Memorie van toelichting - Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Diergezondheidsfonds 2017 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 34950 XIII - Jaarverslag en slotwet Economische Zaken en Diergezondheidsfonds 2017 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Diergezondheidsfonds 2017; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 16-05-2018 |
Publicatiedatum | 16-05-2018 |
Nummer | KST34950XIII4 |
Kenmerk | 34950 XIII, nr. 4 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 950 XIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Diergezondheidsfonds 2017
Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING
-
A.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2017 wijzigingen aan te brengen in:
-
-
-
1.de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken;
-
-
-
-
2.de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
-
-
-
-
3.de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds.
-
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, E.D. Wiebes
-
B.ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTVERSCHILLEN)
De beleidsartikelen
Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
VERPLICHTINGEN
188.943
1.102
27.704
217.749
212.076
-
-5.673
UITGAVEN
185.726
1.102
22.047
208.875
208.679
-
-196
Subsidies
188
300
488
488
Digitalisering regionale radio
188
300
488
488
Opdrachten
7.503
-
-2.510
1.392
6.385
6.400
15
Onderzoek en Opdrachten
1.199
296
651
2.146
1.366
-
-780
PIANOo/TenderNed
644
-
-344
-
-231
69
69
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid
5.660
-
-2.462
972
4.170
4.965
795
Bijdragen aan agentschappen
22.909
2.938
3.678
29.525
29.523
-
-2
Agentschap Telecom
13.173
1.806
2768
17.747
17.747
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
9.736
1.107
905
11.748
11.746
-
-2
DICTU
25
5
30
30
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
151.395
578
16.720
168.693
168.613
-
-80
Metrologie
9.458
172
9.630
9.615
-
-15
Raad voor Accreditatie
132
80
212
210
-
-2
ACM
448
65
190
703
641
-
-62
CBS
141.357
513
16.278
158.148
158.147
-
-1
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
3.919
-
-92
-
-43
3.784
3.653
-
-131
Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)
1.212
-
-12
1.200
1.172
-
-28
Internationale organisaties
2.634
-
-19
-
-31
2.584
2.481
-
-103
Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden
73
-
-73
ONTVANGSTEN
30.900
8.300
48.437
87.637
90.319
2.682
High Trust
30.200
39.949
70.149
71.143
994
Diverse ontvangsten
700
8.300
8.488
17.488
19.175
1.687
Toelichting op de verplichtingen
De lagere verplichtingen (- € 5,6 mln) worden met name veroorzaakt:
-
-
-
-Bijdrage Metrologie (- € 8,7 mln). In de raming was rekening gehouden met het vastleggen van een verplichting voor meerdere jaren. Dit bleek niet nodig en kan per jaar worden vastgelegd.
-
-
-
-
-Door het in zijn geheel in 2017 vastleggen van de verplichting voor de monitor brede welvaart (€ 0,6 mln).
-
-
-
-
-Voor het vastleggen van de internationale verplichting van € 1,6 mln aan de Universal Postal Union (UPU).
-
-
-
-
-Voor de post onderzoek is een verplichting aangegaan van € 0,8 mln voor het vastleggen van nieuwe opdrachten.
-
Toelichting op de ontvangsten
-
-
-
-High Trust (€ 1 mln). Dit betreft hogere ontvangsten als gevolg van de opgelegde boetes door de ACM.
-
-
-
-
-Diverse ontvangsten (€ 1,7 mln). Deze hogere ontvangsten zijn gerealiseerd door onder andere de terugstorting van het deel invaringsbudget PIANOo/TenderNed (€ 0,3 mln), hogere ontvangsten ACM bemiddelingsdienst voor doven en slechthorende (€ 0,8 mln) en € 0,4 mln overige ontvangsten.
-
Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
VERPLICHTINGEN
2.357.564
887.258
-
-362.948
2.881.874
1.654.654
-
-1.227.220
Waarvan garantieverplichtingen
1.676.662
751.600
-
-376.662
2.051.600
805.621
-
-1.245.979
UITGAVEN
829.651
34.265
-
-20.058
843.858
843.402
-
-456
Garanties
65.780
-
-1.901
63.879
58.916
-
-4.963
BMKB
41.594
55
41.649
34.818
-
-6.831
Storting reserve BMKB
11.147
11.147
Groeifaciliteit
8.850
8.850
4.216
-
-4.634
Storting reserve Groeifaciliteit
2.144
2.144
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
11.745
-
-1.956
9.789
1.610
-
-8.179
Storting reserve GO
4.940
4.940
Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering
3.591
-
-1.901
3.591
-
-3.591
Storting reserve MKB Financiering
41
41
Subsidies
113.606
3.655
-
-15.825
101.436
97.343
-
-4.093
Lucht- en Ruimtevaart
3.214
19
3.233
1.587
-
-1.646
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
31.265
-
-2.015
-
-12.142
17.108
15.818
-
-1.290
Eurostars
14.689
1.000
-
-1.205
14.484
13.325
-
-1.159
Bevorderen Ondernemerschap
6.242
-
-229
1.980
7.993
7.465
-
-528
Groene Groei en Biobased Economy
1.553
-
-785
-
-382
386
1.147
761
Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG
42.916
-
-3.702
39.214
37.356
-
-1.858
Bijdrage aan ROM's
5.313
80
5.393
5.375
-
-18
Overige subsidies
8.414
5.684
-
-473
13.625
15.270
1.645
Opdrachten
35.681
636
-
-649
35.668
29.971
-
-5.697
Onderzoek en opdrachten
4.697
25
643
5.365
4.255
-
-1.110
Caribisch Nederland
1.044
164
213
1.421
190
-
-1.231
ICT beleid
19.056
-
-4.508
4.656
19.204
16.834
-
-2.370
Regeldruk
2.221
24
-
-1.023
1.222
735
-
-487
Mainport Rotterdam
7.612
-
-74
7.538
7.537
-
-1
Regiekosten regionale functie
1.051
-
-69
-
-542
440
263
-
-177
Invest-NL i.o.
5.000
-
-4.522
478
157
-
-321
Bijdragen aan agentschappen
88.925
19.753
-
-1.315
107.363
107.074
-
-289
Bijdrage RVO.nl
83.978
9.693
5.271
98.942
98.351
-
-591
Bijdrage Agentschap Telecom
2.710
60
266
3.036
3.240
204
Bijdrage Logius
2.237
32
2.269
2.672
403
Invest-NL i.o.
10.000
-
-6.884
3.116
2.811
-
-305
Bijdragen aan ZBO's/RWT’s
255.888
572
11.841
268.301
268.831
530
Bijdrage aan TNO
131.361
100
7.466
138.927
138.926
-
-1
Kamer van Koophandel
104.301
472
5.192
109.965
109.969
4
Bijdrage aan NWO-TTW
20.226
-
-817
19.409
19.936
527
Bijdragen aan medeoverheden
3.914
8.100
-
-9.942
2.072
2.045
-
-27
Sterke Regio's en Nota Ruimte
3.914
8.100
-
-9.942
2.072
2.045
-
-27
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties
265.857
1.549
-
-2.267
265.139
279.221
14.082
Internationaal Innoveren
33.771
-
-50
2.829
36.550
36.499
-
-51
PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag)
99.396
225
1.383
101.004
100.804
-
-200
TO2 (excl. TNO)
31.745
603
32.348
32.348
Topsectoren overig
21.386
1.275
7.122
29.783
31.193
1.410
Ruimtevaart (ESA)
64.766
500
-
-12.483
52.783
66.599
13.816
Bijdrage NBTC
8.554
140
8.694
8.694
Bijdragen organisaties
6.239
-
-401
-
-1.861
3.977
3.084
-
-893
ONTVANGSTEN
114.332
2.114
12.169
128.615
134.101
5.486
BMKB
33.000
33.000
37.316
4.316
Groeifaciliteit
8.000
8.000
5.510
-
-2.490
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
13.000
13.000
9.132
-
-3.868
Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF)
4.000
4.000
178
-
-3.822
Onttrekking reserve GSF
10.136
10.136
10.136
MKB-financiering
41
41
Luchtvaartkredietregeling
8.447
8.447
13.507
5.060
Rijksoctrooiwet
37.681
37.681
40.260
2.579
Eurostars
4.238
-
-2.738
1.500
1.629
129
Joint Strike Fighter
2.500
-
-459
2.041
2.009
-
-32
Diverse ontvangsten
3.466
2.114
5.230
10.810
14.383
3.573
Toelichting op de verplichtingen
De verplichtingen zijn circa € 1,2 mld lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt doordat niet alle beschikbare garantieruimte voor de verschillende instrumenten is benut. Op het garantie-instrumentarium bleven de volgende budgetten onbenut: BMKB € 206,7 mln; Groeifaciliteit (GF) € 109,8 mln; Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) € 194,4 mln; Energietransitie financieringsfaciliteit (ETFF) € 40 mln; Garanties Aanvullende actieplan MKB financiering € 695,1 mln. De benutting van de BMKB en de Groeifaciliteit lag op een lager niveau dan in 2016 (- € 98,3 respectievelijk - € 26,1 mln). De benutting van de GO lag € 47 mln boven het niveau van vorig jaar. De ETFF is medio 2017 in werking getreden waarvoor tot ultimo 2017 nog geen garanties zijn verstrekt. In het kader van het aanvullend actieplan MKB-financiering zijn voor € 56,5 mln aan garanties verstrekt. € 200 mln van de niet benutte ruimte in 2017 wordt opnieuw in 2018 beschikbaar gesteld voor het afronden van het programma. De overige ruimte is ultimo 2017 vervallen.
Het saldo per garantieregeling van de beschikbare begrotingsmiddelen, ontvangsten en schade-uitgaven is ultimo 2017 afgestort in de begrotingsreserves van de garantieregelingen. Dit betreft achtereenvolgens de volgende bedragen: BMKB € 11,1 mln; GF € 2,1 mln, GO € 4,9 mln en MKB-garanties € 0,1 mln.
Toelichting op de uitgaven
Garanties
BMKB (- € 6,8 mln): De schade-uitgaven voor de BMKB lagen op hetzelfde niveau als vorig jaar (€ 34,8 mln). Vanwege het lage aantal faillissementen was niet het volledige voor schadeuitgaven geraamde budget nodig. Door deze lagere uitgaven van € 6,8 mln en de hoger dan geraamde ontvangsten van € 4,3 mln was het mogelijk € 11,1 mln te storten in de begrotingsreserve van de BMKB als buffer voor eventuele tegenvallers in de toekomst.
GO (- € 8,2 mln): Voor de GO waren de schade-uitgaven beperkt (€ 1,6 mln), waardoor de realisatie fors onder de schaderaming in de begroting uitkwam. Voor de GO was het mogelijk een bedrag van € 4,9 mln af te storten in de begrotingsreserve als buffer voor eventuele tegenvallers in komende jaren.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Voor het onderdeel ruimtevaart is de bijdrage van € 13,8 mln aan de verplichte programma’s (contributie) van het European Space Agency (ESA) en Kourou (het lanceercentrum van ESA) voor 2018 in het jaar t-1 (2017) beschikbaar gesteld.
Toelichting op de ontvangsten
Ontvangsten Luchtvaartkredietregeling
De meevaller in de ontvangsten is veroorzaakt doordat een luchtvaartkrediet van € 2,7 mln in één keer werd afgelost.
Daarnaast is een aantal luchtvaartkredieten versneld afgelost en zijn er hogere aflossingen gerealiseerd dan aanvankelijk geraamd.
Toelichting op de begrotingsreserves
Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2017
58.633
-
+Storting
11.147
-
-Onttrekking
Stand per 31/12/2017
69.780
Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 11,1 mln gestort in de begrotingsreserve BMKB.
Begrotingsreserve Groeifaciliteit
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2017
16.169
-
+Storting
2.144
-
-Onttrekking
Stand per 31/12/2017
18.313
Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 2,1 mln gestort in de begrotingsreserve Groeifaciliteit.
Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2017
60.112
-
+Storting
4.940
-
-Onttrekking
Stand per 31/12/2017
65.052
Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 4,9 mln gestort in de begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering.
Begrotingsreserve Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2017
10.136
-
+Storting
-
-Onttrekking
-
-10.136
Stand per 31/12/2017
0
Op basis van de evaluatie van de Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF) is besloten de GSF na 1 juli 2017 niet te verlengen. Daarmee is de noodzaak om een begrotingsreserve GSF aan te houden vervallen.
Begrotingsreserve Garantie MKB-financiering
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2017
9.000
-
+Storting
41
-
-Onttrekking
Stand per 31/12/2017
9.041
Beleidsartikel 3 Toekomstfonds Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
VERPLICHTINGEN
94.489
178.471
9.694
282.654
198.306
-
-84.348
UITGAVEN
145.118
75.415
9.134
229.667
130.373
-
-99.294
Leningen
138.530
69.331
8.665
216.526
122.593
-
-93.933
I Startups/MKB-FINANCIERING
Volledig revolverend
Dutch Venture Initiative/Fund of Funds
32.600
3.401
36.001
13.500
-
-22.501
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
17.322
2.000
19.322
15.001
-
-4.321
Co-investment venture capital instrument/EIF
10.000
10.000
10.000
Smart Industry
337
337
Gedeeltelijk revolverend
Innovatiekrediet
51.358
3.161
336
54.855
44.802
-
-10.053
Risicokapitaal (seed capital)
20.263
28.073
3.407
51.743
18.461
-
-33.282
Vroege fasefinanciering
11.309
1.174
-
-95
12.388
11.676
-
-712
Start ups/MKB
23.000
-
-23.000
177
177
-
-177
NL-Californië Duurzaam E-mobility fund
1.000
1.000
-
-1.000
II INVESTERINGEN IN FUNDAMENTEEL EN TOEGEPAST ONDERZOEK
Met vermogensbehoud
Fundamenteel en toegepast onderzoek
25.700
2.840
28.540
8.816
-
-19.724
Onco Research
2.500
2.500
-
-2.500
III Staatsobligaties Toekomstfonds
Subsidies
5.700
-
-45
5.655
224
-
-5.431
IV Reëel rendement voor onderzoek
V Overige subsidies
Smart Industry
4.900
-
-45
4.855
168
-
-4.687
Haalbaarheidsstudies TO2 innovatieve starters
800
800
56
-
-744
Bijdragen aan agentschappen
6.588
384
514
7.486
7.554
68
Bijdrage Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
6.588
384
514
7.486
7.554
68
ONTVANGSTEN
36.388
2.001
8.340
46.729
52.632
5.903
MKB-FINANCIERING BESTAAND INSTRUMENTARIUM
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
3.000
2.000
5.500
10.500
10.500
Fund of Funds (DVI I/Business Angels)
100
1
101
-
-101
Innovatiekredieten
25.288
25.288
26.812
1.524
Seed capital
8.000
8.000
12.413
4.413
Vroege fase financiering
67
67
MKB-FINANCIERING INCIDENTELE MIDDELEN
Ontvangsten DVI II
Ontvangsten fundamenteel en toegepast onderzoek
Fundamenteel en toegepast onderzoek
2.840
2.840
2.840
Renteontvangsten Toekomstfonds
Toelichting op de verplichtingen
Er is een onderuitputting op de verplichtingen van artikel 3 van € 84,3 mln. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn:
-
-
-
-Smart Industry (- 11,3 mln): Vanwege onderuitputting bij de regeling Smart Industry Fieldlabs is circa € 11,3 mln niet benut. Voor het leningendeel betreft dit circa € 7,6 mln en voor het subsidiedeel circa € 3,7 mln. De reden voor de tegenvallende belangstelling lag vermoedelijk in de voorwaarde dat de leningen uit het Toekomstfonds moeten worden terugbetaald en om die reden veelal de voorkeur werd gegeven aan regionale regelingen waarbij dit niet het geval is.
-
-
-
-
-Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (- € 2 mln): In 2017 is € 2 mln aan beleidsartikel 3 van de EZ-begroting toegevoegd voor het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling. De uitwerking van het Zeeuwse Innovatiefonds, waarin EZK zal participeren, wordt in 2018 afgerond. De € 2 mln bleef daarom in 2017 onbenut en zal via de eindejaarsmarge van het Toekomstfonds opnieuw in 2018 beschikbaar worden gesteld.
-
-
-
-
-Seed-regeling (- € 17,3 mln): De middelen die beschikbaar zijn gesteld voor de reguliere Seed-regeling zijn geheel gecommiteerd (€ 24 mln). Ook de middelen die voor de E-health tender (€ 12,77 mln) beschikbaar zijn gesteld in 2017 zijn helemaal gerealiseerd. De lagere realisatie in het jaar 2017 is grotendeels te verklaren met een lagere benutting van de middelen, die in 2017 toegevoegd zijn aan het Seed-budget voor de Seed business angels. Hiervoor zijn de eerste twee fondsen gecommitteerd voor in totaal € 0,8 mln. Een bedrag van € 9,2 mln bleef onbenut omdat de regeling halverwege het jaar is gestart. Daarnaast is bij Najaarsnota 2017 vanuit beleidsartikel 6 (Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens) een bedrag van € 3 mln toegevoegd aan het Seed-budget behoeve van het AgriFoodfonds binnen de Seed-regeling.
-
-
-
-
-Vroege fase financiering (- € 1,9 mln): Voor een aantal ingediende aanvragen in 2017 werd de beschikking verstrekt in 2018. Deze beschikkingen komen daardoor ten laste van het budget 2018.
-
-
-
-
-NL Californië Duurzaam E-mobility fund (- € 10 mln): Het aantrekken van private financiering voor dit NL-California E-mobility fund en in het bijzonder voor deze technostarters neemt meer tijd in beslag. Het animo en de initiatieven binnen het internationale bedrijfsleven nemen wel toe en de verwachting is dat in 2018 een fonds zal starten.
-
-
-
-
-Start ups/MKB (- € 12,2 mln): Een deel van deze middelen voor Start ups is bij Voorjaarsnota ingezet in het kader van de uitwerking van diverse initiatieven binnen het Toekomstfonds waaronder de regeling Seed Business angels. De resterende middelen zullen de komende jaren binnen het Toekomstfonds worden ingezet.
-
-
-
-
-Fundamenteel en toegepast onderzoek (- € 16,8 mln): Bij de tweede tender voldeden drie projecten niet aan de criteria van de regeling. Deze projecten werden derhalve afgewezen. Eén project is door de aanvragers zelf teruggetrokken. Dat heeft ertoe bijgedragen dat er minder projecten zijn gehonoreerd dan verwacht. Aangezien sprake is van een fondsconstructie blijven deze middelen beschikbaar binnen het Toekomstfonds. Daarnaast werkt het Ministerie van EZK met het Ministerie van OCW aan een bestedingsplan voor Thematische Technology Transfer (TTT). Het streven is om dit in 2018 af te ronden. De hiervoor beschikbare middelen (€ 10,5 mln) blijven binnen het fonds beschikbaar.
-
-
-
-
-Oncode (- € 12,5 mln): Voor Onco Research is een bedrag van € 12,5 mln in het Toekomstfonds gereserveerd voor verschillende valorisatieactiviteiten. Definitieve besluitvorming over de inzet van deze middelen volgt in 2018.
-
Voor alle onderschrijdingen geldt dat de niet in 2017 benutte middelen beschikbaar blijven binnen het fonds vanwege de fondsconstructie van dit begrotingsartikel.
Toelichting op de uitgaven
Leningen
I Startups/MKB-Financiering
Volledig revolverend
-
-
-
-DVI (- € 22,5 mln): De omvang en het moment van de uitgaven in het kader van het Dutch Venture Initiative worden bepaald door de investeringen en terugontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. Vooraf zijn deze fluctuaties niet precies te ramen, waardoor er in 2017 een onderuitputting is ontstaan. Zoals gebruikelijk is er een constante toename van de investeringen (qua aantal ondernemingen waarin wordt geïnvesteerd en de totale omvang van de investeringen).
-
-
-
-
-Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (- € 4,3 mln): In 2017 is € 30 mln van de opbrengst aandelen verkoop LIOF aan de begroting toegevoegd vanuit 2016. Van deze middelen is € 15 mln geherinvesteerd in Innovation Quarter, € 6,2 mln is ingezet voor de ophoging van het Innovatiekrediet en € 6,5 mln is ingezet voor de financiering van het Co-investeringsvehicle met het EIF. De resterende nog niet benutte middelen (€ 2,3 mln) worden via de fondsconstructie meegenomen naar 2018. Daarnaast was € 2 mln beschikbaar ten behoeve van het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling, dit budget wordt via de fondsconstructie meegenomen naar 2018 (zie ook toelichting onder de verplichtingen)
-
Gedeeltelijk revolverend
-
-
-
-Innovatiekrediet (- € 10,1 mln) De kasuitgaven op het Innovatiekrediet fluctueren jaarlijks door individuele uitbetalingsafspraken van RVO.nl met bedrijven op basis van mijlpalen. Bij het niet-realiseren van een mijlpaal wordt een betaling opgeschort. Ook is een aantal verwachte voorschotbetalingen voor toekenningen in het vierde kwartaal van 2017 doorgeschoven naar 2018, omdat nog niet aan de voorwaarden was voldaan.
-
-
-
-
-Seed-regeling (- € 33,3 mln): De in 2017 niet benutte kas is grotendeels te verklaren uit het feit dat bij de eerste suppletoire begroting 2017 de niet benutte ruimte in het Toekomstfonds in 2016 en de ontvangstenmeevaller in het kader van de Seed-regeling in 2016 is toegevoegd aan de begroting van 2017. Verder hebben de startersfondsen minder participaties gedaan dan was ingeschat. Dat leidt ook tot lagere kasuitgaven.
-
II Investeringen in Fundamenteel en toegepast onderzoek (met vermogensbehoud)
-
-
-
-Fundamenteel en toegepast onderzoek (- € 19,7 mln): De kasbetalingen zijn lager uitgevallen door vertraging in de bevoorschotting bij projecten van zowel de eerste als tweede tender. Aangezien sprake is van een fondsconstructie blijven deze middelen beschikbaar binnen het Toekomstfonds. Daarnaast werkt het Ministerie van EZK met het Ministerie van OCW aan een bestedingsplan voor Thematische Technology Transfer (TTT). Het streven is om dit in 2018 af te ronden. De hiervoor beschikbare middelen (€ 10,5 mln) blijven binnen het fonds beschikbaar.
-
-
-
-
-Oncode (- € 2,5 mln) Voor Onco Research is een bedrag van € 12,5 mln uit het Toekomstfonds gereserveerd voor verschillende valorisatieactiviteiten. Hierover volgt in 2018 nog besluitvorming door de Staatssecretaris van EZK.
-
Subsidies
Smart Industry (- € 4,7): Door de onderuitputting bij de regeling Smart Industry Fieldlabs waren de uitgaven voor deze regeling beperkt (zie toelichting onder de verplichtingen). Ten behoeve van de uitfinanciering van de aangegane verplichtingen wordt een deel van het overgebleven budget langjarig gespreid.
Voor alle onderschrijdingen geldt dat de niet in 2017 benutte middelen beschikbaar blijven binnen het fonds vanwege de fondsconstructie van dit begrotingsartikel.
Toelichting op de ontvangsten
Seed capital (€ 4,4 mln): De geraamde terugontvangsten Seed zijn gebaseerd op een inschatting. Het is moeilijk vooraf in te schatten wanneer de terugontvangsten precies plaats zullen vinden. Dit hangt af van het tijdstip dat participaties van het startersfonds worden verkocht. Dit jaar is het bedrag hoger uitgevallen door enkele verkopen.
Beleidsartikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
VERPLICHTINGEN
13.472.436
56.676
-
-888.683
12.640.429
8.618.677
-
-4.021.752
Waarvan garantieverplichtingen
66.600
-
-20.700
45.900
11.050
-
-34.850
UITGAVEN
1.902.455
22.754
-
-15.395
1.909.814
1.887.248
-
-22.566
Subsidies
1.663.412
7.774
-
-16.374
1.654.812
1.635.472
-
-19.340
Topsectoren Energie
-
-tenderregeling Energie-innovatie
33.088
10.587
43.675
38.791
-
-4.884
-
-SDE+projecten
48.600
25
48.625
30.934
-
-17.691
Energie-innovatie (IA)
2.368
5.202
7.570
7.098
-
-472
Green Deal
3.000
-
-424
3.010
5.586
4.997
-
-589
Energieakkoord
-
-Demonstratie-regeling Energie Innovatie (DEI)
-
-15.044
25.956
21.931
-
-4.025
-
-Projecten Energieakkoord SER
41.000
-
-1.069
2.520
733
-
-1.787
-
-Overig
4.089
-
-500
250
250
250
MEP
187.847
-
-4.000
183.847
149.960
-
-33.887
SDE
613.605
3.780
3.000
620.385
552.127
-
-68.258
SDE+
653.197
-
-85.809
-
-16.528
550.860
321.514
-
-229.346
Storting in begrotingsreserve duurzame energie
377.819
377.819
ISDE-regeling
77.800
77.800
50.927
-
-26.873
Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)
61.045
6.227
-
-5.000
62.272
53.477
-
-8.795
CCS
4.362
-
-3.504
858
865
7
Subsidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sport-accommodaties (EDS)
6.200
-
-94
6.106
6.170
64
Hoge Flux Reactor
8.111
6.389
14.500
14.500
Elektrisch rijden
500
-
-85
415
538
123
Caribisch Nederland
3.100
-
-2.030
1.070
574
-
-496
Overige subsidies
2.517
2.517
2.517
Leningen
4.011
4.989
9.000
9.000
Pallas
4.011
4.989
9.000
9.000
Garanties
2.500
2.525
-
-1.000
4.025
833
-
-3.192
Storting in begrotingsreserve Aardwarmte
2.500
-
-1.000
1.500
833
-
-667
Verliesdeclaraties Aardwarmte
2.525
2.525
0
-
-2.525
Opdrachten
10.526
7.619
-
-8.284
9.861
9.188
-
-673
O&O bodembeheer
7.806
4.500
-
-10.790
1.516
1.168
-
-348
SodM O&O bodembeheer
1.000
1.000
955
-
-45
Joint implementation
410
210
620
434
-
-186
Straling
46
-
-46
Onderzoek en opdrachten
2.264
2.955
1.506
6.725
6.631
-
-94
Bijdragen aan agentschappen
44.819
5.515
2.404
52.738
52.877
139
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
43.099
5.515
2.396
51.010
51.050
40
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
690
23
713
713
KNMI
1.030
-
-15
1.015
1.114
99
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
115.594
-
-905
114.689
116.403
1.714
Doorsluis COVA heffing
111.000
-
-2.000
109.000
110.263
1.263
TNO Bodembeheer
4.594
35
4.629
4.999
370
TNO Bodembeheer (SodM)
1.060
1.060
1.141
81
Bijdragen aan mede-overheden
28.000
-
-440
-
-2.507
25.053
24.380
-
-673
Uitkoop regeling
28.000
-
-440
-
-2.507
25.053
24.380
-
-673
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
33.593
-
-239
6.282
39.636
39.095
-
-541
ECN/NRG
32.236
200
6.282
38.718
38.519
-
-199
Diverse instituten
1.357
-
-439
918
576
-
-342
ONTVANGSTEN
3.426.661
-
-244.275
-
-200.766
2.981.620
3.202.936
221.316
COVA
111.000
-
-2.000
109.000
110.264
1.264
Opbrengst heffing ODE (SDE+)
678.000
678.000
626.953
-
-51.047
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
77.000
77.000
77.000
Aardgasbaten
2.550.000
-
-250.000
-
-200.000
2.100.000
2.373.989
273.989
Ontvangsten zoutwinning
2.511
14
2.525
2.525
Diverse ontvangsten
8.150
5.725
1.220
15.095
12.205
-
-2.890
Toelichting op de verplichtingen
SDE+
Het lagere bedrag aan verplichtingen is vrijwel geheel terug te voeren op de lagere verplichtingen die zijn aangegaan voor de regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE+). De nieuwste tender Wind op Zee waarvan de inschrijftermijn in december 2017 sloot, zal waarschijnlijk zonder subsidie worden toegekend. Daarnaast schuift een deel van de verplichtingen voor de tweede openstelling van de reguliere SDE+ door naar 2018.
Garantieregeling aardwarmte
Voor de garantieregeling aardwarmte is voor slechts één geothermieproject een garantieverplichting afgegeven waardoor er € 35 mln minder is verplicht dan bij najaarsnota is geraamd.
Toelichting op de uitgaven
Topsectoren energie
De lagere uitgaven betreffen met name de SDE+ projecten topsectoren energie, ook wel de Hernieuwbare Energie Regeling (HER) genaamd. De verwachte toename in het aantal aanvragen heeft zich niet voorgedaan, waardoor er minder geld is uitgegeven dan begroot. Het niet-uitgegeven bedrag is in de begrotingsreserve Duurzame Energie gestort.
MEP/SDE/SDE+ en regeling Investerings Subsidie Duurzame Energie
Zowel voor de MEP, de SDE, de SDE+ als de ISDE geldt dat de uitgaven lager zijn uitgevallen. Dit was ten tijde van de Najaarsnota al bekend, maar omdat de onderuitputting op deze regelingen in de begrotingsreserve duurzame energie wordt gestort en deze storting pas bij Slotwet wordt geëffectueerd, is de onderuitputting en de bijbehorende storting nu als mutatie in de Slotwet zichtbaar. De lagere uitgaven op deze regelingen ad circa € 358 mln zijn veroorzaakt door een lagere gerealiseerde subsidiabele elektriciteitsproductie dan waar in de raming eerder rekening mee was gehouden. Het niet-uitgegeven bedrag is in de begrotingsreserve Duurzame Energie gestort.
Storting in begrotingsreserve Duurzame Energie
De in 2013 gevormde begrotingsreserve duurzame energie is bestemd voor middelen die in enig jaar onbesteed zijn gebleven als gevolg van vertraging of niet doorgaan van projecten. Deze middelen moeten later alsnog worden uitbetaald voor dezelfde projecten, of kunnen worden ingezet voor andere vervangende projecten met het oog op het bereiken van de doelstelling. Via de begrotingsreserve blijven de middelen beschikbaar tot het moment dat ze alsnog zullen worden uitbetaald. In 2017 is € 377,8 mln in de reserve gestort.
Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)
Bij de compensatieregeling indirecte kosten ETS is vooral sprake van lagere uitgaven omdat van één grote aanvrager de productiecapaciteit veel lager dan verwacht was, waardoor aan deze aanvrager circa € 3 mln minder is uitgekeerd dan begroot. Daarnaast was ook ruimte in het budget gereserveerd voor nieuwe aanvragers die gebruik willen maken van de regeling, maar deze nieuwe aanvragen bleken geen grote bedragen te betreffen, waardoor ook deze ruimte niet is benut.
Toelichting op de ontvangsten
Opbrengst heffing ODE (SDE+)
De geprognosticeerde inkomsten uit de Opslag Duurzame Energie bleven € 51 mln achter bij de in de begroting geraamde inkomsten. Dit is gelegen in een combinatie van factoren. Zo waren de ODE-tarieven tot en met 2016 berekend met gebruikmaking van de waarde van de relevante parameters zoals deze in 2012 (het jaar van vormgeving van de ODE) golden. Met ingang van de berekening van de tarieven 2017 worden actuelere waarden gebruikt, waardoor de afwijkingen zullen afnemen.
Aardgasbaten
De aardgasbaten zijn € 274 mln hoger uitgevallen dan geraamd. De toename vloeit voort uit een 0,5 ct/m3 hogere gasprijs.
Toelichting op de begrotingsreserves
Begrotingsreserve Aardwarmte
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2017
21.741
-
+Stortingen
833
-
-Onttrekkingen
Stand per 31/12/2017
22.574
De begrotingsreserve voor de garantieregeling Geothermie is bedoeld om het budget voor deze regeling meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten en uitgaven op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Geothermie betalen marktpartijen een premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. In 2017 is een bedrag van € 0,833 mln aan provisies in de reserve gestort. Omdat er geen verliesdeclaraties zijn uitbetaald is er geen bedrag aan de reserve onttrokken.
Begrotingsreserve Duurzame energie
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2017
1.473.847
-
+Stortingen
377.819
-
-Onttrekkingen
-
-77.000
Stand per 31/12/2017
1.774.666
De begrotingsreserve Duurzame energie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij projecten waaraan reeds subsidie is toegekend en reeds verplichte projecten die niet tot uitvoering komen en door andere projecten moeten worden vervangen met het oog op het bereiken van de doelstelling. Via de begrotingsreserve blijven de middelen beschikbaar tot het moment dat ze alsnog zullen worden uitbetaald. In 2017 is € 377,8 mln aan onbestede middelen in de reserve gestort en € 77 mln aan de reserve onttrokken (Kamerstuk, 34 210 XIII, nr. 4, antwoord op vraag 5).
Begrotingsreserve risicopremie lening ECN/NRG
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2017
6.600
-
+Stortingen
-
-Onttrekkingen
Stand per 31/12/2017
6.600
De middelen op de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN, al dan niet tijdelijk, (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst. In 2017 is de reserve ongewijzigd gebleven.
Beleidsartikel 5 Meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
VERPLICHTINGEN
77.800
8.560
-
-12.315
74.045
58.215
-
-15.830
UITGAVEN
77.800
8.560
-
-12.315
74.045
47.099
-
-26.946
Subsidies
64.000
3.301
-
-9.951
57.350
33.918
-
-23.432
Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten
50.000
2.350
52.350
33.916
-
-18.434
Verduurzamingsopgave overig (kader relevante uitgaven)
6.000
-
-49
-
-5.951
Instrumentarium woningmarkt
5.000
4.000
-
-4.000
5.000
2
-
-4.998
Scholenprogramma (kader relevante uitgaven)
3.000
-
-3.000
Opdrachten
13.800
5.210
-
-2.364
16.646
13.132
-
-3.514
Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie
7.000
-
-468
468
7.000
5.450
-
-1.550
Werkbudget
6.800
5.678
-
-2.832
9.646
7.682
-
-1.964
Bijdragen aan agentschappen
49
49
48
-
-1
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
49
49
48
-
-1
Ontvangsten
225
225
Toelichting op de verplichtingen en de uitgaven
De met € 15,8 mln lager uitgevallen verplichtingen hangen samen met de hierna vermelde vertragingen bij de uitgaven.
Subsidies
De uitgaven in het kader van de verduurzamingsopgave aardbevingsbestendig maken van scholen in het Groningerveld zullen voor € 18,4 mln na 2017 plaatsvinden. € 5 mln aan uitgaven in het kader van instrumentarium woningmarkt komt later tot uitbetaling.
Opdrachten
Er is sprake van vertraging in de uitvoering van onderzoek en compensatie voor gemeenten en provincies in het kader van de adviesfunctie van het energieloket (€ 3,5 mln).
Beleidsartikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
VERPLICHTINGEN
650.823
23.690
55.429
729.942
662.357
-
-67.585
Waarvan garantieverplichtingen
120.015
-
-615
120.000
49.379
-
-70.621
UITGAVEN
538.382
24.442
52.282
615.106
614.513
-
-593
Subsidies
31.674
15.013
6.267
52.954
47.117
-
-5.837
Duurzame veehouderij
10.181
16.000
-
-706
25.475
16.464
-
-9.011
Bedrijfsbeëindiging melkveehouderij (Stoppersregeling)
23.000
-
-3.000
20.000
13.713
-
-6.287
Maatregelen fosfaatreductie pakket
7.000
-
-7.000
Investeringsregeling duurzame stallen
40
832
872
762
-
-110
Regeling fijnstofmaatregelen
2.014
1.751
3.765
1.246
-
-2.519
Overig
1.127
-
-289
838
744
-
-94
Plantaardige productie
7.937
180
2.446
10.563
7.496
-
-3.067
Energie-efficiency en hernieuwbare energie glastuinbouw (EHG)
7.100
-
-1.000
6.100
3.984
-
-2.116
Marktintroductie energie innovaties (MEI)
789
1.000
2.446
4.235
3.290
-
-945
Overig
48
180
228
221
-
-7
Visserij
7.360
-
-390
6.970
7.195
225
Regelingen onder het nieuwe EFMZV
7.360
-
-390
6.970
6.970
Overig visserij
225
225
Agrarisch ondernemerschap
5.324
-
-6
5.318
5.695
377
Brede weersverzekering
5.324
-
-6
5.318
5.651
333
Investeringsregeling jonge agrariërs
44
44
Overig
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie
872
-
-777
95
34
-
-61
Overig (onder meer tegemoetkoming Vamil
872
-
-777
95
34
-
-61
Apurement
2.733
2.733
8.312
5.579
Regeling apurement
2.733
2.733
8.312
5.579
Begrotingsreserves
1.800
1.800
1.920
120
Begrotingsreserve landbouw
1.800
1.800
1.812
12
Begrotingsreserve apurement
108
108
Garanties
2.515
600
-
-15
3.100
2.682
-
-418
Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit
8
7
-
-15
632
632
Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit
2.500
600
3.100
2.050
-
-1.050
Garantstelling Marktintroductie Innovaties (GMI)
7
-
-7
Opdrachten
111.866
-
-8.639
11.250
114.475
117.397
2.922
Duurzame veehouderij
2.866
364
423
3.653
2.896
-
-757
Mestbeleid
2.292
-
-464
1.418
3.246
2.950
-
-296
Plantaardige productie
2.306
-
-275
-
-422
1.609
1.416
-
-193
Plantgezondheid
1.980
-
-24
-
-146
1.810
1.360
-
-450
Diergezondheid en dierenwelzijn
5.654
-
-944
2.877
7.588
6.680
-
-908
Voedselagenda
20.000
-
-12.472
-
-844
6.684
4.412
-
-2.272
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid
3.635
-
-1.268
942
3.309
11.138
7.829
Visserij
1.029
-
-120
704
1.613
1.243
-
-370
Agrarisch ondernemerschap
2.398
45
-
-6
2.437
2.114
-
-323
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie
69.706
6.519
6.304
82.528
83.189
661
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
78.125
345
520
78.990
79.327
337
Medebewind en overige voormalige publieke PBO-taken
903
318
1.221
1.144
-
-77
Wageningen Research kennisbasis en wettelijke taken
78.518
967
-
-2.091
74.394
74.443
49
Zon-MW (dierproeven)
4
4
-
-4
College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden
978
100
2.281
3.359
3.740
381
Centrale Commissie Dierproeven
726
-
-726
12
12
-
-12
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
9.863
222
5.678
15.763
21.263
5.500
Diergezondheidsfonds
9.863
222
5.678
15.763
21.263
5.500
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
9.378
689
10.067
9.975
-
-92
FAO en overige contributies
9.378
689
10.067
9.975
-
-92
Bijdragen aan agentschappen
294.961
16.212
28.582
339.755
336.754
-
-3.001
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
154.810
-
-4.025
5.547
156.332
157.072
740
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
127.233
19.657
22.186
169.076
165.342
-
-3.734
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
5.620
580
555
6.755
6.827
72
Rijksrederij
7.298
294
7.592
7.513
-
-79
ONTVANGSTEN
57.398
17.613
29.823
104.834
110.457
5.623
Mestbeleid
7.209
-
-1.400
5.809
6.917
1.108
Diergezondheid en dierenwelzijn
500
790
3.000
4.290
6.580
2.290
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid
15.926
15.926
14.428
-
-1.498
Visserij
6.993
6.993
5.688
-
-1.305
Agrarisch ondernemerschap (2017 stoppersregeling)
245
17.000
17.245
11.331
-
-5.914
Agroketens
10.640
10.640
10.222
-
-418
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie
12.062
13.050
25.112
23.326
-
-1.786
Agrarische innovatie en overig
268
268
Plant en diergezondheid
253
253
Baten lasten diensten
471
471
Garanties (provisies Borgstellingsfaciliteit)
1.800
600
2.400
2.683
283
Begrotingsreserves
12.663
-
-777
4.533
16.419
28.290
11.871
Toelichting op de verplichtingen
De voornaamste oorzaak voor de lagere verplichting is dat er minder garantieverplichtingen zijn aangegaan dan het plafond voor leningen waarop een garantstelling van de Borgstelling MKB landbouwkredieten (BL) rust.
Toelichting op de uitgaven
Subsidies
De lagere uitgaven voor subsidies zijn het gevolg van lagere uitgaven (- € 6,3 mln) voor de regeling bedrijfsbeëindiging melkveehouderij, onderdeel van het fosfaatreductieplan, waaraan de melkveehouderijsector heeft bijgedragen. Na de openstellingen die hiervoor gedaan zijn, is een deel van het bedrag niet nodig gebleken. Het van de sector te ontvangen bedrag ten behoeve van deze regeling is daarmee ook lager (zie lagere ontvangsten bij Agrarisch ondernemerschap, hier worden onder andere de Stoppersregeling ontvangsten geboekt). Daarnaast zijn er lagere uitgaven voor de regeling fijnstofmaatregelen. Deze regeling is beëindigd. Er vinden enkel nog betalingen plaats. Bij de afrekening van projecten is gebleken, dat niet altijd de toegezegde bedragen geheel tot betaling komen, waardoor er minder uitgaven zijn gedaan dan geraamd.
Apurement
De hogere uitgaven voor apurement (€ 5,5 mln) hebben betrekking op correcties van de EU met betrekking tot de uitvoering van regelingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en Visserijbeleid (GVB), omdat declaraties na audits niet volledig zijn goedgekeurd. Het betreft correcties voor onder andere FresQ, POP2, vergoeding schoolfruit en betaaltermijnen. In de Nationale Verklaring over het financieel beheer van de Europese fondsen in gedeeld beheer worden de correcties nader toegelicht.
Opdrachten
De hogere uitgaven voor opdrachten zijn voornamelijk het gevolg van uitgaven op de post Voedselzekerheid en internationaal en Europees Landbouwbeleid, waarop uitgaven die betrekking hebben op Europese fondsen zijn verantwoord die niet door de EC worden vergoed. Het betreft voornamelijk uitgaven die in voorgaande jaren zijn gedaan en die zijn gedeclareerd bij het Europees Visserijfonds, maar waarop de Europese Commissie correcties heeft opgelegd. Deze uitgaven zijn nu uit nationale middelen binnen de begroting verantwoord en gedekt uit de begrotingsreserve visserij.
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
Als gevolg van de fipronil-besmetting kunnen pluimveehouders uitstel van betaling aanvragen voor de heffingen die in het najaar 2017 zijn opgelegd. De verwachting was dat hierdoor een groot deel van de pluimveeheffingen pas in 2018 ontvangen zou worden. De ontvangstenraming in het Diergezondheidsfonds (DGF) werd met € 12,1 mln naar beneden bijgesteld. Als compensatie van de lagere sectorontvangsten is vanuit artikel 6 in totaal € 11,4 mln in het DGF gestort. Hiervan was € 5,9 mln reeds bij Najaarsnota op artikel 6 geraamd. De storting van € 5,5 mln bij Slotwet was om het liquiditeitssaldo op peil te houden, wat noodzakelijk is om ingeval van een dierziekte-uitbraak de kosten direct te kunnen betalen. Zie ook ontvangsten begrotingsreserves en brief aan TK Begrotingswijzigingen ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2017 Economische Zaken (Kamerstuk, 34 845 XIII, nrs. 1 en 2).
Bijdragen aan agentschappen
De lagere uitgaven voor agentschappen komen voort uit een te hoge raming voor RVO.nl. In de 2e suppletoire begroting 2017 zijn extra uitgaven geraamd voor de opdracht aan RVO.nl voor taken die zowel op artikel 6 als artikel 8 betrekking hebben. De mutatie is abusievelijk volledig op artikel 6 verwerkt. De realisatie op artikel 6 is daarom lager dan de raming en op artikel 8 hoger.
Toelichting op de ontvangsten
De lagere ontvangsten voor Agrarisch ondernemerschap hebben te maken met de Subsidieregeling bedrijfsbeëindiging melkveehouderij (ook wel «Stoppersregeling» genoemd) uit het Fosfaatreductieplan, waaraan de sector en EZ een bijdrage hebben geleverd. De oorspronkelijk voorziene bijdrage van de sector was hoger dan het benodigde bedrag dat nodig was na openstelling van de subsidieregeling. De hogere ontvangsten voor Begrotingsreserves hebben betrekking op hogere onttrekkingen uit de reserve apurement en de reserve visserij ten behoeve van betaling van EU-correcties. Zie ook toelichting op de begrotingsreserves.
Toelichting op de begrotingsreserves
Begrotingsreserve Visserij
Bedragen x € 1 mln
Stand 1/1/2017
18,7
-
+Storting
6,0
-
-Onttrekking
7,2
Stand per 31/12/2017
17,4
De storting is het niet bestede deel van de nationale cofinanciering voor de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij 2014-2020 die behouden blijft voor toekomstige uitgaven.
De onttrekking uit de reserve visserij heeft betrekking op uitgaven die in voorgaande jaren zijn gedaan en die zijn gedeclareerd bij het Europees Visserijfonds, maar waarop de Europese Commissie correcties heeft opgelegd. Deze uitgaven worden nu uit nationale middelen binnen de begroting verantwoord onder Voedselzekerheid en internationaal en Europees Landbouwbeleid en gedekt uit de begrotingsreserve visserij.
Begrotingsreserve Landbouw
Bedragen x € 1 mln
Stand 1/1/2017
28,1
-
+Storting
1,8
-
-Onttrekking1
3,2
Stand per 31/12/2017
26,7
Noot 1
Bruto onttrekking is € 5,6 mln waarvan € 2,4 mln betrekking heeft op Cacaobufferstockfonds.
De storting is een gevolg van middelen uit rentebaten van het cacaobufferstockfonds dat beheerd werd door het voormalig Productschap Akkerbouw en die ontvangen zijn van de Vereffeningsorganisatie PBO’s. De middelen zijn beschikbaar gesteld voor projecten die bijdragen aan een duurzame cacaoconsumptie- en productie. Omdat de uitgaven over meerdere jaren plaatsvinden, is een deel van het ontvangen bedrag in de reserve landbouw gestort en wordt daaruit in volgende jaren onttrokken. De onttrekking wordt gedaan om uitgaven voor verplichtingen die eerder zijn aangegaan, te kunnen doen. De grootste posten zijn uitgaven voor het landelijk meetnet mestbeleid en voor het aanhouden van een crisisorganisatie bij de Gezondheidsdienst voor Dieren, waardoor gekwalificeerd personeel aanwezig is bij verdenkingen van dierziekten.
Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit
Bedragen x € 1 mln
Stand 1/1/2017
13,5
-
+Storting
0,6
-
-Onttrekking
Stand per 31/12/2017
14,2
De ontvangen provisies zijn hoger dan nodig is ter dekking van betaalde verliesdeclaraties. Het verschil is in de reserve gestort ten behoeve van toekomstige verliesdeclaraties.
Begrotingsreserve apurement
Bedragen x € 1 mln
Stand 1/1/2017
117,2
-
+Storting
0,1
-
-Onttrekking
15,5
Stand per 31/12/2017
101,8
De onttrekking is gedaan voor uitgaven die betrekking hebben op correcties van de EU met betrekking tot de uitvoering van regelingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en Visserijbeleid (GVB), omdat declaraties na audits niet volledig zijn goedgekeurd. Het betreft correcties voor onder andere het plattelandsontwikkelingsprogramma, vergoeding schoolfruit en betaaltermijnen. In de Nationale Verklaring over het financieel beheer van de Europese fondsen in gedeeld beheer worden de correcties nader toegelicht. Daarnaast is de begrotingsreserve middels een onttrekking naar beneden bijgesteld, omdat de reserve naar huidige inzichten toereikend is.
Beleidsartikel 7 Groen onderwijs van hoge kwaliteit Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
VERPLICHTINGEN
855.509
2.570
22.401
880.480
841.111
-
-39.369
Garantieverplichtingen
50.037
56
50.093
15.156
-
-34.937
UITGAVEN
804.513
2.371
20.292
827.176
817.051
-
-10.125
Garanties
56
56
56
Schatkistbankieren
56
56
56
Bekostiging
776.346
-
-1.817
18.432
792.961
792.372
-
-589
WO-groen
185.670
32
3.984
189.686
189.686
HBO-groen
83.758
521
3.066
87.345
87.624
279
MBO-groen
163.098
3.612
166.710
166.710
Wachtgelden
14.404
218
14.622
14.572
-
-50
VMBO-groen
327.046
7.552
334.598
333.780
-
-818
Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) voorheen Aequor
2.370
-
-2.370
0
Subsidies
26.692
4.188
1.614
32.494
22.713
-
-9.781
Aanvullende onderwijssubsidies
25.303
-
-412
1.960
26.851
19.435
-
-7.416
Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit
1.322
27
1.349
900
-
-449
Educatie
67
4.600
-
-373
4.294
2.377
-
-1.917
Opdrachten
37
1
38
364
326
Kennisverspreidingsprojecten
37
1
38
364
326
Bijdragen aan agentschappen
1.438
189
1.627
1.546
-
-81
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
1.200
39
1.239
1.239
Bijdrage DUO
238
150
388
307
-
-81
ONTVANGSTEN
75
56
131
132
1
Toelichting op de verplichtingen
De beschikbare € 50 mln voor verplichtingen schatkistbankieren van groene onderwijsinstellingen hoefde voor € 35 mln niet te worden aangesproken. Er werd € 9 mln minder op subsidies verplicht omdat verplichtingen in eerdere jaren meerjarig waren vastgelegd. Er werden voor € 5 mln meer verplichtingen bekostiging aangegaan in aansluiting op stijging van prijzen.
Toelichting op de uitgaven
De € 7,4 mln lagere uitgaven op aanvullende onderwijssubsidies is veroorzaakt door vertraging van projecten Regeling praktijkleren en groene plus. Door de vertraging vallen deze uitgaven nu in de jaren 2018 tot en met 2019.
De € 1,9 mln lagere uitgaven op Educatie is veroorzaakt door vertraging van projecten Jong Leren Eten/DuurzaamDoor. Door de vertraging vallen deze uitgaven nu in de jaren 2018 tot en met 2019.
Toelichting op de begrotingsreserve schatkistbankieren
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2017
197
-
+Stortingen
56
-
-Onttrekkingen
Stand per 31/12/2017
253
Beleidsartikel 8 Natuur en biodiversiteit Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
VERPLICHTINGEN
124.509
-
-14.558
-
-3.413
106.538
111.508
4.970
Waarvan garantieverplichtingen
4.400
4.400
UITGAVEN
125.645
-
-14.568
-
-173
110.904
115.829
4.925
Subsidies
3.399
574
3.973
8.225
4.252
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit
1.805
67
1.872
6.106
4.234
Natuur en biodiversiteit op land
822
507
1.329
1.329
Beheer Kroondomein
772
772
790
18
Leningen
29.745
-
-2.000
-
-600
27.145
26.731
-
-414
Rente en aflossingen voor bestaande leningen (EHS & PNB)
29.745
-
-2.000
-
-600
27.145
26.731
-
-414
Opdrachten
25.208
-
-1.749
-
-3.348
20.111
17.483
-
-2.628
Natuur en Biodiversiteit Grote wateren
9.674
-
-1.833
-
-2.178
5.663
5.547
-
-116
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit
8.044
-
-115
-
-222
7.707
6.099
-
-1.608
Overige stelsel activiteiten
1.859
-
-186
1.673
1.543
-
-130
Internationale Samenwerking
3.785
-
-758
407
3.434
3.480
46
Natuur en Biodiversiteit op land
1.351
957
-
-1.169
1.139
372
-
-767
Caribisch Nederland
495
495
443
-
-52
Bijdragen aan medeoverheden
7.621
-
-6.100
-
-127
1.394
1.459
65
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren
6.117
-
-6.100
-
-17
Caribisch Nederland
1.504
-
-110
1.394
1.459
65
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
25.446
1.095
26.541
26.688
147
Staatsbosbeheer
25.446
1.095
26.541
26.688
147
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
1.081
221
1.302
1.103
-
-199
Contributies
1.081
221
1.302
1.103
-
-199
Bijdragen aan agentschappen
33.145
-
-4.940
2.233
30.438
34.140
3.702
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
23.638
-
-4.940
1.911
20.609
24.311
3.702
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
9.507
322
9.829
9.829
ONTVANGSTEN
69.282
1.600
-
-4.997
65.885
65.691
-
-194
Landinrichtingsrente
40.161
-
-1.130
39.031
40.581
1.550
Verkoop gronden
25.000
25.000
20.000
-
-5.000
Overige
4.121
1.600
-
-3.867
1.854
5.110
3.256
Toelichting op de verplichtingen
Het hogere verplichtingen zijn een saldo van plussen en minnen. De belangrijkste redenen voor het hogere saldo zijn:
-
-
-
-De Provincie Limburg heeft voor € 4,4 mln een beroep gedaan op een in 2002 afgegeven garantie voor het project Ruimte voor Ruimte, omdat bij de eindafrekening van het project een verlies optreedt.
-
-
-
-
-De opvangkosten van een partij in beslag genomen schildpadden van € 0,8 mln.
-
Beide posten zijn aan de Kamer gemeld in de brief over de Begrotingswijzigingen ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2017 (Kamerstuk, 34 775 XIII, nr. 124).
Toelichting op de uitgaven
De hogere uitgaven voor subsidies worden veroorzaakt door de uitgaven voor het project Ruimte voor Ruimte (zie verplichtingen).
De lagere uitgaven voor opdrachten zijn het gevolg van vertragingen in de ondersteuning van het programma «Naar Nationale Parken van Wereldklasse» en vertragingen in de uitgaven voor activiteiten voor natuurinclusieve landbouw. Daarnaast waren er in 2017 kosten geraamd voor afronding van de laatste landinrichtingsprojecten. Bij de realisatie van deze projecten die over een langere periode liepen, was steeds spraken van uitgaven en inkomsten die niet in hetzelfde jaar hoefden te vallen. Als gevolg van dergelijke fluctuaties was er in 2017 enkel sprake van uitgaven waartegenover geen inkomsten meer stonden. De kosten vielen echter lager uit dan geraamd.
De hogere uitgaven voor agentschappen heeft als reden, dat de opdracht aan RVO.nl een aantal taken omvat, waarvan de omvang afhankelijk is van het aantal aanvragen (vergunningverlening en bezwaar en beroep in het kader van de Natuurbeschermingswet en de Flora en faunawet).
De niet-beleidsartikelen
Artikel 40 Apparaat Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
VERPLICHTINGEN
334.284
-
-4.564
74.483
404.203
403.194
-
-1.009
UITGAVEN
334.284
-
-4.564
74.483
404.203
403.194
-
-1.009
Personele uitgaven
234.181
-
-4.714
24.706
254.173
258.940
4.767
-
-waarvan eigen personeel
208.260
1.480
12.746
222.486
225.316
2.830
-
-waarvan externe inhuur
5.890
4.267
10.157
11.127
970
-
-waarvan overige personele uitgaven
20.031
-
-6.194
7.693
21.530
22.497
967
Materiële uitgaven
100.103
150
49.777
150.030
144.254
-
-5.776
-
-waarvan ICT1
7.065
400
7.465
7.451
-
-14
-
-waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)
30.494
-
-3.297
27.197
32.257
5.060
-
-waarvan SSO DICTU
30.767
446
33.296
64.509
60.949
-
-3.560
-
-waarvan overige materiële uitgaven
31.777
-
-296
19.378
50.859
43.597
-
-7.262
ONTVANGSTEN
35.826
1.012
-
-8.558
28.280
25.893
-
-2.387
Noot 1
Het totaal van de ICT-uitgaven van het kerndepartement en buitendiensten bestaan uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan de SSO DICTU.
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
Er is in 2017 € 4,8 mln meer uitgegeven dan geraamd. Dit verschil wordt met name verklaard door:
-
-
-
-Er een overuitputting is ontstaan op de HGIS personele budgetten. Dit komt voornamelijk door meer inzet in 2017 op de internationale organisatie.
-
-
-
-
-Er is op personeel € 2,6 mln meer uitgegeven aan ACM dan begroot. Tegenover deze hogere personele uitgaven staan lagere materiële uitgaven van de ACM.
-
-
-
-
-Er is bij de directie communicatie extra personeel (€ 1 mln) aangetrokken voor de herinrichting van het voormalig EZ in LNV en EZK. Het gaat hierbij om tijdelijk personeel.
-
-
-
-
-De uitgaven van de inhuur van de landsadvocaat zijn begroot op het materiele budget, maar verantwoord op het personeelsbudget. Het gaat om ongeveer € 1,6 mln.
-
Materiële uitgaven
Er is in 2017 € 5,8 mln minder uitgegeven dan geraamd. Dit verschil wordt met name verklaard door:
-
-
-
-Er zijn in 2017 minder uitgaven op de materiële budgetten van ACM. Hier staan hogere materiële uitgaven tegenover.
-
-
-
-
-Door vertraging in het rijksbrede programma omgevingswet is er 0,7 mln in 2017 niet uitgegeven.
-
-
-
-
-De uitgaven van de landsadvocaat zijn begroot op het materiële budget, maar verantwoord op het personeelsbudget.
-
-
-
-
-Er is bij het kerndepartement meer geld uitgegeven aan inbesteding. Daarnaast is er minder geld uitgegeven voor de regieopdrachten aan Dictu.
-
-
-
-
-SODM heeft € 0,7 mln minder uitgegeven aan inbesteding.
-
Toelichting op de ontvangsten
Er zijn in 2017 minder ontvangsten gerealiseerd dan verwacht. Dit komt voornamelijk doordat ontvangsten die eerder waren geraamd, niet haalbaar waren.
Artikel 41 Nominaal en onvoorzien Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
VERPLICHTINGEN
0
94.811
-
-94.811
0
0
0
UITGAVEN
0
94.811
-
-94.811
0
0
0
41.10 Prijsbijstelling
17.543
-
-17.543
41.20 Loonbijstelling
43.363
-
-43.363
41.30 Onvoorzien
33.905
-
-33.905
41.40 Nog te verdelen
Toelichting
Op artikel 41 Nominaal en onvoorzien worden geen uitgaven gedaan. Bij 2e suppletoire begroting 2017 is de loon- en prijsbijstelling toegedeeld aan de relevante artikelen.
Diergezondheidsfonds (DGF) Bedragen x € 1.000
(1)
Stand vastgestelde begroting 2017
(2)
Mutaties 1e
suppletoire begroting 2017
(3)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017
(4)=(1)+(2)+(3)
Totaal geraamd
(5)
Realisatie
(6)=(5)-(4)
Slotverschillen
(+ of -)
01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen
Verplichtingen
32.550
11.696
-
-174
44.072
38.600
-
-5.472
Uitgaven
32.550
11.696
-
-174
44.072
38.600
-
-5.472
Beginsaldo
Programma-uitgaven
32.550
11.696
-
-174
44.072
38.600
-
-5.472
Opdrachten
32.550
11.696
-
-174
44.072
38.600
-
-5.472
-
1.Bewaking van dierziekten
18.314
2.414
20.728
20.255
-
-473
-
2.Bestrijding van dierziekten
13.046
11.696
-
-4.815
19.909
15.088
-
-4.839
-
3.Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen
4.Overig
1.190
2.227
3.417
3.257
-
-160
Ontvangsten
32.550
11.696
44.246
45.957
1.711
Ontvangsten van EZ
9.863
11.696
21.559
21.263
-
-296
Ontvangsten van EU m.b.t. AI en salmonella bewaking en bestrijding
2.750
2.750
5.076
2.326
Ontvangsten van sector
19.937
19.937
19.618
-
-319
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
De uitgaven zijn lager dan was voorzien. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere uitgaven op de bestrijding van salmonella (- € 1,5 mln). Daarnaast zijn er minder uitgaven voor de HPAI uitbraken eind 2016 gedaan dan was voorzien. Ook zijn er minder LPAI uitbraken geweest dan begroot (- € 1,3 mln). Verder is er pas eind van het jaar een mycoplasma besmetting geweest waardoor de uitgaven hiervan gaan drukken op 2018 (- € 0,5 mln). Tenslotte zijn de voorziene uitgaven voor de High Containment Unit (HCU) niet gefactureerd in 2017 (- € 0,6 mln).
Toelichting op de ontvangsten
In de Kamerbrief van december 2017 (Kamerstuk, 34 775 XII, nr. 124) zijn bijgestelde ontvangsten DGF gemeld. Als gevolg van de Fipronil-besmetting kunnen pluimveehouders maximaal een half jaar uitstel van betaling aanvragen. In de Kamerbrief is daarbij de verwachting aangegeven dat een groot deel van de heffingen voor de pluimveesector (€ 12,1 mln), die in het najaar zijn opgelegd, pas in 2018 binnen zal komen en dat een extra bedrag ad € 11,4 mln vanuit het beleidsartikel 6 gestort wordt. In samenhang met de hogere EU-ontvangsten van € 2,3 mln, is de ontvangsten mutatie per saldo € 1,7 mln. Tevens zijn er in 2017 heffingsbedragen geïnd voor de jaren 2015 en 2016.