Brief regering; Reactie op de brief van de Staten van Curaçao betreffende de studieschuldenproblematiek in de Caribische regio - Interparlementair Koninkrijksoverleg

Deze brief is onder nr. 13 toegevoegd aan dossier 33845 - Interparlementair Koninkrijksoverleg 2014.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Interparlementair Koninkrijksoverleg; Brief regering; Reactie op de brief van de Staten van Curaçao betreffende de studieschuldenproblematiek in de Caribische regio
Document­datum 05-10-2015
Publicatie­datum 05-10-2015
Nummer KST3384513
Kenmerk 33845, nr. 13
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 augustus 2015

Op 24 juni 2015 heeft u mij een brief gestuurd (kenmerk 2015Z09804/ 2015D23563) waarin u mij vraagt om een kabinetsreactie, mede onder verwijzing naar de gevraagde reactie van het kabinet op de afsprakenlijst van het IPKO d.d. mei 2015, op de brief van de Staten van Curaçao te Willemstad d.d. 26 mei 2015 met betrekking tot de studieschuldenproblematiek Caribische regio.

In de brief van 24 juni 2015 stellen de leden van de Staten van Curaçao dat er rondom de schuldenproblematiek in de Caribische regio stappen in de goede richting zijn gezet. Zij vragen aandacht voor zes knelpunten. Tevens dragen zij 3 oplossingen aan:

    • 1. 
      Een centrale helpdesk op Curaçao voor debiteuren van de Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO) in alle Caribische landen;
    • 2. 
      Betere informatievoorziening aan aanstaande studenten;
    • 3. 
      De mogelijkheid om de studieschuld te betalen via een lokale bankrekening met betaling in lokale valuta en omzetting van de studieschuld in US dollars.

Op de hiervoor genoemde afsprakenlijst is reeds gereageerd bij brief van 6 juli 2015 (Kamerstuk 33 845, nr. 12). Mede namens de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap treft u hieronder de reactie op de gesignaleerde knelpunten en de voorgestelde oplossingen.

  • 1. 
    Informatie en inzicht in het bedrag van de opgebouwde studieschuld

Zoals in de brief van de Staten van Curaçao wordt vermeld is door DUO inmiddels uitleg gegeven en hebben de meeste studenten meer duidelijkheid gekregen. Op verschillende manieren worden debiteuren geïnformeerd over de ontvangst van studiefinanciering en de terugbetaling daarvan aan DUO. Zo is DUO al enkele jaren aanwezig op de Studie- en Beroepenmarkt die jaarlijks op onder meer Curaçao wordt georganiseerd. Voorts worden sinds 2013 speciaal voor debiteuren die bijna aflossingsplichtig worden, spreekuren gehouden op Curaçao door DUO-medewerkers. Jaarlijks spreekt DUO circa 450 startende debiteuren en inmiddels zijn circa 4.000 debiteuren met een betalingsachterstand van informatie voorzien. Ten slotte stuurt het Ministerie van OCW jaarlijks in het najaar een brief aan de Ministeries van onderwijs in de Caribische landen met het verzoek deze door te sturen naar de eindexamenleerlingen van mbo-4, havo en vwo. De brief bevat informatie over studeren in Nederland, waaronder de aanvraag van studiefinanciering.

  • 2. 
    De behoefte aan een helpdesk op Curaçao

In de brief van de Staten van Curaçao wordt vermeld dat er behoefte is aan een helpdesk op Curaçao en wordt voorgesteld (voorgestelde oplossing 1) een centrale Helpdesk in te richten op Curaçao die kan fungeren voor alle debiteuren in de Caribische landen. Zoals onder meer in de Kabinetsreactie op de afsprakenlijst van het IPKO van mei 2015, d.d. 6 juli 2015 is vermeld, acht de Minister van OCW goede informatie voor (aanstaande) studenten en debiteuren die een relatie hebben met DUO van groot belang. Dit geldt zowel voor studenten en debiteuren die in het Europees Nederland woonachtig zijn als voor studenten die daarbuiten woonachtig zijn. De Minister van OCW kiest ervoor, mede gelet op de noodzaak om efficiënt om te gaan met de beschikbare middelen, de informatieontsluiting in onder meer Curaçao te optimaliseren door samenwerking met de organisaties die daar verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de plaatselijke voorzieningen, en al eigen loketten hebben. Op Curaçao is dat de Stichting Studiefinanciering Curaçao (hierna: SSC). Op deze manier kan een adequate dienstverlening worden geboden in Curaçao.

  • 3. 
    De niet-transparante incassopraktijken van deurwaarders op Curaçao

Tijdens de aflosfase moeten debiteuren maandelijks een deel van hun studieschuld aflossen. Indien debiteuren deze verplichting niet nakomen wordt een deel van de schuld achterstallig en kan uiteindelijk het deurwaarderstraject in beeld komen. De procedure is transparant en kenbaar voor de debiteuren. Een schuld wordt pas overgedragen aan de deurwaarder wanneer de debiteur één of meerdere termijnen niet heeft voldaan en ook na een bericht van DUO met daarin het verzoek om alsnog te betalen en de debiteur na een daaropvolgende eerste en een tweede aanmaning nalaat tot betaling over te gaan. Hiermee is het deurwaarderstraject het sluitstuk van de invordering door DUO.

De eenmalige betalingsregeling die op dit moment door DUO op Curaçao wordt uitgevoerd biedt debiteuren de mogelijkheid achterstallige betalingen af te betalen. Wanneer debiteuren zich aan de afspraken houden die zijn verbonden aan deze eenmalige mogelijkheid kan worden voorkomen dat zij (opnieuw) met het deurwaarderstraject te maken krijgen. Ontstaan er tijdens of na de eenmalige betalingsregeling nieuwe achterstallige schulden dan worden die uiteindelijk (opnieuw) overgedragen aan de deurwaarder. Deze achterstallige schulden worden vervolgens geïnd door de deurwaarder conform het in Curaçao toepasselijk recht, dat op onderdelen afwijkt van de wetgeving voor deurwaarders in Europees Nederland.

  • 4. 
    Gelijke behandeling van ex-studenten

De voorwaarden waaronder debiteuren hun studieschuld moeten terugbetalen zijn opgenomen in de Wet studiefinanciering 2000 en zijn voor alle debiteuren hetzelfde. Wat betreft het rekening houden met de sociale omstandigheden van debiteuren op Curaçao die (nog) niet met deurwaarders in aanraking zijn, geldt dat zij evenals andere debiteuren een draagkrachtmeting kunnen aanvragen waardoor bij afbetaling van de studieschuld rekening kan worden gehouden met de financiële positie van de debiteur. DUO communiceert regelmatig over de mogelijkheid deze meting aan te vragen. Gebruikmaking van dit middel kan voorkomen dat debiteuren in de problemen komen bij het terugbetalen van hun studieschuld. De voorwaarden zijn voor alle debiteuren hetzelfde, waar ook ter wereld zij zich bevinden. Bij de bepaling van de draagkracht wordt uitgegaan van een draagkracht van nihil voor debiteuren met een inkomen tot en met een Nederlands minimuminkomen. De stelling dat Curaçaose debiteuren met een inkomen op het lokale sociale minimum meer zouden moeten terugbetalen dan debiteuren in Nederland is dus niet juist. Wel kan het zo zijn dat door het regime dat voor Curaçaose deurwaarders geldt, debiteuren met een betaalachterstand die in de handen van de Curaçaose deurwaarder is gelegd te maken krijgen met afwijkende verplichtingen.

In het verleden is de draagkrachtregeling in het Caribisch deel van het Koninkrijk onvoldoende over het voetlicht gebracht waardoor veel debiteuren onnodig in de problemen zijn gekomen. Daarom is - zoals bekend - door DUO dit jaar op Curaçao gestart met de uitvoering van de eenmalige betalingsregeling om debiteuren woonachtig op Curaçao de gelegenheid te bieden achterstallige betalingen weg te werken door hen onder meer de mogelijkheid te geven deze (alsnog) naar draagkracht terug te betalen. Zoals ook vermeld in de Kabinetsreactie d.d. 6 juli 2015, geldt deze mogelijkheid voor alle debiteuren woonachtig op Curaçao van wie DUO uiterlijk op 1 augustus 2015 over een adres beschikte. Deze termijn is thans verstreken. Inmiddels hebben alle debiteuren van wie de juiste contactgegevens bij DUO bekend zijn en die tot de doelgroep behoren een eerste brief van DUO ontvangen, hetzij per e-mail, hetzij per post. Met 2.863 debiteuren zijn inmiddels afspraken gemaakt dan wel zijn betalingsregelingen getroffen. De overige debiteuren (3.206) hebben een brief ontvangen en moeten hierop nog reageren.

  • 5. 
    Afstemming tussen SSC en DUO

Een groot aantal debiteuren heeft zowel studieschuld bij DUO als bij SSC. Dit leidde bij een deel van de debiteuren tot onduidelijkheden. Om deze zo veel mogelijk weg te nemen wordt aan studenten van wie de studiefinanciering van DUO wordt beëindigd en waarvan DUO heeft geregistreerd dat ze tevens door SSC zijn ondersteund, vanaf 2013 jaarlijks in september/oktober een gezamenlijke brief van DUO en SSC gestuurd. Hierin wordt aan de studenten uitgelegd dat zij twee studieschulden hebben die aan twee verschillende organisaties moeten worden terugbetaald. Ook wordt uitgelegd welke regels gelden bij de aflossing daarvan. Op deze manier kunnen toekomstige problemen vanwege twee verschillende studieschulden worden voorkomen.

Op de Studie- en Beroepenmarkt die jaarlijks in november wordt georganiseerd is DUO aanwezig en geeft zij voorlichting aan startende studenten. Daarnaast organiseert DUO sinds 2013 spreekuren voor debiteuren die bijna aflossingsplichtig worden waarin zij uitleg geeft over hoe het terugbetalen werkt en welke mogelijkheden er bestaan. Deze spreekuren worden ook dit jaar weer georganiseerd. Op deze manier wordt voldaan aan betere informatievoorziening zoals voorgesteld in oplossing 2.

  • 6. 
    Pilot lokale bankrekening

In de brief van de Staten van Curaçao wordt voorgesteld om de mogelijkheid te creëren om debiteuren woonachtig op Curaçao hun studieschuld terug te laten betalen via een lokale bankrekening met betaling in lokale valuta en omzetting van de studieschuld in US dollars (voorgestelde oplossing 3.). Mede naar aanleiding van de pilot in Caribisch Nederland waarbij debiteuren de mogelijkheid is geboden hun studieschuld in lokale valuta terug te betalen, doet DUO onderzoek naar de mogelijkheid om ook debiteuren op Curaçao, Aruba en Sint Maarten hun studieschuld te laten terugbetalen in de eigen valuta. Op dit moment is dit onderzoek nog niet afgerond. Het streven is dit onderzoek in het najaar af te ronden waarna er een besluit genomen kan worden over dit voorstel.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.