen de lidstaten de Commissie uiterlijk op 31 maart een jaarlijks voortgangsverslag over de uitvoering van het IT strategische meerjarenplan voor belastingen toekomen. Deze jaarlijkse verslagen worden gebaseerd op een vooraf vastgesteld model. De Commissie stelt uiterlijk op 31 oktober een geconsolideerd verslag op met een evaluatie van de door de lidstaten en de Commissie gemaakte vorderingen en zij maakt dat verslag bekend. De Commissie zal elk jaar een voortgangsverslag over het programma opstellen met een samenvatting van de vorderingen die zijn geboekt op weg naar de doelstellingen van het programma, en de desbetreffende output- en resultaatindicatoren. Het is niet zo dat de douane meer investeringen of inspanningen moet verrichten als het programma wordt ingevoerd.

Het Douane-programma heeft onder andere tot doel de legale handel te ondersteunen, bijvoorbeeld door bij te dragen aan het op gelijksoortige wijze inrichten van douaneprocessen in de lidstaten (met een vergelijkbare effectiviteit van de handhaving, ongeacht de plaats waar goederen de EU binnenkomen of uitgaan). Dit zou mogelijk kunnen bijdragen aan een lastenverlichting voor het bonafide bedrijfsleven.

  • e) 
    Gevolgen voor concurrentiekracht

Geen.

  • 6. 
    Implicaties juridisch
  • a) 
    Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

n.v.t.

  • b) 
    Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan

Om te garanderen dat de door het programma geboekte vooruitgang bij het verwezenlijken van de doelstellingen ervan doeltreffend wordt beoordeeld, is de Commissie bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen. De Commissie kan de verordening aanvullen met bepalingen over de opstelling van een toezichts- en evaluatiekader. De Commissie krijgt de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot en met 31 december 2028. De keuze voor gedelegeerde handelingen ligt hier juridisch voor de hand omdat de bevoegdheid voor het aanvullen van het basisinstrument alleen via gedelegeerde handelingen aan de Commissie kan worden verleend.

De (meerjarige) werkprogramma's worden door de Commissie vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen. De Commissie wordt daarbij bijgestaan door het comité Douane-programma.8

Het kabinet kan instemmen met de keuze voor het vaststellen van uitvoeringshandelingen in bovengenoemd geval, omdat deze erop gericht is om de verordening in de lidstaten volgens eenvormige voorwaarden uit te voeren. Op het vaststellen van de uitvoeringshandelingen is voorts de onderzoeksprocedure van toepassing. De keuze voor de onderzoeksprocedure is volgens het kabinet geschikt, omdat het hier gaat om handelingen van algemene strekking (zie art. 2, lid 2, onder a van Verordening 182/2011 i (de Comitologieverordening)).

  • c) 
    inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

Dit voorstel treedt in werking op 1 januari 2021. Nederland hoeft niet te pleiten voor een verruiming van de termijn.

  • d) 
    Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

De Commissie zal een tussentijdse en een definitieve evaluatie uitvoeren. Tijdens de evaluaties wordt o.a. beoordeeld welk effect het instrument heeft, de mate waarin het instrument relevant, effectief en efficiënt kan worden geacht, en de mate waarin het een meerwaarde oplevert voor de EU en samenhangend is met andere beleidsterreinen van de EU. In de evaluaties worden tekortkomingen/problemen geïdentificeerd, en wordt gekeken welke mogelijkheden er bestaan om de acties of hun resultaten te verbeteren en ervoor te zorgen dat ze een zo groot mogelijk effect hebben. In het kader van de evaluaties wordt ook gekeken welke kosten, baten en besparingen de regelgeving oplevert.

  • 7. 
    Implicaties voor uitvoering en/of handhaving

n.v.t.

  • 8. 
    Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen implicaties voor ontwikkelingslanden.

Noot 1

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/ALL/?uri=COM:2018:474:FIN.

Noot 2

Verordening (EU) nr. 952/2013 i van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie en Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie van 11 april 2016 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet.

Noot 3

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/ALL/?uri=COM:2018:474:FIN.

Noot 4

In het huidige programma zijn vaste bedragen vastgesteld per land voor reis- en verblijfkosten. In de verantwoording van de door lidstaten gemaakte kosten moeten deze kosten zeer gedetailleerd worden gespecificeerd. Bedragen die nu worden uitgesplitst in deelonderwerpen (reiskosten per vliegtuig, trein, OV, taxi, verblijfkosten, ontbijt etc.) worden in de nieuwe Verordening veranderd in «eenheidskosten». Dit leidt tot een administratieve lastenverlichting voor zowel de Commissie als lidstaten.

Noot 5

Dit is ook verbonden met de politieke boodschap in de recente mededeling van de Commissie over de ontwikkeling van de EU-douane-unie en haar governance.

Noot 6

€ 855,5 miljoen is nodig om bestaande Europese elektronische systemen te beheren, en deze uit te breiden, te implementeren en te exploiteren zoals voorzien in de EU-douanewetgeving die nu al is goedgekeurd.

Noot 7

Zie ook https://ec.europa.eu/taxation_customs/general-information-customs/electronic-customs_en.

Noot 8

Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 i.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.