Brief regering; Afschrift van de brief van de voortgangscommissies Curaçao en Sint Maarten met betrekking tot de toekomst van de plannen van aanpak - Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2016 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 43 toegevoegd aan wetsvoorstel 34300 IV - Vaststelling begroting Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2016.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2016; Brief regering; Afschrift van de brief van de voortgangscommissies Curaçao en Sint Maarten met betrekking tot de toekomst van de plannen van aanpak |
---|---|
Documentdatum | 16-02-2016 |
Publicatiedatum | 16-02-2016 |
Nummer | KST34300IV43 |
Kenmerk | 34300 IV, nr. 43 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 300 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2016
Nr. 43 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2016
Hierbij ontvangt u de brief die de Voortgangscommissies van Curaçao en Sint Maarten mij hebben doen toekomen over de stand van zaken van de plannen van aanpak1. Deze plannen van aanpak dienen te worden uitgevoerd door Curaçao en Sint Maarten op basis van de AMvRB Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten (AMvRB), die ten einde loopt in oktober 2016.
Het doet mij deugd dat de verwachting van de Voortgangscommissie Curaçao is dat de plannen van aanpak voor de politie en de gevangenis in oktober 2016 als voldoende afgerond kunnen worden beschouwd. Het feit dat de Voortgangscommissie Sint Maarten constateert dat ten aanzien van de politie en de gevangenis onvoldoende of geen progressie (meer) wordt geboekt noopt tot actie aldaar. Over de suggestie die de commissies doen om conferenties te beleggen zal ik spoedig met hen en de landen in overleg treden.
Het in mijn brief van 22 januari 2016 (Kamerstuk 34 300 IV, nr. 36) genoemde gezamenlijke streven, om de AMvRB niet ten derde male te verlengen, vindt bevestiging in de constatering van de voortgangscommissies dat het instrument na zes jaar uitgewerkt raakt. Ik zal met de voortgangscommissies en de landen bezien wat een effectief alternatief is voor de periode na 10 oktober 2016. U zult hierover uiteraard op de hoogte worden gehouden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Noot 1
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl