Memorie van toelichting - Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2016 - Hoofdinhoud

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 34725 VII - Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2016.

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in:

• 1. 

  de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

• 2. 

  de begrotingsstaat inzake het agentschap van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze Memorie van Toelichting toegelicht.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

(SLOTWETMUTATIES)

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Hieronder worden per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht groter dan of gelijk aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen (de zgn. staffel).

• 1. 

  BELEIDSARTIKELEN

Beleidsartikel 1. Openbaar bestuur en democratie

Er is circa € 1,9 mln. minder verplicht. Tevens is er circa € 2,8 mln. minder uitgegeven.

Toelichting

Zoals eerder aan de Tweede Kamer gemeld, heeft er voor de subsidies ondersteuningsteam asielzoekers en vergunninghouder (OTAV), A&O fonds vakmanschap en de aanvullende subsidie oorlogsgravenstichting (OGS) een herschikking binnen artikel 1 plaatsgevonden (kamerstukken II 2016-2017 34550 VII, nr. 40).

De onderuitputting op zowel de verplichtingen als uitgaven houdt hoofdzakelijk verband met de onderuitputting op het subsidiebudget voor politieke partijen (€ 1,3 mln.). Dit komt omdat de Partij voor de Vrijheid niet in aanmerking komt voor een subsidie. Daarnaast zijn er minder kosten gemaakt voor het Referendum (€ 0,5 mln.) en is er minder uitgegeven op het budget voor verkiezingen (€ 0,7 mln.)

Beleidsartikel 2. Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Op dit artikel is circa € 21,4 mln. minder verplicht. Daarnaast is er circa € 1,2 mln. meer uitgegeven. Tevens is er circa € 0,2 mln. meer ontvangen.

Toelichting

De onderuitputting op de verplichtingen over 2016 hangt samen met de overschrijding van het verplichtingenbudget zoals gemeld bij Slotwet 2015. In 2016 zijn geen grote meerjarige verplichtingen aangegaan, vandaar dat het verplichtingenbudget in 2016 niet geheel is gerealiseerd.

Beleidsartikel 6. Dienstverlenende en innovatieve overheid

Op dit artikel is circa € 25,4 mln. minder verplicht. Ook is er circa € 1,9 mln. minder uitgegeven.

Daarnaast is er op dit artikel circa € 0,7 mln. meer ontvangen.

Toelichting

De onderuitputting op verplichtingen hangt grotendeels samen met het moment van versturen van de opdrachtbrieven aan de agentschappen Logius, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) en Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR). Het moment van versturen bepaalt in welk jaar een verplichting wordt vastgelegd. Eind 2016 zijn niet alle opdrachtbrieven voor 2017 verstuurd, waardoor er onderuitputting op de verplichtingen is ontstaan.

Beleidsartikel 7. Arbeidszaken overheid

Op dit artikel is circa € 9,6 mln. minder verplicht. Daarnaast is er circa € 3,8 mln. minder uitgegeven.

Tevens is er op dit artikel circa € 0,6 mln. meer ontvangen.

Toelichting

De verplichtingen zijn € 4,2 mln. lager doordat in 2016 uitbetaalde subsidies al in 2015 zijn aangegaan en er voor 2017 geen verplichtingen zijn aangegaan.

Daarnaast hangt de onderuitputting op zowel verplichtingen als uitgaven voor een deel samen met onderuitputting op de regelingen Arbeidsmarkt (€ 0,6 mln.), Programma Veilige Publieke Taak (€ 0,2 mln.) en Zorg voor politieke ambtsdragers (€ 0,4 mln.).

Tevens zijn de verplichtingen en uitgaven op pensioenen en uitkeringen van politieke ambtsdragers lager uitgekomen dan begroot.

2. NIET-BELEIDSARTIKELEN

Artikel 11. Centraal apparaat

Er zijn voor circa € 11,5 mln. minder verplichtingen aangegaan. Daarnaast is er € 10,2 mln. minder uitgegeven. Tevens is er op dit artikel circa € 20,5 mln. minder ontvangen.

Toelichting

De oorzaak van de onderuitputting in de verplichtingen en uitgaven op dit artikel hangt onder andere samen met de onderuitputtingen op centraal apparaat personeel en materieel. Op centraal apparaat personeel is er door de reorgansitie van de beleidskern een onderuitputting (€ 3,1 mln.). Pas in de loop van 2016 zijn de openstaande vacatures ingevuld en daarnaast is er minder extern ingehuurd (€ 3 mln.). Op centraal apparaat materieel wordt de onderuitputting veroorzaakt door de lagere uitgaven ICT bij Doc-Direkt (€ 3,5 mln.).

De onderschrijding op de ontvangsten op dit artikel heeft drie oorzaken. De betalingen van de SSO’s in het kader van de dienstverleningsafspraken (DVA’s) zijn over de jaargrens ontvangen (€ 17 mln.). Daarnaast zijn er lagere ontvangsten van Doc-Direkt (€ 3 mln.). Tevens zijn er bij de Algemene Bestuursdienst (ABD) lagere ontvangsten door detacheringen en interim opdrachten (€ 0,4 mln.).

Artikel 13. Nominaal en onvoorzien

Op dit artikel is € 24,8 mln. minder verplicht en uitgegeven.

Toelichting

Op dit artikel vinden geen uitgaven plaats. De onderuitputting betreft de ontvangen overboekingen van departementen voor de doorbelastingsopgave GDI-voorzieningen voor de jaren 2017 en 2018.