Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34300 X - Vaststelling begroting Defensie 2016.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 15-09-2015 |
Publicatiedatum | 15-09-2015 |
Nummer | KST34300X2 |
Kenmerk | 34300 X, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoudsopgave
A.
Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel
3
B.
Begrotingstoelichting
4
1.
Leeswijzer
4
2.
Het beleid
6
2.1
De beleidsagenda 2016
6
2.2
De beleidsartikelen
22
2.2.1.
Beleidsartikel 1 Inzet
22
2.2.2.
Beleidsartikel 2 Taakuitvoering zeestrijdkrachten
29
2.2.3.
Beleidsartikel 3 Taakuitvoering landstrijdkrachten
34
2.2.4.
Beleidsartikel 4 Taakuitvoering luchtstrijdkrachten
38
2.2.5.
Beleidsartikel 5 Taakuitvoering marechaussee
42
2.2.6.
Beleidsartikel 6 Investeringen krijgsmacht
47
2.2.7.
Beleidsartikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
70
2.2.8.
Beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
72
2.3
De niet-beleidsartikelen
74
2.3.1.
Niet-beleidsartikel 9 Algemeen
74
2.3.2.
Niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat
75
2.3.3.
Niet-beleidsartikel 11 Geheime uitgaven
81
2.3.4.
Niet-beleidsartikel 12 Nominaal en onvoorzien
82
3.
Baten-lastenagentschappen
83
3.1.
Defensie Telematica Organisatie
83
3.2.
Paresto
88
4.
Bijlagen
91
4.1.
Verdiepingshoofdstuk
91
4.2.
Financieel overzicht Wapensystemen
101
4.3
Overzicht maatregelen intensivering motie-Van der Staaij
108
4.4.
Overzicht Budget Internationale Veiligheid
110
4.5.
Overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg
111
4.6.
Overzicht Cyber
116
4.7.
Overzicht Subsidies
117
4.8.
Overzicht Evaluaties- en overig onderzoek
119
4.9.
Toezichtrelaties en ZBO/RWT’s
120
4.10.
Moties en toezeggingen
121
4.11.
Lijst van afkortingen
146
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1 (begrotingsstaat ministerie)
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat/begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2 (begrotingsstaat baten-lastenagentschappen)
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de baten-lastenagentschappen.
De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (begrotingstoelichting) van deze Memorie van Toelichting en wel in de paragraaf inzake de diensten die een baten-lastenstelsel voeren.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen Defensie Telematica Organisatie (DTO) en Paresto voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
B. BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.LEESWIJZER
Beleidsartikelen
In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan door de leden gemeenschappelijk gefinancierd (common funded) Navo- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht voor de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is begroot, bijvoorbeeld door de Koninklijke Marechaussee, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie en de Kustwachten. Tevens worden vanaf 2015 de middelen van het Ministeries van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS) en Buitenlandse Zaken (BZ) in het kader van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) op dit artikel geraamd.
In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor zeestrijdkrachten (CZSK), landstrijdkrachten (CLAS), luchtstrijdkrachten (CLSK), de marechaussee (KMar) en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1. In beleidsartikel 6 zijn de investeringen opgenomen voor de krijgsmacht, te weten investeringen voor materieel, infrastructuur, ICT, wetenschappelijk onderzoek en bijdragen aan de Navo-investeringen. Daarnaast zijn de verkoopopbrengsten voor afstoting van materieel en infrastructuur in dit beleidsartikel opgenomen.
In de beleidsartikelen 7 Ondersteuning door Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Ondersteuning door Commando DienstenCentra (CDC) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieorganisaties.
Niet-beleidsartikelen
In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. In het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder voor de Bestuursstaf en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), alsmede de niet aan een specifiek artikel toe te wijzen apparaatsuitgaven voor pensioenen en wachtgelden. Ten slotte worden in de niet-beleidsartikelen 11 en 12 de Geheime uitgaven respectievelijk de ramingen voor Nominaal en onvoorzien opgenomen.
Overig
In de begroting worden ook de ramingen voor de baten-lastenagentschappen Defensie Telematica Organisatie (DTO) en Paresto weergegeven. Daarnaast is in de bijlagen informatie opgenomen over de mutaties, het financieel overzicht wapensystemen, overzicht maatregelen intensivering motie-Van der Staaij, het budget internationale veiligheid, de uitgaven voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg, cyber, subsidies, evaluaties, de toezichtrelaties en ZBO/RWT’s alsmede moties en toezeggingen.
De begroting van het Ministerie van Defensie is ook digitaal beschikbaar op de website www.rijksbegroting.nl. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zijn in de digitale versie, waar mogelijk, hyperlinks aangebracht naar de achterliggende documenten.
Defensie Materieelprojectenoverzicht
Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer op Prinsjesdag het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Hierin wordt per project meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten duidelijk gemaakt. In het MPO zijn de lopende en de geplande strategische materieelprojecten opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen, evenals de politiek gevoelige projecten. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel. In deze begroting worden daarom alleen de grotere projectwijzigingen verder toegelicht. Defensie werkt momenteel aan een herziening van het Defensie Materieel Proces (DMP).
Groeiparagraaf
In de begroting 2016 zijn ten opzichte van de begroting 2015 de volgende wijzigingen doorgevoerd:
-
-
-
•In reactie op de motie Eijsink (Kamerstuk 34 200-X, nr. 12) zijn de doelstellingenmatrix in Artikel 2 t/m 5 aangepast. In een doelstellingenmatrix wordt nu de doelstelling ten aanzien van operationele gereedheid in 2016 afgezet tegen de lange termijn normdoelstelling die hiervoor is vastgesteld als afgeleide van de inzetbaarheidsdoelstellingen. Dit om een beter inzicht te geven in de operationele gereedheid van de verschillende operationele eenheden in 2016.
-
-
-
-
•In reactie op de motie Hachchi (Kamerstuk 34 200-X, nr. 11) zijn in artikel 6 de volgende toevoegingen gedaan:
-
-○ Een tabel opgenomen waarin de historische en toekomstige investeringsquote (IQ) wordt weergegeven. Tevens is in de grafiek ook de gemiddelde IQ weergegeven.
-
-○ De materieel- infrastructurele en IT-projecten zijn voorzien van mogelijke risico’s die van invloed kunnen zijn op de projecten en het realiseren van het investeringsbudget.
-
-○ Bij de projecten voorzien in materieel zijn de aan te gane verplichtingen voor 2016 opgenomen.
-
-
-
-
•In reactie op de motie Knops (Kamerstuk 34 200, nr. 9) en de motie Knops/Teeven (Kamerstuk 27 830, nr. 154) wordt in eerste instantie een onderzoek uitgevoerd om de gevolgen van de valutawisselingen en de ontwikkeling van materieel- en munitieprijzen te bezien. De uitkomsten zullen gereed zijn ten tijde van de Voorjaarsnota 2016.
-
-
-
-
•Op 1 juli 2014 is het baten-lastenagentschap Dienst Vastgoed Defensie (DVD) onderdeel geworden van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Hierdoor is de agentschapsparagraaf van de DVD komen te vervallen.
-
-
2.HET BELEID
2.1 DE BELEIDSAGENDA 2016
Veel Nederlanders maken zich terecht zorgen over de ontwikkeling van de veiligheidssituatie, dichtbij en elders in de wereld. Het kabinet gaat de verantwoordelijkheid hiervoor niet uit de weg. In deze begroting treft het kabinet maatregelen om de krijgsmacht te versterken, van in totaal € 220 miljoen in 2016 oplopend naar € 345 miljoen in 2020. Voorop staan de versterking van de basisgereedheid van de krijgsmacht, de verdieping van de internationale samenwerking en een beperkte verhoging van het investeringsbudget. Daarmee continueert het kabinet de ingezette opwaartse lijn1. De aanhoudende conflicten in de nabijheid van Europa en ook verder weg, evenals de structureel hogere eisen die onder meer de Navo in dat verband aan de krijgsmacht stelt, geven hiertoe alle aanleiding. Voorts worden in deze begroting de mogelijkheden voor de financiering van de inzet van de krijgsmacht in internationale missies verruimd. Het Budget Internationale Veiligheid (BIV) wordt daartoe met € 60 miljoen structureel verhoogd2.
De nota «In het belang van Nederland» van september 2013 (Kamerstuk 33 763, nr. 1) bevat belangrijke aanzetten om tot een financieel duurzame defensieorganisatie te komen. Verantwoord handelen en meer inzicht in de kosten van het hebben en gebruiken van wapensystemen zijn hiervoor belangrijke voorwaarden. Defensie maakt hierbij ook dankbaar gebruik van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer. Deze koers leidt er toe dat risico’s en budgettaire problematiek duidelijker en eerder in beeld komen. Met het oog op een financieel duurzame organisatie kan en mag dit niet worden genegeerd. Moeilijke keuzes om binnen de financiële kaders te blijven zijn dan ook onvermijdelijk.
Mede naar aanleiding van de motie-Knops (Kamerstuk 34 200, nr. 9) en de motie-Knops/Teeven (Kamerstuk 27 830, nr. 154) onderzoekt het kabinet de ontwikkeling van materieel- en munitieprijzen in relatie tot de te ontvangen prijsbijstelling, zo ook de omgang met valutakoerswisselingen. Om te komen tot een beheerste projectvoering en een stabiele begrotingsuitvoering te bevorderen, is een wijziging van de begrotingssystematiek wellicht nodig. De Studiegroep Begrotingsruimte zal zich hierover buigen. Vooruitlopend op de bevindingen van de Studiegroep Begrotingsruimte zal Defensie met het Ministerie van Financiën bekijken hoe er meer rust in het planproces kan worden verkregen binnen de huidige systematiek. Ten tijde van de Voorjaarsnota 2016 wordt u over de resultaten geïnformeerd.
Zoals blijkt uit de brief van 19 juni 2015 naar aanleiding van de motie-Van der Staaij c.s. (Kamerstuk 33 763, nr. 59) beseft het kabinet dat de voorgestelde intensiveringen een stap voorwaarts zijn in het kader van een meerjarig perspectief. Duidelijk is dat er de afgelopen decennia een zware wissel is getrokken op Defensie. Defensie kan veel aan, maar de hedendaagse ambities en uitdagingen zijn omvangrijk. De structurele versterking van de krijgsmacht vergt, zoals gezegd, een stapsgewijze en meerjarige aanpak. Dit is, met andere woorden, een zaak van langere adem. Met de maatregelen in deze begroting wordt de basisgereedheid van de krijgsmacht versterkt. Zo komen er meer mensen en materieel beschikbaar ten behoeve van training en opleiding. Met meer reservedelen en extra onderhoudscapaciteit kan het materieel sneller worden gerepareerd. De financiële omvang van de maatregelen is terug te vinden in bijlage 4.3. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de internationale veiligheidssituatie de komende jaren, en ook de beschikbare financiële mogelijkheden, staan het kabinet de volgende stappen voor ogen in het kader van een meerjarig perspectief: de versterking van de schaarse ondersteunende operationele eenheden - mede in internationaal verband, de versterking van gevechtseenheden en de vervanging van noodzakelijke capaciteiten.
Na een aantal grootscheepse veranderingen en verbetertrajecten, waaronder de vele reorganisaties en ook de invoering van ERP, komt de bedrijfsvoering in de materieellogistieke keten en elders in de organisatie langzaam maar zeker in rustiger vaarwater. Het is van belang om de veranderingen goed te laten beklijven. Defensie zal zich dan ook richten op de werkwijzen en het beter laten werken van de nieuwe organisatie.
Met het aanpakken van de beperkingen, worden ambities en middelen gaandeweg beter in balans gebracht. Het kabinet komt hierop terug in een brief bij deze begroting, overeenkomstig de motie-Eijsink/Teeven (Kamerstuk 34 200-X, nr. 12).
PRIORITEITEN VOOR 2016
Defensie stelt in 2016 de volgende vijf prioriteiten:
-
-
-
1.Versterking van de basisgereedheid van de krijgsmacht als vervolgstap in een meerjarig perspectief;
-
-
-
-
2.Verdere verdieping van de internationale defensiesamenwerking;
-
-
-
-
3.Vernieuwing in het operationele domein en de ondersteuning;
-
-
-
-
4.Personeel;
-
-
-
-
5.Verdere versterking van de financiële duurzaamheid.
-
1. Versterking van de basisgereedheid van de krijgsmacht
Op 27 februari 2015 heeft het kabinet al laten weten welke maatregelen het treft in het kader van terrorismebestrijding (Kamerstuk 29 754, nr. 302). Een belangrijk deel van deze maatregelen krijgt in 2016 gestalte en wordt door Defensie uitgevoerd. Zo wordt de Koninklijke Marechaussee uitgebreid voor de bewaking en beveiliging van kwetsbare objecten, zoals religieuze instellingen en parlementsgebouwen. Verder wordt de snel beschikbare capaciteit van de Dienst Speciale Interventies (DSI) versterkt om bij een verhoogde dreiging of een aanslag binnen zeer korte tijd ter plaatse te kunnen zijn met eenheden die zo nodig een hoger geweldsniveau aan kunnen. Ook de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) wordt versterkt voor de bescherming van defensiebelangen in Nederland en van uitgezonden eenheden. Het gaat hierbij om extra personeel voor de verwerving, verwerking en analyse van aan terrorisme en extremisme gerelateerde informatie en de noodzakelijke specialistische ondersteuning. Hiermee is in 2016 in totaal € 56 miljoen gemoeid. Met de versterking van de MIVD komt het kabinet tevens deels tegemoet aan de motie-Segers (Kamerstuk 34 000, nr. 55).
Door de ontwikkelingen aan de randen van het Navo-verdragsgebied vergt ook de collectieve verdedigingstaak van de krijgsmacht dringend aandacht. Aan de oostgrenzen van de Navo en de EU hebben we te maken met de ingrijpende gevolgen van het destabiliserende optreden van Rusland in Oekraïne, en meer in het algemeen met de toegenomen militaire assertiviteit van Rusland. De grotere aanwezigheid van de Navo in het oostelijke deel van het bondgenootschap en de structureel hogere eisen die de Navo aan de bondgenootschappelijke strijdkrachten stelt, vergen een extra inspanning van alle bondgenoten. Tijdens de Navo-top in Wales, op 4 en 5 september 2014, is een Readiness Action Plan (RAP) overeengekomen. Als onderdeel van dit plan wordt onder meer de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) opgericht. Het is de bedoeling om de VJTF medio 2016, tijdens de Navo-top van regeringsleiders in Warschau, operationeel te verklaren.
Met de voorgestelde maatregelen in deze begroting beoogt het kabinet de komende jaren ook een bijdrage te leveren aan het RAP en, als onderdeel daarvan, de VJTF.
De versterking van de basisgereedheid van de krijgsmacht betreft enerzijds de versterking van de operationele gereedheid van bestaande eenheden en anderzijds de flexibiliteit en de robuustheid van de benodigde ondersteuning. Hiertoe moeten de materiële gereedheid, de personele gereedheid en de geoefendheid van de krijgsmacht in samenhang met de bijbehorende ondersteuning worden versterkt. Defensie neemt een reeks maatregelen van uiteenlopende aard, die tevens ten goede komen aan de inzetbaarheid van de krijgsmacht voor missies in het kader van de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De beoogde investeringen zijn immers evenzeer van belang met het oog op de situatie aan de zuidgrenzen van het Navo-verdragsgebied, in het bijzonder de opkomst van ISIS en andere terroristische en extremistische groeperingen. Conflictbeslechting en -preventie doen ertoe. De veiligheid in eigen land is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkelingen in de wereld om ons heen.
-
-
-
•De voorraden reservedelen en munitie worden verhoogd. De onderhoudscapaciteit wordt uitgebreid. Daarmee wordt beoogd de eerder gerapporteerde beperkingen op het gebied van de beschikbaarheid van materieel de komende jaren steeds verder te verkleinen en dus de voorwaarden voor de geoefendheid van de krijgsmacht te verbeteren.
-
-
-
-
•Het groeiende beroep op de krijgsmacht en de grote diversiteit van inzet, evenals de kortere reactietijden, trekken onmiskenbaar een wissel op het personeel en de vredesbedrijfsvoering van Defensie. Om het hoofd te bieden aan de veranderde omgevingseisen, vergroot Defensie het personele aanpassings- en absorptievermogen van de krijgsmacht. Hierdoor kan bijvoorbeeld, met behulp van reservisten, een tijdelijke behoefte aan gespecialiseerd personeel worden opgevangen.
-
-
-
-
•Er komt extra capaciteit om de opleiding en training van operationele eenheden voor snelle inzet, ook bij hogere geweldsniveaus, te verbeteren.
-
-
-
-
•De operationele aansturing en de ondersteuning van de krijgsmacht worden op onderdelen, zoals verwerving, onderhoud en IT, versterkt.
-
De geleidelijke opheffing van een belangrijk deel van de beperkingen en knelpunten in de materiële gereedheid (Kamerstukken 33 763, nr. 57 en nr. 74) zal de komende jaren leiden tot een wezenlijke verbetering van de basisgereedheid en de inzetbaarheid van de krijgsmacht. De inzetbaarheidsdoelstellingen, zoals opgenomen in de nota «In het belang van Nederland» blijven in deze begroting ongewijzigd.
2. Verdere verdieping van internationale defensiesamenwerking
Om dreigingen en risico’s het hoofd te kunnen blijven bieden, is verdere verdieping van de defensiesamenwerking noodzakelijk. Hiermee kunnen de inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht worden versterkt en kunnen ontbrekende capaciteiten worden gecompenseerd. Duitsland en Nederland zijn voornemens de 43e Gemechaniseerde Brigade in Havelte te integreren in een Duitse pantserdivisie. Daarbij integreert Duitsland een tankbataljon in de Nederlandse brigade en levert Nederland het personeel voor een compagnie van dit Duitse tankbataljon. Als onderdeel van deze samenwerking zal Nederland de laatste zestien resterende Leopard 2A6 tanks inbrengen. Met deze grensverleggende manier van samenwerken beschikken Nederland en Duitsland straks over een volledig geïntegreerde operationele gevechtsbrigade met pantserinfanterie, tanks en andere capaciteiten. Beide landen kunnen individueel besluiten over de inzet van capaciteiten.
De samenwerking laat zien dat Duitsland en Nederland serieus werk maken van het streven naar de verdere versterking van de Europese defensiecapaciteiten. Daarmee wordt tevens een grotere bijdrage geleverd aan de Navo. Ook past deze samenwerking bij het toegenomen belang van de collectieve verdediging van het bondgenootschappelijk grondgebied en bij de geruststellende maatregelen voor de oostelijke bondgenoten. In dat kader zal Defensie de contacten intensiveren met de Baltische staten en Polen in het bijzonder. Zo zal Nederland militairen leveren voor de NATO Force Integration Units in elk van deze landen. Met Estland is er al samenwerking op het gebied van de CV-90 pantservoertuigen die aan dat land zijn verkocht. Verder zal Defensie vaker in deze landen gaan oefenen.
Ook met andere landen wordt, zoals bekend, op tal van terreinen intensiever samengewerkt. Zo zal de gezamenlijke luchtruimbewaking in Benelux-verband, na parlementaire instemming in de drie landen, eind 2016 van start gaan. De operationele test- en evaluatiefase van de F-35 wordt in 2016 voortgezet samen met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië. Met Frankrijk is er een intensieve samenwerking in het kader van de VN-operatie in Mali. Defensie is met Noorwegen in gesprek over samenwerking bij de vervanging van de onderzeeboten. Samen met de Baltische staten, Denemarken, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van de Joint Expeditionary Force (JEF). Dit najaar ontvangt de Kamer een uitgebreid overzicht van de internationale militaire samenwerking, in de jaarlijkse rapportage.
EU-voorzitterschap 2016
In de eerste helft van 2016 heeft Nederland voor de twaalfde keer het voorzitterschap van de EU in handen. Anders dan in 2004 vervult Nederland dit keer een dienende rol op het terrein van het buitenlands- en veiligheidsbeleid. Sinds de inwerkingtreding van het verdrag van Lissabon in 2009 bepaalt de Hoge Vertegenwoordiger immers in hoge mate de agenda en zit zij de vergaderingen voor. De sterk veranderende internationale veiligheidssituatie vraagt om een steviger Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). De agenda van de Hoge Vertegenwoordiger zal in 2016 voor een groot deel bestaan uit het voltooien van een nieuwe, brede externe EU-strategie. Deze strategie moet de EU in staat stellen haar ambities, prioriteiten, institutionele capaciteiten, instrumenten en financiële middelen beter op elkaar af te stemmen. Een verdere verdieping van de Europese defensiesamenwerking is hierbij onontbeerlijk. Een sterker GVDB is in het belang van de Unie, de Navo én de individuele landen. Nederland wil voorstellen presenteren die defensiesamenwerking minder vrijblijvend maken, bijvoorbeeld door het versterken van onderlinge peer pressure en het monitoren van defensiebudgetten. De samenwerkingsverbanden tussen bijvoorbeeld Nederland en Duitsland en de Benelux-landen kunnen hierbij als goede voorbeelden dienen. Tot slot wil Nederland ook de nationale parlementen beter betrekken bij het GVDB om zo de besluitvorming over snel inzetbare eenheden, maar ook over Europese defensiesamenwerking in brede zin, te verbeteren. Defensie zal hiertoe de Eerste en Tweede Kamer ondersteunen bij de inhoudelijke organisatie van een interparlementaire conferentie.
3. Vernieuwing in het operationele domein en de ondersteuning
Defensie investeert in de toekomstbestendigheid van de krijgsmacht. Hiervoor worden instandhoudingsprogramma’s uitgevoerd, vervangingsinvesteringen gedaan, nieuwe technieken benut en nieuwe wapensystemen aangeschaft. De krijgsmacht moet steeds sneller innoveren om opgewassen te blijven tegen de veiligheidsuitdagingen en om effectief te kunnen inspelen op technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Voldoende investeringsbudget, aanpassingsvermogen in het operationele domein en de ondersteuning, vooraanstaande kennispartners, samenwerking met het bedrijfsleven en ook samenwerking in de eigen organisatie zijn voor het innovatieve vermogen van Defensie van wezenlijk belang. Defensie ontplooit het komende jaar vooral initiatieven om kleinschalige innovatie dichtbij de werkvloer aan te jagen en dus de ruimte te geven. Een voorbeeld is het Innovatiecentrum Air van het CLSK, waar actief wordt gezocht naar innovaties. De extra middelen in deze begroting worden voorts gebruikt om de kennisbasis van de krijgsmacht gericht te versterken en om belangrijke investeringen, met inbegrip van enkele midlife updates, de komende jaren te kunnen uitvoeren. Ook voor het investeringsbudget geldt dat de ambities moeten aansluiten bij de beschikbare middelen. Dit leidt tot keuzes.
Investeringen
Om de stijgende lijn van het gerealiseerde investeringspercentage te kunnen doortrekken, zijn twee zaken van belang. Ten eerste moet voldoende investeringsbudget beschikbaar zijn. Ten tweede moet de hele verwervingsketen (van behoeftestelling tot overeenkomst) in staat zijn om het beschikbare budget aan te wenden voor investeringsprojecten.
In 2016 is, na herschikkingen, voldoende budget beschikbaar voor de uitvoering van de investeringsplannen. Op grond van het beschikbare budget bedraagt de geraamde investeringsquote voor 2016 18 procent. Zoals bekend, kampt Defensie al jaren met onderrealisatie. Ook voor 2016 is een onderrealisatie van enkele procentpunten mogelijk. Het budget kan meeschuiven naar volgende jaren. Investeringen worden dan niet geschrapt. Dit is dringend nodig, aangezien de investeringsbehoefte voor alle benodigde vernieuwingen en vervangingen de komende vijftien jaar groter is dan het beschikbare budget. Overeenkomstig de motie-Hachchi c.s. (Kamerstuk 34 200-X, nr. 11) worden in deze begroting de grootste projecten en plannen die ten grondslag liggen aan de uitgaven en verplichtingen toegelicht (artikel 6 Investeringen krijgsmacht). Daarbij worden de risico’s voor de realisatie van deze investeringen beschreven. Het betreft bijvoorbeeld de tijdige en kwalitatief juiste levering door leveranciers, tijdige (inter)nationale besluitvorming en de voortgang bij partnerlanden. Voorts zijn in de brief over de ontwikkeling van het investeringspercentage van 2 juli 2014 de initiatieven uiteengezet (Kamerstuk 33 750-X, nr. 68) om het investeringspercentage te herstellen. De resultaten moeten de komende jaren merkbaar worden. In het kader van financiële duurzaamheid voert Defensie voorts de levensduurbenadering in, waardoor de samenhang tussen investeringen en exploitatie wordt versterkt.
In 2016 werkt Defensie onder meer aan de volgende projecten:
-
-
-
•In 2016 zal Defensie een eerste aanbetaling doen voor de acht F-35 toestellen die in 2019 worden geleverd. Het betreft investeringen ter voorbereiding op de productie en voor onderdelen met een lange levertijd voor de eerste acht toestellen (Kamerstuk 26 488, nr. 369).
-
-
-
-
•Defensie investeert in raketverdediging door de SMART-L radars aan boord van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) te moderniseren. Hierdoor beschikt Defensie vanaf 2019 over de capaciteit om ballistische raketten ook op zeer grote afstand te detecteren en ze gedurende de hele baan - ook buiten de atmosfeer - te volgen.
-
-
-
-
•Op dit moment is Defensie met het project Cyber bezig om een aantal kerngebieden te versterken. Het betreft onder andere het ontwikkelen van operationele cybermiddelen, zoals cyberwapens (weaponized software), en het doorontwikkelen van het inlichtingenvermogen.
-
-
-
-
•In het kader van de versterking van de slagkracht van de krijgsmacht vult Defensie diverse kapitale munitiesoorten aan, waaronder precision guided munition voor de pantserhouwitser, MK-48 torpedo’s voor de onderzeeboten en SM-2 geleide raketten voor de LC-fregatten.
-
Ten opzichte van de defensiebegroting 2015 zijn diverse projecten herschikt in het investeringsplan. Planning en ambitie van investeringen moeten immers binnen de beschikbare financiële kaders worden gebracht. Hierdoor sluiten de omvangrijke projecten vervanging en modernisering Chinook, Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) en Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) beter aan op de verwachte of gewenste realisatie. Andere projecten waaronder MALE UAV, het licht indirect vurend wapensysteem (LIVS) en de beschermingspakketten van het infanterie gevechtsvoertuig en de Capability Upgrade Elektronische Oorlogsvoering (CUP EOV) worden vertraagd. Gedurende de begrotingsperiode hoeven geen werkzaamheden voor projecten in realisatie te worden gestaakt of onderbroken. Voor de projecten in uitvoering is budget voorzien in de plannen. Dit bevordert de rust in het planproces en de realisatie daarvan. Een overzicht van de wijzigingen is opgenomen bij artikel 6 Investeringen krijgsmacht.
Het aanjagen van «kleinschalige» innovatie
Defensie investeert in kennisopbouw, technologieontwikkeling en de versterking van het innovatieve vermogen. Defensie heeft een goede reputatie op het gebied van structurele kennisopbouw en geplande innovatie, zeker als het gaat om de invoering van nieuwe hoofdwapensystemen en basiscomponenten zoals sensorsystemen («grootschalige» innovatie). Gelet op het groeiende tempo waarmee technologische en maatschappelijke ontwikkelingen zich voltrekken, is echter ook specifieke aandacht nodig voor het omgaan met en inspelen op kort-cyclische, «kleinschalige» innovaties. Met het oog hierop zal Defensie het komende jaar initiatieven ontplooien om kleinschalige innovatie die dichtbij de werkvloer ontstaat mogelijk te maken, zoals het in kaart brengen van obstakels voor innovatie en deze wegnemen. Op verschillende plekken wordt, zoals bekend, nu al actief gewerkt aan het verhogen van het innovatieve karakter van de defensieorganisatie, kleinschalig en grootschalig. Zo heeft het CLAS een specifieke entiteit opgericht, gekoppeld aan het Land Warfare Centre van het Opleidings- en trainingscommando in Amersfoort, die is belast met samenwerking en contacten met de industrie en kennisinstituten volgens de geïntroduceerde Concept Development and Experimentation (CD&E)-werkwijze. Voorts wordt geld vrijgemaakt voor het vergroten van het probleemoplossend vermogen van Defensie. Daarbij richt Defensie zich op het versterken van samenwerking in de organisatie en op versteviging van de samenwerkingsverbanden met kennisinstellingen en het bedrijfsleven. De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is daarvoor een aansprekend instrument, dat vooral wordt ingezet om innovatieve productontwikkeling bij het midden- en kleinbedrijf te stimuleren. Defensie neemt, voor de inmiddels achttien goedgekeurde projectvoorstellen, de helft van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Tot slot is het terugdringen van regeldruk een belangrijk uitgangspunt voor het realiseren van een grotere wendbaarheid van de organisatie. Minder regels moeten leiden tot meer handelingsruimte voor commandanten en medewerkers om het beste uit mens en organisatie te halen.
Informatietechnologie bepalend voor slagkracht
Een wereld zonder IT is in betrekkelijk korte tijd ondenkbaar geworden. De snelheid waarmee de technologie zich ontwikkelt en verspreidt, heeft grote invloed op het optreden van Defensie. Iedereen wordt met iedereen verbonden en de hoeveelheid gegevens groeit exponentieel. IT is niet langer een hulpmiddel maar een kerncapaciteit, een hoofdwapensysteem dat bepalend is voor de slagkracht: wie de nieuwe technologische mogelijkheden op dit vlak het beste inzet, wint.
Het tempo waarin de technische mogelijkheden moeten worden ingepast, gaat snel omhoog. De tijd van langjarige, allesomvattende IT-projecten is definitief voorbij. Defensie richt daarom nadrukkelijk de blik naar buiten. Kort-cyclisch innoveren is het devies. De innovatiekracht van de markt is enorm. Hiervan wil Defensie, onder eigen regie, maximaal gebruik maken. In die samenwerking moet Defensie flexibel zijn, goed weten wat er te koop is en voor elk deelgebied de beste aanbieder selecteren. Blijvend oriënteren en selecteren is dan nodig; de beste aanbieder voor de technologie van morgen is nu nog niet bekend.
Om de veranderingen samenhangend te besturen is een raamwerk nodig. Dat raamwerk, in de vorm van het High Level IT-ontwerp (Kamerstuk 31 125, nr. 57), is inmiddels opgeleverd. Op basis hiervan gaat de vernieuwing van de IT van start. Overeenkomstig de bevindingen van de commissie-Elias gebeurt dit stap voor stap. Defensie trekt daar ten minste vijf jaar voor uit.
Cyber
Digitale middelen zijn inmiddels een onmisbaar onderdeel van het militaire optreden. De digitalisering van de samenleving en de ingrijpend veranderde veiligheidscontext hebben ook vergaande gevolgen voor het inlichtingenwerk. Een speerpunt van de in 2015 geactualiseerde Defensie Cyber Strategie (Kamerstuk 33 321, nr. 5) is het versterken van het inlichtingenvermogen in het digitale domein. De wijziging van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv), waarmee het technologisch achterhaalde onderscheid tussen kabelgebonden en niet-kabelgebonden interceptie wordt opgeheven, is een belangrijke stap voorwaarts voor de nationale (digitale) veiligheid, en zo ook voor de veiligheid van uitgezonden eenheden. In 2016 zal het wetgevingstraject worden voortgezet, waarna de nieuwe Wiv aan de Kamer kan worden aangeboden.
4. Personeel
Militairen en burgers vormen het hart van de defensieorganisatie en zijn daarmee het belangrijkste kapitaal van Defensie. Met de onderhandelaarsovereenkomst tussen overheidswerkgevers en vakcentrales van 10 juli 2015 is in 2015 en 2016 een loonruimte van 5,05 procent gecreëerd. Defensie gaat met de vakbonden om tafel om gezamenlijk te besluiten over de manier waarop de bovensectoraal gemaakte afspraken worden uitgewerkt. Met het oog op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, de veranderende wensen van het arbeidspotentieel en het betaalbaar houden van het stelsel blijft het voorts noodzakelijk dat Defensie het personeelsbeleid voor de komende jaren aanpast. Hiertoe is op 28 oktober 2014 de agenda van de toekomst voor het personeelsbeleid naar de Kamer gestuurd (Kamerstuk 33 750-X, nr. 45). Deze meerjarige agenda vormt de leidraad voor de personeelsbeleidsagenda.
In het kader van flexibiliteit zet Defensie in 2016 concrete stappen in de intensivering van het reservistenbeleid. Daartoe worden 35 pilots uitgevoerd bij de verschillende defensieonderdelen. Hierbij gaat het niet alleen om volume, maar ook om de vraag op welke terreinen reservisten worden ingezet. Daarnaast worden in 2016 de instrumenten loopbaanbegeleiding en Management Development in ruimere mate beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van het burgerpersoneel. Om de talentontwikkeling van militairen en de sturingsmogelijkheden voor een evenwichtige personeelsopbouw verder te versterken, zal Defensie in overleg met de centrales van overheidspersoneel het flexibel personeelssysteem doorontwikkelen. Hierover zijn in het eerste deelakkoord met vakcentrales al concrete afspraken gemaakt (Kamerstuk 34 000-X, nr. 77). Onderdeel van de verdere ontwikkeling van het personeelssysteem is een nieuwe diensteinderegeling voor militairen. Deze zal vorm krijgen binnen de maatschappelijke context van de verhoging van de AOW-leeftijd en de bijzondere context van de operationele inzet. In het verlengde van de nieuwe diensteinderegeling wil Defensie voor militairen een pensioenstelsel inrichten dat fiscaal zuiver, robuust en beheersbaar is en nauw aansluit bij het personeelssysteem van Defensie en het verloop van de militaire loopbaan.
In 2016 wordt ook verder gewerkt aan een nieuw functiegebouw voor Defensie, dat in 2017 wordt ingevoerd. Het nieuwe functiegebouw helpt zowel de medewerker als de defensieorganisatie bij het beter vormgeven van de loopbaan en is daarmee belangrijk voor de doorontwikkeling van het flexibel personeelssysteem en het loopbaanbeleid van burgerpersoneel.
Defensie intensiveert in 2016 de samenwerking met de regionale opleidingscentra (ROC’s). Hierdoor wordt een landelijk en regionaal dekkend opleidingsaanbod gegarandeerd waarbij elk betrokken ROC een «Centrum voor Excellent Onderwijs» ontwikkelt in een afgesproken vakrichting. Ook wordt de samenwerking met het wetenschappelijk onderwijs en het hoger beroepsonderwijs in 2016 verder versterkt. Hierbij gaat het om instroom- en bijscholingstrajecten en afspraken over stageplekken. Door de uitvoering van het sectorplan «Defensie en Politie» krijgen om- en bijscholing en de begeleiding van werk naar werk een extra impuls.
De erkenning en waardering van veteranen en de bijzondere zorg behouden in 2016 onverminderd de aandacht. Eind 2016 zal de evaluatie Veteranen worden opgeleverd.
In 2016 worden verder de maatregelen voor verder ontwikkelen van de bedrijfsveiligheid bij Defensie uitgevoerd. Zo stapt Defensie begin 2016 over naar een nieuw rantsoensysteem, waarbij de voeding voor militairen per type missie beter aansluit bij de fysieke en klimatologische omstandigheden. Hiermee waarborgt Defensie een veilige (operationele) taakuitvoering binnen de hiervoor gestelde (wettelijke) kaders ter bescherming van het personeel.
In 2016 blijft de inspanning gericht op voldoende instroom van lastig te werven personeel. Door het instroomproces verder te verbeteren tracht Defensie het rendement van de wervingsinspanningen te vergroten. Daarnaast blijft Defensie aandacht besteden aan de doorstroom en het behoud van schaars personeel.
Defensie besteedt de komende jaren in het bijzonder aandacht aan het binden van cyberprofessionals. Om in het digitale domein succesvol te zijn, is diepgaande en specifieke kennis onontbeerlijk. Vanwege de schaarste aan specialisten op de arbeidsmarkt zijn concurrerende werving en flexibele omgang met aanstellingseisen noodzakelijk. De Agenda voor de toekomst van het personeelsbeleid bij Defensie (Kamerstuk 33 750-X, nr. 45) dient hierbij zoveel mogelijk als uitgangspunt.
5. Versterking van de financiële duurzaamheid
Het doel van financiële duurzaamheid is om op grond van transparante informatie te komen tot een realistisch en beheerst evenwicht tussen doelstellingen, capaciteiten en middelen en daarmee tot een (ook op lange termijn) betaalbare krijgsmacht. Goed inzicht in de kosten van investeringen in en exploitatie van wapensystemen, van vastgoed, IT en personeel is dan een basisvoorwaarde. In het kader van het groeitraject «financiële duurzaamheid» werkt Defensie aan het verbeteren van de ramingssystematiek en het structureel verankeren van de levensduurbenadering in de informatiesystemen. Concrete voorbeelden van reeds genomen maatregelen zijn het meerjarig uitvoeren van inflatiecorrecties (ongeacht of er sprake is van toekenning van prijsbijstelling door het kabinet), de toepassing van een ongelimiteerde eindejaarsmarge voor investeringen en het opnemen van het financieel overzicht wapensystemen in de begroting. Daarnaast versterkt Defensie in 2016 het risicomanagement bij projecten en de interne controlfunctie, overeenkomstig het advies van het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) naar wapensystemen. In het najaar van 2015 ontvangt de Kamer een brief over de stand van zaken van het plan «Inzicht in uitgaven en kosten van wapensystemen» (Kamerstuk 33 763, nr. 27). Het eerder genoemde onderzoek naar de ontwikkeling van materieel- en munitieprijzen in relatie tot de te ontvangen prijsbijstelling en de omgang met valutakoerswisselingen is vanuit oogpunt van financiële duurzaamheid eveneens van belang.
De levensduurbenadering voor investeringen in wapensystemen
De levensduurbenadering helpt Defensie om investeringen en exploitatie beter in samenhang en over een langere termijn te kunnen bezien. Door verbeterd inzicht in risico’s, de fasering van projecten en budgettaire problematiek en ruimte, kunnen keuzes voor investeringen binnen de beschikbare financiële kaders beter tegen elkaar worden afgewogen. Een goed functionerende verwervingsketen, alsmede rust in de planvorming en in de uitvoering, zijn voorts belangrijke voorwaarden voor een duurzame organisatie. Vanuit het oogpunt van doelmatigheid moeten ook de kosten en baten van alternatieven en mogelijke schaalvoordelen van internationale materieelsamenwerking steeds weer goed tegen elkaar worden afgewogen.
Het structureel verankeren van de levensduurbenadering in de informatiesystemen is complex. De Kamer zal de komende jaren door middel van de aansluitingstabel en het financieel overzicht wapensystemen geïnformeerd blijven over de geraamde uitgaven voor de wapensystemen met het grootste financiële beslag. In bijlage 4.2 van deze begroting is het geactualiseerde financieel overzicht van wapensystemen opgenomen, conform de bijlage bij de nota «In het belang van Nederland». Daarbij wordt tevens de aansluiting op de begrotingsindeling weergegeven.
VOORZIENE INZET VAN DE KRIJGSMACHT IN 2016
De inzet van de krijgsmacht zal in 2016 onder meer gericht zijn op de strijd tegen ISIS, met vier operationele F-16’s (met ongeveer 200 militairen) en 130 trainers voor de Iraakse en Koerdische strijdkrachten in Bagdad en in Noord-Irak. Onder voorbehoud van politieke besluitvorming zal België de Nederlandse inzet vanaf juli 2016 overnemen voor de duur van een jaar. Het verlengde mandaat van de Nederlandse militaire bijdrage aan de VN-missie in Mali, MINUSMA, voorziet binnen de bredere geïntegreerde benadering, in voortzetting van de huidige bijdrage van ongeveer 450 militairen tot eind 2016. Verder levert Nederland in 2016 een bijdrage aan de missie Resolute Support in Afghanistan voor de training, opleiding en advisering van Afghaanse veiligheidstroepen. Een besluit over voortzetting van de Nederlandse bijdrage aan de EU-operatie Atalanta tegen piraterij in de Hoorn van Afrika in 2016 is voorzien voor de tweede helft van 2015. Ook blijft Defensie Vessel Protection Detachments (VPD’s) inzetten ter bescherming van de koopvaardij. In 2016 wordt een aantal kleine bijdragen aan missies in Afrika en het Midden-Oosten voortgezet. Zo is de bijdrage aan de European Union Training Mission (EUTM) in Somalië verlengd tot het einde van 2016 en loopt de United Nations Mission in the Republic of South Sudan (UNMISS) tot maart 2016. Daarnaast zijn in 2015 de Nederlandse bijdragen aan de Capacity Building Mission Iraq (CBMI) en de European Union Military Advisory Mission Central African Republic (EUMAM CAR) aangevangen. In artikel 1 (Inzet) is een overzicht van de «kleinschalige» bijdragen aan missies opgenomen.
Nederland levert in 2016 een uitgebreide bijdrage aan de vernieuwde NATO Response Force (NRF). De Nederlandse eenheden die in 2015 deel uitmaakten van de interim-VJTF van de NRF zijn ook in 2016 beschikbaar gesteld, zij het met een langere reactietijd. Deze eenheden maken dan deel uit van de landcomponent van de Initial Follow-on Forces Group (IFFG). De bijdrage aan de IFFG omvat een brigadestaf, een luchtmobiel infanteriebataljon en (gevechts)ondersteuning. Daarnaast levert Nederland in 2016 een amfibische taakgroep voor de maritieme component van de IFFG. Deze taakgroep bestaat uit een maritieme staf, een Marine Combat Group met (gevechts)ondersteuning, twee Cougar-helikopters, één NH90-helikopter, twee (amfibische) transportschepen, twee fregatten, twee mijnenjagers en een hydrografisch opnamevaartuig. Een deel van de schepen vaart in 2016 enkele periodes mee in de staande Navo-vlootverbanden. Tot slot levert Nederland in 2016 samen met België een Special Operations Maritime Task Group aan het Special Operations Component Command van de Navo.
Nederland levert in de tweede helft van 2016 een bijdrage aan de EU Battlegroup. De Nederlandse bijdrage bestaat uit twee pantserinfanteriecompagnieën en een verkenningspeloton. De compagnieën beschikken over gevechtssteun (genie en vuursteun) en logistieke ondersteuning, waaronder een role 2 medische faciliteit. Ook levert Nederland twee Chinook-transporthelikopters. Voorts zal een aantal stafofficieren deelnemen aan het Force Headquarters (FHQ) en aan het Multinational Joint Headquarters in het Duitse Ulm dat voor deze EU Battlegroup de rol van Operational Headquarters (OHQ) vervult.
Eind 2015 zal de Kamer, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg over de voorjaarsbijeenkomst van de Navo-defensieministers op 16 juni 2015, een brief ontvangen over de Nederlandse bijdrage aan snelle reactiemachten in 2016.
Financiële gevolgen
In de onderstaande tabel staan de mutaties ten opzichte van de vastgestelde begroting 2015 (in de bijlage 4.1 verdiepingshoofdstuk is dit nader uitgewerkt).
TOTAAL DEFENSIE (bedragen x € 1 miljoen)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Standen ontwerpbegroting 2015 incl NvW
7.787,8
8.000,4
7.996,8
8.025,4
7.958,6
7.913,5
7.880,1
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
-
-6,6
165,6
61,6
72,2
94,5
73,7
Stand voorjaarsnota 2015
7.787,8
7.993,8
8.162,4
8.087,0
8.030,8
8.008,0
7.953,8
Belangrijkste mutaties
1 Budgetoverheveling tussen departementen
0,3
4,0
4,0
3,9
3,9
3,8
-
2.Kasschuif SBK en wachtgelden
33,0
-
-16,0
-
-10,0
-
-7,0
-
3.Kasschuif IT
10,0
-
-10,0
-
4.Doorwerking ontvangsten
-
-48,9
-
-13,2
9,8
-
-32,6
49,3
-
5.Verhogen Defensiebudget ten behoeve van het versterken van de basisgereedheid van de krijgsmacht
220,0
245,0
270,0
295,0
345,0
-
6.Verhoging Budget Internationale Veiligheid
60,0
60,0
60,0
60,0
60,0
-
7.Verlenging crisisbeheersingsoperaties
-
-26,5
26,5
-
8.Harmonisatie investeringsplan
-
-200,0
75,0
125,0
Standen ontwerpbegroting 2016
7.787,8
7.967,6
8.234,0
8.415,8
8.433,5
8.449,3
8.394,9
1. Budgetoverheveling tussen departementen
Het betreft onder meer de budgetoverheveling door de herverdeling van de eenheidsprijzen door het RVB.
2/3. Kasschuiven (SBK en wachtgelden en IT)
Door kasschuiven wordt een risico op de IT exploitatie in 2016 af gedekt en worden de pieken in de personele exploitatie (SBK) gelijkmatiger verdeeld over de begrotingsjaren. De kasschuif IT is verwerkt op artikel Nominaal en onvoorzien en de kasschuif SBK op het artikel Centraal apparaat.
4. Doorwerking ontvangsten
Het uitgavenkader wordt aangepast door bijgestelde ontvangsten. De wijzigingen in de ontvangsten betreffen de neerwaartse bijstelling van de verkoopopbrengsten van groot materieel onder meer door het uit de verkoop halen van negen Cougars vanwege het invullen van de helicopter capability cap en het langer aanhouden van de Gulfstream.
5. Verhogen Defensiebudget ten behoeve van het versterken van de basisgereedheid van de krijgsmacht
Het kabinet heeft besloten tot verhoging van het budget van Defensie ten behoeve van het verhogen van de basisgereedheid van de krijgsmacht. Hiervoor is een bedrag beschikbaar van € 220 miljoen, oplopend naar € 345 miljoen structureel.
6. Verhoging Budget Internationale Veiligheid
Het kabinet heeft besloten tot een structurele verhoging van het Budget Internationale Veiligheid ten behoeve van crisisbeheersingsoperaties.
7. Verlenging crisisbeheersingsoperaties
Ruimte in 2015 wordt ingezet voor de verlenging van lopende crisisbeheersingsoperaties in 2016.
8. Harmonisatie investeringsplan
Om de budgetten en de investeringsplannen beter op elkaar aan te laten sluiten is een deel van het investeringsbudget uit 2016 verschoven naar de jaren 2018 en 2019.
Inzetbaarheidsdoelstellingen Defensie
Vanaf 2016 is de krijgsmacht inzetbaar voor:
-
-
-
1.De verdediging van het eigen en het bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief de Caribische delen van het Koninkrijk, zo nodig met alle beschikbare middelen. Deze taak wordt in bondgenootschappelijk verband uitgevoerd. In dat kader kan ook de Navo een beroep doen op Nederland.
-
-
-
-
2.De deelneming aan operaties wereldwijd ter bevordering van de internationale stabiliteit en rechtsorde, voor noodhulp bij rampen en humanitaire crises en voor de bescherming van de belangen van het Koninkrijk. Deze operaties worden meestal in internationaal verband uitgevoerd, waarbij bijdragen van verschillende partners in samengestelde eenheden worden geïntegreerd. In dat kader kan de krijgsmacht de volgende bijdragen leveren:
-
-
-
•Op land: Eenmalig een samengestelde taakgroep van brigadeomvang of langdurig een samengestelde taakgroep van bataljonsomvang. Naast de langdurige inzet van een bataljonstaakgroep kunnen gedurende kortere tijd een tweede bataljonstaakgroep en langere tijd kleinere bijdragen worden ingezet (inclusief de presentie in het Caribisch gebied).
-
-
-
-
•Op en vanaf zee: Eenmalig een maritieme taakgroep van vijf schepen of langdurig twee schepen afzonderlijk, waarbij vloot en mariniers geïntegreerd optreden.
-
-
-
-
•In de lucht: Tot de vervanging van de F-16 - voorzien in 2023 - eenmalig een groep van acht jachtvliegtuigen of langdurig een groep van vier jachtvliegtuigen. Na de vervanging van de F-16 - voorzien in 2023 - eenmalig of langdurig een groep van vier jachtvliegtuigen. Helikopters ondersteunen het optreden op land en zee.
-
-
-
-
•Speciale operaties: Langdurige deelneming van compagniesomvang aan een joint taakgroep Special Forces.
-
-
-
-
•Cyberoperaties: defensieve en offensieve cybertaken evenals inlichtingenvergaring.
-
-
-
-
•Nichecapaciteiten (naast Special Forces en offensieve cybercapaciteit): onderzeeboten, het Duits-Nederlandse Legerkorpshoofdkwartier, Luchttransport, Air-to-Air Refuelling, Patriots en het Civil-Military Interaction commando.
-
Al deze vormen van inzet zijn inclusief ondersteunende eenheden, zowel de gevechtsondersteuning (combat support) als de logistieke ondersteuning (combat service support). Vooral voor logistieke ondersteuning kan een beroep worden gedaan op internationale partners. Andersom is de ondersteuning van internationale partners door onze krijgsmacht eveneens mogelijk. De inzet van afzonderlijke modules van ondersteunende capaciteiten is ook een optie.
-
-
-
-
3.Het bijdragen aan de nationale veiligheid onder civiel gezag. In dat kader levert de krijgsmacht de in wettelijke en interdepartementale afspraken vastgelegde bijdragen. Het gaat hierbij om:
-
-
-
•De uitvoering van structurele nationale taken zoals de politietaken van de Koninklijke Marechaussee, de beveiliging van het Nederlandse luchtruim met jachtvliegtuigen, de coördinatie van en de bijdrage aan de Kustwacht Nederland evenals de hydrografische taak;
-
-
-
-
•Het samen met veiligheidspartners kunnen optreden tegen digitale bedreigingen en aanvallen (cybercapaciteit);
-
-
-
-
•Militaire bijstand en steunverlening bij handhaving van de rechtsorde, de openbare orde en veiligheid, in het bijzonder met de in de ICMS-catalogus gegarandeerde capaciteiten;
-
-
-
-
•Militaire bijstand bij de bestrijding van terrorisme, rampen en crises - zo nodig met alle op dat moment beschikbare eenheden.
-
-
-
-
-
4.Een permanente militaire presentie in het Caribisch gebied, zowel voor de verdedigingstaak (zie doelstelling 1) als voor de ondersteuning van lokale en regionale civiele autoriteiten (zie doelstelling 3, in het bijzonder de ondersteuning van de Kustwacht, de regionale drugsbestrijding, de politietaken van de Marechaussee en het beteugelen van woelingen). De permanente presentie bestaat uit een vaste3 compagnie van het CZSK en een roulerende compagnie van het CLAS, een bootpeloton, een groot bovenwaterschip, een ondersteuningsschip en een brigade Marechaussee. Als de situatie dit vereist, kan de militaire presentie in het Caribisch gebied worden vergroot. Dit zal dan wel ten koste gaan van de overige inzetmogelijkheden.
-
Overzicht beleidsdoorlichtingen
Op verzoek van de Tweede Kamer is de defensiebegroting ingericht naar organisatieonderdelen in plaats van beleidsartikelen. Beleidsartikelen zijn normaal gesproken het aanknopingspunt voor beleidsdoorlichtingen. Beleid heeft bij Defensie vaak betrekking op meer organisatieonderdelen. Een beleidsdoorlichting van een beleidsthema kan daardoor delen van de verschillende begrotingsartikelen bevatten. Zo worden per beleidsdoorlichting alle gerelateerde defensieuitgaven verantwoord. De programmering van de beleidsdoorlichtingen is ondanks de afwijkende ordening van de begroting - conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek - dekkend. Dat wil zeggen dat beleidsdoorlichtingen voor alle beleidsthema’s binnen de gestelde termijn van zeven jaar zijn gepland.
In elke beleidsdoorlichting wordt aandacht besteed aan de behaalde (maatschappelijke) effecten. Verantwoording van verrichte activiteiten en geleverde prestaties staat centraal. Indien hierbij de causale relatie tussen de defensie-inzet en de beoogde effecten niet kan worden aangetoond, wordt zo mogelijk ingegaan op de plausibiliteit van een relatie tussen defensie-inzet en de beoogde effecten. Ten slotte wordt in de beleidsdoorlichting op meerdere jaren teruggekeken, waarbij periodieke en tussentijdse evaluaties als bouwstenen kunnen worden gebruikt.
Beleidsdoorlichtingen
Planning
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Artikel/Operationele doelstelling
Artikel 1; Inzet
Budget Internationale Veiligheid
X
Artikel 2; CZSK
Wijziging samenstelling Koninklijke marine (2005)
X
Artikel 3; CLAS
Nationale veiligheid:
X
Samenwerking met civiele partner
Omvorming 13 gemechaniseerde brigade
X
Artikel 4; CLSK
Vorming joint Defensie Helikopter Commando
X
Artikel 5; CKmar
Artikel 6; Investeringen krijgsmacht
IBO Wapensystemen 2015, incl.
professionalisering inkoop
X
Artikel 7; Ondersteuning krijgsmacht door DMO
IBO Wapensystemen 2015, incl.
professionalisering inkoop
X
Artikel 8; Ondersteuning krijgsmacht door CDC
Flexibel Personeelssysteem
V
V = afgehandeld
X = in uitvoering of in planning
Omdat de begroting van Defensie is ingedeeld op grond van organisatiedelen en niet, zoals gebruikelijk bij andere ministeries, naar beleidsmatige thema’s, richt Defensie zich in de verantwoording van het gevoerde beleid op specifieke beleidsonderwerpen of op de verrichte activiteiten. Wijzigingen in de door te lichten onderwerpen leiden daarmee tot wijzigingen van de programmering van de beleidsdoorlichtingen. Wijzigingen kunnen daarnaast het gevolg zijn van een andere prioritering. Vertragingen van doorlichtingen worden in een afzonderlijke brief aan de Kamer gemeld.
Ten opzichte van de begroting 2015 is de programmering als volgt gewijzigd:
-
-
-
-De beleidsdoorlichtingen Defensie Materieel Proces, Veteranenzorg en Basisimplementatie ERP zijn gewijzigd in een evaluatie. Deze evaluaties zullen volgens planning, in 2015, 2016 en 2017 naar de Kamer worden verzonden.
-
-
-
-
-De beleidsdoorlichting Informatiegestuurd optreden KMar verschuift van 2019 naar 2021, omdat er op dat moment naar verwachting een beter beeld bestaat van de werking van IGO.
-
-
-
-
-De beleidsdoorlichtingen «Digitale weerbaarheid en cyber operations» en «Integriteit» komen te vervallen. In plaats daarvan zijn onderstaande twee beleidsdoorlichtingen opgenomen in de planning, die (in de tijd) beter aansluiten op de aangescherpte richtlijn voor het uitvoeren van periodiek evaluatieonderzoek.
-
-
-
-
-De beleidsdoorlichting «Omvorming 13 gemechaniseerde brigade» is toegevoegd in 2019. Uitgangspunt voor deze doorlichting zijn de in de nota «In het belang van Nederland» (Kamerstuk 33 763, nr. 1) gemaakte keuzes voor de omvorming van de 13 gemechaniseerde brigade van de landstrijdkrachten en de daaropvolgende brief over de gevolgen van de begrotingsafspraken 2014 voor Defensie (Kamerstuk 33 763, nr. 7).
-
-
-
-
-De beleidsdoorlichting «IBO Wapensystemen 2015, inclusief professionalisering inkoop» is toegevoegd in 2020. Het eindrapport IBO Wapensystemen, met daarin aanbevelingen om meer bang for the buck te krijgen voor de circa € 30 miljard die Defensie de komende 15 jaar aan wapensystemen gaat uitgeven, wordt in 2015 naar de Kamer verzonden.
-
In 2016 ontvangt de Kamer de beleidsdoorlichting Budget Internationale Veiligheid.
Garanties en achterborgstellingen
Defensie heeft sinds 2003 een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van defensiepersoneel in het bijzonder voor personeel dat deelneemt aan vredes- en humanitaire operaties. De overeenkomst regelt de verhouding tussen het Ministerie van Defensie en de Vereniging. Het doel hiervan is het wegnemen van belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden door uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen die zijn gekoppeld aan de financiering van een woning.
Bij het sluiten van levensverzekeringen en de vaststelling van de hoogte van de premie is geen rekening gehouden met het verhoogde risico op overlijden in geval van deelname aan militaire missies. Zodra defensiepersoneel met een dergelijke levensverzekering bij een bij de Vereniging aangesloten verzekeraar tijdens deelname aan vredes- en humanitaire missies komt te overlijden, zal binnen de kaders van de overeenkomst - ondanks een eventuele molestclausule - tot uitkering worden gekomen. Dit is van toepassing als de aan de woningfinanciering gekoppelde levensverzekeringen kleiner is dan € 400.000 per situatie. Defensie vergoedt de verzekeraar de helft, zodra die tot uitkering overgaat.
Er wordt uitgegaan van een nulraming. De overeenkomst is potentieel van toepassing op een kleine groep, waarvan de omvang vooraf niet te bepalen is. Er wordt geen aanvullende premie gevraagd aan de uitgezonden defensieambtenaren, er bestaat geen begrotingsreserve. Mocht een beroep worden gedaan op de regeling, dan komt dit ten laste van de defensiebegroting.
De duur van de overeenkomst is vijf jaar met een stilzwijgende verlenging voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van een jaar. De regeling wordt periodiek geëvalueerd. De overeenkomst kent geen plafond.
Garantieregeling «vredes- en humanitaire operaties 2003»
Artikel
(Bedragen x
€ 1.000)
Omschrijving
Uitstaande garantie 2014
Geraamd te verlenen 2015
Geraamd te vervallen 2015
Uitstaande garanties 2015
Garantieplafond 2015
Geraamd te verlenen 2016
Geraamd te vervallen 2016
Uitstaande garanties 2016
Garantie plafond 2016
Totaal plafond
Artikel 8 - Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
Garantie overeenkomst vredes- en humanitaire operaties
0
0
0
0
0
0
0
0
0
n.v.t.
2.2 DE BELEIDSARTIKELEN 2.2.1. Beleidsartikel 1: Inzet
Algemene doelstelling
De krijgsmacht is er voor de verdediging en ter bescherming van (de belangen van) het Koninkrijk, alsmede voor de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde. De krijgsmacht ondersteunt civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de beschikbaarstelling en inzet van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet voor nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.
Beleidswijzigingen
Nederlandse bijdragen aan de volgende operaties/missies zijn aangevangen dan wel verlengd:
-
-
-
•EUTM Somalië (European Union Training Mission, verlengd tot eind 2016);
-
-
-
-
•UNMISS (United Nations Mission in the Republic of South Sudan, verlengd tot maart 2016);
-
-
-
-
•MINUSMA (United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali, verlengd tot eind 2016);
-
-
-
-
•Strijd tegen ISIS in Irak (ATF-ME en CBMI, verlengd tot oktober 2016);
-
-
-
-
•Resolute Support Mission (RSM, Fase 1 verlengd).
-
Verder is in 2015 het budget Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK) structureel verhoogd met € 0,7 miljoen om taken en middelen beter met elkaar in evenwicht te brengen.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 1 Inzet (Bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
263.764
301.477
367.889
318.389
318.389
318.388
318.388
Uitgaven
252.576
301.477
367.889
318.389
318.389
318.388
318.388
waarvan juridisch verplicht
0%
Programma uitgaven
252.576
301.477
367.889
318.389
318.389
318.388
318.388
Opdracht Inzet
-
-Crisisbeheersingsoperaties / Verdeelartikel BIV (HGIS)
228.517
292.251
364.800
315.300
315.300
315.300
315.300
-
-Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht
1.939
3.126
3.089
3.089
3.089
3.088
3.088
-
-Overige inzet
22.120
6.100
0
0
0
0
0
Ontvangsten
11.645
6.707
26.774
32.207
6.707
6.707
6.707
Programma ontvangsten
-
-Crisisbeheersingsoperaties (HGIS)
8.293
6.707
26.774
32.207
6.707
6.707
6.707
-
-Overige inzet
3.352
Toelichting op de instrumenten
Toelichting algemeen
In artikel 1 worden de defensie-uitgaven voor inzet voor internationale veiligheid verantwoord en de uitgaven voor nationale inzet begroot en verantwoord.
De inzet van Defensie voor internationale veiligheid wordt met ingang van 2014 gefinancierd vanuit het Budget Internationale Veiligheid. Uit dit budget kunnen zowel activiteiten in het kader van officiële ontwikkelingshulp (Official Development Assistance; ODA) als non-ODA activiteiten, militair of civiel, worden gefinancierd. Het BIV maakt deel uit van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).
Een gecoördineerde inzet van instrumenten voor diplomatieke, militaire en ontwikkelingssamenwerking is het uitgangspunt voor de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. Om het geïntegreerde karakter te borgen wordt besluitvorming over het BIV interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd. Middelen voor hervorming van de veiligheidssector, beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is, rechtstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw worden jaarlijks bij de 1e suppletoire begroting overgeheveld naar de begrotingen van BH&OS en BZ.
Overzicht missies
Toelichting uitgaven per missie (crisisbeheersingsoperaties)
Overzicht Crisisbeheersingsoperaties
(Bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)
85.000
16.000
10.000
Strijd tegen ISIS (ATF-ME en CBMI)
66.000
23.000
Contributies
33.000
33.000
33.000
33.000
33.000
Resolute Support Mission (RSM)
15.000
7.369
Vessel Protection Detachments (VPD’s)
13.300
13.300
13.300
13.300
13.300
Missies Algemeen
5.500
5.500
5.500
5.500
5.500
Patriot-missie Turkije/Ballistic Missile Defence Taskforce (BMDTF)
5.000
Police Training Group Kunduz (PTG Kunduz)
5.000
Kleinschalige NL-bijdragen (< € 2,5 mln. per jaar)
3.222
850
850
850
850
EUNAVFOR Atalanta
500
Totaal
231.522
99.019
62.650
52.650
52.650
Toelichting per missie
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)
Met de VN-missie MINUSMA begeleidt de VN Mali naar een functionerende overheid die veiligheid en andere diensten aan de bevolking levert in het hele land. De Nederlandse bijdrage is gericht op een militaire niche-capaciteit, namelijk inlichtingen en verkenningen. Daarnaast draagt Nederland bij met drie Chinook helikopters voor transport en medische evacuatie. Hiermee voorziet Nederland de VN van belangrijke behoeftes in de missie. Het budget van € 85 miljoen is nodig voor de verlenging van de missie in 2016 (Kamerstuk 29 521, nr. 293, 19 juni 2015).
Strijd tegen ISIS in Irak (ATF-ME en CBMI)
Een internationale coalitie is in 2014, op verzoek van de Iraakse regering, gestart met het bijdragen in de strijd tegen ISIS. De Nederlandse bijdrage aan deze coalitie bestaat uit een Air Task Force Middle East (ATF-ME) van ongeveer 200 militairen en een trainingsteam Capacity Building Mission Iraq (CBMI) van ongeveer 130 militairen in Bagdad en Erbil. Het budget van € 66 miljoen is nodig voor de verlenging van de missie in 2016 (Kamerstuk 27 925, nr. 539, 19 juni 2015). De militaire campagne is ingebed in een strategie die ISIS langs verschillende sporen bestrijdt, waaronder de financiering van ISIS en de stroom van Foreign Terrorist Fighters naar Irak en Syrië.
Contributies
Nederland draagt met contributies bij aan de gemeenschappelijke uitgaven voor crisisbeheersingsoperaties van de Navo en de EU. Deze contributies staan los van een eventuele Nederlandse deelname aan een specifieke missie van de Navo of de EU. Onderdeel van de contributies is de jaarlijkse bijdrage aan de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17, gehuisvest op Papa Air Base te Hongarije. Dit is een internationaal samenwerkingsverband van tien Navo-lidstaten.
Resolute Support Mission (RSM)
De Resolute Support Mission van de Navo richt zich op het trainen, adviseren en assisteren van de Afghan National Security Forces. De Nederlandse bijdrage aan RSM concentreert zich op de regio Noord en de Duitse samenwerking in Mazar-e-Sharif. Nederland neemt met ongeveer 100 militairen deel aan RSM. Het budget van € 15 miljoen in 2016 is nodig voor de voortzetting van de missie in 2016 (Kamerstuk 27 925, nr. 541, 19 juni 2015).
Vessel Protection Detachments (VPD’s)
In overleg met reders is de maximaal beschikbare VPD-capaciteit in 2012 uitgebreid tot 175 inzetten. De veiligheidssituatie in het operatiegebied waar de VPD’s worden ingezet bepaalt mede wat de definitieve vraag van de reders wordt. Op basis van de huidige veiligheidssituatie en de daaraan gekoppelde vraag wordt verwacht dat in 2016 tussen de 50 en 75 VPD’s worden ingezet. In de begroting is dekking zeker gesteld voor dit volume. De additionele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit toelagen, reis- en verblijfskosten en de kosten van de opslag van materieelpakketten in de regio. De bijdrage van de Nederlandse reders aan de additionele uitgaven voor de VPD’s is in de uitgavenraming verwerkt.
Patriots Turkije (BMDTF)
De inzet van de Patriotsystemen is begin 2015 beëindigd en alle systemen en het personeel zijn terug in Nederland. Het budget van € 5 miljoen is voor het weer inzetbaar maken van het materieel na terugkeer van de missie.
Police Training Group Kunduz (PTG Kunduz)
Op 1 juli 2013 is de Geïntegreerde Politietrainingsmissie (GPM) beëindigd en is aansluitend de redeployment van de Politie Trainingsgroep uitgevoerd. Een deel van de verplichtingen voor het wederom inzetbaar maken van het teruggekeerde materieel loopt door tot in 2016.
Kleinschalige NL-bijdragen
In onderstaand overzicht staan de kleinschalige Nederlandse bijdragen met een financiële omvang van minder dan € 2,5 miljoen per jaar.
Missie
Maximale
Nederlandse bijdrage
Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC)
4
Combined Maritime Forces (CMF)
3
European Union Rule of Law Mission in Kosovo (EULEX Kosovo)
15
United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF)
2
United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO)
12
United Nations Mission in the Republic of South Sudan (UNMISS)
31
United Nations Assistance Mission in Afghanistan (UNAMA)
2
European Union Border assistance Mission at Rafah (EUBAM RAFAH)
3
European Union Training Mission Mali (EUTM Mali)
1
European Union Military Assistance Mission (EUMAM Central African Republic)
2
European Union Training Mission Somalië (EUTM Somalië)
15
Operational Headquarters Operation ATALANTA (OHQ OP ATALANTA UK)
7
Opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit
Onderstaande programma’s worden door derden (met name door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) gefinancierd en mede door Defensie uitgevoerd en daarom hieronder toegelicht.
Security Sector Development (SSD) Burundi
Nederland heeft de afgelopen jaren via het SSD-programma bijgedragen aan de ontwikkeling van de Burundese veiligheidssector. Gezien de politieke ontwikkelingen in 2015 is besloten het programma met de Burundese overheid gedeeltelijk op te schorten. Het is vooralsnog niet bekend of dit deel van het programma, en daarmee ook de bijdrage van Defensie, in 2016 zal worden hervat.
Africa Contingency Operations Training and Assistance (ACOTA)
Het ACOTA-samenwerkingsprogramma draagt bij aan de versterking van de capaciteit van Afrikaanse partnerlanden zodat zij kunnen deelnemen aan multinationale operaties onder leiding van de VN of Afrikaanse Unie (AU). Nederland zet enkele tientallen militairen in voor verschillende trainingen.
Toelichting op nationale inzet
De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Veiligheid en Justitie en Defensie hebben afspraken gemaakt over de gegarandeerde beschikbaarheid van militaire (specialistische) capaciteiten voor nationale veiligheid, crisisbeheersing en de operationele aansturing daarvan onder civiel gezag (Bestuursafspraken over intensivering civiel-militaire samenwerking).
Defensie levert de volgende vormen van ondersteuning aan de civiele autoriteiten, zowel in Nederland als in het Caribisch deel van het Koninkrijk:
-
-
-
-Structurele nationale taken:
-
-
-
•Inzet van de Koninklijke Marechaussee voor politietaken zoals beschreven in artikel 4 van de Politiewet 2012:
-
-○ Beveiliging Koninklijk Huis;
-
-○ Politietaak voor Defensie;
-
-○ Politietaak op Schiphol en andere aangewezen luchthavens;
-
-○ Beveiliging burgerluchtvaart;
-
-○ Verlening van bijstand aan en samenwerking met de politie alsmede assistentieverlening bij grensoverschrijdende criminaliteit;
-
-○ Politietaak op plaatsen onder beheer van de Minister van Defensie, op aangewezen verboden plaatsen en de ambtswoning van de Minister-President;
-
-○ Uitvoering van vreemdelingentaken op basis van de Vreemdelingenwet 2000;
-
-○ Bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;
-
-○ Beveiligingswerkzaamheden voor De Nederlandsche Bank N.V.
-
-
-
-
•Materieel, personeel en coördinatie voor Kustwacht Nederland;
-
-
-
-
•Beheer en inzet defensiemiddelen voor Kustwacht Caribisch gebied;
-
-
-
-
•Explosievenopruiming;
-
-
-
-
•Luchtruimbewaking/bestrijding van terroristische aanvallen tegen de (burger)luchtvaart, waaronder de Quick Reaction Alert (QRA) van twee bewapende F-16’s;
-
-○ Bijzondere bijstandseenheden, waaronder de Unit Interventie Mariniers (UIM), een Aanhoudings- en Ondersteuningseenheid van de Koninklijke Marechaussee en een personele bijdrage aan de Dienst Speciale Interventies (DSI) van de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie;
-
-
-○ Calamiteitenhospitaal in het Centraal Militair Hospitaal;
-
-○ Hydrografische opneming van de zeebodem en de verwerking daarvan tot zeekaarten.
-
-
-
-
•Militaire bijstand op grond van de Politiewet 2012:
-
-○ Ondersteuning van de handhaving van de openbare orde;
-
-○ Ondersteuning van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde.
-
-
-
-
•Militaire bijstand op grond van de Wet Veiligheidsregio’s;
-
-
-
-
•Militaire steunverlening in het openbaar belang.
-
Naast de gegarandeerde militaire capaciteiten worden verscheidene incidentele inzetten verwacht die niet vallen onder structurele en reguliere militaire bijstand of militaire steunverlening.
De tabel indicatieve inzet voor 2016 geeft de geprognosticeerde nationale inzet weer.
Indicatieve inzet in 2016
Betreft
Aantal
Artikel
Explosieven opruiming
Aantal ruimingen
1.900
CLAS/FNIK
Explosieven opruiming Noordzee
Aantal ruimingen
40
CZSK
Duikassistentie
Aantal aanvragen
10
CZSK/FNIK
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde
Aantal aanvragen
30
CZSK/FNIK
Patiëntenvervoer
Aantal uitgevoerde transporten
100
CLSK
Onderscheppingen luchtruim
Aantal onderscheppingen
5
CLSK
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde
Aantal aanvragen
100
KMar/CLAS/FNIK
Handhaving openbare orde en veiligheid
Aantal aanvragen
30
KMar/FNIK
Wet veiligheidsregio
Aantal aanvragen
10
KMar/CLAS/FNIK
Militaire steunverlening in het openbaar belang
Aantal aanvragen
40
Alle krijgsmachtdelen/FNIK
Bijstand Caribisch gebied
Aantal aanvragen
10
CZSK/FNIK
Toelichting: In de rechter kolom staat het artikel dat de uitgaven draagt die worden gemaakt om de taken te kunnen uitvoeren. Indien de inzet voldoet aan de criteria, worden de additionele uitgaven met FNIK verrekend. Soms zijn er meer krijgsmachtdelen die de taken kunnen uitvoeren.
Additionele uitgaven voor de uitvoering van militaire bijstand en militaire steunverlening worden gefinancierd uit het budget Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK). In 2014 is een interdepartementale evaluatie over het convenant FNIK voltooid en in 2015 is het FNIK-budget opnieuw vastgesteld. De structurele bijdragen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Gemeentefonds zijn vanaf 2015 verhoogd naar circa € 3,1 miljoen. Dit budget is bedoeld voor routinematige incidentele inzetten. Indien er sprake is van uitzonderlijke inzet die niet binnen de voorziening kan worden opgevangen, worden met de betrokken partijen afzonderlijke afspraken gemaakt over de verrekening.
Toelichting op overige inzet
Op dit moment is er voor 2016 nog geen overige inzet gepland.
Toelichting op ontvangsten
Crisisbeheersingsoperaties
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de vergoedingen van de EU, de Navo en VN-partners voor de door Nederland in het verleden geleverde diensten of ingezette personele en materiële middelen. Daarnaast ontvangt Nederland een tegemoetkoming van de VN voor deelname aan MINUSMA. Ook wordt de bijdrage van de reders voor de inzet van VPD's hier geraamd.
2.2.2. Beleidsartikel 2: Taakuitvoering zeestrijdkrachten
Algemene doelstelling
De zeestrijdkrachten leveren operationeel gerede maritieme capaciteit, zowel vloot als mariniers, voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de zeestrijdkrachten alsmede de mate van gereedheid van maritieme eenheden. Het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De zeestrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel internationaleals voor nationale taken.
Indicatoren algemene doelstelling
In de onderstaande tabel staan de operationele eenheden van het CZSK voor de periode 2016 tot en met 2020. De tabel bevat het aantal eenheden en de operationele gereedheid ervan. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationele gereedheid en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed». In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2016» bevat de actuele verwachting voor 2016. Planmatig kunnen er tijdelijk afwijkingen zijn van de norm, maar ook knelpunten in de bedrijfsvoering zorgen voor afwijkingen. De afwijkingen worden kort toegelicht in de voetnoten. Een verdere toelichting wordt naar aanleiding van de motie-Eijsink/Teeven (Kamerstuk 34 200-X, nr. 12) gegeven in een afzonderlijke brief die bij de begroting wordt verstuurd.
Doelstellingenmatrix CZSK 2016-2020
Groep
Organieke component
Totaal aantal
Norm OG
OG 2016
Staf
NLMARFOR
1
1
1
Vlooteenheden
Fregatten
LC-fregat
4
2
2
M-fregat
2
1
1
Patrouilleschepen1
4
2
1
Bevoorradingsschip
1
0,52
0,5
Landing Platform Docks
2
1
1
Onderzeeboten
4
2
13
Ondersteuningsvaartuig OZD4
1
0,22
0,2
Mijnenbestrijdingsvaartuigen
6
35
3
Hydrografische opnemingsvaartuigen
2
1
1
Marinierseenheden
Marines Combat Group
2
1
1
Surface Assault & Training Group6
1
0,5
0,5
Sea-based Support Group
1
1
1
Squadron NLMARSOF
2
1,5
1,5
Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied (CZMCARIB)
Infanteriecompagnie Curaçao
1
1
1
Marinierscompagnie Caribisch gebied
1
1
1
Infanteriepeloton Sint Maarten
1
1
1
Boattroop Caribisch gebied
1
1
1
Ondersteuningsvaartuig Caribisch gebied
1
0,72
0,7
Overige eenheden
Defensie Duikgroep
1
1
1
Noot 1
De patrouilleschepen ondergaan vanaf 2015 hun eerste onderhoud. Dit is gekoppeld aan de datum van de indienststelling. Daardoor zijn in 2016 twee schepen vrijwel gelijktijdig in onderhoud. Eén schip is operationeel gereed, het laatste schip werkt op en wordt gedurende het jaar operationeel gereed.
Noot 2
Er is maar één schip van deze klasse. Het schip is vanwege onderhoud en opwerken gemiddeld niet het hele jaar operationeel gereed.
Noot 3
Het instandhoudingsprogramma heeft een langere doorlooptijd dan het reguliere onderhoud, waardoor meer boten gelijktijdig in onderhoud zijn. Tot 2021 is één onderzeeboot operationeel gereed. Een tweede onderzeeboot werkt op.
Noot 4
Het ondersteuningsvaartuig Zr. Ms. Mercuur is de eerste helft van 2016 niet inzetbaar in verband met onderhoud.
Noot 5
Twee van de opgegeven mijnenbestrijdingsvaartuigen hebben het missieprofiel «NRF» (gereed voor gehele organieke taak) en één mijnenbestrijdingsvaartuig als Ready Duty Ship met een beperkte taakstelling voor het opsporen en vernietigen van explosieven op het continentaal plat.
Noot 6
De component Surface Assault & Training Group (SATG) bestaat uit twee Landing Craft & Control Teams. Hiervan is één team Operationeel Gereed (0,5) en het andere team behoort tot het voortzettingsvermogen (0,5).
Beleidswijzigingen
Joint Support Ship (JSS)
Het logistiek ondersteunings- en bevoorradingsschip Zr. Ms. Karel Doorman is in april 2015 in dienst gesteld. Hiervoor heeft het schip van november 2014 tot januari 2015 de door ebola getroffen landen Liberia, Sierra Leone en Guinea voorzien van hulpgoederen die door de EU-lidstaten, NGO’s en hulporganisaties ter beschikking waren gesteld. Medio 2016 moet Zr. Ms. Karel Doorman volledig inzetbaar zijn en kan het schip worden ingezet voor de maritieme bevoorradingsfunctie. Dit is één van de drie taken die het JSS kan uitvoeren. De overige twee taken (strategisch transport en seabasing) voert CZSK niet uit (Kamerstuk 33 763, nr. 17). Momenteel onderzoekt CZSK hoe, door samenwerking met internationale partners, in de toekomst invulling gegeven kan worden aan deze twee taken. Eind 2015 wordt de Tweede Kamer hierover geïnformeerd.
Contraterrorisme Interventiecapaciteit
Naar aanleiding van het verwachte langdurige karakter van het huidige dreigingsbeeld is vaker snel beschikbare interventiecapaciteit noodzakelijk. Hiertoe heeft het kabinet besloten om de veiligheidsketen in Nederland te versterken door onder meer de Dienst Speciale Interventies (DSI) uit te breiden. De DSI bestaat uit personeel van Defensie en Politie. Het Defensiepersoneel (de Unit Interventie Mariniers: UIM) behorende bij de DSI is beheersmatig ondergebracht bij CZSK. Voor de uitbreiding is € 5,6 miljoen beschikbaar, hiervan is € 2,9 miljoen toegevoegd aan de begroting van CZSK. Het overige budget is onder andere toegevoegd aan bedrijfsvoeringsgerelateerde budgetten (€ 1,0 miljoen) en aan artikel 6 (Investeringen) voor investeringen voor deze extra capaciteit (€ 1,6 miljoen).
De Groene Draeck
De Groene Draeck is een Lemsteraak die in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix is geschonken. De Staat gaf daarbij mede het onderhoud aan de Groene Draeck als geschenk. Het Ministerie van Defensie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderhoud aan en de exploitatie van de Groene Draeck. De uitgaven voor het reguliere onderhoud ad € 51.000 stonden op begroting I De Koning. Het kabinet heeft, naar aanleiding van de evaluatie van de begroting van de Koning, besloten deze uitgaven weer onder te brengen op de begroting van Defensie.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
750.869
714.995
689.550
684.177
674.286
674.158
676.368
Uitgaven
736.193
714.995
689.550
684.177
674.286
674.158
676.368
Waarvan juridisch verplicht
75%
Programma uitgaven
133.877
133.015
125.054
120.173
116.360
116.275
117.339
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK
133.877
133.015
125.054
120.173
116.360
116.275
117.339
Gereedstelling
20.576
21.498
15.957
15.951
11.307
11.296
11.291
- waarvan bijdrage aan SSO Paresto
4.684
4.498
4.498
4.498
4.498
Bijdrage aan agentschap
16.204
16.798
12.981
12.981
12.981
12.981
12.981
- RWS
16.204
16.798
12.981
12.981
12.981
12.981
12.981
Instandhouding
97.097
94.719
96.116
91.241
92.072
91.998
93.067
Apparaatsuitgaven
602.316
581.980
564.496
564.004
557.926
557.883
559.029
Personele uitgaven
534.497
521.519
502.604
503.275
497.602
498.089
498.690
- waarvan eigen personeel
531.846
515.619
502.604
503.275
497.602
498.089
498.690
- waarvan externe inhuur
2.651
5.900
Materiële uitgaven
67.819
60.461
61.892
60.729
60.324
59.794
60.339
- waarvan ICT
3.308
3.165
2.657
2.656
2.656
2.656
2.655
- waarvan overige exploitatie
57.594
53.968
59.235
58.073
57.668
57.138
57.684
- waarvan bijdrage aan SSO Paresto
6.917
3.328
Apparaatsontvangsten
19.714
19.951
19.951
19.951
19.951
19.951
19.951
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2016 gaat het om 75 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de zeewapensystemen, inzet en de verplichtingen voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling zijn gerelateerd aan de uitgaven voor de kustwacht in Nederland en het Caribisch gebied. Daarnaast betreft het de geraamde uitgaven voor opwerk- en oefenactiviteiten.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek), walinstellingen en procesgebonden installaties en de herbevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden (ketenlogistiek).
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (shared service organisation). Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
Waarvan bijdragen aan agentschap
Het betreft hier voor 2016 de uitgaven aan Rijkswaterstaat (RWS), voor de Rijksbrede Civiele Rederij (RCR). Dit is een baten-lastenagentschap van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De activiteiten die zij verrichten voor het CZSK hebben betrekking op gereedstelling.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2015
2016
2017
2018
2019
2020
9.930
9.750
9.748
9.735
9.736
9.738
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
Groene Draeck
De uitgaven voor onderhoud aan en exploitatie van de Groene Draeck betreffen met name personele uitgaven en worden daarom onder dit instrument begroot. Defensie heeft in samenwerking met een externe expert geconstateerd dat het reguliere onderhoudsbudget van € 51.000, dat voorheen op de begroting van de Koning stond, ontoereikend is voor het totale uit te voeren onderhoud tegen actuele tarieven. Meerjarig wordt daarom een totaalbedrag van € 95.000 geraamd voor het onderhoud aan en de exploitatie van de Groene Draeck. Dit betreft het hieronder gepresenteerde begrote budget. Dekking hiervoor wordt gevonden binnen dit artikel.
Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
Onderhoud en exploitatie Groene Draeck
95
95
95
95
95
2.2.3. Beleidsartikel 3: Taakuitvoering landstrijdkrachten
Algemene doelstelling
De landstrijdkrachten leveren operationeel gerede grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landstrijdkrachten alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. Het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De landstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel internationale als voor nationale taken.
Indicatoren algemene doelstelling
In de onderstaande tabel staan de operationele eenheden van het CLAS voor de periode 2016 tot en met 2020. De tabel bevat het aantal eenheden en de operationele gereedheid ervan. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationele gereedheid en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed». In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2016» bevat de actuele verwachting voor 2016. Planmatig kunnen er tijdelijk afwijkingen zijn van de norm, maar ook knelpunten in de bedrijfsvoering zorgen voor afwijkingen. De afwijkingen worden kort toegelicht in de voetnoten. Een verdere toelichting wordt n.a.v. de motie-Eijsink/Teeven (Kamerstuk 34 200-X, nr. 12) gegeven in een afzonderlijke brief die bij de begroting wordt verstuurd.
Doelstellingenmatrix CLAS 2016 - 2020
Groep
Organiek Component
Totaal aantal
Norm OG
OG 2016
High Readiness Forces (Land) Headquarters
NLD deel staf HRF HQ
1
1
1
NLD deel CIS Battalion
1
1
1
NLD deel Staff Support Battalion
1
1
1
Brigade Hoofdkwartier
Staf
3
1
1
Verkenningseskadron
3
1
1
ISTAR Module
5
2
11
CIMIC Support Element
4
2
2
Psyops Support Element
4
2
1
((Re)Deployment Taskforce HQ
Hoofdkwartier OOCL
1
1
02
Defensie Grondgebonden LuchtverdedigingsCommando
C2 Patriot/AGBADS
1
1
03
Patriot Fire Unit
3
3
03
AMRAAM-Peloton
2
2
04
STINGER-Peloton
3
3
15
Korps Commandotroepen
Commandotroepencompagnie
4
2
2
Bataljonstaakgroep
Manoeuvre bataljon6
7
2
1
Pantserhouwitser /Mortier batterij
3
2
2
Pantsergeniecompagnie
4
1
1
Luchtmobiel Geniepeloton
3
1
07
CIS-Compagnie
3
1
08
Geneeskundig peloton
7
3
3
Cybercommando
Cyber entiteit
3
1
1
Combat Support Elements
Staf Vuursteuncommando
1
1
1
Staf Geniebataljon
3
1
1
Constructiecompagnie
2
1
1
Brugmodule
2
1
1
CBRN-Compagnie
2
1
09
EODD Ploeg
48
20
20
Combat Service Support Elements
Bataljonsstaf National Support Element
1
1
1
Bataljonsstaf Geneeskundig bataljon
1
1/3
1/3
B&T module
7
2
2
Bevoorradingspeloton
3
1
1
Herstelpeloton
11
4
4
ROLE 2 Medical Treatment Facility
4
2
110
CBRN A&A team11
9
1
1
CBRN DIM team11
8
1
1
Nationale Reserve
BATALJON
3
3
3
Noot 1
De lage materiële gereedheid van specifiek materieel, vooral EOV en UAV, heeft negatieve invloed op de operationele gereedheid.
Noot 2
De geoefendheid is te laag, vooral door de inzet van het personeel in kleine kaderzware missies.
Noot 3
Door eerdere missie in Turkije is de eenheid maar beperkt geoefend. Gedurende 2016 zal de situatie verbeteren. In verband met groot onderhoud en modificaties zijn de systemen gedurende 2016 maar beperkt beschikbaar.
Noot 4
De verwerving van de benodigde beveiligde radioverbindingen wordt pas in de loop van 2016 voltooid. De opleidingen met deze radioverbindingen kunnen pas starten zodra deze in 2016 beschikbaar komen. Hierdoor kunnen de systemen niet binnen een netwerk worden ingezet.
Noot 5
Door de beperkte materiële gereedheid van de Fennek en het nog ontbreken van de beveiligde radioverbindingen kan slechts één peloton Stinger worden gereedgesteld.
Noot 6
Dit is een andere weergave dan voorheen. De manoeuvre bataljons bestaan uit de gemechaniseerde, gemotoriseerde en luchtmobiele bataljons. Het CLAS heeft de mogelijkheid om uit deze bataljons een op maat gemaakte bataljonstaakgroep samen te stellen. Deze wijze van indelen sluit beter aan bij de praktijk van het samenstellen van een taakgroep.
Noot 7
Door de inzet van materieel en de lage materiële gereedheid door gebrek aan reservedelen zijn de eenheden niet operationeel gereed.
Noot 8
Door de geplande vernieuwing van het operationele netwerk TITAAN bereikt de CIS compagnie gedurende 2016 niet de status «operationeel gereed».
Noot 9
De materiële gereedheid is te laag, onder meer vanwege een vertraagde levering van monsternameapparatuur. Hierdoor is er ook een opleidingsachterstand.
Noot 10
Het Mobiel Geneeskundig Operatiekamer Systeem (MOGOS) is buiten gebruik gesteld omdat deze niet voldoet aan de civiele normen. De verwerving voor de vervanging is gestart en loopt door tot in 2016.
Noot 11
De CBRN teams A&A (Advies & Assistentie) en DIM (Detectie, Identificatie en Monitoring) maken deel uit van de CBRN-response eenheid die in het kader van VCMS is opgericht. Om deze capaciteiten zichtbaar te maken zijn ze vanaf de begroting 2016 opgenomen in de doelstellingenmatrix van het CLAS. De tabel laat zien dat er voldoende teams beschikbaar zijn om de korte reactietijd van 2,5 uur te waarborgen.
Beleidswijzigingen
In 2015 is het Defensie Cyber Commando (DCC) opgericht. Het DCC bestaat uit een technische en een operationele entiteit en het Defensie Cyber Expertise Centrum (DCEC). In 2016 zal alleen het DCEC volledig operationeel gereed zijn.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
1.290.862
1.162.607
1.137.980
1.125.045
1.117.259
1.116.346
1.111.648
Uitgaven
1.203.245
1.162.607
1.137.980
1.125.045
1.117.259
1.116.346
1.111.648
Waarvan juridisch verplicht
80%
Programma uitgaven
139.710
155.505
161.402
151.366
151.046
148.228
148.078
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LAS
139.710
155.505
161.402
151.366
151.046
148.228
148.078
-
-Gereedstelling
49.031
54.730
47.613
47.607
47.606
47.606
47.606
- waarvan bijdrage aan SSO Paresto
11.251
10.806
10.806
10.806
10.806
-
-instandhouding
90.679
100.775
113.789
103.759
103.440
100.622
100.472
Apparaatsuitgaven
1.063.535
1.007.102
976.578
973.679
966.213
968.118
963.570
Personele uitgaven
986.631
931.031
896.581
894.089
884.810
885.576
886.477
- waarvan eigen personeel
982.136
922.946
896.581
894.089
884.810
885.576
886.477
- waarvan externe inhuur
4.495
8.085
Materiële uitgaven
76.904
76.071
79.997
79.590
81.403
82.542
77.093
- waarvan overige exploitatie
67.753
66.215
79.997
79.590
81.403
82.542
77.093
- waarvan bijdrage aan SSO Paresto
9.151
9.856
Apparaatsontvangsten
21.691
20.523
20.523
20.523
20.523
20.523
20.523
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2016 gaat het om 80 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de landwapensystemen en voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling zijn voor oefenactiviteiten.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek) en de bevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden door het Materieellogistiek Commando (matlogco).
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (shared service organisation). Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2015
2016
2017
2018
2019
2020
19.414
19.190
19.146
19.106
19.106
19.107
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
2.2.4. Beleidsartikel 4: Taakuitvoering luchtstrijdkrachten
Algemene doelstelling
De luchtstrijdkrachten leveren lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtstrijdkrachten alsmede de mate van gereedheid van de luchtstrijdkrachten.
Het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De luchtstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel internationale taken als voor nationale taken.
Indicatoren algemene doelstelling
In de onderstaande tabel staan de operationele eenheden van het CLSK voor de periode 2016 tot en met 2020. De tabel bevat het aantal eenheden en de operationele gereedheid ervan. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationele gereedheid en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed». In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2016» bevat de actuele verwachting voor 2016. Planmatig kunnen er tijdelijk afwijkingen zijn van de norm, maar ook knelpunten in de bedrijfsvoering zorgen voor afwijkingen. De afwijkingen worden kort toegelicht in de voetnoten. Een verdere toelichting wordt n.a.v. de motie-Eijsink/Teeven (Kamerstuk 34 200-X, nr. 12) gegeven in een afzonderlijke brief die bij de begroting wordt verstuurd.
Doelstellingenmatrix CLSK 2016-2020
Groep
Organieke component
Totaal aantal
Norm OG
OG 2016
Jachtvliegtuigen
F-161
61
11
62
Helikopters
AH-64D Apache3
28
10
44
CH-47 Chinook3
17
6
34
AS-532 Cougar
12
5
5
NH-905
18→20
2→5
16
Transport-
vliegtuigen
KDC-10
2
1
1
C-130H Hercules
4
2
2
Kustwacht
Nederland
Dornier DO-2287
2
1
1
Force Protection
OGRV eenheden
4
2
2
Air C4ISR
AOCS - Luchtverkeersleiding8
1
1
19
AOCS - Luchtgevechtsleiding8
1
1
19
NDMC
1
1
1
Noot 1
Gedurende de looptijd van de Nederlandse bijdrage aan de Strijd tegen ISIS, worden geen F-16’s aangeboden voor de Nato Response Force (NRF). Vanaf 2019 stroomt de F-35 in. In latere begrotingen zal dit worden verwerkt in de doelstellingenmatrix.
Noot 2
Er zijn slechts voldoende vlieguren beschikbaar om crews getraind te houden voor de QRA en ATFME. Op zijn vroegst voldoet de operationele gereedheid van de F-16 in de tweede helft van 2017 weer aan de norm OG.
Noot 3
Voor Apache en Chinook worden bemanningen opgeleid tot Limited Combat Ready. Dit betekent dat voor missies in de hoogste geweldscenario’s, waarbij de tegenstander nog over een werkend luchtverdedigingssysteem beschikt, additionele training benodigd is.
Noot 4
Er zijn slechts voldoende vlieguren beschikbaar om crews geoefend te houden voor inzet in MINUSMA. Vanwege de beperkte beschikbaarheid en getraindheid van het personeel zijn slechts 3 Chinooks/4 Apache’s beschikbaar voor langdurige inzet.
Noot 5
Eind 2014 is de afname bij de leverancier van de NH-90 hervat en loopt het aantal NH-90’s op. Echter door de vertraagde invoer van de NH-90 alsmede de reservedelenproblematiek van de NH-90 vloot is de opbouw van zowel het aantal operationele crews als het aantal operationele NH-90’s niet evenredig aan de instroom van het aantal NH-90’s. Hierdoor blijft het aantal operationeel gerede NH-90’s op één staan in 2016. Gedurende de begrotingsperiode loopt dit aantal naar verwachting op naar vijf in 2020. Vanaf 2023 wordt het gewenste aantal van zeven operationele gerede toestellen bereikt.
Noot 6
De crews zijn «limited combat ready» opgeleid. Het retrofit programma van de helikopters en het toevoegen van missiepakketten duurt minimaal tot eind 2017. Er zijn in 2016 dan ook geen «combat ready»-crews en -toestellen beschikbaar. Gedurende 2016 zal gemiddeld 1 helikopter worden ingezet aan boord van schepen.
Noot 7
Defensie treedt tot november 2017 op als eigenaar en operator van de Dornier. De weergegeven doelstelling geldt tot november 2017. Daarna is de doelstelling afhankelijk van de implementatie van de budgettaire afspraken (uit rapport Verdere modernisering van de Nederlandse Kustwacht 2015 - 2025) tussen de verantwoordelijke departementen die voor dekking van de benodigde investerings- en exploitatie-uitgaven zorgen.
Noot 8
Om de verschillende taken van het Air Operations Control Station (AOCS) beter zichtbaar te maken is vanaf dit jaar onderscheid gemaakt in luchtverkeersleiding en luchtgevechtsleiding.
Noot 9
Door beperkte personele capaciteit ontstaan situaties waarbij moet worden geprioriteerd bij de inzet van personeel.
De permanent in de Verenigde Staten gestationeerde toestellen zijn opgenomen in de totalen. Het betreft tien F-16’s, acht Apaches en vier Chinooks. Deze hebben een operationele configuratie, maar zijn permanent in gebruik voor opleidingen en training. Deze toestellen maken daarom geen deel uit van de norm voor de operationele gereedheid, maar worden samen met het (niet-operationele) F-16 testtoestel toegerekend aan het voortzettingsvermogen.
Beleidswijzigingen
Operationele beperkingen (capability gap) Helikopters
Om de toegenomen capability gap op te vangen, die is ontstaan door de vertraagde invoering van de NH-90, is besloten om de huidige Cougarvloot uit te breiden en langer aan te houden. De uitbreiding vindt plaats door de verkoop van de Cougars te staken en de operationele vloot te vergroten van acht naar twaalf Cougar helikopters. Vooralsnog wordt voorzien om tot 2023 met de Cougar door te vliegen (Kamerstuk 25 928, nr. 68). De totale kosten voor de extra Cougarinzet, inclusief gederfde opbrengsten, in de periode 2015 tot 2023 zijn geraamd op € 130 miljoen.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
704.621
689.574
633.799
633.609
631.473
623.416
621.628
Uitgaven
653.271
689.574
633.799
633.609
631.473
623.416
621.628
Waarvan juridisch verplicht
78%
Programma uitgaven
147.339
174.013
153.559
155.368
158.568
149.879
151.804
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LSK
147.339
174.013
153.559
155.368
158.568
149.879
151.804
-
-Gereedstelling
9.562
13.570
13.244
13.239
13.229
13.272
13.272
- waarvan bijdrage aan SSO Paresto
2.265
2.175
2.175
2.175
2.175
-
-Instandhouding
137.777
160.443
140.315
142.129
145.339
136.607
138.532
Apparaatsuitgaven
505.932
515.561
480.240
478.241
472.905
473.537
469.824
Personele uitgaven
413.109
393.827
378.538
377.339
377.438
376.457
374.349
- waarvan eigen personeel
409.385
386.327
377.538
376.339
377.438
376.457
374.349
- waarvan externe inhuur
3.724
7.500
1.000
1.000
Materiële uitgaven
92.823
121.734
101.702
100.902
95.467
97.080
95.475
- waarvan overige exploitatie
88.967
120.710
101.702
100.902
95.467
97.080
95.475
- waarvan bijdrage aan SSO Paresto
3.856
1.024
Apparaatsontvangsten
13.052
15.759
15.759
15.759
15.759
15.759
15.759
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2016 gaat het om 78 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de luchtwapensystemen en voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling zijn voor oefenactiviteiten.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van de wapensystemen. De instandhoudingsuitgaven van het Logistiek Centrum Woensdrecht zijn hierin opgenomen. Naast uitgaven voor de diverse ondersteunende installaties gaat het om uitgaven voor de instandhouding van de wapensystemen die in de doelstellingenmatrix zijn genoemd.
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (shared service organisation). Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2015
2016
2017
2018
2019
2020
7.408
7.374
7.381
7.331
7.311
7.251
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit (vlieger)opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
2.2.5. Beleidsartikel 5: Taakuitvoering Marechaussee
Algemene doelstelling
De Koninklijke Marechaussee (KMar) voert politietaken uit op grond van de Politiewet 2012 (PW). Deze taak wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies uitgevoerd. Daarnaast levert de KMar capaciteit aan de CDS voor deelname aan (militaire) missies waarbij de KMar andere taken uitvoert dan die in de Politiewet (PW) zijn opgedragen.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister van Defensie is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de Koninklijke Marechaussee (KMar). Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de Ministeries van Veiligheid en Justitie, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en Defensie.
In artikel 4 van de Politiewet (2012) wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen;
-
-
-
-Bewaken en beveiligen van koninklijke paleizen, ambassades in risicogebieden4, de Nederlandsche Bank en militaire objecten en personen. De KMar kan ook worden ingezet voor de bewaking en beveiliging van hoog risico objecten;
-
-
-
-
-Handhaving van de Vreemdelingenwetgeving waaronder bestrijding van identiteit- en documentfraude, mensensmokkel en grenstoezicht, bijvoorbeeld in Frontex-verband de ondersteuning van de grensbewaking van EU-lidstaten;
-
-
-
-
-Politietaken ten behoeve van Defensie;
-
-
-
-
-Bijdrage aan de opbouw van veiligheidssector in missiegebieden;
-
-
-
-
-Politietaken op en beveiliging van burgerluchtvaartterreinen;
-
-
-
-
-Samenwerking met en bijstand aan de nationale politie.
-
Naast het reguliere takenpakket fungeert de KMar ook als strategische reserve voor de nationale politie. Hiermee levert de KMar continue een bijdrage aan de veiligheid van de Staat door optreden in binnen- en buitenland.
Indicatoren algemene doelstelling
In onderstaande tabel staan de operationeel gerede eenheden en het voortzettingsvermogen van de KMar voor 2016 tot en met 2020. De gereedstelling voor onderstaande taken wordt onder beheersverantwoordelijkheid van de Minister van Defensie uitgevoerd.
Doelstellingenmatrix KMar 2016-2020
Groep
Organieke component
Totaal aantal
Norm OG
OG 2016
District Landelijke en Buitenlandse Eenheden/ Brigade Buitenland Missies en districten
Vte'n voor expeditionaire inzet
306
153
153
Landelijke bijstandsorganisatie KMar
Peloton voor Crowd Riot Control (CRC)
1
1
0,51
District Landelijke en Buitenlandse Eenheden/ Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten
Vte’n voor Close Protection Team (CPT) ter begeleiding van VIP’s in buitenland.
26
13
13
Noot 1
Door inzet van de gehele landelijke bijstandorganisatie voor Hoog Risico Beveiligingstaken tot aan medio 2016 als de extra HRB-pelotons zijn gevuld, is in 2016 slechts 50% van de CRC capaciteit beschikbaar.
Geplande inzet
Het takenpakket van de KMar is gericht op de veiligheid van de Staat en kent op hoofdlijnen drie operationele speerpunten: bewaken en beveiligen, de grenspolitietaak en internationale en militaire politietaken.
Bewaken en Beveiligen
Vanuit dit speerpunt draagt de KMar zorg voor de bewaking en beveiliging van bepaalde vitale objecten en personen. De KMar doet dit in samenwerking met (keten-)partners op nationaal, internationaal, publiek en privaat vlak.
Kengetallen
Prognose 2016
Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging burgerluchtvaart
100%
Het aantal permanent te bewaken objecten
7
Het aantal inzetbare Hoog Risico Beveiligingspelotons voor non-permanente bewaking van te bewaken objecten
6
Het servicepercentage beveiligde waardetransporten voor De Nederlandsche Bank
100%
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor expeditionaire beveiligingsopdrachten
(zie indicatoren algemene doelstelling)
Grenspolitietaak
Vanuit dit speerpunt richt de KMar zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Deze taak wordt doelmatig en flexibel, en zo mogelijk informatie- en risicogestuurd uitgevoerd.
Kengetallen
Prognose 2016
Aantal luchthavens waar grensbewaking wordt uitgevoerd
8
waarvan permanent
6
Aantal prioriteitsmeldingen (op luchthavens waar politietaken worden uitgevoerd)
24.000
Aantal verwijderingen (directe verwijderingen zonder tussenkomst Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) en verwijderingen na aanlevering van DT&V)
3.500
waarvan begeleid
500
Internationale en militaire politietaken
Vanuit dit speerpunt is de KMar als één van de vier operationele commando’s van Defensie medeverantwoordelijk voor de uitvoering van het buitenland- en veiligheidsbeleid van Nederland. De KMar voert op grond van de PW politietaken uit in Nederland (inclusief Caribisch Nederland op grond van de Rijkswet Politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, St. Eustatius en Saba). Bij inzet van Nederlandse militairen in het binnen- en buitenland wordt aan hen politiezorg verleend door de KMar, onder meer door strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Daarnaast zorgt de KMar voor de bewaking van de integriteit van de krijgsmacht. Vanwege de specifieke organisatiekenmerken en expertise kan de KMar zowel met de andere krijgsmachtsonderdelen als zelfstandige (politie)organisatie in binnen- en buitenland optreden. Daarbij kan capaciteit ook worden ingezet in instabiele landen, bijvoorbeeld door deelname aan opbouwoperaties.
Kengetallen
Prognose 2016
Aantal misdrijfdossiers (aangeleverd aan OM Arnhem)
725
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor internationale crisis- en humanitaire operaties
(zie indicatoren algemene doelstelling)
Beleidswijzigingen
Contraterrorisme interventiecapaciteit
Naar aanleiding van het verwachte langdurige karakter van het huidige dreigingsbeeld is vaker snel beschikbare interventiecapaciteit noodzakelijk en is de verwachting dat het langdurig bewaken en beveiligen van objecten en personen toeneemt.
Het kabinet heeft besloten om de veiligheidsketen in Nederland te versterken en de capaciteit van de KMar uit te breiden (Kamerstuk 29 754, nr. 302). Voor de KMar betekent dit een versterking van de inlichtingenpositie en een uitbreiding van de taken op het gebied van bewaken en beveiliging van objecten met een hoog risicoprofiel. Eind 2016 zal de KMar zijn uitgebreid met zes Hoog Risico Beveiliging (HRB)-pelotons. Tevens zal er een uitbreiding van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) plaatsvinden vanwege de intensivering in het stelsel van speciale interventies.
Hiervoor zijn de apparaatsuitgaven van de KMar vanaf 2016 verhoogd met € 23,6 miljoen. De budgettaire consequenties voor 2015 zullen worden verwerkt met de tweede suppletoire begroting van 2015.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
337.665
322.233
319.517
323.890
319.724
320.102
320.097
Uitgaven
333.990
322.233
319.517
323.890
319.724
320.102
320.097
Waarvan juridisch verplicht
91%
Programma uitgaven
1.617
1.671
2.014
2.364
2.364
2.364
2.364
Opdracht Inzet KMAR
1.617
1.671
2.014
2.364
2.364
2.364
2.364
-
-Gereedstelling
1.617
1.671
2.014
2.364
2.364
2.364
2.364
Apparaatsuitgaven
332.373
320.562
317.503
321.526
317.360
317.738
317.733
Personele uitgaven
297.663
285.172
287.371
292.126
288.160
288.531
288.531
- waarvan eigen personeel
297.383
283.912
272.851
272.606
268.640
269.011
269.011
- waarvan externe inhuur
280
1.260
Materiële uitgaven
34.710
35.390
30.132
29.400
29.200
29.207
29.202
- waarvan overige exploitatie
33.957
35.001
29.026
28.338
28.138
28.145
28.140
- waarvan bijdrage aan SSO Paresto
753
389
1.106
1.062
1.062
1.062
1.062
Apparaatsontvangsten
6.529
4.590
4.590
4.590
4.590
4.590
4.590
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op apparaatsuitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2016 gaat het om 91 procent. Deze verplichtingen hebben volledig betrekking op de personele uitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Programma uitgaven
Gereedstelling
De uitgaven voor gereedstelling betreffen vooral de uitgaven voor meerdaagse (oefen) activiteiten.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2015
2016
2017
2018
2019
2020
6.001
5.938
5.920
5.896
5.896
5.896
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (shared service organisation). Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
2.2.6 Beleidsartikel 6: Investeringen krijgsmacht
Algemene doelstelling
Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister van Defensie is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen alsmede de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur. Tot de investeringen worden gerekend alle planbehoeften met een meerjarig karakter. Dit omvat ook de bijdragen aan de Navo voor het doen van investeringen en wetenschappelijk onderzoek. Tot de investeringen worden ook bijdragen gerekend aan de materiële exploitatie, die direct samenhangen met de betreffende investering.
Beleidswijziging
Ten opzichte van de defensiebegroting 2015 is het investeringsbudget meerjarig verhoogd en zijn diverse projecten herschikt in het investeringsplan. De verhoging van het investeringsbudget is met name toegewezen aan de komende begrotingsjaren. Hierdoor sluiten de omvangrijke projecten vervanging en modernisering Chinook, Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) en Defensiebrede Vervanging Operationele Wielervoertuigen (DVOW) beter aan op de verwachte of gewenste realisatie, en kunnen deze eerder dan voorzien worden uitgevoerd. De verhoging van het investeringsbudget, met het zwaartepunt op investeringen in de komende jaren, wordt zo goed en volledig mogelijk gepland, maar in de praktijk kunnen verschuivingen nodig zijn.
Investeringsquote
Defensie streeft ernaar om op termijn meerjarig gemiddeld ten minste 20 procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Dit streven komt voort uit het besef dat een moderne krijgsmacht voldoende investeringsruimte moet hebben om haar hoofdwapensystemen te vervangen of te moderniseren. Het kengetal dat hiervoor wordt gebruikt is de investeringsquote. De Navo hanteert dit percentage als richtlijn5, het is geen absoluut gegeven.
Het is daarbij van belang dat niet eenzijdig gefocust wordt op de investeringsquote, maar dat er meerjarig een balans bestaat tussen investeringen en exploitatie. In het kader van financiële duurzaamheid zal Defensie de komende jaren meer op basis van de Life Cycle Costing gaan werken. Deze benadering helpt Defensie om investeringen en exploitatie beter in samenhang te kunnen beoordelen en dus ook om keuzes te maken. Het investeringspercentage kan, door veranderende verwervingsstrategieën, onderhoudsprincipes of internationale samenwerking, in de toekomst anders uitkomen. Uiteindelijk gaat het om de meest effectieve en efficiënte wijze van samenstellen en verkrijgen van de benodigde capaciteiten.
Er zijn diverse factoren van invloed op het realiseren van de investeringsquote. Zoals gesteld, wordt er gestreefd naar een investeringsbudget van 20 procent. De realisatie daarvan is, zeker bij de grote projecten, afhankelijk van een groot aantal factoren zoals de mate waarin projecten concreet beschreven kunnen worden, de beoordeling en weging van keuzes op basis van business-cases, het onderzoek naar mogelijke (internationale) samenwerking, het al dan niet betrekken van de industrie en het uiteindelijke besluitvormingsproces (DMP). Dit wordt zo goed en volledig mogelijk gepland, maar in de praktijk blijkt echter dat verschuivingen in de tijd niet altijd te vermijden zijn. Ook externe factoren zijn relevant, zoals tijdige en kwalitatief juiste levering door leveranciers, de voortgang bij eventuele partnerlanden in het geval van internationale samenwerking, een ongestoord verloop van het verwervingsproces en de ontwikkeling van prijzen en valutakoersen.
Met de uitwerking van het groeitraject Financiële Duurzaamheid wordt ruim aandacht besteed aan versterking van het aan de begroting ten grondslag liggende ramingsproces, inclusief de samenhang tussen investeringen en exploitatie en een verbeterd risicomanagement.
Een tijdelijk lagere investeringsquote leidt niet onmiddellijk tot beperkingen voor gereedstelling en inzet, omdat deze uitgaven in de regel worden gefinancierd uit het exploitatiebudget. Op langere termijn kan dit wel negatieve gevolgen hebben. Veroudering hangt immers potentieel samen met een grotere kans op storingen, een lagere beschikbaarheid, verminderde inzetbaarheid of operationele relevantie. Dit verschilt per (wapen)systeem en is afhankelijk van de mate van dreiging, de snelheid en frequentie waarmee deze (wapen)systemen moeten worden ingezet.
In overeenstemming met de Motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 34 200-X, nr. 11) wordt in het vervolg van dit beleidsartikel inzichtelijk gemaakt op welke manier de investeringsquote is opgebouwd. Ook wordt toegelicht welke projecten en plannen met bijbehorende omvang ten grondslag liggen aan de investeringsverplichtingen en -uitgaven. Dit is concreet gemaakt door ten eerste de berekening van de gerealiseerde investeringsquote 2010-2014 en de geraamde investeringsquote 2010-2020 weer te geven. Ten tweede zijn de in het begrotingsjaar 2016 grote aan te gane verplichtingen vermeld. Ten derde wordt uitgelegd welke projecten meetellen in de begrote investeringsquote voor 2016. Ten vierde is, waar mogelijk, aangegeven welke risico’s worden verwacht voor de realisatie van deze investeringen.
Voortaan zal Defensie voor de investeringsquote uitgaan van een vijfjarig voortschrijdend gemiddelde. Dit is overeenkomstig de aanbeveling uit het IBO Wapensystemen om een gemiddelde investeringsquote als richtsnoer te gebruiken. Dit laat overigens onverlet dat de investeringsquote onder invloed van uiteenlopende factoren altijd fluctuaties zal vertonen. Defensie zal de komende jaren de waarde van de investeringsquote dan ook onderzoeken.
Op grond van het beschikbare budget bedraagt de geraamde investeringsquote voor 2016 18 procent. Zoals bekend, kampt Defensie al jaren met onderrealisatie. Opeenvolgende reorganisaties hebben het investeringstempo vertraagd, waardoor projecten zijn uitgesteld of geschrapt. Er zijn inmiddels maatregelen getroffen om de verwervingsketen (van behoeftestelling tot realisatie) te versterken, maar de effecten daarvan moeten de komende jaren nog zichtbaar worden. Ook voor 2016 is daarom een onderrealisatie van enkele procentpunten mogelijk. Het investeringsbudget zelf blijft ongewijzigd en kan via de ongelimiteerde eindejaarsmarge doorschuiven naar volgende jaren. Dit is dringend nodig, aangezien de investeringsbehoefte voor alle benodigde vernieuwingen en vervangingen de komende vijftien jaar groter is dan het beschikbare budget. In verband hiermee was het noodzakelijk om geplande projecten uit te stellen of aan te passen, zoals de vervanging van het licht indirect vurend wapensysteem (LIVS), de beschermingspakketten van het infanterie gevechtsvoertuig, de Capability Upgrade Elektronische Oorlogsvoering (CUP EOV) en de MALE UAV. Ook voor het investeringsbudget geldt dat ambities moeten aansluiten bij de beschikbare middelen. Dit leidt tot keuzes.
Gedurende de begrotingsperiode hoeven geen werkzaamheden voor projecten in realisatie te worden gestaakt of onderbroken. Voor deze projecten is budget voorzien in de plannen. Dit bevordert de rust in het planproces en de realisatie daarvan. Voorts is het investeringsplan realistischer gemaakt door alle projecten te indexeren en door de fasering van projecten beter af te stemmen op de verwachte realisatiemomenten. De invoering van de levensduurbenadering zal het realiteitsgehalte van de investeringsplannen van Defensie verder doen toenemen en daarmee de begroting duurzamer maken. Die benadering behelst onder meer het verwerken van de gevolgen van investeringsprojecten voor de exploitatie en het vroegtijdig plannen van vervangingsinvesteringen. Een duurzamere begroting vergt ook aandacht voor de ontwikkeling van materieel- en munitieprijzen en de aanzienlijke gevolgen van valutawisselingen.
Berekening gerealiseerde investeringsquote 2010/2014 en geraamde investeringsquote 2015/2020
De geraamde investeringsquote wordt uitgedrukt als percentage van het investeringsbudget (beleidsartikel 6 Investeringen) ten opzichte van de defensiebegroting, gecorrigeerd voor het BIV (beleidsartikel 1 Inzet) en attachés (beleidsartikel 6 Ondersteuning Commando DienstenCentra). De gerealiseerde investeringsquote wordt op dezelfde wijze berekend als de begroting, maar dan op basis van de daadwerkelijk gerealiseerde uitgaven. Door te corrigeren voor het BIV en attachés is de berekende investeringsquote gebaseerd op alle elementen uit de begroting die ten dienste staan aan de normale bedrijfsvoering en het gereedstellingsproces.
Een aanbeveling uit het IBO is om de gemiddelde investeringsquote als richtsnoer te gebruiken. De berekening van de gerealiseerde investeringsquote over de afgelopen vijf jaren is in onderstaande tabel weergegeven. Het gemiddelde over deze periode bedraagt 15,3 procent. De verwachting is dat dit gemiddelde de komende jaren zal stijgen.
Begrotingsjaar
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Teller (totaal Investeringen)
1.413.383
1.285.886
1.193.516
1.019.656
1.073.768
1.217.256
1.446.203
1.737.320
1.774.760
1.866.337
1.732.509
Noemer (totaal defensiebudget minus HGIS en attachés)
8.131.390
7.949.870
7.861.154
7.511.951
7.531.416
7.657.360
7.852.409
8.084.553
8.102.150
8.117.872
8.063.461
Gerealiseerde investeringsquote per jaar (zie Jaarverslag 2014)
17%
16%
15%
14%
14%
Geraamde investeringsquote per jaar
21%
19%
15%
16%
16%
16%
18%
21%
22%
23%
21%
Gerealiseerde en voortschrijdend gemiddelde investeringsquote 2010/2020
15%
15%
15%
17%
18%
20%
21%
De tabel maakt onderscheid in de realisatie van 2010 tot en met 2014 en de begrote investeringsquote vanaf 2015. Het grafisch verloop van raming en realisatie over de jaren 2010 tot en met 2014 is in onderstaande grafiek weergegeven.
Grafiek 6.1 realisatie investeringsquote 2010 / 2014, raming investeringsquote 2015 / 2020 en het voortschrijdend gemiddelde investeringsquote 2010/2020.
Defensie is, zoals bekend, bezig met een meerjarig groeitraject dat is ingezet met de nota «In het belang van Nederland». Financiële en operationele duurzaamheid is het doel. Veranderingen in bedrijfsvoering en ondersteunende systemen moeten daartoe in samenhang worden gerealiseerd. Ook herstel van de investeringsquote en de realisatie daarvan, is het streven.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
996.956
1.290.659
1.479.879
1.739.620
1.777.060
1.871.537
1.752.571
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
531.601
873.128
1.092.306
1.260.426
1.412.145
1.599.687
1.479.587
Opdracht Voorzien in infrastructuur
316.794
206.095
145.000
208.878
149.487
105.829
129.507
Opdracht Voorzien in IT
55.017
109.876
157.105
185.069
130.177
80.770
58.226
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
55.229
60.005
57.175
56.954
56.957
56.957
56.957
Bijdrage aan de NAVO
38.315
41.555
28.293
28.293
28.294
28.294
28.294
Uitgaven
1.065.480
1.217.256
1.446.203
1.737.320
1.774.760
1.866.337
1.732.509
Waarvan juridisch verplicht
74%
Programma uitgaven
1.065.480
1.217.256
1.446.203
1.737.320
1.774.760
1.866.337
1.732.509
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
604.014
764.815
916.210
1.258.126
1.409.845
1.594.487
1.460.588
Opdracht Voorzien in infrastructuur
309.820
203.384
253.820
208.878
149.487
105.829
129.005
waarvan agentschap RVB
27.353
177.200
169.800
149.487
105.829
129.005
Opdracht Voorzien in IT
64.938
147.497
190.705
185.069
130.177
80.770
57.665
waarvan SSO DMO/OPS
68.113
52.462
58.721
65.638
57.308
51.573
51.573
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
59.403
60.005
57.175
56.954
56.957
56.957
56.957
Bijdrage aan de NAVO
27.305
41.555
28.293
28.293
28.294
28.294
28.294
Programma ontvangsten
119.620
190.995
77.636
121.736
175.056
103.756
174.028
-
-Verkoopopbrengsten groot materieel
92.946
153.586
58.586
104.286
151.086
95.086
156.358
-
-Verkoopopbrengsten infrastructuur
20.417
22.100
17.180
15.580
22.100
6.800
15.800
-
-Overige ontvangsten
6.257
15.309
1.870
1.870
1.870
1.870
1.870
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2016 betreft het 74 procent. Om de budgetten en de investeringsplannen beter op elkaar aan te laten sluiten is een deel van het investeringsbudget uit 2016 (€ 200 miljoen) verschoven naar de jaren 2018 (€ 75 miljoen) en 2019 (€ 125 miljoen).
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting, onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft hier de uitgaven voor het RVB (€ 177,2 miljoen voor 2016) en DTO (€ 58,7 miljoen voor 2016).
Toelichting op de instrumenten
In dit beleidsartikel wordt inzicht gegeven in de uitgaven en verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn geraamd en die ten grondslag liggen aan de investeringsquote. Tevens wordt aangegeven wat de verwachte risico’s zijn voor de realisatie van de uitgaven, overeenkomstig de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 34 200 X, nr. 11).
Ten grondslag aan de berekening van de investeringsquote voor 2016 van 18 procent liggen de volgende bedragen:
Opbouw Investeringsquote
Raming uitgaven 2016
Totaal Voorzien in nieuw materieel:
-
•Zee (zie tabel Projecten Zeestrijdkrachten)
-
•Land (zie tabel Projecten Landstrijdkrachten)
916.210
-
•Lucht (zie tabel Luchtstrijdkrachten)
-
•Projecten Defensiebreed (zie tabel Projecten Defensiebreed)
-
•Projecten < € 25 miljoen
Voorzien in infrastructuur
253.820
Voorzien in IT
190.705
Bekostiging wetenschappelijk onderzoek
57.175
Bijdrage aan de Navo
28.293
Totaal investeringen
1.446.203
Totaal Defensie
7.852.409
De investeringsquote: 1.446.203 : 7.852.409 = 18 procent
In de tabellen van Voorzien in nieuw materiaal, Voorzien in infrastructuur, Voorzien in IT en Bekostiging Wetenschappelijk Onderzoek zijn alle projecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen opgenomen.
De projecten in realisatie waarvan de financiële omvang van meer dan € 10 miljoen is gewijzigd, alsmede de projecten waarvan de planning met meer dan een jaar is gewijzigd, worden onderaan de tabellen nader toegelicht. Tevens worden de projecten in planning opgesomd waarvan wordt verwacht dat deze in 2016 tot uitgaven leiden. Wezenlijke veranderingen ten opzichte van de begroting 2015 worden hierbij toegelicht.
Voorzien in nieuw materieel
In het Materieelprojectenoverzicht (MPO) worden alle strategische materieelprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen uitgebreid toegelicht. Voor de projecten in planning wordt bovendien de verwachte fasering in het Defensie Materieel Proces (DMP) vermeld.
Risico’s bij Voorzien in nieuw materieel
Aan de uitvoering van projecten zijn diverse risico’s verbonden waardoor de realisatie kan afwijken van de initiële planning. Diverse risico’s bij het realiseren van projecten zijn:
Internationale samenwerking/co-financiering
Dit geldt vooral bij projecten die in samenwerking met verschillende andere landen worden gepland en uitgevoerd. Het NH-90 project met een verwachte realisatie van € 55,3 miljoen is hier een goed voorbeeld van. De doorlooptijd van de (inter)nationale besluitvorming kan langer zijn dan gepland, waardoor de behoeften van de deelnemende landen later onder contract kunnen worden gebracht en derhalve later worden gerealiseerd. Bij projecten met co-financiering vormt de mate waarin de partners hun financiering rond krijgen een risico voor de uitvoering van projecten.
Onvoldoende budget/herijking
In het geval dat sprake is van een tekort aan investeringsbudget, door bijvoorbeeld het duurder uitvallen van een aanbesteding, bijstellingen in de behoefte, zal een project herijkt moeten worden.
Vertraging in levering
Het risico bestaat dat zich vertragingen voordoen t.o.v. het beoogde of overeengekomen leverschema, waardoor budget moet worden doorgeschoven.
Juridische procedures
In een verwervingstraject is het nooit geheel uitgesloten dat (afgewezen) leveranciers juridische stappen ondernemen om alsnog te kunnen leveren. Dergelijke procedures kunnen leiden tot vertragingen in het proces, waardoor geplande verplichtingen- en kasramingen niet worden gerealiseerd.
Capaciteit
Door het ontbreken van relevante capaciteit en kennis op enig moment kunnen zich vertragingen voordoen.
Kwaliteit
Als bij een levering blijkt dat niet is voldaan aan de kwaliteitseisen zullen betalingen worden opgeschort. In dit geval zullen geplande budgetten pas tot betaling komen nadat aan de kwaliteitseisen is voldaan.
Prestatieverklaring en Facturatie
Indien een lange periode bestaat tussen het leveren van de prestatie en de ontvangst van de factuur zal het lastig zijn om een prestatieverklaring te krijgen en daarbij tot betaling over te gaan. Voorbeelden van dergelijke projecten zijn: F-16 zelfbescherming Aircraft Survivability Equipment (ASE) € 43,4 miljoen, AH-64D zelfbescherming (ASE) € 18,6 miljoen). Door het Special Billing Arrangement (SBA) is de voorspelbaarheid van de uitgaven van dergelijke projecten lastig.
Projecten Zeestrijdkrachten
Projecten in realisatie zeestrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Project-volume
Raming uitgaven
Fasering tot en met
t/m 2015
2016
2017
2018
2019
2020
Instandhouding M-fregatten
58,6
52,8
5,8
2016
Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten
96,0
49,7
10,0
8,0
8,0
8,0
8,0
2021
Instandhouding Goalkeeper
34,5
27,2
5,4
1,9
2017
Low Frequency Active Sonar (LFAS)
27,3
24,6
1,7
1,0
2017
Luchtverdedigings- en Commandofregatten
1.560,3
1.559,0
1,3
2016
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)
126,8
77,5
16,2
18,1
4,5
5,6
2,7
2021
Patrouilleschepen
530,0
528,8
1,2
2016
Verwerving Joint Logistiek Ondersteuningsschip (JSS)
409,3
401,6
7,7
2016
Midlife upgrade BV206D (MLU BV206D)
31,7
5,5
4,2
12,6
9,3
0,1
2019
Verbetering MK 48 torpedo
71,8
29,1
17,7
24,6
0,4
2018
Evolved Sea Sparrow Missile Block II: deelneming internationaal ontwikkeltraject
37,1
36,3
0,8
2016
Midlife Upgrade BV206D en Verbetering MK 48 torpedo
Nieuw in realisatie zijn het project Midlife Upgrade BV206D en de verbetering MK 48 torpedo. Bij de overige projecten zijn geen significante wijzigingen opgetreden.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2016
Bij de projecten Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en commandofregatten en Midlife Upgrade Landing Craft Utility zijn geen significante wijzigingen opgetreden.
Projecten Landstrijdkrachten
Projecten in realisatie landstrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Project-volume
Raming uitgaven
Fasering tot en met
t/m 2015
2016
2017
2018
2019
2020
Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)
133,3
128,3
3,0
2,0
2017
Battlefield Management Systeem (BMS)
60,8
57,4
3,4
2016
Datacommunicatie Mobiel Optreden (DCMO)
42,4
41,2
1,2
2016
Patriot vervanging COMPATRIOT
30,8
19
9,2
2,6
2017
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer). productie
796,6
542,6
142,6
94,3
14,9
2,2
2019
Vervanging genie- en doorbraaktank
91,5
87
3,4
1,1
2017
Aanvulling Bushmasters
32,8
5,1
12,4
15,3
2017
Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)
Naar aanleiding van de herijking is de fasering van het project aangepast. Het projectbudget is verhoogd met € 7,0 miljoen in verband met de aanschaf van een ander type data radio’s. Naar verwachting wordt het contract afgesloten in 2016 met betalingen in 2016 en 2017.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2016
Verwerving CE-pakketten Infanterie Gevechtsvoertuig (IGV)
Als gevolg van prioriteitstelling in het investeringsplan is de reeks voor «aanschaf» drie jaar vertraagd naar de periode 2020 - 2023. Hierdoor is de CE-bescherming later beschikbaar. De studie- en testfase gaan door als gepland.
CRAM en CLASS-UAV-detectiecapaciteit
Door prioriteitstelling in het investeringsplan is dit project met drie jaar vertraagd naar de periode 2019 - 2022.
Patriot en Zwaar Bergingsvoertuig
Bij de projecten Patriot verlenging levensduur en Levensduurverlenging zwaar Bergingsvoertuig zijn geen significante wijzigingen opgetreden.
Projecten Luchtstrijdkrachten
Projecten in realisatie luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Project-volume
Raming uitgaven
Fasering tot en met
t/m 2015
2016
2017
2018
2019
2020
AH-64D Block II upgrade
120,0
44,5
10
15
29,2
11,3
2019
AH-64D verbetering bewapening
37,3
1,4
18,2
5,2
6,5
6,0
2019
AH-64D zelfbescherming (ASE)
92,0
2,3
18,6
11,2
7,5
26,4
12,8
2021
F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket
50,0
15,0
11,6
14,4
9,0
2018
F-16 M5 modificatie
38,8
36,1
2,7
2016
F-16 onderhoudstape M6.5
25,6
12,5
3,6
6,9
2,6
2018
F-16 mode 5 IFF
42,1
30,3
5
4,4
2,4
2018
F-16 verbetering lucht-grond bewapening, fase 1
59,4
58,8
0,4
0,2
2017
F-16 zelfbescherming (ASE)
94,5
13,8
43,4
24,7
12,6
2018
Langer Doorvliegen F-16 - Vliegveiligheid & Luchtwaardigheid
42,9
8,8
6,0
5,9
6,4
5,5
4,3
2021
Obsolescence Prevention Program PC-7
30,0
5,8
14,4
9,8
2017
Vervanging Medium Power Radars Wier en Nieuw-Milligen
61,4
12,0
15,0
11,6
10,1
9,9
2,7
2021
Verwerving F-35 (budgetreeks)
4.691,6
522,8
113,4
323,7
491,7
742,0
707,0
2023
AH-64D
Het budget voor zowel het project AH-64D zelfbescherming als het project AH-64D verbetering bewapening is verhoogd met de prijspeilaanpassing 2015 en de compensatie voor de aanpassing van de dollarplankoers. Daarnaast is de uitvoering van het project AH-64D zelfbescherming (ASE) een jaar verlengd in verband met het doorvoeren van standaardisatie van de zelfbeschermingsystemen naar US-Army voorbeeld. De mogelijkheden en de aanschaf van dit Amerikaanse systeem dient verder uitgewerkt te worden; hiervoor is dus een jaar extra gepland.
F-16
Bij het project F-16 zelfbescherming (ASE) is sprake van herfasering door vertraging bij het opstellen van de Letter of Agreement. Dit is voornamelijk het gevolg van procedures bij de Amerikaanse overheid. Het projectbudget is gestegen door compensatie voor de gestegen dollarkoers en toekenning van de prijspeilcompensatie.
Het project Infrarood geleide lucht-lucht raket is in omvang en looptijd toegenomen door een uitbreiding van het aantal te verwerven missiles, met behulp van de in deze begroting verwerkte verhoging van het investeringsbudget. Hiermee groeit de voorraad verder richting het normaantal.
Nieuw in realisatie zijn de projecten Langer doorvliegen F-16 - Instandhouding, Langer doorvliegen F-16 - Operationele Zelfverdediging, Obsolescence Prevention Program PC-7 en Vervanging Medium Power Radars in Wier en Nieuw Milligen. Bij de overige projecten zijn geen significante wijzigingen opgetreden.
Verwerving F-35
Raming uitgaven (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Projectvolume
Raming uitgaven
Fasering tot
t/m 2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021 en verder
Budget verwerving F-35
4.691,6
522,8
113,4
323,7
491,7
742,0
707,0
1.791,0
2023
Raming verwerving F-35
5.241,1
522,8
113,4
255,7
709,0
912,7
931,6
1.795,9
2023
Waarvan verwerving 2 testtoestellen (inclusief bijkomende middelen)
274,0
268,9
2,5
2,5
0,0
0,0
0,0
0,0
2013
Waarvan verwerving toestellen (inclusief bijkomende middelen)
4.555,4
253,9
110,9
253,1
614,9
818,6
837,5
1.666,5
2023
Waarvan PSFD MoU
190,7
141,3
11,8
9,0
7,9
5,1
4,6
11,0
2023
Waarvan deelname IOT&E (inclusief exploitatie testtoestellen t/m 2019)
87,1
33,7
17,0
17,5
18,9
0,0
0,0
0,0
2019
Waarvan voorziening risicoreservering investeringen
411,7
0,0
0,0
0,0
94,1
94,1
94,1
129,4
2023
F-35 en koerswisselingen
Dit jaar is het investeringsbudget door prijsbijstelling toegenomen tot € 4.692 miljoen (prijspeil 2015). De huidige projectraming bedraagt € 5.241 miljoen en bestaat uit de geraamde investeringskosten van € 4.517 miljoen, een risicoreservering van € 412 miljoen en een overheveling naar de exploitatie van € 312 miljoen. Per saldo is er sprake van een negatief verschil tussen budget en raming van € 550 miljoen, waarvan € 75 miljoen aan hogere BTW-afdrachten. De stijging van de geraamde investeringskosten is het gevolg van een fors hogere dollarkoers.
Het kabinet acht het onverstandig om op dit moment het budget aan de raming aan te passen. Dit zou abrupte, ingrijpende maatregelen vergen, terwijl het onzeker is of die uiteindelijk nodig zullen zijn, ook omdat de toestellen in verschillende tranches over een reeks van jaren worden aangeschaft. Zowel veranderingen in de dollarkoers als in de prijzen (in dollars) zullen de komende jaren immers van invloed zijn op de ramingen. Vanzelfsprekend volgt het kabinet de ontwikkelingen op de voet.
Sommige onderdelen van de Rijksbegroting zijn gevoeliger dan andere voor plotselinge wisselingen van de valutakoersen. Dat geldt bijvoorbeeld voor defensie-investeringen, in het bijzonder het F-35 project. Zoals in de beleidsagenda van deze begroting is aangegeven onderzoekt de Studiegroep Begrotingsruimte de omgang met valutakoerswisselingen en prijsontwikkelingen. Het afsprakenkader dat voor de F35 geldt, wordt hiernaast gelegd.
Aanpassing taakstellend budget investeringen (bedragen x € 1 miljoen)
Bedrag
Budget verwerving F-35 in prijspeil 2014
4.675,3
Bijstelling budget o.b.v. Nederlandse prijsindexatie
16,3
Budget verwerving F-35 in prijspeil 2015
4.691,6
Project in planning met verwachte uitgaven in 2016
Chinook Vervanging en Modernisering
Nadat in 2014 bleek dat een offerte voor de elf toestellen in een gelijke configuratie als de CH-47F aanzienlijk hoger uitviel dan verwacht, is afgelopen jaar een herijking uitgevoerd. Over de uitkomst hiervan wordt de Kamer in de tweede helft van 2015 met de B/C/D-brief geïnformeerd.
Projecten Marechaussee
Dit betreft de investeringsprojecten (voor zover niet in infrastructuur en informatievoorziening) voor de Koninklijke Marechaussee. Geen van de projecten heeft een investeringsbudget van meer dan € 25 miljoen.
Projecten Defensiebreed
Projecten in realisatie defensiebreed (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Project
volume
Raming uitgaven
Fasering
Tot
t/m 2015
2016
2017
2018
2019
2020
C-IED blok 2 (incl CD&E en R&D)
29,5
25,5
4
2016
Counter Improvised Explosive Devices (C-IED) Blok 3
54,0
10,3
17,8
14,2
7,0
1,5
1,5
2023
Defensiebrede vervanging van ondersteunende Klein Kaliber Wapens
60,2
3,0
20,0
30,0
7,0
0,2
2019
Militaire Satelliet Capaciteit (MILSATCAP)
31,4
25,3
3,6
1,4
1,1
2018
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM)
132,3
122,1
7,5
2,6
0,1
2018
Modernisering navigatiesystemen
38,9
21,8
2,3
3,1
6,3
5,4
2019
NH-90
1.198,3
1006,9
55,3
60,2
45,2
30,7
2019
Uitbreiding Chemische Biologische Radiologische en Nucleaire (CBRN)-capaciteit in het kader van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS), materieel
62,0
29,9
16,4
15,1
0,2
0,3
0,1
2020
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)
215,4
42,6
64,2
27,7
49,7
30,5
0,7
2020
Nieuw in realisatie zijn de projecten Defensiebrede vervanging van ondersteunende Klein Kaliber Wapens en Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS). Bij deze projecten zijn geen significante wijzigingen opgetreden.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2016
Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW)
In juli 2015 is de Kamer met de C-brief geïnformeerd over de C-fase van het project DVOW (kamerstuk 26 396 nr.105). Daarin is de Kamer geïnformeerd over de herijking van het project op zowel aantallen als op budget.
Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MaleUAV)
Als gevolg van prioriteitstelling in het investeringsplan is dit project met zeven jaar vertraagd. De ISR-capaciteit komt dus later ter beschikking. Defensie onderzoekt nog of op alternatieve wijze, bijvoorbeeld via een leaseconstructie, in deze behoefte kan worden voorzien.
Vervanging mortieren 60/81mm
Als gevolg van prioriteitstelling in het investeringsplan is het project (voor het 81mm deel) gesplitst in een deel in de oorspronkelijke planning (voor het CZSK) en een deel in 2022 (voor het CLAS).
NGIS
Dit project wordt uitgevoerd om Defensie te laten voldoen aan de binnen Navo gemaakte afspraken. Hierdoor is Nederland beter in staat te voldoen aan wettelijk opgedragen taken, zoals luchtruimbewaking en Air Policing, en kunnen taken in internationaal verband veilig en goed worden uitgevoerd.
Bij de volgende projecten zijn geen significante wijzigingen opgetreden:
-
-
-
•Defensiebrede Vervanging hand gedragen warmtebeeldkijkers;
-
-
-
-
•Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS);
-
-
-
-
•Joint Fires;
-
-
-
-
•Vervanging grondterminals MILSATCOM;
-
-
-
-
•Verwerving HV brillen.
-
Aan te gane verplichtingen
Gedurende 2016 worden de volgende verplichtingen aangegaan. Projecten waarvoor een verplichting groter dan € 25 miljoen worden aangegaan en geen commercieel vertrouwelijke informatie bevatten zijn separaat weergegeven.
Verplichtingen
Aan te gaan in 2016
Projecten met projectvolume > 25 miljoen.:
met aan te gane verplichting > € 25 miljoen
-
•Verwerving F-35
730,0
-
•NH-90
46
-
•Diverse projecten
159,7
met aan te gane verplichting < € 25 miljoen
-
•Diverse projecten
131
Overige projecten met projectvolume < 25 miljoen:
Diverse projecten
143,3
Bandbreedte projecten
70,7
Totaal
1.280,7
Voorzien in infrastructuur
In 2016 zal het CDC circa € 124 miljoen aan programma’s van eisen indienen bij het Rijksvastgoedbedrijf. Het betreft hier met name projecten die in de jaren vanaf 2018 tot daadwerkelijke uitgaven zullen leiden. De projecten zijn te verdelen in nieuwbouw (€ 77 miljoen), renovatie (€ 8 miljoen), uitbreiding (€ 8 miljoen), verbouwingen (€ 4 miljoen) en herbelegging (€ 27 miljoen). De projecten die in de jaren 2016-2017 tot uitgaven zullen leiden zijn reeds in uitvoering bij het Rijksvastgoedbedrijf. Daarnaast wordt € 21 miljoen aan kortlopende verplichtingen voorzien vanwege ingenieursdiensten. Het totaal aan te gane verplichtingen in 2016 wordt hiermee € 145 miljoen.
Grote infrastructuurprojecten in realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
Project-omschrijving
Defensieonderdeel
Projectvolume
t/m 2015
2016
2017
2018
2019
2020 e.v.
Fasering t/m
Hoger Onderhoud Woensdrecht
CLSK
67,7
42,2
7,8
13,4
4,3
2018
Nieuwbouw Schiphol
KMar
140,4
140,4
2015
Nieuwbouw OTCKMar
KMar
84,3
55,5
15,2
13,6
2017
EPA Maatregelen
Algemeen
65,3
38,9
8,8
8,8
8,8
2018
Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid
Algemeen
43,7
4,7
13
13
13
2018
Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving
Algemeen
142,2
10
26,1
18,2
25
22,6
40,3
2024
Deelproject 1.3.7.1. HVD: Schuifplan Ermelo (GSK, JPK, PMK en VHK)
CLAS
57,9
52,8
1,9
1,6
1,6
2018
Deelproject 1.3.7.5. HVD: Herbeleggen RVS Oirschot
CLAS
40,1
22
10,7
7,4
2017
Deelproject 2a.6. HVD: Belegging Breda (KvB, TvZ, Seelig)
CDC
36,3
9,8
12,7
8,3
0
0
5,5
2021
Deelproject 2b.3. CLAS Reorganisatie Materieellogistieke Eenheden
CLAS
25,7
18,1
7,6
2016
Hoger onderhoud Woensdrecht
Het project betreft de totale behoefte aan infrastructuur om het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) op Vliegbasis Woensdrecht te kunnen huisvesten. Hiermee kunnen de defensielocaties LCW Rhenen en LCW Dongen worden afgestoten. De nieuwbouw legering is opgeleverd, evenals het werkcentrum Avionica en het Logistiek Complex. Nieuwbouw voor het squadron Technologie en Missieondersteuning is in ontwikkeling. Het LCW Rhenen is reeds voor afstoting overgedragen aan het Rijksvastgoedbedrijf.
Nieuwbouw Schiphol
In de nabijheid van de luchthaven Schiphol is voor het District Schiphol van de KMar een nieuw complex gerealiseerd ter vervanging van de gehuurde en verspreid liggende accommodaties. De Koningin Maximakazerne is reeds in gebruik genomen. Een aantal deelprojecten wordt verder in 2015 voltooid.
Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid
Met de uitvoering van verbetermaatregelen brengt Defensie de brandveiligheid van de meest risicovolle gebouwen op orde en biedt ze haar personeel een veilige woon- (legering) en werkomgeving. De planning is in lijn met de nalevingsafspraak die is overeengekomen met de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving
Wijzigingen in wet- en regelgeving, aanscherping van milieu- en veiligheidseisen en ontwikkelingen in het omgevingsrecht hebben geleid tot nieuwe eisen aan het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. Het aanpassingsproject vastgoed als gevolg van gewijzigde regelgeving omvat een pakket aan maatregelen die tot en met 2024 uitgevoerd moeten worden. De verschillende maatregelen zijn:
-
-
-
-vervanging en/of aanpassing van installaties die werken op koelmiddelen met hydrochloorfluorkoolwaterstof (HCFK);
-
-
-
-
-op norm brengen van drinkwaterinstallaties;
-
-
-
-
-verbetering brandveiligheid van gebouwen;
-
-
-
-
-vervanging van brandmeldinstallaties;
-
-
-
-
-verwijdering van asbest;
-
-
-
-
-het op norm brengen en houden van monumentale panden en terreinen.
-
Nieuwbouw OTCKMar (Opleidings- en Trainings Centrum KMar)
Het OTCKMar wordt ondergebracht op het complex Koning Willem III/Frank van Bijnenkazerne in Apeldoorn. Het project is in uitvoering en wordt naar verwachting in 2019 voltooid.
Energie Prestatie Adviezen (EPA) Maatregelen
Dit project betreft een verzameling van energiebesparende maatregelen voor de bestaande infrastructuur.
Deelproject 1.3.7.1. HVD Schuifplan Ermelo
Het schuifplan Ermelo zorgt ervoor dat de verhuizing en sluiting van de KMS in Weert mogelijk wordt. Daarvoor moet eerst ruimte worden gemaakt door eenheden na elkaar te verhuizen van Havelte naar Wezep, van Ermelo naar Havelte en tot slot van Weert naar Ermelo. De KMS is reeds naar Ermelo verhuisd. Een aantal deelprojecten wordt nog voltooid.
Deelproject 1.3.7.5. HVD Herbeleggen Ruiter van Steveninckkazerne Oirschot
Door gebruik te maken van vrijgevallen infrastructuur (tankbataljons) is een schuifplan opgesteld om oude gebouwen leeg te maken en te slopen en vooral goede infrastructuur aan te houden en te gebruiken voor het huisvesten van de nieuwe organisatie. Aanvullende nieuwbouw wordt gerealiseerd voor de nieuw opgerichte CBRN-eenheid. Het project is in uitvoering.
Deelproject 2.a.6. HVD Belegging Breda
Met dit project wordt de verhuizing mogelijk van het Instituut Defensie Leergangen van Rijswijk naar Breda, onder meer door aanvullende nieuwbouw van legering en aanpassing van lesaccommodaties en kantoren op de Trip van Zoutlandkazerne (TvZ). Een verdere concentratie op de TvZ, het Kasteel van Breda en de Luchtmachttoren maakt het mogelijk elders in de stad locaties af te stoten. Het project is in uitvoering.
Deelproject 2.b.3. CLAS Reorganisatie materieel-logistieke eenheden
Door de reorganisatie van de materieellogistiek is het Defensie Bedrijf Grondgebonden Systemen (DBGS) en de huidige zes herstelcompagnieën omgevormd tot het Materieellogistiek Commando en drie nieuwe Brigade Herstelcompagnieën. De totale personele omvang van de materieellogistieke eenheden vermindert met ongeveer een derde. Op de verschillende locaties is het aanpassen van werkplaatsen noodzakelijk.
Risico’s bij Voorzien in infrastructuur
De volgende vier projecten hebben op basis van de huidige inzichten een risico in het niet in 2016 realiseren van het geplande budget. In het algemeen geldt dat projecten in uitvoering en dus aanbesteed, een beperkt risico hebben. Alle benodigde vergunningen zijn verleend. Er is immers sprake van een «fixed price» behoudens onvoorzien werk. Als gevolg van een gebrek aan capaciteit zijn er risico’s in de realisatie van nieuwbouwprojecten en het verkopen van infrastructuur.
Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid
Er wordt gestart met het uitvoeren van pilotprojecten om een betere inschatting te kunnen maken van tijd en geld. In gebruik zijnde legeringsgebouwen zullen veelal moeten worden ontruimd om de werkzaamheden mogelijk te maken.
Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving
Dit project wordt momenteel ontwikkeld en moet nog worden aanbesteed. Het project kent een onzekerheid voor tijd en budget ten opzichte van de planning.
Nieuwbouw/renovatie NCIA
De aanbestedingsprocedure (Design and Construct) loopt momenteel niet conform plan, wat mogelijk gevolgen heeft voor de geplande realisatie.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2016
Deelproject 2.a.5. HVD Realisatie 20 Gezondheidscentra (GZHC) en 7 tandheelkundige centra (THKC)
Dit project betreft de aanpassing van de huisvesting aan de nieuwe organisatie van de bedrijfsgroep Gezondheidszorg, door aanpassing van bestaande infrastructuur en door nieuwbouw op verschillende locaties. De locaties Ermelo en Stroe zijn in voorbereiding.
F-35 Motoronderhoud
Nederland is als één van de Europese landen aangewezen om in de toekomst het F-35 motoronderhoud te gaan uitvoeren. Hiervoor moeten faciliteiten worden gebouwd op Vliegbasis Woensdrecht. De motoronderhoudsfaciliteit vergt een investering. Naast Defensie overwegen Economische Zaken en de provincie Noord-Brabant daarvan een deel voor hun rekening te nemen. De drie investerende partijen willen dit najaar een definitief besluit nemen. Vooruitlopend op de bouw moeten diverse onderzoeken worden uitgevoerd.
Deelproject HVD 1.3.6.2. MARKAZ Zeeland
Met de bouw van een geheel nieuwe kazerne te Vlissingen wordt de verhuizing mogelijk gemaakt van het Mariniers Trainingscommando vanuit de Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn en het Logistiek Centrum Maartensdijk. Het project wordt gerealiseerd met een geïntegreerd contract.
Nieuwbouw/renovatie NCIA
Nabij de Waalsdorpervlakte in Den Haag bevindt zich één van de vestigingen van het NATO Communications and Information Agency (NCIA). Momenteel heeft het agentschap een drietal hoofdvestigingen in Brussel, Mons (beiden België) en Den Haag. Met het oog op een doelmatige bedrijfsvoering is besloten een groter aantal activiteiten te concentreren op de NCIA-hoofdvestiging in Den Haag. Om dit mogelijk te maken heeft Nederland zich als Host Nation bereid verklaard om in de jaren 2015-2018 een grootschalig nieuwbouw- en renovatieproject uit te voeren en te financieren, met bijdragen van de Ministeries van Buitenlandse Zaken, Economische Zaken, Defensie en de gemeente Den Haag.
Huisvesting Operations Center JIVC DMO/OPS op CNA
Dit project voorziet op Camp New Amsterdam met renovatie van bestaande huisvesting en nieuwbouw in het onderbrengen van het Operations Center JIVC DMO/OPS. Hierdoor kunnen verschillende (beheer)activiteiten op één locatie worden geconcentreerd.
IHBVN: KMar en Informatie Gestuurd Optreden
In de nota «In Het Belang Van Nederland» is vastgelegd dat het optreden van de KMar transformeert van een gebiedsgebonden aansturing naar een centraal landelijk en meer flexibel optreden. De hierbij behorende centrale aansturing zal plaatsvinden op basis van het sturingsmechanisme informatie gestuurd optreden. Om de KMar informatie gestuurd te laten optreden zullen de districtsstaven bij de brigades komen te vervallen en gereduceerd opgaan in het centraal Landelijk Tactisch Commando (LTC), waarvoor huisvesting gerealiseerd zal worden op het Camp New Amsterdam. Door het vervallen van de districtsstaven kunnen de huidige locaties in Baarn, Fort de Bilt Utrecht en Kamp Nieuw Milligen worden afgestoten.
Deelproject 2b.3. CLAS Reorganisatie Materieellogistieke Eenheden
De Afdeling Techniek MatlogCo van CLAS op de locatie Leusden verricht het Hoger Onderhoud van Landsystemen (o.a. wiel- en rupsvoertuigen) van Defensie. Door veroudering voldoet het complex al langere tijd niet aan de wettelijke veiligheidseisen, waarbij met name de brandveiligheid in het gebouw tekort schiet. Er is vastgesteld dat de nu in uitvoering zijnde werkzaamheden niet voldoende zijn om te kunnen voldoen aan vigerende wet- regelgeving op met name het gebied van brandveiligheid. Ook zal het complex heringericht moet worden. Deze aspecten worden thans uitgewerkt, met gevolgen van de planning in tijd en geld.
Voorzien in IT
Projecten in realisatie IT (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Project
volume
Verplichtingen 2016
Raming uitgaven
Fasering
t/m
t/m 2015
2016
2017
2018
2019
2020
Vernieuwing TITAAN
58,4
4,0
12,5
24,1
6,8
6,0
4,8
2021
ERP M/F/P Fase 2
120,5
15,0
15,0
12,0
12,0
12,0
12,0
2027
Vernieuwing TITAAN
Het project Vernieuwing TITAAN is een project gericht op het ontwikkelen en realiseren van een uniforme infrastructuur, zowel de software als de hardware, voor het ontplooid optreden. Dit betreft zowel hoog als laag gerubriceerde informatie. Samen met het project Secure Werkplek Defensie ontstaat hiermee één generiek netwerk zowel in Nederland als in de operatie gebieden buiten Nederland voor alle defensie-onderdelen. Tevens is het netwerk ingericht als een Federatief Missie Netwerk, gebaseerd op Navo standaarden, waardoor op een gecontroleerde basis samengewerkt kan worden met diverse (veiligheids-)partners. Hierbij wordt gestreefd naar maximale standaardisatie van laag- en hoog gerubriceerde werkplekdiensten.
ERP M/F/P Fase 2
Er wordt gewerkt aan de verdere optimalisatie van ERP M&F en het gebruik daarvan. Het doel is de aansluiting van ERP op de bedrijfsvoering optimaal te krijgen en te houden.
De vervolgwerkzaamheden bestaan onder meer uit het leveren van ondersteuning, het aanbrengen van verbeteringen en het toevoegen van functionaliteit. Elk jaar wordt hiertoe een aantal activiteiten uitgewerkt in concrete projectvoorstellen, waarbij ook het financiële en personele beslag wordt bepaald.
Risico’s bij Voorzien in IT
De projecten die behoren tot de IT-investeringen zijn aan de hand van vastgestelde criteria gescoord op waarde en risico. In deze fase van risicomanagement wordt o.a. getoetst op de navolgende criteria:
Waarde criteria
-
-
-
•Bijdrage beleid & strategie operationeel optreden. De mate waarin het project bijdraagt aan strategische doelstellingen op het gebied van inzet en de voorbereiding daarvan in het operationeel optreden van de krijgsmacht.
-
-
-
-
•Wettelijke verplichting. De mate waarin het project bijdraagt aan de strategische doelstellingen op het gebied van besturende en ondersteunende processen (bedrijfsvoering).
-
-
-
-
•Financiële bijdrage. De mate waarin het project bijdraagt aan de verbetering van de efficiency en betaalbaarheid, uitgedrukt in de terugverdientijd van projectkosten (investeringen en exploitatie) en financiële baten.
-
-
-
-
•Bijdrage IT. De mate waarin het project bijdraagt aan de verbetering van de IT en randvoorwaardelijk is voor continuïteit, veiligheid of integriteit.
-
Risico criteria
-
-
-
•Omvang aantal gebruikers. Het aantal gebruikers dat door het project geraakt wordt.
-
-
-
-
•Impact op proces. De mate waarin het project het primaire proces van Defensie beïnvloedt.
-
-
-
-
•Project resultaat. De mate waarin het project en het projectresultaat gedefinieerd, bekend en concreet zijn.
-
-
-
-
•Architectuur. De mate waarin het project binnen de architectuur past en gebruik maakt van «proven technology».
-
-
-
-
•Expertise / beschikbare capaciteiten. De mate waarin de organisatie en het project afhankelijk is van vaardigheden, kennis en tools om succesvol te zijn.
-
-
-
-
•Sponsorschap. In hoeverre er een commandant of lijnmanager is geïdentificeerd die verantwoordelijk is voor de realisatie van het verandertraject, voor het in gebruik nemen van het IT-project en het realiseren van de business benefits.
-
-
-
-
•Doorlooptijd van het project. De duur van de periode tussen het begin en het einde van het project.
-
Alle projecten in het projectenportfolio zijn aan de hand van door de CDS vastgestelde criteria bekeken op waarde en risico. Deze scores worden beschouwd in het proces Project Portfoliomanagement (PPM). Voor de projecten met een hoog risico worden mitigerende maatregelen getroffen om het risico zo veel mogelijk te beperken. De risico’s kunnen toenemen als gevolg van de onzekerheden in relatie tot de IT-Vernieuwing en risico’s ten gevolge van beperkte capaciteit bij de verwervingsorganisatie en uitvoeringsorganisaties
Voor de in het overzicht genoemde projecten heeft het project «Vernieuwing TITAAN» een hoog risico op factor Tijd. De geplande start van de studiefase is, als gevolg van de lopende planvorming met betrekking tot de IT-Vernieuwing, vertraagd met circa 3,5 maand en vindt nu op zijn vroegst medio oktober 2015 plaats. Dit heeft mogelijk gevolgen voor de geplande realisatie in 2016.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2016
Projecten in planning IT (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Project
volume
Raming uitgaven
Fasering
t/m
Projectomschrijving
Project
volume
Raming uitgaven
Fasering
t/m
Projectomschrijving
Cyber
138,6
5,0
7,0
9,0
9,0
9,0
9,0
2031 e.v.
IT-problematiek
40,2
15,0
15,0
10,0
0,2
2018
De projecten Cyberwapens, IT KMar IGO en IT-problematiek zijn nog in voorbereiding.
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Programmafinanciering TNO
34.108
33.543
33.528
33.307
33.308
33.308
33.308
Programmafinanciering NLR
517
517
517
517
517
517
517
Contractonderzoek technologieontwikkeling
20.918
20.400
18.035
18.035
18.037
18.037
18.037
Contractonderzoek kennistoepassing
3.860
5.545
5.095
5.095
5.095
5.095
5.095
Totaal
59.403
60.005
57.175
56.954
56.957
56.957
56.957
Het centrale kennis- en technologiebudget voor wetenschappelijk onderzoek wordt gebruikt om een defensiespecifieke kennisbasis op te bouwen en in stand te houden. Hiermee kan Defensie wetenschappelijk worden ondersteund in haar taakuitvoering. Het budget wordt ook ingezet om innovatieve operationele capaciteiten, werkwijzen of concepten in de defensieorganisatie mogelijk te maken waarmee het operationeel handelingsvermogen wordt vergroot, verbeterd of tegen lagere (levensduur)kosten beschikbaar komt. Met de uitvoering van onderzoekprogramma’s en -projecten wordt tevens invulling gegeven aan de prioriteiten uit de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda (SKIA, Kamerstuk 32 733, nr. 3 van 19 mei 2011).
Programmafinanciering TNO (inclusief MARIN) en NLR
De uit te voeren onderzoeksprogramma’s bouwen een defensiespecifieke kennisbasis op bij TNO (inclusief kennisinstituut MARIN) en het NLR en houden deze in stand conform de Herijking Kennisportfolio Defensie (HKD, Kamerstuk 27 830, nr. 71 van 28 januari 2010). Om praktische redenen wordt het budget voor MARIN toegevoegd aan dat van TNO. Voor 2016 betreft het € 1 miljoen. Naar verwachting zal er ook de komende jaren budget worden besteed voor een defensiespecifieke kennisbasis bij MARIN. Programmatisch onderzoek betreft investeringen in een kennisbasis die niet binnen Defensie aanwezig is en die zonder een gerichte financiële inspanning van Defensie niet beschikbaar komt of toegankelijk is. Met de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. De advisering richt zich onder meer op noodzakelijke verbeteringen en innovatieve vernieuwingen op deze gebieden. De programmafinanciering bedraagt in 2016 ongeveer € 34 miljoen.
Contractonderzoek technologieontwikkeling
Voor technologieontwikkeling is in 2016 € 18 miljoen beschikbaar. Deze projectmatige uitgaven worden ingezet waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie en kennisinstituten. Het instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS, Kamerstuk 31 125, nr. 20 van 13 december 2013) en het Rijksbrede topsectorenbeleid. In de begrotingsafspraken van oktober 2013 is een bezuiniging doorgevoerd op subsidies in het kader van het bedrijfslevenbeleid. De defensiebijdrage hieraan in 2016 bedraagt € 1 miljoen en is in deze reeks verwerkt. De technologieprojecten worden, waar van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (Navo en European Defence Agency, EDA) afgestemd en ingebed.
Bijdragen en contractonderzoek kennistoepassing
De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis, wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de behoeftestellende defensieonderdelen. Op centraal niveau is nog een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning. Vooral de interdepartementaal afgesproken bijdragen aan de instandhouding van grote experimentele onderzoeksfaciliteiten bij TNO en het NLR worden uit de centrale middelen betaald. In 2016 is hiervoor € 5 miljoen beschikbaar.
CODEMO
De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat vooral wordt ingezet voor innovatieve productontwikkeling met het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie in de vorm van royalties over de verkoop van de ontwikkelde producten zijn beschikbaar voor nieuwe ontwikkelingsvoorstellen. Defensie heeft € 10 miljoen beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling, waarvan tot nu toe € 8,7 miljoen is besteed.
Als antwoord op motie Günal-Gezer/Eijsink (Kamerstuk 33 750-X, nr. 24) is onderstaande tabel weergegeven.
CODEMO
Ingediende voorstellen
63
Gehonoreerde voorstellen
18
Afgewezen voorstellen
45
Afgeronde voorstellen
4
De gehonoreerde voorstellen betreffen vijftien Midden- en Klein Bedrijven (MKB) en drie grootbedrijven.
Bijdragen aan de Navo
De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in gemeenschappelijk gefinancierde Navo-investeringsprogramma’s. Ook de investeringsuitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.
Verkoopopbrengsten Groot Materieel
Het uitgavenkader wordt aangepast vanwege bijgestelde ontvangsten. De wijzigingen in de ontvangsten betreffen de neerwaartse bijstelling van de verkoopopbrengsten van groot materieel onder meer door het uit de verkoop halen van negen Cougars vanwege het invullen van de helikopter capability cap en het langer aanhouden van de Gulfstream (2016 - € 53,1 miljoen, 2017 - € 17,9 miljoen, 2018 € 0,5 miljoen, 2019 - € 31,9 miljoen en 2020 € 56,3 miljoen), het overdragen van de Leopard 2 tank aan Duitsland (- € 18 miljoen) en de harmonisatie van de vastgoedprojecten in beleidsartikel 6 investeringen krijgsmacht (2016 € 2,4 miljoen, 2017 € 0,2 miljoen, 2018 € 6,6 miljoen, 2019 - € 1,2 miljoen en 2020 - € 7,6 miljoen). Daarnaast de bijstelling van de ontvangsten vanwege medegebruik Marine vliegkamp Valkenburg (beleidsartikel 4 CLSK) en de wijziging van de ontvangsten (bij het CDC) door de stichting ziektekostenverzekering krijgsmacht voor de bijdrage aan de renovatie van het Centraal Militair Hospitaal (CMH)
Afstotingen
Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:
-
-
-
•De Pantserhouwitser 2000 (PzH2000) en mijnenbestrijdingvaartuigen: dit betreft afname van deze capaciteit conform eerder genomen maatregelen;
-
-
-
-
•Rupsvoertuigen YPR en voorraad wielvoertuigen: dit betreft de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;
-
-
-
-
•Overtollige voorraden, onderdelen, etc.: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.
-
Verkoopopbrengsten Infrastructuur
De verkoopopbrengsten Infrastructuur hebben betrekking op opbrengsten van af te stoten objecten. In 2014 is besloten dat departementen en diensten het vastgoed dat zij niet langer nodig hebben voor hun bedrijfsvoering over moeten dragen aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Het RVB zal op basis van het Kader Overname Vastgoed Rijksvastgoed (KORV) het overtollige vastgoed van de departementen en rijksdiensten overnemen tegen een inkoopprijs die wordt vastgesteld door gecertificeerde (onafhankelijke) vastgoedtaxateurs van het RVB. De opbrengsten van alle objecten die voor ingangsdatum van het KORV zijn aangeboden aan het RVOB worden geëffectueerd na daadwerkelijke verkoop aan een marktpartij. Op dit moment zijn verschillende objecten zowel onder het oude regime als binnen het KORV in afstoting. De grootste overtolligheid van het Defensie vastgoed loopt door tot 2019.
2.2.7. Beleidsartikel 7: Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
Algemene doelstelling
De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel evenals de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie en kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en instandhouding van materieel en zo ook voor de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.
Beleidswijzigingen
Er zijn geen significante beleidswijzigingen ten opzichte van de begroting 2015.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
606.479
715.661
743.894
735.066
731.362
718.756
742.071
Uitgaven
788.427
715.661
743.894
735.066
731.362
718.756
742.071
Waarvan juridisch verplicht
37%
Programma uitgaven
293.389
286.026
326.518
320.074
322.168
307.787
327.165
Opdracht Logistieke ondersteuning
293.389
286.026
326.518
320.074
322.348
307.787
327.165
-
-Gereedstelling
214.792
213.636
231.467
230.055
232.593
225.722
237.400
-
-Instandhouding
78.597
72.390
95.051
90.019
89.575
82.065
89.765
Apparaatsuitgaven
495.038
429.635
417.376
414.992
409.194
410.969
414.906
Personele uitgaven
192.287
186.583
171.521
171.626
169.864
169.964
169.964
- waarvan eigen personeel
172.714
161.376
167.024
167.126
165.364
165.464
165.464
- waarvan externe inhuur
19.573
25.207
4.497
4.500
4.500
4.500
4.500
Materiële uitgaven
302.751
243.052
245.855
245.866
241.650
243.505
247.442
- waarvan IT; bijdrage aan SSO DMO/OPS
186.951
157.208
150.435
149.255
150.945
150.945
- waarvan IT; Overig
228.784
35.339
40.837
40.835
38.169
38.682
- waarvan overige exploitatie
73.604
55.768
53.099
54.393
51.539
54.190
57.614
- waarvan overige exploitatie; bijdrage aan SSO Paresto
363
333
209
201
201
201
201
Apparaatsontvangsten
25.189
42.933
42.933
43.433
43.433
43.433
43.433
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2016 gaat het om 37 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de aanschaf van munitie en instandhoudingsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Gereedstelling
De uitgaven voor gereedstelling bestaan vooral uit brandstof voor varend, rijdend en vliegend materieel en munitie. Dit betreft uitgaven voor defensiebrede contracten.
Instandhouding
De uitgaven voor instandhouding betreffen vooral grote wapensystemen en eenheden van de operationele commando's. In de doelstellingenmatrices bij de beleidsartikelen van de operationele commando’s staan de wapensystemen vermeld waarvoor uitgaven worden geraamd.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
Personele uitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De uitgaven voor salarissen en sociale lasten worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2.451
2.522
2.516
2.523
2.521
2.521
De uitgaven IT worden met ingang van 2013 voor alle defensieonderdelen verantwoord op dit artikel. Dit betreffen uitgaven voor de werkplekdiensten en het onderhoud van IV-systemen.
Materiële uitgaven (waarvan bijdragen aan SSO’s)
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (shared service organisation). Het betreft voor 2016 uitgaven aan de Defensie Telematica Organisatie (DTO) (alle informatievoorziening € 192,5 miljoen) en Paresto (€ 0,2 miljoen).
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en kleding en uitrusting en overige materiële uitgaven.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
2.2.8. Beleidsartikel 8: Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
Algemene doelstelling
Het Commando DienstenCentra (CDC) voorziet in een doelmatige en doeltreffende ondersteuning van de krijgsmacht. Het CDC draagt zorg voor de levering van ondersteunende diensten aan de krijgsmacht. Een groot deel van de ondersteuning levert het CDC zelf, een deel van de ondersteuning wordt geleverd door organisaties buiten het Ministerie van Defensie. CDC is daarbij de verbindende schakel tussen vraag en aanbod.
De ondersteuning van het CDC is ingedeeld in drie categorieën ondersteuning; te weten vast (zoals vastgoed en gezondheidszorg), semi-flexibel (zoals opleidingen) en flexibel (zoals transport en media). De drie categorieën zijn nader onderverdeeld in achttien dienstenclusters.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige dienstverlening bij Defensie. Het CDC levert hieraan een belangrijke bijdrage.
Beleidswijzigingen
De samenvoeging van de defensiebrede niet-operationele gezondheidszorg bij de divisie Defensie Gezondheidsorganisatie (DGO) is in de besluitvormingsfase en zal naar verwachting begin 2016 plaatsvinden.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
1.057.642
1.049.884
1.040.571
1.023.483
999.341
972.377
976.188
Uitgaven
1.061.257
1.049.803
1.040.571
1.023.483
999.341
972.377
976.188
Waarvan juridisch verplicht
73%
Programma uitgaven
Opdracht Dienstverlenende eenheden
12
- Gereedstelling
1
- Instandhouding
11
Apparaatsuitgaven
1.061.245
1.049.803
1.040.571
1.023.483
999.341
972.377
976.188
Personele uitgaven
443.228
446.549
491.975
475.974
468.868
465.169
465.068
- waarvan eigen personeel
415.171
420.430
476.730
466.868
459.762
456.063
455.962
- waarvan externe inhuur
16.216
16.000
5.646
118
118
118
118
- waarvan overig; attachés
11.841
10.119
9.599
8.988
8.988
8.988
8.988
Materiële uitgaven
618.017
603.254
548.596
547.509
530.473
507.208
511.120
Huisvesting en infrastructuur (incl. bijdrage agentschap RVB)
385.000
371.008
341.756
339.392
337.273
321.686
304.511
- waarvan bijdrage agentschap RVB, zie huisvesting en infrastructuur
193.218
173.192
226.806
226.302
226.471
226.490
233.040
Overige exploitatie (incl bijdrage SSO Paresto)
233.017
232.246
206.840
208.117
193.200
185.522
206.609
- waarvan bijdrage door SSO Paresto (catering; overige exploitatie)
31.013
30.471
29.367
29.077
28.665
28.600
28.458
- waarvan overig; attachés
6.009
7.850
7.122
7.122
7.122
7.122
7.122
Apparaatsontvangsten
49.243
51.860
53.611
55.581
53.747
51.572
51.572
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de appaaraatsuitgaven. Voor 2016 gaat het om 73 procent. Dit betreft de uitgaven aan personeel, overige exploitatie en de uitgaven aan het agentschap RVB.
Toelichting op apparaatsuitgaven
Personele uitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2015
2016
2017
2018
2019
2020
6.622
7.460
7.417
7.369
7.359
7.358
Materiële uitgaven (waarvan bijdragen aan SSO’s)
De materiële uitgaven betreffen uitgaven voor Huisvesting & Infrastructuur, overige exploitatie, bijdragen aan SSO’s, attachés en departementsbrede uitgaven.
Het CDC levert, mede in samenwerking met RVB, alle ondersteuning op het gebied van het vastgoed van Defensie. Defensie beschikt momenteel over circa 34.500 hectare terreinoppervlak en 6,0 miljoen m2 bruto vloeroppervlak gebouwen. De ondersteuning bestaat uit de volgende activiteiten:
-
-
-
•Het onderhoud van alle vastgoedobjecten;
-
-
-
-
•Beheer van alle huurobjecten en PPS-constructies alsmede het leveren van rijkshuisvesting in het buitenland;
-
-
-
-
•Facilitaire ondersteuning voor het vastgoed zoals beveiliging en schoonmaak;
-
-
-
-
•Zorg voor nutscontracten.
-
De overige ondersteuning is voornamelijk voor het defensiepersoneel in Nederland en het buitenland. De ondersteuning bestaat uit de volgende activiteiten:
-
-
-
•Verzorgen van catering en voeding;
-
-
-
-
•Verzorgen van facilitaire diensten zoals centraal wagenparkbeheer en audiovisuele diensten;
-
-
-
-
•Verzorgen van P&O diensten voor circa 51.000 defensiemedewerkers;
-
-
-
-
•Verzorgen van gezondheidsdiensten voor circa 38.500 militairen;
-
-
-
-
•Verzorgen van wereldwijd vervoer van personen en goederen;
-
-
-
-
•Leveren van producten op het gebied van kennis en ontwikkeling.
-
De bijdrage aan agentschap RVB (voorheen DVD) (€ 226,8 miljoen) respectievelijk SSO Paresto (€ 29,4 miljoen) zijn onderdeel van in bovengenoemde uitgaven Huisvesting & Infrastructuur en Overige Exploitatie.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
2.3. DE NIET-BELEIDSARTIKELEN 2.3.1. Niet-beleidsartikel 9: Algemeen
Algemene doelstelling
In dit artikel worden enkele departementbrede programma-uitgaven begroot. Het betreft subsidies en bijdragen; bijdragen aan de Navo-exploitatie uitgaven en internationale militaire samenwerking en overige (departementsbrede) uitgaven.
Budgettaire gevolgen
Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
81.246
98.922
100.136
96.386
97.236
96.949
96.440
Uitgaven
100.370
98.922
100.136
96.386
97.236
96.949
96.440
Programma uitgaven
Subsidies en bijdragen
22.104
23.393
24.173
23.345
23.333
23.316
22.658
Bijdrage NAVO en internationale samenwerking
37.001
39.224
42.364
42.303
42.320
42.190
42.260
Overige uitgaven
41.265
36.305
33.599
30.738
31.583
31.443
31.522
Toelichting op de instrumenten
Subsidies en bijdragen
De subsidies en bijdragen worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben en defensiebeleid voor bijzondere doelgroepen uitvoeren, omdat zij hiertoe beter geëquipeerd zijn. De defensiesubsidies zijn er op gericht de exploitatie van stichtingen, en daarmee de uitvoering van hun doelen, in stand te houden. De subsidies zijn te verdelen in subsidies voor veteranenzorg, bijzondere vormen van personeelszorg en doelgroepenbeleid. Subsidies worden verstrekt in het kader van het cultureel erfgoed en tradities en op het gebied van onderwijs, kennis en technologie. Een overzicht van de subsidies is opgenomen in bijlage 4.7.
Bijdragen aan de Navo en Internationale samenwerking
De bijdragen aan de Navo hebben betrekking op Navo-exploitatie uitgaven, waaronder uitgaven voor AWACS-vliegtuigen. De Internationale Militaire Samenwerking omvat militaire samenwerkingsactiviteiten die Defensie in internationaal verband uitvoert. Het betreft onder meer militair-operationele samenwerking, defensiematerieelsamenwerking, militaire inlichtingensamenwerking en juridische samenwerking.
Overige uitgaven
Deze defensiebrede uitgaven hebben onder meer betrekking op de voorlichtings- en communicatieactiviteiten. Voor 2016 wordt het budget onder andere ingezet voor het EU-voorzitterschap. Overige uitgaven hebben tevens betrekking op de schadevergoedingen en afdrachten aan de Belastingdienst.
2.3.2. Niet-beleidsartikel 10: Centraal Apparaat
Algemene doelstelling
Defensie is een operationele en uitvoerende organisatie bedoeld om (de belangen van) het Koninkrijk te verdedigen en de internationale rechtsorde te bevorderen. Ten behoeve van de drie hoofdtaken van de krijgsmacht stelt zij militaire eenheden gereed en zet deze in nationaal en internationaal verband in. Die inzet is de kerntaak van Defensie. De Bestuursstaf geeft hier namens de Minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan en het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering.
Beleidswijzigingen
Contraterrorisme
De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) wordt versterkt voor de bescherming van defensiebelangen in Nederland en van uitgezonden eenheden. Het gaat hierbij om extra personeel voor de verwerving, verwerking en analyse van aan terrorisme en extremisme gerelateerde informatie en de noodzakelijke specialistische ondersteuning.
Budgettaire gevolgen
Artikel 10 Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
1.584.117
1.613.690
1.595.554
1.554.518
1.535.397
1.454.377
1.437.616
Uitgaven
1.589.049
1.613.690
1.595.554
1.554.518
1.535.397
1.454.377
1.437.616
Apparaatsuitgaven
Bestuursstaf (excl. MIVD)
74.754
68.467
66.689
66.081
65.281
66.637
66.633
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
62.522
71.702
78.478
84.523
83.364
82.757
82.754
Pensioenen en uitkeringen
1.237.183
1.264.359
1.266.244
1.248.769
1.249.607
1.185.271
1.184.811
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK gelden
214.590
209.162
184.143
155.145
137.145
119.712
103.418
1.589.049
1.613.690
1.595.554
1.554.518
1.535.397
1.454.377
1.437.616
Apparaatsuitgaven per uitgavencategorie
1.589.049
1.613.690
1.595.554
1.554.518
1.535.397
1.454.377
1.437.616
Personele uitgaven
1.575.860
1.598.954
1.580.035
1.537.510
1.518.293
1.436.758
1.420.004
- waarvan eigen personeel
121.615
120.925
126.060
130.032
128.977
129.211
129.211
- waarvan externe inhuur
2.472
4.508
3.588
3.564
2.564
2.564
2.564
- waarvan pensioenen en uitkeringen
1.237.183
1.264.359
1.266.244
1.248.769
1.249.607
1.185.271
1.184.811
- waarvan wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden
214.590
209.162
184.143
155.145
137.145
119.712
103.418
Materiele uitgaven
13.189
14.736
15.519
17.008
17.104
17.619
17.612
- waarvan overig
12.691
14.526
15.138
16.642
16.738
17.253
17.246
- waarvan bijdrage aan SSO Paresto
498
210
381
366
366
366
366
Totaal ontvangsten
24.360
6.818
6.818
6.818
6.818
6.818
6.818
Toelichting op de apparaatsuitgaven
Bestuursstaf
De Bestuursstaf (bestaande uit (hoofd)directies en bijzondere organisatie eenheden) draagt zorg voor een beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Defensie. De Bestuursstaf geeft namens de Minister sturing aan de defensieorganisatie. Dat gebeurt door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan de defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan en het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering. De uitgaven die daarmee gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven, bovenformatieve inhuur en overig materieel.
Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Als Bijzondere Organisatie Eenheid (BOE) ressorterend onder de Bestuursstaf is de MIVD belast met de ondersteuning van Defensie op het gebied van het leveren van kwalitatief hoogwaardig inlichtingen- en veiligheidsinformatie. Daarmee levert de MIVD een onmisbare bijdrage aan de opbouw, de gereedstelling en de inzet van de Nederlandse krijgsmacht en de informatiepositie van Nederland. De uitgaven die daarmee binnen dit artikel gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven en niet gecentraliseerde overige materiële uitgaven.
Personele uitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De uitgaven voor salarissen en sociale lasten worden besteed aan de volgende aantallen personeel van de Bestuursstaf (gemiddelde jaarsterktes):
2015
2016
2017
2018
2019
2020
1.537
1.621
1.609
1.607
1.604
1.604
Pensioenen en uitkeringen
Deze uitgaven betreffen de betaling van ouderdomspensioen en overige uitkeringen aan voormalig defensiepersoneel.
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden
Deze post betreft de verstrekking van uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid, krachtens het Sociaal Beleidskader en overige regelingen aan voormalig defensiepersoneel.
De pensioenen, wachtgelden en overige uitkeringen zijn als volgt verdeeld:
De overige exploitatie is deels ook personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting, onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft hier de uitgaven voor Paresto (€ 0,38 miljoen voor 2016).
Voor verder inzicht in de personele uitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Totaal apparaatsuitgaven en apparaatskosten Defensie
Bedragen x € 1.000
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
5.649.488
5.518.333
5.392.318
5.330.443
5.258.156
5.154.999
5.138.866
Kerndepartement
1.589.049
1.613.690
1.595.554
1.554.518
1.535.397
1.454.377
1.437.616
Uitvoeringsorganisaties
4.060.439
3.904.643
3.796.764
3.775.925
3.722.759
3.700.622
3.701.250
Taakuitvoering Zeestrijdkrachten
602.316
581.980
564.496
564.004
557.926
557.883
559.029
Taakuitvoering Landstrijdkrachten
1.063.535
1.007.102
976.578
973.679
966.213
968.118
963.570
Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten
505.932
515.561
480.240
478.241
472.905
473.537
469.824
Taakuitvoering Koninklijke marechaussee
332.373
320.562
317.503
321.526
317.360
317.738
317.733
Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
495.038
429.635
417.376
414.992
409.014
410.969
414.906
Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
1.061.245
1.049.803
1.040.571
1.023.483
999.341
972.377
976.188
Totaal apparaatsuitgaven
5.649.488
5.518.333
5.392.318
5.330.443
5.258.156
5.154.999
5.138.866
De uitgaven voor salarissen en sociale lasten worden besteed aan de volgende aantallen personeel van het Ministerie van Defensie in totaal (gemiddelde jaarsterktes):
2015
2016
2017
2018
2019
2020
53.363
53.855
53.737
53.999
53.965
53.906
Overzicht gemiddelde jaarsterktes defensiepersoneel
formatie voor reorganisatie
formatie 2016
gemiddelde jaarsterkte 2016
budget in 2016 (bedrag * 1.000)
formatie 2020
budget in 2020 (bedrag * 1.000)
burgerpersoneel
Schaal 16 t/m 18
35
25
28
3.509
25
3.509
schaal 15
46
35
38
3.936
35
3.936
schaal 14
107
85
86
8.843
85
8.843
schaal 13
275
267
281
24.865
265
24.678
schaal 12
743
737
778
61.261
738
61.344
schaal 11
1.109
1.060
1.058
77.722
1.066
78.162
schaal 10
1.389
1.212
1.192
77.377
1.216
77.633
schaal 9
1.046
843
840
49.879
836
49.465
schaal 8
969
766
793
40.670
763
40.510
schaal 7
1.442
1.167
1.213
56.851
1.162
56.607
schaal 6
1.480
1.257
1.297
55.968
1.225
54.543
schaal 5
2.141
1.962
1.976
83.685
1.907
81.327
schaal 1 t/m 4
3.224
3.022
2.636
103.870
2.964
101.859
Totaal burgerpersoneel
14.006
12.438
12.216
648.435
12.286
642.416
militair personeel
GEN
95
67
67
9.559
67
9.559
KOL
365
294
342
31.694
296
31.910
LKOL
1.562
1.296
1.343
121.810
1.312
118.998
MAJ
2.813
2.210
2.223
168.610
2.196
167.542
KAP
3.106
2.752
2.622
164.624
2.724
162.949
LNT
2.490
2.181
2.055
105.041
2.165
104.270
AOO
3.551
2.757
2.789
150.407
2.720
148.388
SM
5.587
4.400
4.435
209.929
4.383
209.118
SGT (1)
12.598
10.786
9.277
414.941
10.766
414.172
SLD/KPL
14.391
11.631
12.629
296.163
11.517
293.260
Totaal op functie
46.558
38.374
37.782
1.672.778
38.146
1.660.167
Initiële opleidingen (NBOF)
4.841
3.043
3.418
118.680
3.043
118.680
Totaal militair personeel (inclusief NBOF)
51.399
41.417
41.200
1.791.458
41.189
1.778.847
Totaal burger en militair personeel
65.405
53.855
53.416
2.439.893
53.475
2.421.262
Contraterrorisme
24.791
33.891
Overige uitgaven voor personeel
380.368
348.149
Totaal personele uitgaven
2.845.052
2.803.302
Agentschappen
Defensie telematica organisatie
1.595
140.729
1.295
120.445
Paresto
838
38.483
798
36.661
Totaal agentschappen
0
0
2.433
179.212
2.093
157.106
Totaal personeel
55.849
55.568
In de tabel zijn alleen de salarissen en sociale lasten opgenomen, zoals gerapporteerd in het overzicht van de formatie. De totale uitgaven voor formatie per defensieonderdeel, alsmede de geraamde aantallen per defensieonderdeel, zijn terug te vinden in de desbetreffende hoofdstukken per defensieonderdeel.
In de eerste kolom is de organisatie opgenomen zoals deze was, voordat de reorganisatie als gevolg van de beleidsbrief 2011 van start ging.
In de tweede kolom is de geplande formatie voor 2016 opgenomen. De derde kolom geeft de verwachte gemiddelde jaarsterkte voor 2016 weer. De formatie betreft de organisatie en daarmee de functies. De gemiddelde jaarsterkte betreft het aantal personeelsleden dat daadwerkelijk aanwezig is.
De vijfde kolom geeft de formatie aan voor het jaar 2020. Daarbij is de verwachte gemiddelde jaarsterkte gelijk aan de formatie. In de laatste kolom is de formatie (en dus ook de gemiddelde jaarsterkte) financieel gemaakt voor het jaar 2020. Budgettair is hier echter rekening gehouden met de verwachting dat er gedurende het jaar sprake zal zijn van 98% vulling.
Bij de agentschappen zijn de eerste twee kolommen niet ingevuld aangezien daar niet wordt gewerkt met een vaste formatie.
De middelen voor contra terrorisme zijn in deze ontwerpbegroting nog niet doorvertaald naar de personele aantallen en daarom alleen financieel weergegeven.
Taakstelling Rijksdienst
In het huidige regeerakkoord is vanaf 2016 een apparaatstaakstelling voor Defensie opgenomen die oploopt tot € 48 miljoen. Binnen Defensie is de taakstelling belegd bij de apparaatsbudgetten van Defensie, de DMO en het CDC
Extracomptabele tabel invulling taakstelling
(Bedragen x € 1 miljoen)
2016
2017
2018
Structureel
Departementale taakstelling (totaal)
17
39
48
48
Kerndepartement
6,6
26
31
31
Agentschappen
DTO
7,2
8,8
8,8
8,8
DVD
3,2
4,2
7,2
7,2
Paresto
1
1
Totaal agentschappen
10,4
13
17
17
Bedrijfsvoering bij Defensie
Samenhangende bedrijfsvoering
Om voldoende samenhang in de bedrijfsvoering van Defensie te borgen, wil Defensie een bedrijfsvoering die de gereedstelling, inzet en dus de militair adequaat ondersteunt (primair proces centraal). Hiervoor moeten de processen goed op elkaar aansluiten en moeten mensen elkaar versterken (integraal). Daarbij wordt complexiteit zoveel mogelijk teruggedrongen (eenvoud) om het aanpassingsvermogen van de organisatie en het werkplezier voor haar medewerkers te vergroten. Samenhangende bedrijfsvoering betekent daarnaast ook het bewaken van de samenhang met de rijksbrede bedrijfsvoering en overige militaire en civiele partners. Defensie werkt continu aan het verbeteren van haar bedrijfsvoering, onder andere in projecten en thematische samenwerkingsverbanden.
2.3.3. Niet-beleidsartikel 11: Geheime uitgaven Artikel 11 Geheime uitgaven (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen
3.893
5.339
5.353
5.352
5.354
5.351
5.350
Geheime uitgaven
3.893
5.339
5.353
5.352
5.354
5.351
5.350
Totaal uitgaven
3.893
5.339
5.353
5.352
5.354
5.351
5.350
2.3.4. Niet-beleidsartikel 12: Nominaal en onvoorzien Artikel 12 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Verplichtingen en uitgaven
0
76.023
153.484
178.628
228.979
282.725
356.568
Loonbijstelling
Prijsbijstelling
Nader te verdelen
0
76.023
63.484
55.628
52.979
56.525
83.968
Verhogen Defensiebudget ten behoeve van het versterken van de basisgereedheid van de krijgsmacht
90.000
123.000
176.000
226.200
272.600
Onvoorzien
Totaal uitgaven
0
76.023
153.484
178.628
228.979
282.725
356.568
Toelichting
Op de post «Nader te verdelen» wordt loon- en prijsbijstelling ondergebracht. Daarnaast wordt er op dit artikel een reservering aangehouden vanuit de premiedaling sociale lasten. Voor het jaar 2015 geldt dat deze middelen met de tweede suppletoire begroting 2015 worden uitgedeeld naar de verschillende begrotingsartikelen.
Het additionele budget ten behoeve van versterking van de basisgereedheid wordt toegewezen op dit artikel en wordt bij de 1e suppletoire begroting verwerkt in begrotingsartikelen na een gedetailleerde uitwerking van de maatregelen. In bijlage 4.3 is opgenomen welke maatregelen worden genomen ter versterking van de basisgereedheid.
-
3.BATEN- LASTENAGENTSCHAPPEN
3.1. Defensie Telematica Organisatie
Algemeen
De Defensie Telematica Organisatie (DTO) maakt als baten-lastenagentschap deel uit van de DMO. DTO levert geïntegreerde hoogwaardige IT-diensten aan Defensie en ketenpartners binnen de Rijksoverheid op het gebied van de openbare orde en veiligheid. Tevens steunt DTO de operationele informatievoorziening van de operationele commando’s bij internationale en nationale inzet.
Begroting van baten en lasten
(Bedragen x € 1.000)
2013
2014
Begroting 2015
Ramingen 2016
2017
2018
2019
2020
2021
Baten
Omzet moederdepartement
270.638
296.897
224.562
227.929
221.073
211.563
207.518
207.318
207.318
- waarvan betaald uit IT-E
172.100
164.208
150.435
149.255
150.945
150.945
150.945
- waarvan betaald uit IT-I
52.462
58.721
65.638
57.308
51.573
51.373
51.373
- waarvan betaald uit niet IT budgetten en door BLD-en
-
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
Omzet overige departementen
36.473
36.019
30.160
30.160
30.000
30.000
30.000
30.000
30.000
Omzet derden
120
120
-
-
-
-
-
-
-
Rentebaten
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Vrijval voorzieningen
28
27
-
-
-
-
-
-
-
Totaal baten
307.259
333.063
254.722
258.089
251.073
241.563
237.518
237.318
237.318
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
153.025
164.390
133.049
140.729
134.173
123.500
120.445
120.445
120.445
- waarvan eigen personeel
120.855
118.251
105.049
113.908
105.500
95.500
92.445
92.445
92.445
- waarvan externe inhuur tbv apparaat
10.393
46.139
20.000
6.400
6.400
6.000
6.000
6.000
6.000
- waarvan externe inhuur tbv IT projecten
21.777
-
8.000
20.421
22.273
22.000
22.000
22.000
22.000
Materiële kosten
128.773
132.309
96.073
91.460
90.000
90.163
88.173
86.973
86.973
- directe kosten
-
61.340
-
-
-
-
-
-
-
- huisvestingskosten
-
515
-
-
-
-
-
-
-
- kantoorkosten
-
7.671
-
-
-
-
-
-
-
- algemene kosten
-
36
-
-
-
-
-
-
-
- kosten hard- en software
-
62.747
-
-
-
-
-
-
-
Rentelasten
642
610
600
900
900
900
900
900
900
Afschrijvingskosten
25.004
24.433
25.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
29.000
- licenties
-
4.060
3.000
-
-
-
-
-
-
- gebouwen
-
3.643
3.934
-
-
-
-
-
-
- inventaris/installaties
-
1.448
1.564
-
-
-
-
-
-
- computerhardware en -software
-
15.263
16.482
-
-
-
-
-
-
- overige materiele vaste activa
-
19
21
-
-
-
-
-
-
Overige kosten
522
2.612
-
-
-
-
-
-
-
-
-dotaties voorzieningen
27
54
-
-
-
-
-
-
-
-
-bijzondere lasten
495
2.558
-
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten
307.966
324.354
254.722
258.089
251.073
241.563
237.518
237.318
237.318
Saldo van baten en lasten
- 707
8.709
-
-
-
-
-
-
-
Toelichting op de begroting baten en lasten
Baten
Het agentschap wordt bekostigd uit het IT-Exploitatiebudget (IT-E), het IT-Investeringsbudget (IT-I), niet IT-budgetten, budgetten van agentschappen en budgetten van externe (niet Defensie) opdrachtgevers.
Omzet moederdepartement
De omzet van het moederdepartement laat een dalende trend zien door het krimpende IT-E budget. Het moederdepartement heeft diverse doelmatigheidsmaatregelen geïmplementeerd, zoals de normering van het aantal werkplekken en het strikter op noodzaak beoordelen van ICT-aanvragen.
Omzet overige departementen
De omzet van de overige departementen betreft de IT-ondersteuning van ketenpartners van Defensie, waarmee contractuele dienstverleningsafspraken zijn vastgelegd. Het betreft onder meer de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie.
Lasten
Apparaatskosten
De kosten voor eigen personeel dalen ten opzichte van de realisatie in 2014 door incidenteel verloop en door gestimuleerde vrijwillige uitstroom. Vanuit overwegingen van continuïteit en veiligheid zal de bestaande IT-omgeving tijdelijk naast de nieuwe IT-omgeving opereren, die in 2017 zal worden geimplementeerd. Daardoor ontstaan vanaf 2017 tijdelijk dubbele beheerslasten. Deze zijn nu nog niet precies bekend. Met het bepalen van de precieze vorm en implementatie van de vernieuwde IT omgeving wordt de omvang van deze dubbele beheerslasten uitgewerkt.
De materiële kosten zijn door besparingsmaatregelen gedaald naar een niveau van circa € 91,5 miljoen. Dit is min of meer het minimale niveau om de IT voorzieningen in stand te houden (Life Cycle Management, Security, Compliance). Het betreft voor het overgrote deel vaste lasten voor afgesloten onderhouds- en licentiecontracten.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven van de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar verzameld onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (shared service organisation). Het betreft hier de uitgaven aan: het Rijksvastgoedbedrijf (€ 1,6 miljoen), Logius (€ 0,6 miljoen), Paresto (€ 0,1 miljoen) en Shared Service Centrum-ICT (€ 0,1 miljoen). De bijdragen aan SSO’s van in totaal € 2,4 miljoen maken onderdeel uit van de materiële kosten.
In het totaal van de apparaatskosten is nog geen rekening gehouden met dubbele beheerlasten van de vernieuwde IT-omgeving naast de bestaande omgeving.
Kasstroomoverzicht
(Bedragen x € 1.000)
2013
2014
2015
Ramingen 2016
2017
2018
2019
2020
2021
1. Rekening Courant RHB 1 januari incl. deposito
61.017
2.722
922
-
-
-
-
-
-
2. Operationele kasstromen
5.303
11.789
11.178
10.700
14.300
13.200
10.300
9.200
10.200
-/- Totale investeringen
-
-23.404
-
-30.572
-
-25.000
-
-25.000
-
-26.000
-
-27.000
-
-28.000
-
-29.000
-
-29.000
+/+ Totale boekwaarde desinvesteringen
1.388
3. Totaal investeringskasstroom
- 23.404
- 29.184
- 25.000
- 25.000
- 26.000
- 27.000
- 28.000
- 29.000
-
-29.000
-/- Eenmalige uitkeringen aan moederdepartement
-
-39.965
-
-971
-
-
-
-
-
+/+ Eenmalige stortingen door moederdepartement
-
-
-
-
-
-
-
-/- Aflossingen op leningen
-
-24.029
-
-8.594
-
-12.100
-
-10.700
-
-14.300
-
-13.200
-
-10.300
-
-9.200
-
-10.200
+/+ Beroep op leenfaciliteit
23.800
25.160
25.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
29.000
4. Totaal financieringskasstroom
- 40.194
15.595
12.900
14.300
11.700
13.800
17.700
19.800
18.800
5. Rekening Courant RHB 31 december incl. deposito
2.722
922
-
-
-
-
-
-
-
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De kasstroom wordt voornamelijk bepaald door de mutaties in het werkkapitaal en bedrijfsresultaat en afschrijvingslasten.
Investeringskasstroom
In 2016 en de jaren daarna wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 25 miljoen. Het grootste deel van de investeringen betreft computerapparatuur, gebouwen (voornamelijk datacentra) en kleinere investeringen in software, machines en installaties. Desinvesteringen worden niet verwacht.
Financieringskasstroom
De financieringskasstroom geeft het (vreemd) vermogen weer dat aangetrokken wordt voor de financiering van de investeringen via de leenfaciliteit.
Doelmatigheidsparagraaf
Doelmatigheid is te onderscheiden in operationele prestaties (generiek deel) en financiële doelmatigheid (specifiek deel).
Doelmatigheidsparagraaf
(Bedragen x € 1.000)
2013
2014
Begroting 2015
Ramingen 2016
2017
2018
2019
2020
2021
Indicator Generiek
Housing
1.857
2.541
1.359
1.200
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
Defensiepas / MFSC
5.051
7.016
6.515
5.364
5.300
5.300
5.300
5.300
5.300
Handelsgoederen
19.875
20.181
-
-
-
-
-
-
-
Dienstontwikkeling en klantopdrachten
6.503
12.096
2.653
4.044
1.600
1.500
1.500
1.500
1.500
Werkplekdiensten
91.951
104.529
79.779
78.066
78.122
74.600
73.751
73.786
73.786
Communicatie
20.145
21.768
14.427
12.872
12.057
12.030
12.161
12.167
12.167
Connectivity
37.425
37.327
30.715
29.749
27.865
27.801
28.104
28.118
28.118
Totale omzet product(groep) Generiek
182.807
205.457
135.447
131.295
125.943
122.230
121.816
121.870
121.870
Advies en applicaties
14.041
6.313
7.446
5.396
4.500
4.000
4.000
4.000
4.000
IT Services
86.324
102.574
85.768
72.477
68.857
63.569
59.930
59.875
59.875
IT-I (inhuur + inkoop)
23.500
18.575
25.130
48.721
51.573
51.563
51.573
51.373
51.373
Niet standaard aanvragen
587
143
931
200
200
200
200
200
200
Totale omzet product(groep) Specifiek
124.451
127.606
119.275
126.794
125.130
119.332
115.703
115.448
115.448
Totale omzet
307.259
333.063
254.722
258.089
251.073
241.563
237.518
237.318
237.318
Gemiddeld gewogen tarief per uur
€ 79,39
€ 76,08
€ 76,50
€ 76,20
€ 76,30
€ 76,40
€ 76,50
€ 76,60
€ 76,70
Totaal aantal FTE per 31 december T-1 (exclusief inhuur)
1.693
1.593
1.530
1.595
1.478
1.338
1.295
1.295
1.295
Saldo baten/lasten als percentage totale baten
0%
3%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Betrouwbaarheid informatievoorziening
99%
99%
99%
99%
99%
99%
99%
99%
99%
Indicator specifiek
2013
2014
Begroting 2015
Ramingen 2016
2017
2018
2019
2020
2021
Ontwikkeling tarief werkplek Defensie (2007 = 100%)
59%
57%
62%
57%
57%
57%
57%
57%
57%
Gemiddeld gewogen kostprijs applicatietaken
€ 67,11
€ 63,19
€ 64,10
€ 63,30
€ 63,40
€ 63,50
€ 63,60
€ 63,70
€ 63,80
Gemiddeld gewogen kostprijs ontwikkeltaken
€ 72,93
€ 66,88
€ 70,00
€ 67,00
€ 67,10
€ 67,20
€ 67,30
€ 67,40
€ 67,50
Percentage niet facturabele medewerkers
12%
10%
13%
9%
9%
9%
9%
9%
9%
Declarabiliteit in uren per jaar
1.450
1.428
1.450
1.450
1.450
1.450
1.450
1.450
1.450
Aantal externe inhuur t.b.v. eigen apparaat
80
172
125
40
40
100
100
100
100
Aantal externe inhuur t.b.v. klanten(opdrachten)
138
79
50
128
139
138
138
138
138
Toelichting
Als indicator voor de ontwikkeling van de doelmatigheid wordt de prijs per werkplek gebruikt. De prijs per werkplek in het jaar 2007 is gesteld op 100 procent. De daling van de kostprijs per werkplek is het gevolg van efficiencymaatregelen. Het tarief is in 2016 gebaseerd op de afgenomen accounts, printers, beeldschermen, etc.
De werkplekprijs daalt ten opzichte van de begroting 2015 en conform de realisatie van 2014 met 5 procent. De daling van de prijs wordt voornamelijk veroorzaakt door het verder uitrollen van thin clients en het afbouwen van fat clients. Deze trend zal zich echter niet voortzetten na 2016 omdat de kosten niet verder zullen dalen. Hoewel de fysieke werkplekken steeds verder worden afgebouwd en daarmee ook de kosten, komen daar nieuwe kosten voor terug in de vorm van licentiekosten en kosten voor mobile device management.
Ten opzichte van de begroting 2015 en de realisatie van 2014 daalt het percentage niet-facturabele medewerkers door de krimpende budgetten.
De benodigde externe inhuur voor klantopdrachten heeft betrekking op de aanvullende capaciteit die nodig is voor de uitvoering van IT projecten.
3.2. Paresto
Algemeen
Het baten-lastenagentschap Paresto maakt deel uit van het CDC. Paresto is een professionele cateringorganisatie die een hoogwaardig pakket aan cateringdiensten levert aan de gehele defensieorganisatie en aan (Navo-)bondgenoten op Nederlands grondgebied. Dit gebeurt op een zo doelmatig, doeltreffend en klantgericht mogelijke wijze.
Begroting van baten en lasten
(bedragen x € 1.000)
Realisatie
2014
Begroting
2015
Raming
2016
2017
2018
2019
2020
BATEN
Omzet moederdepartement
77.629
70.460
69.264
68.127
68.127
68.127
68.127
Omzet overige departementen
Omzet derden
676
781
773
773
773
773
773
Rentebaten
91
65
65
65
65
65
65
Vrijval voorzieningen
452
Bijzondere baten
1.212
Totaal baten
80.060
71.306
70.102
68.965
68.965
68.965
68.965
LASTEN
Apparaatskosten
-
*personele kosten
41.181
39.418
37.483
36.796
36.661
36.661
36.661
* Waarvan eigen personeel
35.735
35.305
33.805
33.225
33.194
33.194
33.194
* Waarvan externe inhuur
4.729
4.113
3.000
2.900
2.800
2.800
2.800
* Waarvan overige personele kosten
717
678
671
667
667
667
-
*materiële kosten
36.635
31.889
32.619
32.169
31.892
31.892
31.892
* Waarvan apparaat ICT
588
1.376
524
516
512
512
512
* Waarvan bijdrage aan SSO's
1.055
972
939
926
918
918
918
* Waarvan overige materiele kosten
2.107
1.977
1.949
1.932
1.932
1.932
Rentelasten
Afschrijvingskosten
-
*immaterieel
-
*materieel
8
Overige kosten
-
*dotaties voorzieningen
-
*rentelasten
-
*bijzondere lasten
209
Totaal Lasten
78.033
71.306
70.102
68.965
68.553
68.553
68.553
Saldo van baten en Lasten
2.027
-
-
-
-
-
-
Toelichting begroting baten en lasten
Baten
Omzet moederdepartement
Voor 2016 is rekening gehouden met het organiseren van de activiteiten in het kader van het EU-voorzitterschap en sluiting van een locatie vanwege de nota In het belang van Nederland. Verder is rekening gehouden met de sluiting van locaties.
De omzet moederdepartement bestaat uit de omzet van de lopende bedrijfsvoering en de omzet werkgeversbijdragen. De omzet werkgeversbijdragen bestaat uit de aan de opdrachtgever in rekening gebrachte bedragen ter dekking van de personele en overige kosten die gemaakt worden om de cateringservice op locaties te kunnen bieden. De effecten van de overgang van de operationele catering naar het CLAS (project OPCAT II) zijn niet verwerkt omdat er nog geen definitieve besluitvorming heeft plaatsgevonden.
Omzet derden
De omzet derden betreft de opbrengst die Paresto in rekening brengt bij het CDC voor de cateringkosten van het Militair Revalidatie Centrum en de hofmeesters bij het Koninklijk Huis.
Rentebaten
De rentebaten betreffen het rekening-courant saldo bij het Ministerie van Financiën.
Lasten
Personele kosten
In 2015 bestaat de personele sterkte van Paresto uit 781 vaste vte’n. Vanwege de pensioenuitstroom en sluiting van locaties neemt de personele sterkte in 2016 af tot 768 vte’n, wat de daling in personele kosten verklaart. Op plekken waar dit noodzakelijk is, wordt de weggevallen capaciteit opgevangen met inhuur.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor 85 procent uit de kosten van de ingrediënten voor maaltijden en consumpties. Onder andere door het organiseren van activiteiten in het kader van het EU-voorzitterschap in 2016 stijgen de totale kosten van de ingrediënten in 2016. De overige materiële kosten bestaan voornamelijk uit exploitatiekosten van de locaties, het servicekantoor en het onderhoud van IT, waaronder kassa’s.
Kasstroomoverzicht
(bedragen x € 1.000)
Realisatie
2014
Begroting
2015
Raming
2016
2017
2018
2019
2020
1. Rekening courant RHB 1/1
18.363
8.914
6.887
6.753
6.596
6.550
6.523
2. Totaal operationele kasstroom
- 8.775
-
-
-
-
-
-
Totaal investeringen (-/-)
-
-
-
-
-
-
-
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+)
-
-
-
-
-
-
-
3. Totaal investeringskasstroom
-
-
-
-
-
-
-
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
-
-674
-
-2.027
-
-118
-
-140
-
-46
-
-42
-
Eenmalige storting door moederdepartement (+/+)
-
-
-
-
-
-
-
Aflossingen op leningen (-/-)
Beroep op leenfaciliteit (+/+)
-
-
-
-
-
-
-
4. Totaal financieringskasstroom
- 674
- 2.027
- 118
- 140
- 46
- 42
-
5. Rekening courant RHB 31/12
8.914
6.887
6.769
6.629
6.583
6.541
6.541
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
In het kasstroomoverzicht staat de meerjarige verwachting van de omvang en de besteding van de beschikbare investeringsruimte en de liquiditeitsverwachting centraal.
De kasstroom bestaat uit de operationele kasstroom, de investeringskasstroom en de financieringskasstroom.
In 2016 en verder verwacht Paresto alleen mutaties in de financieringskasstroom. Dit betreft het afstorten aan het moederdepartement van het overschot aan eigen vermogen van Paresto, indien de realisatie in 2015 en verder conform begroting verloopt.
Doelmatigheidsparagraaf
Onderstaande tabel is onderverdeeld in een generiek deel en een specifiek deel. Deze indeling vloeit voort uit de aard van de dienstverlening door Paresto en de sturing op de bruto marge van de locaties. De hiermee samenhangende indicatoren zijn daarom als specifiek benoemd.
Kengetallen en doelmatigheidsindicatoren Paresto
Realisatie
2014
Begroting
2015
Raming
2016
2017
2018
2019
2020
Generiek deel
Totaal omzet verkopen (x € 1.000)
49.193
42.714
43.775
42.775
42.775
42.775
42.775
Vte'n totaal
877
853
838
823
798
798
798
-
-waarvan in eigen dienst
794
781
768
755
732
732
732
-
-waarvan inhuur
83
72
70
68
67
67
67
Saldo van baten en lasten
2,5%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Specifiek deel
Aantal locaties
82
81
80
78
75
75
75
Productiviteit per medewerker (omzet per Vte)
56.087
50.068
52.212
51.944
53.583
53.583
53.583
% Ziekteverzuim
7,1%
8,0%
8,0%
8,0%
8,0%
8,0%
8,0%
% Bruto marge locaties
39,1%
37,8%
37,8%
37,8%
37,8%
37,8%
37,8%
Toelichting
Het overgrote deel van de kosten van Paresto (85 procent) bestaat uit personele en ingrediëntkosten. De doelmatigheid van Paresto komt onder andere tot uitdrukking in een zo doelmatig mogelijke inzet van deze middelen. Twee belangrijke graadmeters daarvoor zijn de productiviteit per vte (omzet / aantal vte) en het percentage bruto marge (verbruik ten opzichte van de omzet). De productiviteit per vte laat naar verwachting een lichte stijging zien door een daling in het aantal vte’n. Paresto verwacht de bruto marge op het niveau van 2015 te kunnen voortzetten.
-
4.BIJLAGEN
4.1. Verdiepingshoofdstuk
In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2015 kort toegelicht.
De algemene mutaties
De meest voorkomende mutaties die op alle overige artikelen van toepassing zijn, worden hieronder toegelicht. Daarna worden de specifieke mutaties per artikel nader toegelicht.
Verfijning toerekening overheveling personele exploitatie ten laste van investeringen/Bijstellen van personele exploitatie
Met de eerste suppletoire begroting 2015 zijn de knelpunten in 2016 opgelost. Het betreft knelpunten in de personele exploitatie (€ 12,8 miljoen bij het CLAS en € 27,1 miljoen bij het CDC) en de SBK-regelingen (€ 43 miljoen). Met deze mutaties wordt de oplossing voor de personele problematiek nader verdeeld over de overige defensieonderdelen. De mutaties hebben betrekking op aanpassingen op formatie vanwege verhoging van de middensommen (van VeVa leerlingen); de toenemende behoefte aan reservisten; bijstellen van de effecten van de gevolgen van verjonging (die voor de militairen pas na 2018 bereikt zal worden) en de financiering van topfunctionarissen.
In de overige personele exploitatie betreft het onder meer het onderbrengen van de grondgebonden catering naar het CLAS, het openhouden van de Van Ghentkazerne (CZSK), vertraagde invoer van de NH-90 en het langer aanhouden van het complex Dongen.
Herschikken budget op formatie
De formatiebudgetten zijn herverdeeld vanwege het verschuiven van taken en de daar bijhorende functies tussen de defensieonderdelen. Het betreft het overdragen van functies van de Sociaal Medische Dienst (SMD) van CDC naar CZSK, de Benelux Arms Control Agency (BACA) functies van CLAS naar CLSK, de bewaking van De Peel (CLSK) naar het CDC en het overdragen van functies bij de KMar voor het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD) en Nederlandse Defensie Academie (NLDA) (beide onderdelen van het CDC).
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
Bij vervanging of het in gebruik nemen van wapensystemen wijzigen de exploitatieuitgaven. De stijging van de exploitatiekosten worden gereserveerd op het artikel Investeringen. Bij overdracht van het wapensysteem naar het defensieonderdeel worden de daarbij behorende gereserveerde exploitatiegelden herschikt. Onder andere de projecten Joint Fires, Kodiak, de Van Ghentkazerne en SF-voertuigen hebben geleid tot het herschikken van investeringen naar exploitatie (programma uitgaven).
Korten budget Persoonsgebonden Uitrusting (PGU) & externe opleidingen
De korting op de budgetten ten behoeve van Persoonsgebonden Uitgaven en externe opleidingen dient als structurele dekking van de problematiek op de personele exploitatie.
Herschikkingen tussen de defensieonderdelen
Dit is het gevolg van de wijziging in taken en verantwoordelijkheden in de organisatie. Het assortimentsgewijswerken is verder geïmplementeerd en ingeregeld. Hierdoor ontvangt het CLAS budget voor de instandhouding van de brandweervoertuigen (€ 1,7 miljoen van het CLSK) en grafische boekwerken (€ 0,6 miljoen). DMO ontvangt budget van CZSK voor exploitatie van ICT middelen (€ 0,1 miljoen) en van het CLSK voor geregistreerd drukwerk (€ 0,8 miljoen). Het langer in stand houden van de Gulfstream zorgt voor een herschikking vanuit de DMO naar het CLSK (€ 2,1 miljoen). Tenslotte ontvangt het CDC budget van diverse defensieonderdelen voor opleidingskosten voor de leergang beleid en vertaling (€ 0,3 miljoen), ontvangt het CDC budget van de Bestuursstaf voor milieu (€ 0,9 miljoen) en gaat het budget voor de pensioensverzekeringsautoriteit (€ 0,2 miljoen) van de Bestuursstaf naar de Defensie Gezondheidsorganisatie (DGO) van het CDC.
Loonbijstelling 0,8 procent n.a.v. Arbeidsvoorwaardenonderhandelingen: eerste deelresultaat
De mutaties alloceren het additionele budget voor de loonbijstelling van 0,8 procent conform het akkoord.
Uitdeling prijsbijstelling
De prijsbijstelling tranche 2015 is uitgekeerd aan de defensieonderdelen.
Premiedaling sociale lasten 2015
Vanwege de aanpassingen van het werkgeversdeel van de pensioenbijdragen valt er structureel € 28,1 miljoen vrij. De vrijval wordt vanuit de budgetten voor formatie overgeheveld naar het artikel Nominaal en onvoorzien. Deze ontvlechting is onderdeel van de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden. Naar aanleiding van de totstandkoming van het arbeidsvoorwaardenakkoord is de bijbehorende loonbijstelling van 0,8 procent uitgedeeld naar de geëigende begrotingsartikelen.
Uitdeling budget Contraterrorisme (CT)
Met deze mutaties zijn de investeringen en exploitatiebudgetten uitgedeeld aan de defensieonderdelen in het kader van het kabinetsbesluit tot versterking van de veiligheidsketen (Kamerstuk 29 754, nr 302 van 27 februari 2015).
Doorwerking ontvangsten
Bijgestelde ontvangsten werken door op het uitgavenkader. De volgende ontvangsten zijn bijgesteld: verkoopopbrengsten van groot materieel en vastgoed (artikel 6 Investeringen Krijgsmacht), de ontvangsten vanwege medegebruik van Marine vliegkamp Valkenburg (artikel 4 CLSK) en de ontvangsten door de stichting ziektekostenverzekering krijgsmacht voor de bijdrage aan de renovatie van het Centraal Militair Hospitaal (CMH) (artikel 6 Investeringen Krijgsmacht).
Cyber
Voor de oprichting van het Defensie Cyber Commando bij het CLAS en de verdere taakinvulling van cyber bij de MIVD zijn de budgetten toegevoegd bij deze onderdelen en ook bij de ondersteundende diensten (DMO en CDC). Dit vanuit de reserveringen van de Cyber gelden binnen het artikel 6 (Investeringen Krijgsmacht) en artikel 10 (Centraal apparaat).
Herschikking budget business case cougar
Dit betreft de verwerking van het besluit om langer door te vliegen met de Cougar helikopter om de capability gap te dichten dat is onstaan door de vertraagde beschikbaarheid van de NH-90.
Specifieke mutaties
Kasschuiven (IT en personele exploitatie)
De kasschuiven uit de voorjaarsbesluitvorming zijn benodigd om een risico op de IT exploitatie af te dekken en de pieken en dalen in de personele exploitatie gelijkmatiger te verdelen over de begrotingsjaren. De kasschuif IT is verwerkt op artikel Nominaal en onvoorzien, de kasschuif personele exploitatie op het centrale apparaat.
Interdepartementale budgetoverboekingen
Dit betreft ten eerste de bijdrage aan de ambtenaren in Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES). Deze mutatie is verwerkt op artikel 5 (KMar). Ten tweede betreft het de herverdeling van de eenheidsprijzen van kantoren op artikel 8 (CDC). Tenslotte betreft het een budgetoverheveling van € 51.000 voor het onderhoud van de Groene Draeck van de begroting van de Koning als gevolg van de evaluatie van de begroting van De Koning. Deze mutatie is verwerkt op artikel 2 (CZSK).
ICMS/CBRN van DMO naar CLAS
Een deel van de budgetten voor de exploitatie van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS) op het gebied van Chemische, Biologische, Radiologische, Nucleaire verdediging (CBRN), samengevat als ICMS/CBRN, is overgeheveld van de DMO naar het CLAS.
Artikel 1 Omhangen VPD naar Inzet
De budgetten voor de inzet van VPD’s zijn binnen artikel 1 (Inzet) overgebracht van overige inzet naar opdracht inzet zodat alle HGIS en BIV gerelateerde activiteiten onder hetzelfde artikelonderdeel worden verantwoord.
Technische correctie Host Nation Support en Internationale verhuizingen
Tijdens een eerdere herschikking tussen het CDC en de defensieonderdelen is het budget voor internationale verhuizingen geparkeerd op het artikel 6 (Investeringen Krijgsmacht), maar niet meer ten gunste van het CDC geboekt. CDC is verantwoordelijk voor het beheer van in het buitenland geplaats personeel en zodoende ook voor internationale verhuizingen. Een dergelijke onbalans in boekingen is ook aanwezig bij de boekingen voor Host Nation Support. Beide technische correcties zijn nu alsnog verwerkt Hiermee staan de budgetten op de juiste plaats.
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
De komende jaren wordt een aantal nieuwe systemen in gebruik genomen bij de defensieonderdelen. Voor deze nieuwe systemen worden de financiële middelen voor gewijzigde instandhoudingskosten voorzien uit de reservering binnen het investeringsproject.
Herschikken investeringen binnen het artikel (harmonisatie DIP)
De herschikking van budgetten binnen de investeringen is vanwege het herzien van de planning van projecten naar de actuele situatie. De grootste wijzigingen betreffen het vertragen van de MALE UAV, short range UAV, Chinook simulator, CUP EOV, C-RAM- en class 1-UAV-detectiecapaciteit en de vervanging licht indirect vurend systeem (LIVS). Een overzicht van de wijzigingen is opgenomen bij artikel 6 Investeringen Krijgsmacht.
Verhogen Defensiebudget ten behoeve van het versterken van de basisgereedheid van de krijgsmacht
Het kabinet heeft besloten tot verhoging van het budget van Defensie ten behoeve van het verhogen van de basisgereedheid van de krijgsmacht. Hiervoor is een bedrag beschikbaar van € 220 miljoen, oplopend naar € 345 miljoen structureel. In bijlage 4.3 is opgenomen welke maatregelen worden genomen ter versterking van de basisgereedheid.
Verhogen BIV budget
Het kabinet heeft besloten tot een verhoging van het budget internationale veiligheid ten behoeve van crisisbeheersingsoperaties.
Mutatieoverzicht per artikel
Artikel 1 Inzet uitgaven (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
252.576
404.026
280.632
257.632
257.632
257.631
257.631
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
-
-76.049
750
750
750
750
750
Stand 1e suppletoire begroting 2015
252.576
327.977
281.382
258.382
258.382
258.381
258.381
Nieuwe mutaties
Uitdeling prijsbijstelling
7
7
7
7
7
Verlenging crisisbeheersingsoperaties
-
-26.500
26.500
Verhoging Budget Internationale Veiligheid
60.000
60.000
60.000
60.000
60.000
Stand ontwerpbegroting 2016
252.576
301.477
367.889
318.389
318.389
318.388
318.388
Artikel 2 Taakuitvoering zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
736.193
696.160
675.413
670.782
663.370
663.243
664.370
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
11.944
Stand 1e suppletoire begroting 2015
736.193
708.104
675.413
670.782
663.370
663.243
664.370
Nieuwe mutaties
Interdepartementale budgetoverhevelingen
51
51
51
51
51
Verfijning toerekening overheveling persex tlv investeringen
271
7.217
Bijstellen personele exploitatie
4.247
446
7.826
4.884
4.884
4.884
Herschikken budget op formatie
1.483
1.483
1.483
1.483
1.483
1.483
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
890
1.280
1.690
2.170
2.170
3.250
Korten budget PGU en externe opleidingen
-
-500
-
-1.500
-
-1.500
-
-1.500
-
-1.500
Loonbijstelling 0,8% n.a.v. CAO deelakkoord 2015
4.220
3.925
3.901
3.905
3.910
Premiedaling sociale lasten 2015
-
-3.390
-
-3.394
-
-3.374
-
-3.377
-
-3.381
Herschikking tussen defensieonderdeel
-
-168
-
-168
-
-168
-
-168
-
-168
Uitdeling prijsbijstelling
556
540
527
525
527
Uitdelen budgetten contra terrorisme
2.942
2.942
2.942
2.942
2.942
Stand ontwerpbegroting 2016
736.193
714.995
689.550
684.177
674.286
674.158
676.368
Artikel 3 Taakuitvoering landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
1.203.245
1.121.002
1.096.057
1.093.592
1.095.340
1.097.114
1.092.231
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
42.170
26.873
7.000
Stand 1e suppletoire begroting 2015
1.203.245
1.163.172
1.122.930
1.100.592
1.095.340
1.097.114
1.092.231
Nieuwe mutaties
Verfijning toerekening overheveling persex tlv investeringen
-
-4.362
54
Bijstellen personele exploitatie
6.714
23.000
17.356
17.356
17.356
Herschikken budget op formatie
-
-787
-
-787
-
-787
-
-787
-
-787
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
-
-582
-
-1.604
-
-6.904
-
-3.804
-
-6.505
-
-6.304
Korten budget PGU en externe opleidingen
-
-1.000
-
-2.000
-
-2.000
-
-2.000
-
-2.000
Loonbijstelling 0,8% n.a.v. CAO deelakkoord 2015
7.498
6.922
6.893
6.899
6.906
Premiedaling sociale lasten 2015
-
-5.897
-
-5.858
-
-5.835
-
-5.839
-
-5.845
Herschikking tussen defensieonderdeel
2.243
2.243
2.243
2.252
2.252
Cyber (formatie)
1.629
4.277
4.277
4.277
4.277
4.277
Herschikken budget ICMS/CBRN van DMO naar CLAS
2.750
2.750
2.750
2.750
2.750
2.750
Uitdeling prijsbijstelling
677
685
701
704
687
Uitdelen budgetten contra terrorisme
125
125
125
125
125
Stand ontwerpbegroting 2016
1.203.245
1.162.607
1.137.980
1.125.045
1.117.259
1.116.346
1.111.648
Artikel 4 Taakuitvoering luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
653.271
644.308
636.517
626.342
631.743
628.011
632.311
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
47.517
-
-1.140
-
-1.140
-
-1.140
-
-1.140
-
-570
Stand 1e suppletoire begroting 2015
653.271
691.825
635.377
625.202
630.603
626.871
631.741
Nieuwe mutaties
Verfijning toerekening overheveling persex tlv investeringen
930
3.389
Bijstellen personele exploitatie
1.204
1.480
5.071
1.689
1.389
1.389
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
6.500
-
-1.100
-
-500
Korten budget PGU en externe opleidingen
-
-5.000
-
-7.500
-
-7.500
-
-7.500
-
-7.500
Herschikken budget op formatie
124
124
124
124
124
Loonbijstelling 0,8% n.a.v. CAO deelakkoord 2015
3.205
2.968
2.996
2.996
2.998
Premiedaling sociale lasten 2015
-
-2.500
-
-2.491
-
-2.515
-
-2.515
-
-2.517
Herschikking tussen defensieonderdeel
-
-1.081
-
-981
-
-881
-
-2.990
-
-2.990
Herschikking budget business case cougar
-
-4.385
-
-2.520
3.418
5.653
4.849
-
-2.422
Doorwerking ontvangsten
532
532
532
532
532
Uitdeling prijsbijstelling
793
766
772
760
773
Stand ontwerpbegroting 2016
653.271
689.574
633.799
633.609
631.473
623.416
621.628
Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
333.990
311.472
301.679
300.798
298.355
298.732
298.727
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
10.419
-
-1.931
-
-1.931
-
-1.931
-
-1.931
-
-1.931
Stand 1e suppletoire begroting 2015
333.990
321.891
299.748
298.867
296.424
296.801
296.796
Nieuwe mutaties
Verfijning toerekening overheveling persex tlv investeringen
267
2.083
Bijstellen personele exploitatie
2.166
447
447
447
Herschikken budget op formatie
-
-150
-
-275
-
-275
-
-275
-
-275
-
-275
Loonbijstelling 0,8% n.a.v. CAO deelakkoord 2015
2.352
2.183
2.165
2.168
2.168
Premiedaling sociale lasten
-
-1.844
-
-1.845
-
-1.830
-
-1.832
-
-1.832
Herschikking tussen defensieonderdeel
225
-
-24
-
-24
-
-24
-
-24
-
-24
Interdepartementale budgetoverhevelingen
96
96
96
96
96
Korten budget PGU en externe opleidingen
-
-1.000
-
-1.000
-
-1.000
-
-1.000
Uitdeling prijsbijstelling
86
84
83
83
83
Uitdelen budgetten contra terrorisme
17.295
23.638
23.638
23.638
23.638
Stand ontwerpbegroting 2016
333.990
322.233
319.517
323.890
319.724
320.102
320.097
Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
1.065.480
1.308.438
1.567.759
1.667.634
1.615.237
1.685.815
1.608.335
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
-
-103.457
-
-21.968
-
-34.253
-
-12.809
24.525
2.225
Stand 1e suppletoire begroting 2015
1.065.480
1.204.981
1.545.791
1.633.381
1.602.428
1.710.340
1.610.560
Nieuwe mutaties
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
- 194.532
- 1.433
142.104
218.384
195.674
Doorwerking van de ontvangsten
-
-53.100
-
-17.900
500
-
-31.900
56.300
Herschikking binnen het artikel (harmonisatie DIP)
-
-28.061
-
-91.056
-
-100.510
-
-20.006
58.028
62.866
Verkoopuitgaven van exploitatie naar investeringen
6.941
3.600
3.600
3.600
4.500
4.500
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
-
-1.421
-
-4.772
-
-7.092
-
-3.911
-
-111
-
-1.991
Herschikking budget business case cougar
4.319
2.333
-
-3.646
-
-6.592
-
-5.788
1.966
Technische correctie internationale verhuizingen
-
-4.100
-
-4.100
-
-4.100
-
-4.100
-
-4.100
Technische correctie HNS Brunssum
-
-2.700
-
-2.700
-
-2.700
-
-2.700
-
-2.700
Uitdeling prijsbijstelling
6.363
6.415
6.313
6.655
6.433
Uitdeling contra terrorisme
18.900
2.500
Verhogen Defensiebudget ten behoeve
van het versterken van de basisgereedheid
van de krijgsmacht
130.000
122.000
94.000
68.800
72.400
Harmonisatie investeringsplan
-
-200.000
75.000
125.000
Opdracht Voorzien in infrastructuur
25.458
41.147
9.939
- 36.335
-24.768
Doorwerking van de ontvangsten
3.721
4.215
8.775
-
-1.200
-
-7.600
Herschikking binnen het artikel (harmonisatie DIP)
21.825
20.777
36.192
824
-32.444
-14.377
Verkoopuitgaven van exploitatie naar investeringen
2.300
2.300
2.300
2.300
1.469
1.469
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
180
-
-1.340
-
-1.560
-
-1.960
-
-4.160
-
-4.260
Opdracht Voorzien in IT
69.486
64.225
20.289
- 26.052
- 48.957
Cyber
-
-1.594
-
-2.828
-
-2.828
-
-2.828
-
-2.828
-
-2.828
Herschikking binnen het artikel (harmonisatie DIP)
6.236
70.279
64.318
19.182
-
-25.584
-
-48.489
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
1.550
2.340
3.040
4.240
2.360
2.360
Financiering opleiding en training werkplekken
-
-305
-
-305
-
-305
Stand ontwerpbegroting 2016
1.065.480
1.217.256
1.446.203
1.737.320
1.774.760
1.866.337
1.732.509
Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
1.605.535
1.644.135
1.665.285
1.678.485
1.692.435
1.693.235
1.712.585
1.713.885
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
-
-1.375
-
-1.375
-
-1.375
-
-1.375
-
-1.375
-
-1.375
-
-1.375
-
-1.375
Stand 1e suppletoire begroting 2015
1.604.160
1.642.760
1.663.910
1.677.110
1.691.060
1.691.860
1.711.210
1.712.510
Nieuwe mutaties
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
193.963
169.081
105.214
144.814
125.814
- 15.886
14.814
14.814
Doorwerking van de ontvangsten
Herschikking binnen het artikel (harmonisatie DIP)
119.957
107.030
40.400
80.000
61.000
-
-77.300
-
-50.000
-
-50.000
Verkoopuitgaven van exploitatie naar investeringen
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
-
-3.372
-
-6.820
-
-3.419
-
-3.419
-
-3.419
-
-6.819
-
-3.419
-
-3.419
Herschikking budget business case cougar
5.445
638
Technische correctie internationale verhuizingen
-
-4.100
-
-4.100
-
-4.100
-
-4.100
-
-4.100
-
-4.100
-
-4.100
-
-4.100
Technische correctie HNS Brunssum
-
-2.700
-
-2.700
-
-2.700
-
-2.700
-
-2.700
-
-2.700
-
-2.700
-
-2.700
Herschikking instandhouding, IV/IT & infra tlv investeringen
Uitdeling prijsbijstelling
6.433
6.433
6.433
6.433
6.433
6.433
6.433
6.433
Verhogen Defensiebudget ten behoeve
van het versterken van de basisgereedheid van de krijgsmacht
72.300
68.600
68.600
68.600
68.600
68.600
68.600
68.600
Harmonisatie investeringsplan
Opdracht Voorzien in infrastructuur
- 91.339
- 92.690
- 44.660
- 44.260
- 37.760
45.740
45.740
45.740
Herschikking binnen het artikel (harmonisatie DIP)
-
-87.079
-
-88.430
-
-40.400
-
-40.000
-
-33.500
50.000
50.000
50.000
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
-
-4.260
-
-4.260
-
-4.260
-
-4.260
-
-4.260
-
-4.260
-
-4.260
-
-4.260
Opdracht Voorzien in IT
- 33.346
- 19.068
- 468
- 40.468
- 27.968
27.092
- 208
- 208
Herschikking binnen het artikel (harmonisatie DIP)
-
-32.878
-
-18.600
0
-
-40.000
-
-27.500
27.300
0
0
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
2.360
2.360
2.360
2.360
2.360
2.620
2.620
2.620
Cyber
-
-2.828
-
-2.828
-
-2.828
-
-2.828
-
-2.828
-
-2.828
-
-2.828
-
-2.828
Stand ontwerpbegroting 2016
1.673.438
1.700.083
1.723.996
1.737.196
1.751.146
1.748.806
1.771.556
1.772.856
Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
788.427
742.400
747.392
738.916
736.707
721.324
744.234
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
-
-16.394
-
-1.412
-
-1.195
-
-1.067
-
-1.018
-
-200
Stand 1e suppletoire begroting 2015
788.427
726.006
745.980
737.721
735.640
720.306
744.034
Nieuwe mutaties
Verfijning toerekening overheveling persex tlv investeringen
222
1.320
Bijstellen personele exploitatie
105
1.425
325
325
325
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
-
-2.331
-
-1.002
-
-602
-
-1.763
117
117
Herschikking budget business case cougar
66
187
228
972
972
489
Premiedaling sociale lasten
-
-1.263
-
-1.265
-
-1.265
-
-1.266
-
-1.266
Loonbijstelling 0,8% n.a.v. CAO deelakkoord 2015
1.414
1.315
1.316
1.317
1.317
Herschikking tussen defensieonderdeel
-
-1.188
-
-1.288
-
-1.388
712
712
Korten budget PGU en externe opleidingen
-
-1.000
-
-2.500
-
-2.500
-
-2.500
-
-2.500
Herschikken budget ICMS/CBRN van DMO naar CLAS
-
-2.750
-
-2.750
-
-2.750
-
-2.750
-
-2.750
-
-2.750
Verkoopuitgaven van exploitatie naar investeringen
-
-6.941
-
-3.600
-
-3.600
-
-3.600
-
-4.500
-
-4.500
Cyber formatie
1.389
1.386
1.386
1.386
1.386
1.386
Uitdeling prijsbijstelling
1.750
1.724
1.717
1.670
1.740
Uitdelen budgetten contra terrorisme
2.250
2.967
2.967
2.967
2.967
Financiering opleiding en training werkplekken
305
305
305
Stand ontwerpbegroting 2016
788.427
715.661
743.894
735.066
731.362
718.756
742.071
Artikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
1.061.257
1.037.650
1.001.998
991.819
971.830
955.734
957.203
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
15.347
36.543
9.574
9.500
- 5.431
- 5.057
Stand 1e suppletoire begroting 2015
1.061.257
1.052.997
1.038.541
1.001.393
981.330
950.303
952.146
Verfijning toerekening overheveling persex tlv investeringen
31
-
-14.900
Bijstellen personele exploitatie
-
-1.584
-
-2.982
4.133
42
1.142
3.043
Herschikken budget op formatie
-
-1.333
-
-545
-
-545
-
-545
-
-545
-
-545
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
1.520
4.710
4.540
4.640
6.840
6.940
Herschikking budget business case cougar
-
-33
-
-33
-
-33
Premiedaling sociale lasten
-
-3.431
-
-3.331
-
-3.282
-
-3.244
-
-3.227
Loonbijstelling 0,8% n.a.v. CAO deelakkoord 2015
3.995
3.611
3.562
3.524
3.507
Herschikking tussen defensieonderdeel
125
1.372
1.372
1.372
1.372
1.372
Korten budget PGU en externe opleidingen
-
-1.500
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
Verkoopuitgaven van exploitatie naar investeringen
-
-2.300
-
-2.300
-
-2.300
-
-2.300
-
-1.469
-
-1.469
Cyber formatie
428
436
436
436
436
436
Technische correctie internationale verhuizingen
4.100
4.100
4.100
4.100
4.100
Technische correctie HNS Brunssum
2.700
2.700
2.700
2.700
2.700
RVB huisvestingsnorm kantoren eenheidsprijzen
3.929
3.874
3.820
3.759
3.702
Uitdeling prijsbijstelling
1.614
1.621
1.580
1.546
1.556
Transitie rijks schoonmaakorganisatie (naar SZW)
-
-81
-
-128
-
-81
-
-41
-
-14
Uitdeling contra terrorisme
4.960
4.960
4.960
4.960
4.960
Stand ontwerpbegroting 2016
1.061.257
1.049.803
1.040.571
1.023.483
999.341
972.377
976.188
Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
100.370
102.460
99.846
96.905
97.753
97.467
96.959
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
-
-5.644
Stand 1e suppletoire begroting 2015
100.370
96.816
99.846
96.905
97.753
97.467
96.959
Cyber formatie
1.306
Herschikking tussen defensieonderdeel
-
-810
-
-810
-
-810
-
-810
-
-810
Bijstellen personele exploitatie
800
800
Uitdeling prijsbijstelling
300
291
293
292
291
Stand ontwerpbegroting 2016
100.370
98.922
100.136
96.386
97.236
96.949
96.440
Niet-beleidsartikel 10 centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
1.589.049
1.599.771
1.543.874
1.535.300
1.547.420
1.462.633
1.444.948
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
15.073
42.716
-
-284
-
-284
-
-284
-
-284
Stand 1e suppletoire begroting 2015
1.589.049
1.614.844
1.586.590
1.535.016
1.547.136
1.462.349
1.444.664
Nieuwe mutaties
Verfijning toerekening overheveling persex tlv investeringen
1.841
837
Bijstellen personele exploitatie
-
-31
-
-63
775
-
-24
-
-24
-
-24
Herschikken reservering exploitatie uit investeringen
194
388
388
388
388
388
Premiedaling sociale lasten
-
-9.495
-
-9.231
-
-9.599
-
-11.110
-
-11.282
Loonbijstelling 0,8% n.a.v. CAO deelakkoord 2015
8.016
7.347
7.596
7.672
7.666
Herschikking tussen defensieonderdeel
-
-344
-
-344
-
-344
-
-344
-
-344
Cyber formatie
-
-3.158
-
-3.271
-
-3.271
-
-3.271
-
-3.271
-
-3.271
Korten budget PGU en externe opleidingen
-
-500
-
-500
-
-500
-
-500
Kasschuif personele exploitatie
33.000
-
-16.000
-
-10.000
-
-7.000
Bijstellen personele exploitatie (dekking)
2.500
-
-26.396
-
-6.719
-
-7.519
-
-9.419
Uitdeling prijsbijstelling
69
66
66
68
70
Uitdeling contra terrorisme
10.327
17.668
16.668
16.668
16.668
Stand ontwerpbegroting 2016
1.589.049
1.613.690
1.595.554
1.554.518
1.535.397
1.454.377
1.437.616
Niet-beleidsartikel 11 Geheime uitgaven (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
3.893
5.339
5.337
5.336
5.338
5.335
5.335
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
3.893
5.339
5.337
5.336
5.338
5.335
5.335
Nieuwe mutaties
Uitdeling prijsbijstelling
16
16
16
16
16
18.000
18.000
18.000
18.000
Stand ontwerpbegroting 2016
3.893
5.339
5.353
5.352
5.354
5.351
5.351
Niet-beleidsartikel 12 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Stand ontwerpbegroting 2015 incl NvW
0
27.337
40.252
40.389
37.894
40.440
77.792
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
52.522
76.142
65.110
61.189
61.008
60.781
Stand 1e suppletoire begroting 2015
0
79.859
116.394
105.499
99.083
101.448
138.573
Nieuwe mutaties
Premiedaling sociale lasten
27.821
27.415
27.700
29.184
29.349
Bijstellen personele exploitatie
-3.836
Correctie problematiek personele exploitatie
9.000
18.000
18.000
18.000
18.000
Kasschuif IT
10.000
-10.000
Loonbijstelling 0,8% n.a.v. CAO deelakkoord 2015
-30.700
-28.271
-28.429
-28.481
-28.472
Uitdeling prijsbijstelling
-12.231
-12.215
-12.075
-12.326
-12.182
Uitdeling budget contra terrorisme
-56.800
-54.800
-51.300
-51.300
-51.300
Verhogen Defensiebudget ten behoeve van het versterken van de basisgereedheid van de krijgsmacht
90.000
123.000
176.000
226.200
272.600
Stand ontwerpbegroting 2016
0
76.023
153.484
178.628
228.979
282.725
356.568
4.2. Financieel overzicht Wapensystemen
De nota «In het belang van Nederland» (Kamerstuk 33 763, nr. 1) is mede gebaseerd op de zogenaamde wapensysteemsjablonen. Deze wapensysteemsjablonen bevatten de investeringen en de relevante samenhangende exploitatie van de belangrijkste wapensystemen en geven daarmee aanvullende informatie op de begroting.
Met de brief Inzicht in kosten en uitgaven van wapensystemen en plan van aanpak daarvoor (Kamerstuk 33 763, nr. 27) is gemeld hoe Defensie zijn financiële duurzaamheid op langere termijn structureel zal verankeren in de bedrijfsvoering. Bij de ontwerpbegroting 2015 is invulling gegeven aan de toezegging het financiële inzicht in de wapensystemen te actualiseren. Bij de ontwerpbegroting 2016 wordt dit wederom gedaan. Tevens is in de beleidsagenda aangegeven langs welke lijn Defensie het inzicht verder denkt te verbeteren.
Totstandkoming financiële gegevens
De sjablonen worden gebruikt om vast te stellen of de benodigde investeringen en exploitatielasten van wapensystemen binnen de financiële kaders passen. De sjablonen dragen bij aan de integrale beoordeling van operationele en financiële gevolgen die voortvloeien uit gebruik en inzet, vervanging en modernisering. Door investeringen en exploitatie in samenhang te bekijken, worden gevolgen van systeemveroudering en obsolescence beter inzichtelijk. Ook wordt duidelijker waar het nodig is om systemen operationeel te verbeteren of tenminste operationeel relevant en veilig te houden.
Het proces van totstandkoming vergt nog veel handwerk om informatie zodanig bruikbaar te maken dat het kan worden gebruikt in de bedrijfsvoering. Het betreft verschillende soorten broninformatie, zoals realisatiegegevens, de investerings- en exploitatieplannen, maar ook gegevens over personele sterkte en de bijbehorende middensommen die voor ramingen worden gebruikt. Het geactualiseerde inzicht wordt op basis hiervan zero base opgebouwd.
De wapensysteemsjablonen zijn op gelijke wijze als voor de ontwerpbegroting 2015 opgesteld. Er is een breed gedragen besef dat verbetering van ramingen een meerjarig proces is dat vanuit het groeitraject financiële duurzaamheid verder vorm gaat krijgen.
Aansluitingstabel sjablonen met begroting
Tabel 2 geeft de aansluiting weer van de sjablonen met de artikelen in de begroting. In de tabel is te herleiden hoe de uitgaven op de (beleids)artikelen worden toegerekend aan inzet, defensiebrede uitgaven, organieke eenheden en wapensystemen. Per uitgave is bekeken onder welke categorie dit type uitgave valt. Dit betekent dat er een dwarsdoorsnede is gemaakt van zowel de beleidsartikelen als van de uitgavencategorieën zoals die in de sjablonen zijn opgenomen. Zo zijn bijvoorbeeld de uitgaven die in beleidsartikel 6 zijn opgenomen voor de verwerving van het JSS toegerekend aan dat betreffende wapensysteem, samen met de uitgaven uit beleidsartikel 2 voor personele en een deel van de materiële exploitatie (de bemanning respectievelijk de instandhouding van het JSS) en de uitgaven uit beleidsartikel 7 voor het resterende deel aan materiële exploitatie (brandstof en munitie). De uitgaven voor het wapensysteem JSS zijn dus afkomstig uit verschillende beleidsartikelen. In de aansluitingstabel wordt deze dwarsdoorsnede inzichtelijk gemaakt.
Uitgaven voor wapensystemen die ten laste komen van artikel 1 Inzet en de niet-beleidsartikelen 9 Algemeen, 10 Centraal Apparaat, 11 Geheime Uitgaven en 12 Nominaal en onvoorzien zijn geheel aan de categorieën Inzet respectievelijk Defensiebreed toegerekend. In het kader van de doorontwikkeling krijgsmacht zijn de exploitatiegelden gestald op niet-beleidsartikel 12 Nominaal en onvoorzien. De nadere toedeling aan de juiste artikelen en wapensystemen wordt nog uitgevoerd en zal bij de 1e suppletoire begroting 2016 worden verwerkt.
De beleidsartikelen 2 tot en met 5 financieren het merendeel van de instandhoudingsuitgaven voor wapensystemen en uitgaven voor opwerken en gereedstellen van operationele eenheden. Deze uitgaven worden gedeeltelijk toegerekend aan Wapensystemen en gedeeltelijk aan Organieke eenheden. Uitgaven die direct toe te rekenen zijn aan een wapensysteem, zoals de bemanning van een schip, een vliegtuigsquadron of een voertuig, worden aan het betreffende wapensysteem toegerekend. De overige uitgaven, zoals de resterende formatie van operationele eenheden en de staf van een operationeel commando, worden aan Organieke eenheden toegerekend.
De investeringsprojecten worden gefinancierd uit beleidsartikel 6 Investeringen. Het grootste deel van de uitgaven op beleidsartikel 6 wordt aan de wapensystemen toegerekend. Beleidsartikel 6 omvat ook investeringen in vastgoed en algemene uitgaven, zoals de uitgaven voor onderzoek en de NAVO. Deze worden toegerekend aan Defensiebrede uitgaven.
Beleidsartikel 7 (DMO) is van belang voor wapensystemen, omdat hieruit de behoefte aan munitie en brandstof wordt gefinancierd die nodig is voor gereedstelling en opwerken naar inzetgereedheid, maar bijvoorbeeld ook kleding en uitrusting voor militairen. Deze uitgaven zijn toegerekend aan de wapensystemen. Daarnaast is de DMO ook de organisatie die functionele behoeftestellingen voor investeringen transformeert naar materieelsprojecten zodat deze verworven kunnen worden. DMO heeft voorts ook het merendeel van de technische expertise in huis voor het uitvoeren van configuratiemanagement. Deze uitgaven zijn toegerekend aan Organieke eenheden.
Beleidsartikel 8 (CDC) is overwegend toegerekend aan Defensiebreed, een klein deel (transport en voeding) is toegerekend aan Organieke eenheden.
Actualisatie van de wapensysteemsjablonen
De grootste wijziging in deze actualisatie van de wapensysteemsjablonen zijn het gevolg van het herfaseren van projecten in de tijd van 2014 naar latere jaren, het toevoegen van prijscompensatie en het verwerken van veranderingen in wisselkoersen. Daarnaast hebben deze herfaseringen van grote projecten grote invloed op een scala aan kleinere projecten. Tevens zijn diverse investeringsprojecten in voorbereiding toegevoegd bij de wapensystemen naar aanleiding van de intensivering in het kader van de doorontwikkeling van de krijgsmacht.
Verbeterd inzicht in de allocatie van budgetten voor materiële exploitatie, heeft geleid tot structurele verlaging van het exploitatiebudget bij diverse wapensystemen en verhoging van het exploitatiebudget voor wapensysteem 28 (overige wapensystemen). Dit komt doordat beter onderscheid wordt gemaakt naar (toerekenbare) uitgaven voor algemene onderdelen voor wapensystemen en algemene diensten en uitrusting die niet aan wapensystemen kunnen worden toegerekend.
Onderstaand worden de grootste veranderingen toegelicht. Het merendeel betreft planmatige veranderingen van investeringsprojecten, zowel projecten met status in uitvoering als projecten met status plan.
Bij maritieme projecten is de inzetvoorraad SM-2 missiles (wapensysteem 1) en torpedo’s (wapensysteem 6) in tijd (gedeeltelijk) naar voren gehaald, terwijl de instandhouding LCF (wapensysteem 1) met een jaar is vertraagd. Ook is de planmatige vervanging van de MF-fregatten (wapensysteem 2), de landing platform docks (wapensysteem 4), de onderzeeboten (wapensysteem 6) en de mijnenbestrijdingsvaartuigen (wapensysteem 7) met één of meerdere jaren vertraagd. Bij het wapensysteem Patrouilleschepen (wapensysteem 3) is in het wapensysteemsjabloon de formatie structureel gecorrigeerd. Dat doet beter recht aan de formatieve realiteit bij dit wapensysteem.
Bij landsystemen is eveneens sprake van diverse herfaseringen, zoals bij de verwerving van de CE-pakketten naar 2017-2023 (wapensysteem 8 CV9035NL infanterie gevechtsvoertuig) en de Boxer naar 2015-2017 (één van de drie wapensystemen van wapensysteem 9 Pantserwielvoertuigen). Bij wapensysteem 10 (grondgebonden luchtverdediging) is de formatie structureel opgehoogd als gevolg van verbeterd inzicht (dat hier meer kosten zinvol aan kunnen worden toegerekend). Bij wapensysteem 14 (Unmanned Aerial Vehicle’s) zijn projecten geherfaseerd van 2015/2022 naar 2021/2026. Bij landsystemen zijn sprake van dat enkele investeringen in inzetvoorraden, zoals 81-mm en 155-mm munitie (wapensysteem 13 Artillerie) naar voren gehaald of anders verdeeld over de komende jaren.
Bij luchtsystemen is er sprake van herfasering van bijvoorbeeld de projecten F-16 zelfbescherming ASE en Reparatie langer doorvliegen F-16 instandhouding. Bij de helikopters, de wapensystemen 19 (Apache), 20 (Chinook), 21 (Cougar) en 22 (NH-90) zijn diverse projecten geherfaseerd, zoals de AH-64D Upgrade naar 2015-2019, de AH-64D Zelfbescherming (ASE) naar 2015-2021, de Chinook vervanging en modernisering naar 2017/2018 en 2021/2024, en de NH-90 naar 2015-2019. Daarnaast zijn onder andere deze projecten aangepast op basis van de dollarkoers, zoals het CPB die in het CEP 2015 heeft vastgesteld. Het cumulatieve effect van de dollarkoers in het DIP (excl. project VF-35) is ruim € 400 miljoen. Over het project F-35 wordt u separaat geïnformeerd.
Bij de wapensystemen KDC-10 (wapensysteem 17), C-130 (wapensysteem 18) en NH-90 (wapensysteem 22) is in de wapensysteemsjablonen de formatie structureel gecorrigeerd. Dit doet beter recht aan de formatieve realiteit bij deze wapensystemen.
De defensiebrede wapensystemen bestaan uit de wapensystemen 23 (klein kaliber wapens) en 24 (kleding en persoonlijke uitrusting) en de IT-systemen MILSATCOM (25), Titaan (26) en MCTC (27). Bij wapensysteem 24 (Kleding en persoonlijke uitrusting) is het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) naar de periode 2015-2023 geschoven.
Tot slot is in wapensysteem 28, dat de overige wapensystemen omvat, sprake van effecten van herfaseren van het project Defensiebrede Vervanging Wielvoertuigen (DVOW) naar 2015-2023 en het project MALE UAV. Dit laatste project is in de tijd naar de periode van 2022/2027 geschoven.
In het MPO wordt inhoudelijk dieper ingegaan op individuele en met elkaar samenhangende projecten.
Tabel 1 Overzicht Wapensystemen en overage kostensoorten
FINANCIEEL OVERZICHT 2015 BIJ ONTWERPBEGROTING 2016
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
TOTAAL BEGROTING NAAR BELEIDSARTIKELEN
8.472
8.156
8.067
7.702
7.788
7.968
8.234
8.416
8.434
8.449
8.395
8.327
8.333
8.314
8.314
8.314
8.314
8.314
8.314
8.305
8.305
INZET
subtotaal 1 (Inzet)
320
188
191
177
253
301
368
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
DEFENSIEBREED
Algemeen
110
97
86
101
100
99
100
96
97
97
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
Centraal apparaat
1.445
1.521
1.743
1.659
1.589
1.614
1.596
1.555
1.535
1.454
1.438
1.437
1.400
1.369
1.355
1.340
1.338
1.317
1.315
1.310
1.310
Geheime uitgaven
2
6
5
5
4
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
Nominaal en onvoorzien
0
0
0
0
0
76
153
179
229
283
357
341
358
353
356
356
359
360
345
359
359
Exploitatie huisvesting en infrastructuur
417
403
425
400
391
375
345
343
341
325
308
312
312
312
312
312
312
312
312
313
313
Exploitatie ICT
324
326
281
223
232
190
195
194
193
191
192
192
192
192
192
192
192
192
192
192
192
Niet toerekenbare apparaatskosten ondersteunende diensten CDC/DMO
593
659
642
581
619
639
661
645
622
613
640
644
644
644
644
644
644
644
643
644
644
Investeringen overig (niet gespecificeerd naar wapensystemen)
486
461
436
259
470
468
436
395
342
241
240
162
162
222
164
138
167
133
133
132
132
subtotaal 2 (Defensiebrede uitgaven)
3.378
3.473
3.618
3.228
3.405
3.465
3.493
3.412
3.365
3.211
3.277
3.190
3.169
3.193
3.125
3.083
3.113
3.060
3.042
3.051
3.051
ORGANIEKE EENHEDEN
Formatie organieke eenheden
1.780
1.659
1.549
1.547
1.603
1.517
1.438
1.441
1.422
1.429
1.434
1.443
1.450
1.455
1.460
1.460
1.460
1.460
1.459
1.459
1.471
Formatie operationeel commando indirect
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Gereedstelling en overige exploitatie operationeel commando indirect
600
547
522
468
360
336
273
275
268
252
246
242
233
201
192
193
192
188
207
198
197
Dienstverlening CDC indirect
107
87
84
97
93
89
91
91
90
90
87
87
87
87
87
87
87
87
87
87
87
subtotaal 3 (Organieke eenheden)
2.487
2.292
2.154
2.112
2.055
1.943
1.802
1.806
1.779
1.770
1.766
1.772
1.770
1.743
1.739
1.740
1.739
1.735
1.753
1.743
1.755
WAPENSYSTEMEN
Wapensysteem 1 - Luchtverdedigings- en commandofregatten
73
98
92
159
106
164
109
123
122
122
99
99
93
79
78
78
78
353
353
353
353
Wapensysteem 2 - Multipurpose fregatten
42
59
40
56
48
55
52
45
35
36
36
35
35
40
173
318
285
76
54
35
35
Wapensysteem 3 - Patrouilleschepen
161
94
80
57
38
51
37
37
36
37
38
37
37
37
37
37
37
37
37
37
37
Wapensysteem 4 - Landing Platform Docks
37
34
35
32
41
41
42
40
31
28
37
33
53
53
33
33
33
47
99
133
51
Wapensysteem 5 - Joint Support Ship
51
124
105
76
105
53
24
17
20
18
16
17
17
17
17
17
17
17
17
17
17
Wapensysteem 6 - Onderzeeboten
49
60
65
63
61
88
112
131
66
59
58
65
50
300
520
509
550
550
350
125
50
Wapensysteem 7 - Mijnenbestrijdingsvaartuigen
50
47
38
42
31
32
36
37
36
30
29
29
33
89
89
89
89
89
89
89
84
Wapensysteem 8 - CV9035NL Infanteriegevechtsvoertuigen
216
121
46
80
58
44
58
41
38
38
39
43
95
87
72
72
35
35
35
35
35
Wapensysteem 9 - Pantserwielvoertuigen
91
125
165
122
197
157
237
189
99
94
92
91
149
132
127
127
124
134
84
84
84
Wapensysteem 10 - Grondgebonden luchtverdediging
56
54
72
65
66
79
78
81
96
105
86
107
116
84
78
64
64
64
64
64
64
Wapensysteem 11 - WisselLaadSystemen en TrekkerOpleggerCombinaties
42
40
38
38
27
39
41
41
42
44
44
44
79
149
118
191
135
60
41
41
41
Wapensysteem 12 - Ondersteunende tanks
32
19
20
14
33
33
25
32
51
13
12
23
25
13
12
12
13
13
12
12
13
Wapensysteem 13 - Artillerie
44
41
31
25
50
31
80
54
48
43
48
98
85
96
73
48
52
46
33
33
60
Wapensysteem 14 - Unmanned Aerial Vehicle's
5
6
5
9
7
10
31
12
9
8
8
7
7
7
7
7
36
9
7
7
7
Wapensysteem 15 - Mercedes Benz Terreinvoertuigen
125
123
123
128
121
124
132
131
122
122
122
122
122
122
120
120
120
120
120
120
120
Wapensysteem 16A - Jachtvliegtuigen F-16
259
266
240
258
223
285
342
290
261
179
137
105
66
33
0
10
36
4
9
0
0
Wapensysteem 16B - Vervanging jachtvliegtuigen F-16 (F-35)
131
157
71
101
46
70
124
335
505
806
818
814
675
517
364
301
255
255
293
255
255
Wapensysteem 17 - Tankvliegtuigen KDC-10
49
57
53
52
49
53
42
38
42
43
143
128
128
124
190
165
39
35
35
35
35
Wapensysteem 18 - Transportvliegtuigen C-130
41
31
38
27
44
42
38
34
32
32
31
37
47
41
57
33
33
33
33
33
33
Wapensysteem 19 - Gevechtshelikopters AH-64 Apache
72
74
59
77
82
90
111
95
110
110
82
89
133
157
171
168
141
142
113
68
68
Wapensysteem 20 - Transporthelikopters CH-47 Chinook
57
56
124
92
62
70
143
207
332
261
237
154
147
98
81
81
71
71
71
71
71
Wapensysteem 21 - Transporthelikopters AS-532 Cougar
29
21
19
30
30
36
26
24
17
17
13
13
10
0
0
0
0
0
0
0
0
Wapensysteem 22 - Maritieme helikopters NH-90
118
109
136
124
81
92
113
118
106
91
61
61
61
75
75
65
76
96
91
83
81
Wapensysteem 23 - Klein Kaliber Wapens
61
56
39
53
41
51
65
73
50
44
44
44
50
59
62
62
78
45
45
45
45
Wapensysteem 24 - Kleding en Persoonlijke Uitrusting
33
25
24
47
52
55
150
85
124
80
51
50
51
52
52
53
58
54
51
51
51
Wapensysteem 25 - Militaire Satelliet Communicatie
16
13
32
24
18
32
36
21
16
14
14
10
25
25
16
10
10
10
10
10
10
Wapensysteem 26 - TITAAN commandovoeringssysteem
22
20
19
17
19
20
30
43
26
25
24
19
19
19
19
19
19
19
19
19
19
Wapensysteem 27 - Mobile Combat Training Centre
6
8
6
6
6
5
6
6
6
16
16
21
6
6
16
51
13
6
6
6
6
Wapensysteem 28 - overige (wapen)systemen
319
265
288
311
334
691
748
708
649
763
749
651
660
548
473
429
539
401
341
335
323
Vrije ruimte / spanning1
0
0
0
0
0
-336
-497
-210
-155
-124
-150
0
0
0
1
2
105
377
688
994
1.132
subtotaal 4 (wapensystemen)
2.286
2.203
2.103
2.186
2.074
2.258
2.571
2.879
2.971
3.150
3.033
3.047
3.075
3.059
3.131
3.172
3.144
3.200
3.200
3.192
3.181
TOTAAL BEGROTING NAAR WAPENSYSTEMEN
8.472
8.156
8.067
7.702
7.788
7.968
8.234
8.416
8.434
8.449
8.395
8.327
8.333
8.314
8.314
8.314
8.314
8.314
8.314
8.305
8.305
Noot 1
Een negatief bedrag betekent spanning. Een positief bedrag betekent dat er sprake is van vrije ruimte
Begrotingsoverzicht cf nota
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
TOTAAL BEGROTING
7.702
7.788
7.968
8.234
8.416
8.434
8.449
8.395
8.327
8.333
8.314
8.314
8.314
8.314
8.314
8.314
8.305
8.305
INZET volgens financieel overzicht
177
253
301
368
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
INZET naar begrotingsartikel
177
253
301
368
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
waarvan beleidsartikel 1 - Inzet
177
253
301
368
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
318
DEFENSIEBREED volgens financieel overzicht
3.228
3.405
3.465
3.493
3.412
3.365
3.211
3.277
3.190
3.169
3.193
3.125
3.083
3.113
3.060
3.042
3.051
3.051
DEFENSIEBREED naar begrotingsartikel
3.228
3.405
3.465
3.493
3.412
3.365
3.211
3.277
3.190
3.169
3.193
3.125
3.083
3.113
3.060
3.042
3.051
3.051
waarvan beleidsartikel 2 - taakuitvoering zeestrijdkrachten
7
9
7
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
waarvan beleidsartikel 6 - Investeringen
259
470
468
436
395
342
241
240
162
162
222
164
138
167
133
133
132
132
waarvan beleidsartikel 7 - Defensie Materieel Organisatie
254
264
236
246
243
239
241
245
248
248
250
250
250
250
250
249
250
250
waarvan beleidsartikel 8 - Commando DienstenCentra
943
969
960
950
933
910
883
889
894
894
892
892
892
892
892
892
892
892
waarvan niet-beleidsartikel 9 - Algemeen
101
100
99
100
96
97
97
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
warvan niet-beleidsartikel 10 - Centraal Apparaat
1.659
1.589
1.614
1.596
1.555
1.535
1.454
1.438
1.437
1.400
1.369
1.355
1.340
1.338
1.317
1.315
1.310
1.310
waarvan niet-beleidsartikel 11 - Geheime uitgaven
5
4
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
waarvan niet-beleidsartikel 12 - Nominaal en Onvoorzien
0
0
76
153
179
229
283
357
341
358
353
356
356
359
360
345
359
359
ORGANIEKE EENHEDEN volgens financieel overzicht
2.112
2.055
1.943
1.802
1.806
1.779
1.770
1.766
1.772
1.770
1.743
1.739
1.740
1.739
1.735
1.753
1.743
1.755
ORGANIEKE EENHEDEN naar begrotingsartikel
2.112
2.055
1.943
1.802
1.806
1.779
1.770
1.766
1.772
1.770
1.743
1.739
1.740
1.739
1.735
1.753
1.743
1.755
waarvan beleidsartikel 2 - taakuitvoering zeestrijdkrachten
429
452
426
397
397
387
387
388
388
387
388
387
386
387
387
386
387
399
waarvan beleidsartikel 3 - taakuitvoering landstrijdkrachten
819
803
744
701
698
692
694
689
691
689
691
691
691
689
687
703
693
692
waarvan beleidsartikel 4 - taakuitvoering luchtstrijdkrachten
233
202
229
185
182
176
182
188
192
201
180
184
186
186
184
186
186
186
waarvan beleidsartikel 5 - taakuitvoering marechaussee
325
331
319
316
320
316
317
317
317
317
317
317
317
317
317
317
317
317
waarvan beleidsartikel 7 - Defensie Materieel Organisatie
209
176
135
113
118
119
101
97
98
90
81
74
74
74
74
74
74
74
waarvan beleidsartikel 8 - Commando DienstenCentra
97
93
90
91
91
90
90
87
87
87
87
87
87
87
87
87
87
87
WAPENSYSTEMEN volgens financieel overzicht
2.186
2.074
2.258
2.571
2.879
2.971
3.150
3.033
3.047
3.075
3.059
3.131
3.172
3.144
3.200
3.200
3.192
3.181
WAPENSYSTEMEN naar begrotingsartikel
2.186
2.074
2.258
2.571
2.879
2.971
3.150
3.033
3.047
3.075
3.059
3.131
3.172
3.144
3.200
3.200
3.192
3.181
waarvan beleidsartikel 2 - taakuitvoering zeestrijdkrachten
276
275
282
286
281
281
281
282
282
282
282
282
282
282
282
282
282
270
waarvan beleidsartikel 3 - taakuitvoering landstrijdkrachten
336
401
418
437
427
426
423
423
423
426
423
423
423
426
426
425
425
426
waarvan beleidsartikel 4 - taakuitvoering luchtstrijdkrachten
419
451
460
449
451
456
441
433
426
417
434
428
428
428
428
428
428
428
waarvan beleidsartikel 5 - taakuitvoering marechaussee
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
waarvan beleidsartikel 6 - Investeringen
761
596
1.086
1.507
1.553
1.588
1.750
1.642
1.512
1.539
1.502
1.573
1.611
1.477
1.261
952
637
500
waarvan beleidsartikel 6 - Investeringen (spanning)1
0
0
-336
-497
-210
-155
-124
-150
0
0
0
1
2
105
377
688
994
1.132
waarvan beleidsartikel 7 - Defensie Materieel Organisatie
391
348
344
386
374
373
377
400
401
408
414
422
422
422
422
422
422
422
Noot 1
Een negatief bedrag betekent spanning. Een positief bedrag betekent dat er sprake is van vrije ruimte.
4.3. Overzicht maatregelen intensivering motie-Van der Staaij.
Defensie presenteert een pakket dat zich richt op het versterken van de basisgereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht. Er wordt ingezet op versterking van de operationele gereedheid van bestaande eenheden, en de daarbij behorende robuuste en flexibele ondersteuning. De maatregelen komen tevens ten goede aan de inzetbaarheid van de krijgsmacht voor missies in het kader van de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. Onderstaand de verdeling op hoofdlijnen met een korte toelichting per onderdeel.
(bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Struc.
Verhogen materiële gereedheid
45
49
67
86
97
101
101
Verhogen personele gereedheid
22
31
53
72
90
90
90
Verhogen geoefendheid en VJTF
11
21
31
34
35
35
35
Overige ondersteuning en bedrijfsvoering
12
22
25
34
51
50
50
Verhogen investeringsbudget
130
122
94
69
72
69
69
Totaal
220
245
270
295
345
345
345
Intensivering BIV
60
60
60
60
60
60
60
Verhogen maatregelen materiële gereedheid
Ter verhoging van de beschikbaarheid van materieel wordt de onderhoudscapaciteit uitgebreid. Ook komt er meer geld beschikbaar voor onderhoudsdienstverlening en reservedelen. Tevens wordt het wapensysteemmanagement versterkt voor optimalisatie van onderhoudsprocessen. Deze maatregelen komen de inzetbaarheid en geoefendheid van de krijgsmacht ten goede.
Verhogen personele gereedheid
Er komt meer personele capaciteit om operationele eenheden vrij te maken voor verbeterde inzetbaarheid en geoefendheid. Dit gebeurt onder andere door de personele capaciteit in het opleidingsveld te versterken. Het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht neemt toe en er wordt voorkomen dat inzet ten koste gaat van de organisatie in Nederland.
Verhogen geoefendheid en deelname VJTF
Er komt extra capaciteit om de opleiding en training van operationele eenheden voor snelle inzet, ook bij hogere geweldsniveaus, te verbeteren. Dit omvat o.a. meer munitie t.b.v. training, meer operationeel transport voor training in het oostelijk gedeelte van het bondgenootschap en het intensiveren van de kennis ten behoeve van tankoptreden.
Overige ondersteuning en bedrijfsvoering
In lijn met de versterking van de operationele gereedheid, wordt de daarvoor benodigde aansturing en ondersteuning van de krijgsmacht versterkt (o.a. verwerving en IT).
Verhogen investeringsbudget
Om het beoogde investeringspercentage van twintig procent (en daarmee de vereiste operationele vernieuwing) te handhaven, moet het investeringsbudget bij aanpassing van de totale defensiebegroting navenant meebewegen. Twintig procent van de totale intensivering wordt dan ook bestemd voor investeringen. In eerste aanleg worden de projecten modernisering en vervanging Chinook en het Verbeterd Operationeel Systeem Soldaat (VOSS) met voorrang gerealiseerd.
Intensivering BIV
Het kabinet heeft besloten tot een structurele verhoging van het Budget Internationale Veiligheid ten behoeve van crisisbeheersingsoperaties.
4.4. Overzicht Budget Internationale Veiligheid
Het Budget Internationale Veiligheid (BIV) is vanaf 2015 structureel overgeheveld naar de begroting van Defensie. Het totale budget van € 364,8 miljoen voor 2016 en € 315,3 miljoen voor 2017 en verdere jaren wordt in eerste instantie aangehouden op beleidsartikel 1 Inzet.
Onderstaand overzicht geeft een indicatief overzicht van de inzet van deze middelen in 2016, gebaseerd op een extrapolatie van de besteding in 2015. Jaarlijks wordt interdepartementaal besloten over de inzet van de middelen. Hiermee is het geïntegreerde karakter van de inzet van diplomatieke, civiele en/of militaire activiteiten uit het BIV geborgd. Na de jaarlijkse interdepartementale besluitvorming worden de middelen gefaseerd toegekend aan andere begrotingsartikelen binnen de HGIS.
In het kabinet is afgesproken dat jaarlijks een bedrag van € 60 miljoen beschikbaar blijft voor activiteiten van BZ en BH&OS ten behoeve van (onder andere) de hervorming van de veiligheidssector, beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is, rechtstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw. Voor Defensie blijft er € 59,5 miljoen beschikbaar voor (onder andere) ondersteunende capaciteiten en training.
Na besluitvorming worden de middelen beschikbaar voor BZ en BH&OS jaarlijks bij de 1e suppletoire begroting overgeheveld naar de betreffende begrotingen.
(bedragen x € 1.000)
2016
Budget Crisisbeheersingsoperaties (Artikel 1)
245.300
Veiligheidssectorhervormingen en vredesopbouw (BZ/BH&OS)
40.000
Beveiliging van diplomaten en ambassades waar dat noodzakelijk is
(BZ/BH&OS)
20.000
Inzet VPD’s (Artikel 1)
8.000
Training en capaciteitsopbouw (Artikel 2 & 3)
8.900
Civiel-militaire capaciteiten (Artikel 3)
6.000
Luchttransport (Artikel 4)
22.000
KMar pool (Artikel 5)
4.600
Nazorg (Artikel 8)
10.000
Totaal
364.800
4.5. Overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg
Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven in het kader van het veteranenbeleid. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt in verschillende posten in verschillende begrotingsartikelen. In het onderstaande overzicht zijn deze posten samengebracht.
Uitgaven erkenning en waardering
De uitgaven voor erkenning en waardering zijn begroot in niet-beleidsartikel 9 Algemeen en 10 Centraal apparaat, met uitzondering van de uitgaven voor reüniefaciliteiten die zijn begroot op de beleidsartikelen van de operationele commando’s.
Stichting het Veteraneninstituut
De Stichting het Veteraneninstituut is door Defensie belast met de uitvoering van het veteranenbeleid op het gebied van de erkenning van, de waardering voor, dienstverlening aan en toegang tot de zorg voor veteranen. Daarnaast verzorgt de stichting de informatievoorziening over de zorg voor veteranen. Ook het Veteranenloket is bij de stichting ondergebracht.
Nederlandse Veteranendag
De organisatie van de jaarlijkse Nederlandse Veteranendag maakt deel uit van het stimuleren van maatschappelijke erkenning van en waardering voor de veteranen. De Stichting Nederlandse Veteranendag ontvangt jaarlijks een subsidie voor de organisatie van de Nederlandse Veteranendag, een publiciteitscampagne, educatieve projecten en overige activiteiten, zoals het bevorderen van regionale veteranendagen.
Stichting Veteranen Platform
De Stichting Veteranen Platform (VP) behartigt, als overkoepelend samenwerkingsverband van de Nederlandse veteranenorganisaties, de belangen van veteranen. Het VP is hiermee een belangrijke intermediair en aanspreekpunt op het gebied van veteranen.
Dagen voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers
Sinds 2006 worden dagen voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers georganiseerd. De doelstellingen van deze dagen zijn het bieden van erkenning aan de betrokkenen en hun partners, het bieden van informatie over de pensioenregelingen en voorzieningen en het luisteren naar de behoeften van de doelgroep.
Reüniefaciliteiten
Geregistreerde verenigingen voor veteranen, post-actieven en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers kunnen eenmaal per jaar aanspraak maken op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de verenigingen zelf. Daarnaast organiseert elk operationeel commando een eigen veteranendag die waar mogelijk wordt gecombineerd met de open dag van het operationeel commando.
Het bedrag voor deze faciliteiten op de begrotingen van de operationele commando’s is als volgt te specificeren:
Operationele commando’s
Bedragen
x € 1.000
Commando Zeestrijdkrachten
294
Commando Landstrijdkrachten
900
Commando Luchtstrijdkrachten
160
Commando Koninklijke Marechaussee
125
Totaal
1.479
Totaaloverzicht van uitgaven voor veteranen erkenning en waardering
Omschrijving
Bedragen
x € 1.000
Subsidie Stichting het Veteraneninstituut1
5.123
Subsidie Nederlandse Veteranendag
2.468
Subsidie Stichting Veteranen Platform
165
Dagen voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers
330
Ondersteunen veteranenzaken door operationele commando’s (zie bovenstaande tabel)
1.479
Totaal
9.565
Noot 1
Exclusief uitgaven voor zorg en nazorg, die zijn onderdeel van de kosten van het Veteranenloket
Uitgaven zorg en nazorg
De uitgaven voor zorg en nazorg zijn begroot op beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra en niet-beleidsartikelen 9 Algemeen en 10 Centraal apparaat.
Kaderwet militaire pensioenen
Deze wetgeving bevat het geheel aan wet- en regelgeving voor veteranen, militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, militairen buiten dienst en ex- militairen die niet meer (volledig) kunnen werken of aanvullende voorzieningen nodig hebben vanwege arbeidsongeschiktheid.
Voor 2016 zijn de uitgaven aan bijzonder militair invaliditeitspensioen begroot op € 63,4 miljoen. Tevens is het bijzonder militair nabestaandenpensioen onderdeel van deze wetgeving. Voor 2016 zijn de uitgaven begroot op € 24,3 miljoen.
Medio 2014 is de volledige schadevergoedingsregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers vastgesteld. Deze regeling beoogt finale kwijting te bieden voor alle ten gevolge van een dienstongeval of dienstverbandaandoening veroorzaakte schade. Met deze regeling worden juridische procedures over aansprakelijkheid overbodig en kan Defensie proactief voorzien in materiële zorg. De hiermee gemoeide uitgaven zijn voor 2016 begroot op € 7,3 miljoen.
Vanuit de wettelijke zorgplicht voor veteranen worden voorzieningen aan veteranen verstrekt met het oog op het verbeteren van de levensomstandigheden in specifieke situaties. Met ingang van 1 januari 2015 is, in het kader van de hervorming langdurige zorg, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo 2015) van kracht. Voorzieningen die met ingang van 1 januari 2015 niet of niet meer volledig worden toegekend op grond van de Wmo 2015, zullen aanvullend worden vergoed via de Voorzieningenregeling militaire oorlogs- en dienstslachtoffers. Deze meerkosten voor Defensie zijn moeilijk vooraf in te schatten. Meerkosten die het gevolg zijn van wijzigingen in de Wmo 2015 worden daarom achteraf op basis van realisatiecijfers vergoed door het Ministerie van VWS. De benodigde ondersteuning blijft daarmee voor de groep veteranen en MOD-ers ongewijzigd op het niveau zoals dat is vastgelegd in de Veteranenwet.
Inkomensvoorziening in verband met zorg en re-integratie
De inkomensvoorziening, zoals opgenomen in artikel 7 van de Veteranenwet, is een laagdrempelige regeling voor veteranen die ziek of arbeidsongeschikt zijn en waarbij sprake is van een vermoeden van dienstverband. Met het aanvragen van de inkomensvoorziening in verband met zorg wordt tegelijkertijd ook de aanvraag militair invaliditeitspensioen (MIP) gestart. Daarnaast worden voor deze veteranen de inspanningen op het gebied van de re-integratie geïntensiveerd en worden de reiskosten van hun partners vergoed wanneer ze deelnemen aan ambulante lotgenotengroepen. De uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de re-integratie en het vergoeden van de reiskosten maken onderdeel uit van de raming. In totaal is voor deze voorzieningen een bedrag van € 4,0 miljoen geraamd.
Landelijk Zorgsysteem Veteranen
Defensie heeft een belangrijke verantwoordelijkheid voor veteranen met maatschappelijke of psychische problemen. Hiervoor is het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV) ingericht dat bestaat uit militaire en civiele instellingen voor maatschappelijk werk en geestelijke gezondheidszorg. Voor 2016 zijn de uitgaven begroot op € 750.000.
Maatschappelijke ondersteuning voor veteranen
Binnen het LZV verzorgt de Stichting de Basis het gespecialiseerd maatschappelijk werk voor post-actieve veteranen die een traumatische ervaring hebben meegemaakt. Hiermee wordt beoogd te bereiken dat de post-actieve veteraan weer deel kan nemen van het maatschappelijk verkeer. De kosten van het maatschappelijk werk voor veteranen bedragen voor 2016 € 2,5 miljoen.
Het Veteranenloket
Sinds 11 juni 2014 is er één loket voor alle veteranen dat toegang geeft tot de zorg en coördinatie van de zorg en dienstverlening aan veteranen, militaire oorlogs- en dienstslachtoffers (MOD-ers) en hun relaties. Het Veteranenloket betreft een samenwerkingsverband tussen het Veteraneninstituut, het ABP, Stichting de Basis, Defensie, Uitvoeringsbedrijf Veteranen, het LZV en het Veteranenplatform. Het Veteranenloket registreert de zorgvraag en geeft toegang tot revalidatie, re-integratie, materiële zorg, maatschappelijke ondersteuning, geestelijke gezondheidszorg en nuldelijnsondersteuning. De kosten (€ 4,2 miljoen) betreffen de centrale kosten voor het veteranenloket en de totale uitvoeringskosten (inclusief zorgcoördinatoren van het ABP).
Nuldelijnsondersteuning
Het VP voert de regie over de inrichting van een landelijk dekkend en financieel zelfdragend systeem voor nuldelijnsondersteuning en de aansluiting daarvan op de professionele hulpverlening van het LZV. Vanaf 2016 financiert Defensie de organisatie-, opleidings- en inzetkosten van de nuldelijnshelpers van het landelijk dekkend en genormeerd nuldelijnsondersteuningssysteem voor een periode van drie jaar. De uitgaven voor Defensie bedragen € 135.000 per jaar. Ter versterking hiervan heeft het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) toegezegd om de regionale nuldelijnsactiviteiten voor dezelfde periode financieel te ondersteunen. De bijdrage van het vfonds bedraagt € 100.000 per jaar.
Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)
In de RZO is deskundigheid verenigd op de gebieden van psychiatrie, psychologie, interne geneeskunde, huisartsgeneeskunde, sociologie en gezondheidsrecht. De RZO adviseert over (de richting van) het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van aandoeningen die verband houden met uitzendingen en draagt zorg voor en bewaakt de noodzakelijk convergentie tussen de onderzoeken. Daarnaast oefent de onafhankelijke RZO toezicht uit over de ketenzorg aan veteranen die gebruik maken van het civiel-militaire zorgsysteem (LZV) en bevordert de gewenste specialisatie van de betrokken instanties binnen het LZV. Voor 2016 bedragen de begrote uitgaven € 140.000.
Onderzoeken
Het CDC (beleidsartikel 8) financiert verscheidene onderzoeken. De Wetenschappelijk Onderzoeksgroep van de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) verricht onder andere onderzoek onder veteranen en uitgezonden actief dienende militairen naar uitzend-gerelateerde stoornissen, in het bijzonder de Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) en agressieregulatie problematiek. Binnen dit onderzoeksprogramma loopt onder andere het grootschalig prospectief onderzoek onder militairen die naar Afghanistan uitgezonden zijn geweest (het PRISMO-onderzoek), dat doorloopt tot 2018. Daarnaast loopt het onderzoek BETER naar veranderingen op neurobiologisch gebied bij mensen die behandeld worden voor PTSS en de Militaire Agressieregulatie Studie (MARS-onderzoek) naar agressieregulatie problematiek. Voor 2016 bedraagt de totale begroting voor dit wetenschappelijk onderzoek vanuit de MGGZ € 1 miljoen.
Overige
Verscheidene organisatiedelen houden zich bezig met de zorg en nazorg aan veteranen in werkelijke dienst, post-actieven en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, zoals de gezondheidscentra, het Centraal Militair Hospitaal, de Militaire Geestelijke gezondheidszorg (MGGZ), het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk werk, de Geestelijke Verzorging en het Militair Revalidatie Centrum. De taken van deze organisatiedelen gaan verder dan alleen de zorg en nazorg aan veteranen. In de bedrijfsvoering van deze organisatiedelen wordt geen onderscheid gemaakt in veteranenzorg en overige zorg en een dergelijke registratie is ook niet eenvoudig te realiseren. Dit deel van de uitgaven aan veteranenzorg is daarom niet inzichtelijk. Overigens wordt ook bij de zorg aan post-actieve militairen in veel gevallen dat onderscheid niet gemaakt, dus de financiële omvang van dat deel van de veteranenzorg is eveneens niet eenvoudig zichtbaar te maken. Defensie laat TNO onderzoek verrichten naar een kostenmodel voor veteranenzorg, waarin de zorgbehoefte op grond van meetbare parameters kan worden voorspeld. Dat onderzoek bevindt zich echter nog in de beginfase.
Totaaloverzicht van uitgaven voor zorg en nazorg voor veteranen
Omschrijving
Bedragen
x € 1.000
Invaliditeitspensioenen
63.400
Nabestaandenpensioenen
24.300
Volledige schadevergoedingsregeling voor MOD-slachtoffers
7.300
Sociale zorg (Voorzieningenregeling MOD-slachtoffers)
8.429
Inkomensvoorziening in verband met zorg & re-integratie
4.000
Landelijk Zorgsysteem Veteranen
750
Maatschappelijk ondersteuning voor veteranen (subsidie)
2.500
Veteranenloket
4.161
Nuldelijnsondersteuning
135
Raad voor civiele-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)
100
Bijdragen aan onderzoeken MGGZ
1.000
Totale uitgaven
116.100
4.6. Overzicht Cyber
Het digitale domein is, naast het land, de lucht, de zee en de ruimte, inmiddels het vijfde domein voor militair optreden. Om de inzetbaarheid van de Nederlandse krijgsmacht te waarborgen en haar effectiviteit te verhogen, versterkt Defensie haar digitale weerbaarheid en het vermogen om cyberoperaties uit te voeren. Defensie heeft de afgelopen jaren forse stappen in het digitale domein gezet en forse investeringen gedaan. De Defensie Cyber Strategie legde daarvoor de basis. De nota «In het belang van Nederland» versnelde de tenuitvoerlegging. In 2015 is de Defensie Cyber Strategie geactualiseerd en aan de Kamer gepresenteerd (Kamerstuk 33 321, nr. 5). De actualisering bepaalt de richting waarin Defensie zich op dit vlak de komende jaren verder zal ontwikkelen, in het volle besef dat de digitale revolutie om flexibiliteit in de toepassing en de financiering van deze strategie kan vragen.
De doelstellingen uit de eerste Defensie Cyber Strategie uit 2012 zijn grotendeels nog valide en blijven staan. Extra aandacht gaat de komende periode uit naar het organiseren van de benodigde randvoorwaarden voor effectief optreden in het Cyber domein:
-
-
-
1.het boeien, binden en ontwikkelen van cyberprofessionals;
-
-
-
-
2.het verruimen van de mogelijkheden binnen Defensie om in het digitale domein snel te innoveren;
-
-
-
-
3.het bundelen van de krachten bij Defensie en het intensiveren van de samenwerking met partners;
-
-
-
-
4.het verbreden en verdiepen van de kennis over het digitale domein binnen Defensie
-
Een deel van het in de Miljoenennota 2015 beschikbaar gestelde extra budget voor Defensie zal worden geïnvesteerd in cyber. Het betreft een bedrag van € 5 miljoen in 2015, € 7 miljoen in 2016 en € 9 miljoen vanaf 2017. De gelden uit de intensivering zullen worden ingezet om Defensie op vier kerngebieden te versterken:
-
-
-
1.Ontwikkeling operationele cybermiddelen, waaronder cyberwapens;
-
-
-
-
2.Doorontwikkeling inlichtingenvermogen, ter ondersteuning van offensieve capaciteiten;
-
-
-
-
3.Versterken digitale weerbaarheid;
-
-
-
-
4.Rechtshandhaving in het digitale domein: versterking KMar.
-
4.7. Overzicht Subsidies
De subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben. Verder zijn de subsidie beschikkingen die Defensie verstrekt alleen bedoeld voor de specifieke subsidieaanvrager en berusten niet op een wettelijk voorschrift anders dan gelegen in de begroting en de regeling defensiesubsidies (http://wetten.overheid.nl/BWBR0013110/).
Defensie publiceert deze beschikkingen niet en kan daarom geen externe publicaties of bronnen weergeven. Bij reguliere verantwoording over beleid wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de effectiviteit van het instrument.
De subsidies worden jaarlijks bij Defensie aangevraagd, door Defensie bezien en op risico's beoordeeld. De grootte en eventuele risico's zijn medebepalend voor het controle arrangement, waaronder de subsidie valt. De subsidies worden elke vijf jaar apart geëvalueerd. Tijdens de evaluatie wordt het gezamenlijk belang heroverwogen waarna afhankelijk van de uitkomst, kan worden besloten tot afbouw van de subsidierelatie.
Een toekomstig evaluatiemoment is niet meer van toepassing (zie «n.v.t.» in kolom einddatum) wanneer, volgend uit een eerder evaluatiemoment, is besloten de subsidie te stoppen. Voor de overige subsidies betreft de einddatum, voor zover er geen specifieke andere afspraken bestaan omtrent eindigheid, het jaar van de volgende evaluatie.
Naam Subsidies
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Laatste evaluatie1
Volgende evaluatie
Einddatum
Stichting Homosexualiteit en Krijgsmacht
50
10
10
10
10
0
0
2013
2018
2018
Nederlandse Reservisten Federatie Krijgsmacht
21
0
0
0
0
0
0
2013
n.v.t.2
2014
Stichting Protestants Interkerkelijk Thuisfront
0
15
15
15
0
0
0
2012
2017
2017
Stichting Nationaal Katholiek Thuisfront
20
10
10
10
0
0
0
2012
2017
2017
Stichting Nederlandse Veteranendag
2.467
2.538
2.468
2.468
0
0
0
2012
2017
2017
Nationaal Comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen
15
15
25
25
0
0
0
2013
2018
2018
Steun oud strijders en ex-militairen Suriname
6
0
0
0
0
0
0
2013
20183
2018
Multicultureel netwerk Defensie
0
10
10
10
0
0
0
2012
2017
2017
Stichting Veteranen Platform
165
165
165
165
0
0
0
2012
2017
2017
Stichting Veteraneninstituut
6.332
5.683
5.748
5.748
0
0
0
2012
2017
2017
Hotel de Wereld
54
0
0
0
0
0
0
2013
n.v.t.2
2014
Stichting Militair-historisch Museum
5.637
0
0
0
0
0
0
2012
n.v.t.4
2014
Stichting Defensie Musea
1.800
7.500
7.500
7.500
7.500
7.500
0
nieuw
2019
20195
Stichting Nationale Taptoe
173
263
263
263
0
0
0
2012
2017
2017
Maatschappelijk werk voor veteranen (Stichting de Basis)
2.500
2.755
2.500
2.500
0
0
0
2012
2017
2017
Leerstoel GU Amsterdam
74
74
74
74
0
0
0
2012
2017
2017
Stichting Maritiem Kenniscentrum
28
28
28
28
0
0
0
2012
2017
2017
Stichting Gasturbine Onderwijs
5
5
5
5
0
0
0
2012
2017
2017
Phantasy in Blue
12
18
18
18
0
0
0
2012
2017
2017
Stichting Museum der Koninklijke Marechaussee
225
0
0
0
0
0
0
2012
n.v.t. 3)
2014
Stichting Historische Vlucht
100
100
100
100
0
0
0
2012
2017
2017
SWoon NLDA
20
22
22
22
0
0
0
n.v.t.
2017
2017
ASL BISL Foundation
39
40
40
40
0
0
0
n.v.t.
2017
2017
Wapen- en dienstvakverenigingen
34
35
35
35
0
0
0
2012
2017
2017
Koude Oorlogs Veteranen en Oud-Militairen(KVOM)
3
0
0
0
0
0
0
n.v.t.
20173
2017
stichting Vincent van Gogh
350
0
0
0
0
0
0
n.v.t.
2015
2014
Subsidies te verstrekken na evaluatie
0
864
805
777
12.110
12.092
19.592
Totaal subsidies
20.130
20.150
19.841
19.813
19.620
19.592
19.592
Noot 1
Voor toekomstige evaluaties wordt onderzocht hoe deze op effectieve wijze kunnen worden ontsloten d.m.v. publicatie;
Noot 2
Volgend uit eerdere evaluatie is besloten deze subsidies te stoppen;
Noot 3
Deze subsidies zijn per 2015 als bijdrage opgenomen in de subsidie aan de Stichting Veteraneninstituut
Noot 4
Deze subsidie is in 2015 op gegaan in de subsidie aan de Stichting Defensie Musea;
Noot 5
Einddatum betreft eerstvolgend evaluatiemoment. Onderliggende verplichtingen, volgend uit o.a. de publieke-private samenwerking die hierbij van toepassing is, lopen echter door tot 2040 (Kamerstuk 33 864, nr. A/1).
4.8. Overzicht Evaluaties- en overig onderzoek
Tot het overige evaluatieonderzoek behoren onder meer de toetsingskaderevaluaties naar lopende en voltooide operaties waaraan Nederlandse militairen deelnemen. Op grond van het Toetsingskader 2014 sturen de Ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken elk jaar op de derde woensdag in mei een tussentijdse evaluatie van lopende operaties naar het parlement. Na beëindiging van de inzet wordt een eindevaluatie opgesteld waarin zowel militaire als politieke aspecten aan de orde komen. Indien dit opportuun is, bijvoorbeeld bij een specifiek verzoek van de Kamer of vanwege de omvang van de Nederlandse bijdrage, wordt de evaluatie afzonderlijk aan het parlement aangeboden. Evaluatie en monitoring van Nederlandse bijdragen aan internationale operaties dienen twee doelen. Ten eerste bieden ze de mogelijkheid tussentijds bij te sturen om de effectiviteit van de inzet verder te vergroten. Ten tweede zijn ze instrumenteel met het oog op de verantwoording van de inzet van Nederlands personeel en materieel in internationale operaties, waarbij sprake is van bijzondere risico’s.
Onderwerp
Artikel
Aanvang
Voltooiing
Tussentijdse evaluatie lopende operaties 2015:
1 Inzet
2016
2016
-
-MINUSMA
-
-Atalanta/Ocean Shield
-
-UNMISS
-
-RSM1
-
-ATF ME2
-
-CBMI3
-
-Overige inzet
Evaluatie Defensie Materieel Proces
6 Investeringen
2015
2015
Evaluatie beleid t.a.v. aanstelling van lokaal personeel bij missies
1 Inzet
2015
2015
Evaluatie Veteranenzorg
8 CDC
2016
2016
Evaluatie Basisimplementatie ERP
6 Investeringen
2017
2017
Noot 1
Resolute Support Mission
Noot 2
Air Task Force Middle East
Noot 3
Capacity Building Mission in Irak
4.9. Toezichtrelaties en ZBO/RWT’s Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen
Naam Organisatie
RWT
ZBO
Functie
Begrotingsartikel
Begrotingsraming
Verwijzing (URL-link) naar website RWT/ZBO
Stichting Ziektekosten-
Verzekering Krijgsmacht (SZVK)
X
De SZVK is namens het Ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële Regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst: militairen vallen niet onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW).
Wordt per Defensieonderdeel (artikel 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 10) betaald uit de post salarissen en sociale lasten
€ 92,2 miljoen Bedrag is gebaseerd op de begroting/premiestelling 2015. Bedrag omvat de te betalen werknemers en werkgeverspremie.
Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON)
X
In 2011 is de stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON) opgericht. De stichting verzorgt als onderdeel van de officiersopleiding van officieren in de Nederlandse krijgsmacht de wetenschappelijke bachelor en master programma’s, in overeenstemming met de eisen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Verder verleent de stichting graden die behoren bij wetenschappelijk onderwijs, laat opleidingen accrediteren en geaccrediteerd houden en verzorgt het wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van de wetenschappelijke opleidingen. Defensie ondersteunt de stichting met een jaarlijkse subsidie (zie 4.6 Subsidies). Tevens stelt Defensie «om niet» middelen ter beschikking. Deze middelen bestaan uit uitgaven voor salarissen en sociale lasten, IV/IT, huisvesting en overige ondersteuning. De middelen zijn begroot in artikel 8.
8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando Dienstencentra
€ 13,6 miljoen
4.10. Moties en toezeggingen Door de Staten-Generaal aanvaarde moties
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van zaken
Knops over een visie op de toekomst van de onderzeedienst
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 18
Afgedaan, Brief Visie op de toekomst van de onderzeedienst, 9 juni 2015, 34 225, nr. 1
Eijsink c.s. over monitoren van geluidscontouren rond vliegbases Volkel en Leeuwarden
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 22
In behandeling, Brief Behoeftestelling vervanging F-16, 22 december 2014, 26 488, nr. 369, Bijlage De toekomstige geluidsbelasting van de F-35 en Bijlage TNO-rapport «Akkoustisch onderzoek grondgebonden geluid F-35A in het kader van de Wet milieubeheer vliegbases Volkel en Leeuwarden
Hachchi en Eijsink over verkennen van mogelijkheden tot samenwerking met België
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 30
In behandeling, Brief Stand van zaken internationale militaire samenwerking, 13 februari 2014, 33 729, nr. 10 en Brief Stand van zaken internationale militaire samenwerking, 7 november 2014, 33 279, nr. 12
Hachchi c.s. over besparen via pooling and sharing
Begrotingsbehandeling Defensie, 14 november 2013, 33 750-X, nr. 28
In behandeling
Van Tongeren-Smaling over de Kamer op de hoogte houden over de voortgang van de aanplant van compensatiebos
VAO AWACS, 13 mei 2014, 33 750-XII, nr. 86
In behandeling
Cegerek over afspraken met de Navo over het structureel maken van de 35% geluidsreductie
VAO AWACS, 13 mei 2014, 33 750-XII, nr. 88
In behandeling, Brief Reductie vliegbewegingen AWACS, 17 december 2014, 34 000-X, nr. 27
Knops c.s. over volledig verhalen van alle kosten van onderhoud en aanpassingen van de NH-90 op de fabrikant
VAO NH-90 helikopter, 3 juli 2014, 25 928, nr. 63
Afgedaan, Brief Aanbieding veertiende jaarrapportage van het helikopterproject, NH-90, 29 oktober 2014, 25 928, nr. 68
Sjoerdsma-Knops over inzichtelijk maken van de consequenties indien de laatste zeven Nederlandse NH-90 helikopters niet worden afgenomen
VAO NH-90 helikopter, 3 juli 2014, 25 928, nr. 64
Afgedaan, Brief Aanbieding veertiende jaarrapportage van het helikopterproject, NH-90, 29 oktober 2014, 25 928, nr. 68
Sjoerdsma c.s. over een plan van aanpak inclusief een kostenoverzicht om de problemen bij de informatievoorziening en ICT bij het Ministerie van Defensie op te lossen
VAO Informatievoorziening en ICT bij Defensie, 3 juli 2014, 31 125, nr. 30
Afgedaan, Brief Plan van aanpak maatregelen IV/ICT, 16 september 2014, 31 125, nr. 41
Eijsink over geen omonkeerbare stappen nemen totdat de IV/ICT-visie is afgerond
VAO IV/ICT bij Defensie, 3 juli 2014, 31 125, nr. 31
Afgedaan, Brief Visie op IT: let's make IT happen, 10 december 2015, 31 125, nr. 45
Knops c.s. over onderzoeken van de mogelijkheden om het transitieproces uit te besteden aan een marktpartij
VAO IV/ICT bij Defensie, 3 juli 2014, 31 125, nr. 32
Afgedaan, Brief Onderzoek uitbesteding transitieproces IV/ICT, 9 oktober 2014, 31 125, nr. 46
Van der Staaij c.s. over het noodzakelijke ambitieniveau van onze krijgsmacht in de komende jaren
Algemene Politieke Beschouwingen, 18 september 2014, 34 000, nr. 23
Brief Motie-Van der Staaij c.s. over het ambitieniveau van de krijgsmacht in de komende jaren, 19 juni 2015 33 763, nr. 81 en deze begroting
Eijsink-Bosman over een evaluatie van het beleid en aanzien van de inzet en inhuur van lokaal personeel
Nederlandse deelname aan vredesmissies, 14 oktober 2014, 29 521, nr. 262
In behandeling
Knops over opschorten van de verkoop van modern materieel
Begrotingsbehandeling, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 27
In behandeling
Segers en Eijsink over een thuisfrontcheck
Wetgevingsoverleg personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 24
In behandeling
Eijsink en Bosman over onevenredige effecten op het ondersteunend personeel
Wetgevingsoverleg personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 19
In behandeling
Knops over een inhaalslag op het gebied van loonontwikkeling
Wetgevingsoverleg personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 18
In behandeling
Segers over de benodigde capaciteit van de MIVD
Begrotingsbehandeling Defensie, 13 november 2014, 34 000-X, nr. 55
In behandeling, Brief Motie-Van der Staaij c.s. over het ambitieniveau van de krijgsmacht in de komende jaren, 19 juni 2015, 33 763, nr. 81
Hachchi en Knops over problemen binnen het nu gereserveerde budget oplossen
VAO IV/ICT bij Defensie, 18 december 2014, 31 125, nr. 48
Afgedaan, Brief Ontwerp IT-infrastructuur en herijking IT-sourcing, 2 juni 2015, 31 125, nr. 57
Hachchi en Knops over een internationale vergelijking naar de transitie
VAO IV/ICT bij Defensie, 18 december 2014, 31 125, nr. 50
Afgedaan, Brief Ontwerp IT-infrastructuur en herijking IT-sourcing, 2 juni 2015, 31 125, nr. 57 en Brief Verduidelijking van de uitvoering van de motie van de leden Knops en Hachchi over een internationale vergelijking maken tussen landen die een grote IT-transitie hebben doorgemaakt, 16 juni 2015, 31 125, nr. 58
Knops over het bij de uitvoering van de motie-Van der Staaij voorzien in een structurele oplossing voor de problematiek van onvoldoende ontvangen prijsbijstelling en stijgende kosten van defensiematerieel
Wetgevingsoverleg jaarverslag Defensie, 17 juni 2015, 34 200-X, nr. 9
In behandeling
Hachchi c.s. over een realistische inschatting van de investeringen
Wetgevingsoverleg jaarverslag Defensie, 17 juni 2015, 34 200-X, nr. 11
In behandeling
Eijsink en Teeven over aanvullende middelen om ambities waar te maken
Wetgevingsoverleg jaarverslag Defensie, 17 juni 2015, 34 200-X, nr. 12
In behandeling
Servaes en Eijsink over het integraal opnemen en expliciteren van de gevolgen van deelname aan missies voor de interne bedrijfsvoering en gereedheid van eenheden, inclusief de gevolgen van het uitzenden van specialistische functies.
Plenair debat ISIS, 2 juli 2015, 27 925, nr. 550
In behandeling
Knops over het pleiten voor een gezamenlijke inzet van de coalitie om te komen tot betere coördinatie en effectievere leverantie van wapens en andere benodigdheden voor de Peshmerga in Irak.
Plenair debat ISIS, 2 juli 2015, 27 925, nr. 553
In behandeling
Knops en Teeven over het op korte termijn serieus onderzoeken van de gevolgen van valutawisselingen en de ontwikkeling van materieel- en munitieprijzen en daarop in de begroting van 2016 nadrukkelijk terug te komen.
VAO Materieel, 2 juli 2015, 27 830, nr. 154
In behandeling
Door de Minister gedane toezeggingen
Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken
De Nederlandse regering zal aandringen op openbaarmaking van IBAN-rapporten en de Kamer hierover informeren.
AO NAVO, 16 november 2010, 28 676, nr. 122
Afgedaan, Brief Controle van Navo-uitgaven, 14 september 2011, 28 676, nr. 136
De Minister zal, zodra de meetresultaten van de Consumer Quality Index betrouwbaar zijn, deze naar de Kamer sturen.
AO Veteranen, 20 juni 2011, 30 139, nr. 94
Afgedaan, 4 april 2013, 30 139, nr. 112
De Minister zegt toe dat de jaarlijkse 5-mei viering en het Veteranendefilé in Wageningen met steun van Defensie kan blijven voortbestaan tot zeker in 2015. In 2015 zal er een evaluatie plaatsvinden en de Kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten van deze evaluatie.
AO Veteranen, 20 juni 2011, 30 139, nr. 94
Afgedaan, Brief Ondersteuning van Defensie aan herdenkingen Wageningen, 26 november 2014, 30 139, nr. 140
De Minister zal de Kamer in een aparte brief informeren over de PP Comparator in verband met de voorgenomen bouw van een marinierskazerne in Vlissingen.
AO Vastgoed Defensie, 6 februari 2013, 32 733, nr. 119
Afgedaan, Brief Toezeggingen m.b.t. marinierskazernes, 12 juni 2014, 33 358, nr. 5
In de eerstvolgende jaarrapportage zal worden ingegaan op het rechttrekken van de onbalans in het Nederlandse werkaandeel in NH-90.
AO Materieel, 13 maart 2013, 25 928, nr. 53
Afgedaan, Brief Dertiende jaarrapportage van het helikopterproject NH-90, 1 november 2013, 25 928, nr. 55
De Kamer ontvangt een brief over de vraag of de vertrouwelijke informatie van een jaar geleden over de functionaliteiten nog doorwerking heeft in de huidige openbare rapportages
AO SPEER, 2 april 2013, 31 460, nr. 33
Afgedaan, Brief Openbaarmaking functionaliteiten doorontwikkeling ERP, 12 maart 2014, 31 460, nr. 41
Kamer ontvangt de eindevaluatie van het project SPEER na de afronding van de migratie in de lijnorganisatie en na de uitschakeling van de oude (ICT)-systemen
AO SPEER, 2 april 2013, 31 460, nr. 33
In behandeling
De Kamer ontvangt een brief over de verkoop van overtollige F-16’s, zodra er daadwerkelijk sprake is van overeenge-komen verkoop
AO Vervanging F-16, 25 april 2013, 26 488, nr. 322
In behandeling
De Minister zegt toe om in de Voorjaarsnota 2014 de financiële gevolgen van de vervanging van de Cutters toe te lichten. Indien de commissie eerder informatie wil over het vervangingsplan dan moet zij de Minister daar na oktober 2013 over informeren.
AO Kustwacht Caribisch gebied, 14 mei 2013, 33 400-X, nr. 86
In behandeling
De Kamer wordt na het zomerreces geinformeerd over de stand van zaken Turkse dienstplicht.
AO Personeel, 13 juni 2013, 33 400-X, nr. 94
Afgedaan, Brief Capaciteit van het Korps Commandotroepen, de Turkse dienstplicht en de reorganisatie van de DGO, 21 februari 2014, 33 750-X, nr. 40
De Minister informeert de Kamer over de BTW-compensatie zodra hier meer informatie over bekend is.
AO Personeel, 13 juni 2013, 33 400-X, nr. 94
In behandeling
In lijn met de toezeggingen in het algemeen overleg Speer op 2 april 2013 blijft de Kamer goed geïnformeerd over het project Speer en de uitrol in de komende jaren. De Minister zegt toe alsnog de halfjaarlijkse rapportages te handhaven.
WGO Jaarverslag en Slotwet, 19 juni 2013, 33 605-X, nr. 10
Afgedaan, Brief Aanbieding voortgangsrapportage basisimplementatie en vervolgstappen ERP, 5 maart 2015, 31 460, nr. 53 en Brief Voortgangsrapportage basisimplementatie ERP, 16 oktober 2014, 31 460, nr. 49
De Minister stuurt het onderzoek over zelfdoding, met de correctie van het CBS, aan de Kamer wanneer deze af is (termijn nog niet bekend).
Notaoverleg Veteranen, 24 juni 2013, 30 139, nr. 118
In behandeling, Brief Aanvulling Veteranennota 2012-2013, 30 september 2013, 30 139, nr. 122 en Veteranennota 2015, 28 mei 2015, 30 139, nr. 148
De Minister informeert de Kamer, als verkennende gesprekken met Frankrijk over militaire samenwerking tot concrete resultaten of een Declaration of Intent leiden.
AO Internationale militaire samenwerking, 3 juli 2013, 33 279, nr. 8
Afgedaan, Brief Stand van zaken internationale militaire samenwerking, 13 februari 2014, 33 279, nr. 10
De Minister zegt toe om contact op te nemen met haar Franse collega om de mogelijkheden tot samenwerking te bespreken en informeert de Kamer over de uitkomsten
AO Vessel Protection Detachments, 4 juli 2013, 32 706, nr. 56
Afgedaan, Brief Stand van zaken internationale militaire samenwerking, 13 februari 2014, 33 279, nr. 10
De Kamer zal nadere cijfers ontvangen over de rol van de Nederlandse industrie in het F-35 project wordt dit jaar ingevuld, zo spoedig mogelijk na het besluit van de Kamer.
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33
Afgedaan, 30 maart 2015, 26 488, nr. 383
De Kamer ontvangt de nieuwe berekeningen voor geluidsoverlast van de F-35 na doorberekening van cijfers van de VS die in het voorjaar van 2014 beschikbaar komen.
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33
Afgedaan, 22 december 2014, 26 488, nr. 369, Bijlage De toekomstige geluidsbelasting van de F-35 en Bijlage TNO-rapport «Akoestisch onderzoek grondgebonden geluid F-35A in het kader van de Wet milieubeheer vliegbases Volkel en Leeuwarden
De Kamer ontvangt een brief over de uitkomsten van het onderzoek naar mogelijkheden van frequent en/of permanent meten en bereke-nen van geluidsoverlast, mede in relatie tot de huidige wetgeving.
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33
Afgedaan, 22 december 2014, 26 488, nr. 369, Bijlage De toekomstige geluidsbelasting van de F-35 en Bijlage TNO-rapport «Akoestisch onderzoek grondgebonden geluid F-35A in het kader van de Wet milieubeheer vliegbases Volkel en Leeuwarden
De Minister start op korte termijn het traject van interdepartementale herijking van het convenant Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK), samen met haar collega's van BZK en van VenJ.
Behandeling Begroting Defensie, 14 november 2013
Afgedaan, 2 juni 2015, 34 000-X, nr. 99 en 8 juni 2015, 34 000-X, nr. 101
De Kamer ontvangt in de loop van 2014 nieuwe cijfers, na die van McKinsey uit het voorjaar van 2010, over de verhouding tussen het personeel dat operationeel kan worden ingezet en de staf die dat mede mogelijk maakt, mede in internationale context.
Behandeling Begroting Defensie, 14 november 2013
Afgedaan, Brief Actualisatie internationale vergelijking tooth-to-tail, 22 mei 2015, 33 763, nr. 75
De Kamer ontvangt voor de behandeling van de begroting voor 2016 het evaluatierapport over Life Cycle Costs bij defensiematerieel.
Behandeling Begroting Defensie, 14 november 2013
In behandeling
Vanaf begin 2014 ontvangt de Kamer aan het begin van ieder jaar een overzicht van de status van defensiesamenwerking met de partnerlanden.
Behandeling Begroting Defensie, 14 november 2013
Afgedaan, 28 maart 2014, 33 750-X, nr. 48 en 33 279, nr. 12
De Kamer blijft ieder jaar en rapportage ontvangen over de herbeleggingen vastgoed Defensie, al is het nu dus geen plan meer, maar uitvoering.
AO Vastgoed, 12 december 2013, 33 763, nr. 35
Afgedaan, Brief Overzicht periodieke rapportages en verslagen Defensie, 2 april 2015, 33 763, nr. 72 en Brief Voortgangsrapportage vastgoed Defensie, 12 juni 2015, 33 763, nr. 79
In de eerstvolgende rapportage over vastgoed Defensie komt de Minister terug op de geleerde lessen naar aanleiding van «Verkocht wegens vrede». Daarnaast komt ze in deze rapportage terug op de door het lid Günal-Gezer aangekaarte punten punten van informatievoorziening en op de gevolgen van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de Minister van Defensie en de Minister voor Wonen en Rijksdienst.
AO Vastgoed, 12 december 2013, 33 763, nr. 35
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage vastgoed Defensie, 26 augustus 2014, 33 763, nr. 53
De Minister informeert de Kamer zodra meer bekend is over de compensatie bij nog te verdelen werkpakketten en onderhoud voor de NH-90 helikopter.
AO Materieel, 17 december 2013, 27 830, nr. 124
Afgedaan, Brief Veertiende jaarrapportage van het helikoptertraject NH-90, 27 oktober 2014, 25 928, nr. 68
De Minister zal het fenomeen van de bijzonder vertegenwoordiger van de NH-90 bespreken met de Minister van Economische Zaken en de Kamer over de uitkomst van dit overleg informeren.
AO Materieel, 17 december 2013, 27 830, nr. 124
Afgedaan, AO Defensie Industrie Strategie, 11 juni 2014, 31 125, nr. 37
De Minister zal de Kamer informeren over de business case voor wat betreft het uitbesteden van de Search and Rescue-taken van de NH-90.
AO Materieel, 17 december 2013, 27 830, nr. 124
Afgedaan, Handelingen TK 2013-2014, aanhangstel 2393 van 1 juli 2014
De Minister zal de Europese dimensie meenemen in het DMP.
AO Materieel, 17 december 2013, 27 830, nr. 124
Afgedaan, Brief Stand van zaken DMP, 16 februari 2014, 27 830, nr. 147
In het voorjaar van 2014 ontvangt de Kamer een nader beleidsdocument over het reservistenbeleid 2020, zoals ook in de laatste brief al toegezegd.
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38
Afgedaan, Brief Reservistennota 2014, 24 oktober 2014, 34 000-X, nr. 34
De Minister komt terug op de vragen van het lid Eijsink over de re-integratie van langdurig zieken in relatie tot het Dienstencentrum re-integratie
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38
In behandeling
De Kamer ontvangt in het derde kwartaal van 2014 een evaluatie van de specifieke afspraken over uitzendbescherming bij de Patriotmissie, zoals eerder al toegezegd.
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38
Afgedaan, Brief Uitzendbescherming Patriot-missie Turkije, 30 oktober 2014, 32 623, nr. 141
De Kamer ontvangt eind 2014 een nadere brief over de uitkomsten van het lopende onderzoek naar homo's, lesbiennes, bi- en transgenders.
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38
In behandeling, 27 juni 2014, 33 763, nr. 49
De Kamer ontvangt, zodra dit bekend is, een nader inzicht over de invulling van het Budget Internationale Veiligheid, waarbij de inzet is dat ook de kosten van de zorg voor veteranen hieruit bekostigd worden.
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38
Afgedaan, Brief Geïntegreerde benadering en aanwending Budget Internationale Veiligheid, 17 november 2014, 33 694, nr. 7
De Minister zegt toe de Kamer bij brief meer duidelijkheid te verschaffen over de LCC-systematiek, voor zover de vertrouwelijkheid zich daartegen niet verzet.
AO Drones/UAV's, 5 februari 2014, 30 806, nr. 22
In behandeling
De Minister van Defensie is bereid deel te nemen aan een informele bijeenkomst met de commissie over de gang van zaken bij internationale gremia als de Europese Defensieraad
AO Navo Defensie Ministeriële, 18 februari 2014, 28 676, nr. 200
Afgedaan, voorafgaand aan AO RBZ, 9 april 2014
De Minister zegt toe om in de Veteranennota van 2015 duidelijkheid te verschaffen over de organisatie en de financiering van de nuldelijnsondersteuning van veteranen
AO Veteranen, 6 maart 2014, 30 139, nr. 139
Afgedaan, Brief Financiering nuldelijnsondersteuning veteranen, 30 januari 2015, 30 139, nr. 144
De Minister zegt toe de resultaten van de gateway review, over het al dan niet doorgaan van één of twee kavels, eind mei 2014 of begin juni 2014, bij brief aan de Kamer te doen toekomen. Daarbij gaat de Minister tevens in op de risico's die gepaard gaan met een twee-kavels aanpak, de ervaringen in Duitsland en de ervaringen die eerder in de geschiedenis zijn opgedaan.
AO Sourcing, 26 maart 2014, 31 125, nr. 27
Afgedaan, Brief Uitkomsten van de Gateway Reviewen gevolgen voor sourcing IV-ICT, 1 juli 2014, 31 125, nr. 35
De Minister zegt toe de Kamer met een aparte brief bij de begrotingsstukken vóór Prinsjesdag 2014 te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de taakstelling van € 48 miljoen.
AO Sourcing, 26 maart 2014, 31 125, nr. 27
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage maatregelen beleidsbrief 2011 en nota In het belang van Nederland, 14 oktober 2014, 33 763, nr. 58
De Minister zegt toe de Kamer in oktober 2014 te rapporteren over de zeven prioritaire projecten.
AO Sourcing, 26 maart 2014, 31 125, nr. 27
Afgedaan, Brief Voortgang prioritaire projecten, 26 november 2014, 31 125, nr. 44
De Minister zegt toe om de Kamer vóór het WGO Personeel naar aanleiding van de begrotingsstukken 2014 per brief te informeren over de resultaten van het, in het kader van het sourcingproject lopende, onderzoek in het P&O-domein.
AO Sourcing, 26 maart 2014, 31 125, nr. 27
Afgedaan, Brief Voortgang prioritaire projecten, 26 november 2014, 31 125, nr. 44
De Kamer ontvang in januari 2015 de geactualiseerde cyberstrategie en neemt daarin diverse punten mee, inclusief de dilemma's uit het artikel in Vrij Nederland van 25 maart 2014 «Het Nederlandse Cyberleger».
AO Digitale oorlogvoering, 26 maart 2014, 33 321, nr. 4
Agedaan, Brief Actualisering Defensie Cyber Strategie, 23 februari 2015, 33 321, nr. 5
De Kamer ontvangt in juni 2014 de reservistennota, inclusief passages over cyberreservisten.
AO Digitale oorlogvoering, 26 maart 2014, 33 321, nr. 4
Afgedaan, Reservistennota 2014, 24 oktober 2014, 34 000-X, nr. 34
De Minister van Defensie zal de Kamer de Nederlandse appreciatie en prioritering van de 22 Europese Raadsconclusies over het GVDB toezenden alsook, na ommekomst, het Europese voorstel tot herziening van het financiële mechanisme en de kabinetsappreciatie ervan. De appreciatie van de Europese Raadsconclusies zal in de geannoteerde agenda van elke EU-Defensieraad bij wijze van werkdocument worden geactualiseerd.
AO Defensieraad, 9 april 2014, 21 501-28, nr. 113
Afgedaan, Brief Voortgang uitvoering opdrachten n.a.v. het debat over veiligheid en defensie in de Europese Raad, 26 augustus 2014, 21 501-28, nr. 115
De Minister van Defensie informeert de Kamer in de tweede helft van 2014 over het plan met doorontwikkelingsbehoeften van ERP
AO SPEER/ERP, 10 april 2014, 31 460, nr. 48
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage basisimplementatie en vervolgstappen ERP, 5 maart 2015, 31 460, nr. 53
In de volgende voortgangsrapportage wordt de Kamer geïnformeerd over de kosten van de vertraging van de migratie van de F-16 naar ERP, Enterprise Resource Planning. Daarbij wordt ook ingegaan op de aspecten fasering, planning, budget, functionaliteit en interne personeelskosten.
AO SPEER/ERP, 10 april 2014, 31 460, nr. 48
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage basisimplementatie ERP, 16 oktober 2014, 31 460, nr. 49
De Kamer blijft ieder half jaar een rapportage vastgoed Defensie ontvangen en de Kamer wordt daarnaast, zoals gebruikelijk geïnformeerd over grotere tussentijdse wijzigingen in projecten e.d.
AO Vastgoed, 22 april 2014, 33 763, nr. 47
Agedaan, Brief Voortgangsrapportage Vastgoed Defensie, 12 juni 2015, 33 763, nr. 79 en Brief Overzicht periodieke rapportages en verslagen Defensie, 2 april 2015, 33 763, nr. 72
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer zo gestructureerd als mogelijk te informeren over de uitkomsten van de gateway review.
AO Sourcing, 15 mei 2014, 31 125, nr. 36
Afgedaan, Brief Uitkomsten van de Gateway Reviewen gevolgen voor sourcing IV-ICT, 1 juli 2014, 31 125, nr. 35
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportage te informeren over de uitkomsten van de onderhandelingen over de kosten van helikopterinzet
AO MINUSMA, 21 mei 2014, 29 521, nr. 251
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage MINUSMA incl. algemene ontwikkelingen in Mali, 13 oktober 2014, 29 521, nr. 268
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportage te informeren over de rechspositionele regeling van tolken, met name inzake verzekeringen.
AO MINUSMA, 21 mei 2014, 29 521, nr. 251
Afgedaan, Brief Uitkomsten gesprekken met Afghaanse tolken en regelingen voor tolken Mali, 20 juni 2014, 29 521, nr. 249
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportage te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de vier getrainde bataljons van de Malinese strijdkrachten.
AO MINUSMA, 21 mei 2014, 29 521, nr. 251
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage MINUSMA incl. algemene ontwikkelingen in Mali, 13 oktober 2014, 29 521, nr. 268
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportage te informeren over de gehele aanschaf en toepassing van gevechtskleding.
AO MINUSMA, 21 mei 2014, 29 521, nr. 251
Afgedaan, Brief Aanbieding tussentijdse evaluatie Nederlandse bijdrage MINUSMA, 7 mei 2015, 29 521, nr. 292
De Minister van Defensie zegt toe contact op te nemen met de speciale VN-vertegenwoordiger Koenders om aan te dringen op spoedige ontplooiing van MINUSMA in Noord-Mali en zij zal de Kamer daarover informeren in de volgende voortgangsrapportage.
AO MINUSMA, 21 mei 2014, 29 521, nr. 251
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage MINUSMA incl. algemene ontwikkelingen in Mali, 13 oktober 2014, 29 521, nr. 268
De Kamer ontvangt na de afhandeling van het lopende geschil meer informatie over de stand van zaken van de voorgenomen verhuizing van DMO naar de Kromhoutkazerne.
AO Personeel, 27 mei 2014, 33 750-X, nr. 69
Afgedaan, Brief Uitkomst van de geschillenprocedure met de medezeggenschapscommissie DMO, 25 augustus 2014, 32 678, nr. 28
De Kamer ontvangt in de volgende rapportage nadere informatie over de stand van zaken van integriteit, onder ander naar aanleiding van de recente risico-analyse NLDA.
AO Personeel, 27 mei 2014, 33 750-X, nr. 69
Afgedaan, Brief Personeelsrapportage over de eerste helft van 2014, 24 oktober 2014, 34 000-X, nr. 14
De Kamer ontvangt vanaf de volgende rapportage een gewijzigde opzet van de rapportage.
AO Personeel, 27 mei 2014, 33 750-X, nr. 69
Afgedaan, Brief Personeelsrapportage over de eerste helft van 2014, 24 oktober 2014, 34 000-X, nr. 14
De Kamer wordt bij toekomstige missies/operaties voortaan geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de betreffende missie voor de personeelscapaciteit bij de (ondersteunende) onderdelen van de krijgsmacht.
AO Personeel, 27 mei 2014, 33 750-X, nr. 69
Afgedaan, Artikel 100-brief over een Nederlandse bijdrage aan Navo-missie Resolute Support, 1 september 2014, 29 521, nr. 254, Brief Nieuw antwoord over personele consequenties van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support, 12 november 2014, 29 521, nr. 66 en Artikel 100-brief Verlenging Nederlandse bijdrage MINUSMA, 23 juni 2015, 29 521, nr. 293
De Kamer wordt later dit jaar nader geïnformeerd over de afhandeling van het incident dat het overlijden van sergeant van Geffen tot gevolg had.
AO Personeel, 27 mei 2014, 33 750-X, nr. 69
Afgedaan, Brief Mededeling inzake een vertrouwelijke brief over afspraken met de familie van een overleden militair, 27 november 2014, 34 000-X, nr. 59
In het najaar van 2014 komt de Minister terug op de samenstelling van medezeggenschapsraden en specifiek het aandeel officieren daarin.
AO Personeel, 27 mei 2014, 33 750-X, nr. 69
Afgedaan, Brief Personeelsrapportage over de eerste helft van 2014, 24 oktober 2014, 34 000-X, nr. 14
De Kamer ontvangt nog steeds voor het zomerreces 2014 de reservistennota en daarin zal de Minister terug komen op de in het algemeen overleg gestelde vragen, waaronder over de inzet van reservisten in Mali.
AO Personeel, 27 mei 2014, 33 750-X, nr. 69
Afgedaan, Brief Reservistennota 2014, 24 oktober 2014, 34 000-X, nr. 34
De Kamer ontvangt tijdig, zodra mogelijk, informatie over de Nederlandse inzet bij de Navo-top in Wales.
AO Navo Defensie Ministeriële, 27 mei 2014, 28 676, nr. 207
Afgedaan, Brief Aanbieding van de agenda en van de Nederlandse inzet voor de Navo-top in Wales, 29 augustus 2014, 28 676, nr. 213
De Kamer ontvangt een brief over de financiering van de Navo-taken nu en in het nabije verleden.
AO Navo Defensie Ministeriële, 27 mei 2014, 28 676, nr. 207
Afgedaan, Brief Financiering inzet van militaire middelen i.h.k.v. reguliere Navo-taken, 27 oktober 2014, 28 676, nr. 212
De Kamer ontvangt, zodra beschikbaar, meer informatie over het Duitse initiatief Framework Nations Concepts om te komen tot een gezamenlijke effectieve en doelmatige ontwikkeling van capaciteiten.
AO Navo Defensie Ministeriële, 27 mei 2014, 28 676, nr. 207
Afgedaan, Brief Aanbieding van de agenda en van de Nederlandse inzet voor de Navo-top in Wales, 29 augustus 2014, 28 676, nr. 213
De Minister zegt toe de Kamer te informeren over grote tegenvallers, buiten de reguliere informatie-afspraken (dat will zeggen bovenop de informatievoorziening zoals afgesproken na het combineren van de B, C en D-fase).
AO Materieel, 5 juni 2014, 27 830, nr. 133
Afgedaan, Materieelprojectenoverzicht, 17 september 2014, 27 830, nr. 134 en Brief Herijking project Chinook vervanging en modernisering, 17 september 2014, 27 830, nr. 135
De Minister zegt toe om in de aanloop naar de komende begroting in beeld te brengen c.q. te onderzoeken hoe het staat met de doorlooptijden van CODEMO-aanvragen.
AO Defensie Industrie Strategie en compensatiebeleid, 11 juni 2014, 31 125, nr. 37
Afgedaan in deze begroting
De Minister van Defensie verschaft in de volgende veteranennota nadere informatie over het collegiaal netwerk.
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Veteranennota 2015, 28 mei 2015, 30 139, nr. 148
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer, naar aanleiding van de diversiteitsbrief, nader te informeren over het thema «vrouwen in de krijgsmacht».
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Brief Personeelsrapportage over 2014, 2 juni 2015, 34 000-X, nr. 100
De Minister van Defensie zal in de volgende veteranennota inzicht geven in de positie van vrouwen met betrekking tot hun zorgvraag.
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Brief Personeelsrapportage over 2014, 2 juni 2015, 34 000-X, nr. 100
De Minister van Defensie zal in de volgende veteranennota rapporteren over de participatiegraad van scholen in het Scholenproject veteranen.
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Veteranennota 2015, 28 mei 2015, 30 139, nr. 148
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in januari 2015 te informeren over de stand van zaken met betrekking tot het Veteranenfonds.
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Brief Stand van zaken m.b.t. de financiering van de nuldelijnsondersteuning voor veteranen, 16 april 2015, 30 139, nr. 145
De Minister van Defensie zegt toe de regeling en stand van zaken van de nazorg aan reservisten op te nemen in de volgende reservistennota en veteranennota.
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Reservistennota 2014, 24 oktober 2014, 34 000-X, nr. 34
De Minister van Defensie informeert de Kamer uiterlijk in september 2014 over de procedure met betrekking tot de aanvraag en afwijzing van het Militair Invaliditeitspensioen.
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Brief Procedure voor het aanvragen van het militair invaliditeitspensioen, 26 augustus 2014, 30 139, nr. 138
De Minister van Defensie stelt een stand van zaken op inzake de nazorglijsten en informeert de Kamer daarover in de volgende Veteranennota.
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Veteranennota 2015, 28 mei 2015, 30 139, nr. 148
De Minister van Defensie zal onderzoek doen naar het bericht dat veteranen voor hun kansen op de arbeidsmarkt uitzendingen van hun curriculum vitae moeten schrappen, omdat werkgevers het idee hebben dat militairen beschadigd van uitzendingen terugkomen. De Minister informeert de Kamer in januari 2015 over de uitkomsten hiervan.
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Brief Informatie over een Facebook-bericht over een UWV-advies aan veteranen, 2 september 2014, 30 139, nr. 139
De Minister van Defensie zal vóór 1 januari 2015 afspraken maken met de Minister van VWS en de zorgverzekeraars over verzekeringen van veteranen en zij zal de Kamer informeren over de inhoud van die afspraken.
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Brief financiering van de gespecialiseerde GGZ voor veteranen, 19 december 2014, 20 139, nr. 141
De Minister van Defensie zal de Kamer op de hoogte stellen van het vervolg van de herdenkingen in Wageningen
Notaoverleg Veteranen, 23 juni 2014, 30 139, nr. 137
Afgedaan, Brief Ondersteuning van Defensie aan herdenkingen Wageningen, 26 november 2014, 30 139, nr. 140
De Minister informeert de Kamer per brief over het besluit tot tijdelijke stillegging van het gezondheidscentrum in Ermelo.
AO Jaarverslag IMG, 24 juni 2014, 34 000-X, nr. 9
Afgedaan, Brief Gedeeltelijke sluiting van het eerstelijns gezondheidscentrum Ermelo, 26 augustus 2014, 33 750-X, nr. 72
Voor de behandeling van de begroting voor het jaar 2015 doet de Minister verslag van de uitgevoerde analyse van de problemen bij de re-integratiebegeleiding.
AO Jaarverslag IMG, 24 juni 2014, 34 000-X, nr. 9
In behandeling
De weergave van de personeelscijfers in het jaarverslag zullen meer in lijn worden gebracht met de verantwoording in plaats van (alleen) in de personeelsrapportage.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2013, 24 juni 2014, 33 930-X, nr. 6
In behandeling
De Kamer ontvangt eind 2014 een brief over het resultaat van de vervolgacties van de review van het vastgoed Defensie.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2013, 24 juni 2014, 33 930-X, nr. 6
Afgedaan, Brief Strategisch Vastgoedbeleid, 26 mei 2015, 33 763, nr. 77
De Minister zegt toe in het volgende jaarverslag in te gaan op de opties voor de inzet van drones.
AO Kustwacht Caribisch gebied, 26 juni 2014, 33 750-X, nr. 70
Afgedaan, Jaarverslag 2014 Kustwacht Caribisch gebied, 20 mei 2015, 34 000-X, nr. 91
De Minister zal bij het Joint Program Office F-35 insisteren op zo spoedig mogelijke openbaarmaking van het SAR-rapport.
AO Informatievoorziening project Vervanging F-16, 1 juli 2014, 26 488, nr. 355
Afgedaan, Brief Aanbieding F-35 Selected Acquisition Report 2013, 13 augustus 2014, 26 488, nr. 354
De Minister informeert de Kamer zodra het mogelijk is een F-35 naar Nederland te halen.
AO Informatievoorziening project Vervanging F-16, 1 juli 2014, 26 488, nr. 355
Afgedaan, Brief Lijst van vragen en antwoorden over D-brief vervanging F-16, 18 februari 2015, 26 488, nr. 372
De Minister neemt de ontwikkelingen met betrekking tot de nucleaire taak van de F-35 op in de tweede voortgangsrapportage.
AO Informatievoorziening project Vervanging F-16, 1 juli 2014, 26 488, nr. 355
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage van het project vervanging F-16 over 2013, 17 september 2014, 26 488, nr. 358
De Minister zegt toe dat de uitgangspuntennotitie van 4 april 2014 de leidraad vormt voor de informatieverschaffing aan de Kamer over het groot project vervanging F-16.
AO Informatievoorziening project Vervanging F-16, 1 juli 2014, 26 488, nr. 355
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage van het project vervanging F-16 over 2013, 17 september 2014, 26 488, nr. 358
De Minister onderzoekt of een nader antwoord over de consequenties van de IV/ICT-problematiek voor VOSS aangewezen is.
AO IV/ICT, 2 juli 2014, 31 125, nr. 38
Afgedaan, Brief Relatie tussen IV-ICT problematiek en VOSS, 21 augustus 2014, 31 125, nr. 39
De Minister zendt een voortgangsrapportage over wat in gang is gezet met betrekking tot het oplossen van de IV/ICT-problematiek en zij zal de Kamer tevens informeren over de financiële consequenties van deze operatie.
AO IV/ICT, 2 juli 2014, 31 125, nr. 38
Afgedaan, Brief Plan van aanpak maatregelen IV-ICT, 16 september 2014, 31 125, nr. 41
De Minister zal onderzoeken welke delen van het Forrester-rapport openbaar gemaakt kunnen worden en zij zal de Kamer daarover zo spoedig mogelijk informeren.
AO IV/ICT, 2 juli 2014, 31 125, nr. 38
Afgedaan, Brief Forrester-rapport over de staan van IV-ICT, 16 september 2014, 31 125, nr. 40
De Minister informeert de Kamer per brief over de invulling van de HALT-afdoening.
AO MIVD, 2 juli 2014, 29 924, nr. 115
Afgedaan, Brief Rol van Halt-afdoeningen bij GvB, 10 maart 2015, 29 924, nr. 119
De Minister informeert de Kamer voor de komende begrotingsbehandeling over de invulling van het beleid met betrekking tot maatwerk.
AO MIVD, 2 juli 2014, 29 924, nr. 115
Afgedaan, Brief Maatwerk bij intrekking VGB vanwege onvoldoende beschikbaarheid informatie van de partner, 13 februari 2015, 34 000-X, nr. 66
De Kamer ontvangt nadere informatie over de inspanningen van Defensie om de capaciteit van de Defensie Materieel Organisatie op orde te houden.
AO Helikopters, 2 juli 2014, 25 928, nr. 67
In behandeling
De Kamer ontvangt een brief, waarin inzicht wordt gegeven in de financiering van de SAR-taken van Defensie en waarin tevens een relatie wordt gelegd met de helikoptercapaciteit.
AO Helikopters, 2 juli 2014, 25 928, nr. 67
Afgedaan, Brief Financiering civiele SAR-taken Defensie t.b.v. de kustwacht, 11 december 2014, 30 490, nr. 24
De Kamer ontvangt in de volgende rapportage nadere informatie over de zogenaamde roadmap van de fabrikant over de oplossing van de problematiek.
AO Helikopters, 2 juli 2014, 25 928, nr. 67
Afgedaan, Brief Aanbieding veertiende jaarrapportage van het helikopterproject NH-90, 27 oktober 2014, 25 928, nr. 68
De Kamer ontvangt met de volgende rapportage ook een overzicht van alle extra kosten en de afhandeling daarvan. Tevens zal dit worden verwerkt in de volgende begroting.
AO Helikopters, 2 juli 2014, 25 928, nr. 67
Afgedaan, Brief Aanbieding veertiende jaarrapportage van het helikopterproject NH-90, 27 oktober 2014, 25 928, nr. 68
De Kamer ontvangt nadere informatie over de afspraken met de fabrikant over de afhandeling van de problematiek en de kosten zodra deze beschikbaar is.
AO Helikopters, 2 juli 2014, 25 928, nr. 67
Afgedaan, Brief Hervatting afname NH-90 helikopters, 25 928, nr. 69
De Kamer wordt geïnformeerd over de medische capaciteiten.
AO Stand van zaken ramp MH17, 29 juli 2014, 33 997, nr. 18
Afgedaan, Brief Stand van zaken vliegramp MH17, 1 augustus 2014, 33 997, nr. 7
De Minister zal de regeringen van de EU-lidstaten en de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger verzoeken om de nationale besluitvormingsprocedures bij militaire uitzendingen in kaart te brengen. Zij zal de Kamer informeren over de uitkomst van deze evaluatie.
AO EU informele Defensieraad, 3 september 2014, 21 501-28, nr. 118
Afgedaan, Brief Geannoteerde agenda RBZ met Ministers van Defensie, 5 november 2014, 21 501-28, nr. 119
De Minister zal het wijzigingsvoorstel voor het Policy Framework voor defensiesamenwerking en cyber defence zo spoedig mogelijk, voorafgaand aan het AO over de Defensieraad op 13 november, met de Kamer delen, mits dit door de Raad van de Europese Unie wordt toegestaan.
AO EU informele Defensieraad, 3 september 2014, 21 501-28, nr. 118
Afgedaan, Brief Geannoteerde agenda RBZ met Ministers van Defensie, 5 november 2014, 21 501-28, nr. 119
Ten aanzien van de dual-usetechnologie en -capaciteit in het kader van het Gemeenschappelijk Defensie- en Buitenlandbeleid (GDBB) en in relatie tot Horizon 2020 zal de Minister de Kamer voor het AO over de Defensieraad in november informeren over de voortgang van de Nederlandse positie.
AO EU informele Defensieraad, 3 september 2014, 21 501-28, nr. 118
Afgedaan, Brief Geannoteerde agenda RBZ met Ministers van Defensie, 5 november 2014, 21 501-28, nr. 119
De Minister zal begin 2015 de eerste opzet met prioriteiten voor Defensie en behoeve van het Nederlandse EU-voorzitterschap aan de Kamer zenden.
AO EU informele Defensieraad, 3 september 2014, 21 501-28, nr. 118
Afgedaan, Brief Stand van zaken Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid en defensieprioriteiten EU-voorzitterschap, 26 april 2015, 21 501-28, nr. 125
De Minister zal in het kabinet de mogelijkheden bespreken om Nederlandse deelname aan Navo-toppen ook voor Kamerleden open te stellen ze op te nemen in de delegatie.
AO EU informele Defensieraad, 3 september 2014, 21 501-28, nr. 118
In behandeling
De Minister zal de Kamer informeren over de samenstelling en de procedure van de Ad-hoc Advisory Group. Zij spreekt tevens uit dat zij zich zal inzetten om Nederland daarin zitting te laten nemen.
AO EU informele Defensieraad, 3 september 2014, 21 501-28, nr. 118
Afgedaan, Brief Geannoteerde agenda informele bijeenkomst van Ministers van Defensie in Riga, 6 juni 2015, 21 501-28, nr. 122 en Brief Stand van zaken Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid en defensieprioriteiten EU-voorzitterschap, 26 april 2015, 21 501-28, nr. 125
De Kamer wordt geïnformeerd als een Nederlander in Irak wordt ingezet voor Forward Air Controlling.
AO ISIS, 2 oktober 2014, 27 925, nr. 523
In behandeling
De Kamer wordt in een brief nader geïnformeerd over de uitvoering van de trainingsmissie en over de medische voorzieningen. Voorts ontvangt de Kamer kwartaalrapportages over het verloop van de missie.
AO ISIS, 2 oktober 2014, 27 925, nr. 523
Afgedaan, Brief Nederlandse inzet in de strijd tegen ISIS, 15 december 2014, 27 925, nr. 526
De Kamer ontvangt uiterljk 7 november 2014 de brief van het kabinet naar aanleiding van de motie-Van der Staaij c.s. (34 000, nr. 23) ten behoeve van de plenaire begrotingsbehandeling op 12 en 13 november 2014.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Brief Uitvoering motie-Van der Staaij c.s. over het noodzakelijk ambitieniveau van onze krijgsmacht, 7 november 2014, 33 763, nr. 59
Na verzending aan de bonden ontvangt de Kamer een afschrift van de inzetbrief voor de cao-onderhandelingen met de bonden.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Brief Afschrift inzetbrief voor het komende arbeidsvoorwaardenoverleg Defensie, 5 november 2014, 34 000-X, nr. 35
De Kamer ontvangt in de eerste helft 2015 een brief over de toekomst van Paresto na het toetsmoment.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
In behandeling
De Kamer ontvangt te zijner tijd vertrouwelijke informatie over de definitieve afspraken met de familie van sergeant Van Geffen.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Brief Mededeling inzake een vertrouwelijke brief over afspraken met de familie van een overleden militair, 27 november 2014, 34 000-X, nr. 59
De Kamer ontvangt nog een nadere brief over de voortgang tijdelijke en definitieve oplossing voor Defensiemedewerkers van wie de VGB is ingetrokken.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Brief Maatwerk bij intrekking VGB vanwege onvoldoende beschikbaarheid informatie van de partner, 13 februari 2015, 34 000-X, nr. 66
Eind 2015 ontvangt de Kamer een brief over de resultaten van de pilots uit de Reservistennota, waarin ook wordt ingegaan op geleerde lessen en slimme doelen.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
In behandeling
Eind 2014 ontvangt de Kamer een nadere brief over pakketvergelijking en over de bijzondere positie van de militair.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Brief De bijzondere positie van de militair, 11 december 2014, 34 000-X, nr. 61
De Kamer ontvangt in de volgende personeelsrapportage nadere informatie over de resultaten van exit-gesprekken en daarbij specifiek inzicht in de redenen van het vertrek van personeel.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Brief Personeelsrapportage 2014, 2 juni 2015, 34 000-X, nr. 100
De Kamer ontvangt voor de plenaire begrotingsbehandeling een nieuw antwoord op de eerder gestelde schriftelijke vraag over Resolute Support, gericht op de nieuwe missie in Afghanistan.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Brief Nieuw antwoord over personele consequenties van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support, 12 november 2014, 29 521, nr. 266
De Kamer ontvangt medio 2015 een plan van aanpak over de verbetering van het re-integratieproces, met als doel dat dit vóór eind 2015 wordt uitgevoerd.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
In behandeling
De Kamer ontvangt voor het kerstreces van 2014 een brief over de erkenning van de UNIFIL-veteranen.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Brief Erkenning UNIFIL-veteranen, 16 december 2014, 29 521, nr. 275
De Kamer ontvangt in het voorjaar van 2015 een brief over de lessen die uit de ervaringen in Australië te leren zijn voor de inzet van de doorstroomorganisatie.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
In behandeling
De Kamer ontvangt in de volgende personeelsrapportages nadere informatie over de resultaten van de exitgesprekken en daarbij specifiek inzicht in de redenen van het vertrek van het personeel.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Brief Personeelsrapportage 2014, 2 juni 2015, 34 000-X, nr. 100
De Kamer ontvangt informatie, na overleg met het Veteranen Platform, over het element «actief dienenden in de volgende Veteranennota.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Veteranennota 2015, 28 mei 2015, 30 139, nr. 148
De Kamer ontvangt voor de plenaire begrotingsbehandeling een brief in reactie op de aangehouden motie-Hachchi (34 000-X, nr. 23).
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 42
Afgedaan, Brief Reactie op motie-Hachchi over het schrappen van de aanwijzing voor extern optreden, 11 november 2014, 34 000-X, nr. 56
In de volgende begrotingen wordt een toelichting op de berekening van de investeringsquote opgenomen.
WGO Materieel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 58
In behandeling
Het vraagstuk van de helikoptercapaciteit wordt betrokken bij de uitwerking van de motie-Van der Staaij.
WGO Materieel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 58
Afgedaan, brief Reactie motie-Van der Staaij c.s., 19 juni 2015, 33 763, nr. 81
De Minister zegt toe de Kamer zo spoedig mogelijk, in ieder geval bij de volgende rapportage, te informeren over de te verwachten kosten van de NH90 tot 2023.
WGO Materieel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 58
Afgedaan in deze begroting
De Minister zegt toe de Kamer bij brief te informeren over het cultuurtraject binnen de DMO-verbeteringsprocessen.
WGO Materieel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 58
In behandeling
De Kamer zal voor de begrotingsbehandeling worden geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de Defensiemusea, dat wil zeggen de traditiekamers van de verschillende wapens en het Nationaal Militair Museum in Soesterberg, mede in het licht van de private musea die nog in oprichting zijn, zoals het Vrijheidsmuseum Nijmegen, het Airbornemuseum en het Oorlogsmuseum. Dit is wel een heel mooie uitwerking door de griffier van de toezegging, waarbij hij ongetwijfeld enige medewerking heeft gehad.
WGO Materieel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 58
Afgedaan, Brief Stand van zaken defensiemusea, 12 november 2014, 33 864, nr. 5
De Minister zal in de volgende jaarrapportage, in mei 2015, nader ingaan op de CODEMO-uitsplitsing.
WGO Materieel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 58
Afgedaan in deze begroting
Indien de kabinetsreactie op het rapport van tijdelijke commissie ICT-projecten bij de overheid (Kamerstuk 33 326, nr. 5) daartoe aanleiding geeft, wordt de Kamer nader geïnformeerd over de specifieke gevolgen voor Defensie.
AO IV/ICT, 5 november 2014, 31 125, nr. 51
Afgedaan, Brief Defensiespecifieke aanvullingen op kabinetsreactie «Grip op ICT», 6 februari 2015, 33 326, nr. 14
De Minister informeert de Kamer over welke aanbevelingen uit het rapport «Assessment of the current state of the Ministry of Defence ICT/IV organisation, governance and supporting infrastructure» van de firma Forrester (Kamerstuk 31 125, nr. 34 en 40) in de Defensieorganisatie zijn belegd.
AO IV/ICT, 5 november 2014, 31 125, nr. 51
Afgedaan, Brief Maatregelen herinrichting IT-domein Defensie i.r.t. gateway review en het Forrester rapport, 19 december 2014, 31 125, nr. 52
De Kamer krijgt voor het eind van het jaar of begin 2015 informatie over de afspraken omtrent de tolken. Dit is een herhaling van de toezegging die de Minister eerder plenair heeft gedaan.
AO Nederlandse bijdrage aan NAVO-missie in Afghanistan, 11 november 2014, 29 521, nr. 280
In behandeling
In de volgende rapportage wordt informatie opgenomen over de insider threat, over de taken van adviseurs en komt een reactie op het rapport van Clingendael met betrekking tot battle capabilities.
AO Nederlandse bijdrage aan NAVO-missie in Afghanistan, 11 november 2014, 29 521, nr. 280
Afgedaan, brief Nederlandse bijdrage Resolutie Support Afghanistan, 19 juni 2015, 27 925, nr. 541 en brief Reactie op verzoek over de opmars van de Taliban, 26 juni 2015, 27 925, nr. 559
De Minister van Defensie zegt toe dat in de volgende voortgangsrapportage specifiek aandacht wordt besteed aan de gevolgen van de zware omstandigheden voor personeel en materieel.
AO MINUSMA, 11 november 2014, 29 521, nr. 274
Afgedaan, Brief Tussentijdse evaluatie Nederlandse bijdrage MINUSMA, 7 mei 2015, 29 521, nr. 292
De Minister stuurt een brief over de uitkomsten van het interne onderzoek naar de wijze waarop Defensie nu met gevaarlijke stoffen omgaat en naar de beschikbare capaciteit voor de uitvoering en handhaving van beschermingsmaatregelen, inclusief de rol van de IGK, IMG, HDBV en HDP.
Plenair debat Giftige stoffen bij Defensie, 11 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 22, item 26
In behandeling, Brief Stand van zaken chroomhoudende verf bij Defensie, 30 april 2015, 34 000-X, nr. 87
In de bespreking van de onderzoeksvragen met het RIVM neemt de Minister de vraag van Van Dijk mee of Defensie de verf heeft gebruikt terwijl men wist dat dat levensgevaarlijk was.
Plenair debat Giftige stoffen bij Defensie, 11 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 22, item 26
Afgedaan, besproken met RIVM
In bespreking van de onderzoeksvragen met het RIVM neemt de Minister de vraag van De Roon mee over de reikwijdte van het onderzoek naar erfelijkheid bij kinderen in verband met DNA.
Plenair debat Giftige stoffen bij Defensie, 11 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 22, item 26
Afgedaan, besproken met RIVM
In bespreking van de onderzoeksvragen met het RIVM neemt de Minister mee dat ook gekeken moet worden naar mensen die in opdracht van Defensie hebben gewerkt met Chroom-6.
Plenair debat Giftige stoffen bij Defensie, 11 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 22, item 26
Afgedaan, besproken met RIVM
De Minister stuurt een brief over het ontwerp en de opzet van de coulanceregeling.
Plenair debat Giftige stoffen bij Defensie, 11 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 22, item 26
Afgedaan, Brief Stand van zaken chroomhoudende verf, 2 maart 2015, 34 000-X, nr. 73
De Minister stuurt een brief over de verdere uitwerking van het onderzoeksproces.
Plenair debat Giftige stoffen bij Defensie, 11 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 22, item 26
Afgedaan, Brief Stand van zaken chroomhoudende verf, 2 maart 2015, 34 000-X, nr. 73
De Minister stuurt een brief over de resultaten van het aanvullende onderzoek van de GGD Zuid Limburg en andere GGD's.
Plenair debat Giftige stoffen bij Defensie, 11 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 22, item 26
In behandeling, Brief Tussentijdse uitkomsten GGD-onderzoeken naar chroom, 2 juni 2015, 34 000-X, nr. 95
De Minister stuurt een brief over de inhoud van het medisch onderzoek en de begeleiding door maatschappelijk werkers dat huidige- en oud-medewerkers wordt aangeboden.
Plenair debat Giftige stoffen bij Defensie, 11 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 22, item 26
Afgedaan, Brief Stand van zaken chroomhoudende verf bij Defensie, 30 april 2015, 34 000-X, nr. 87
In de eerstvolgende jaarrapportage over internationale militaire samenwerking gaat de Minister dieper in op het soevereiniteitsvraagstuk in relatie tot verdergaande internationale militaire samenwerking, de uitgangspunten en het onlangs aangepste toetsingskader voor de artikel-100 procedure.
Behandeling Begroting Defensie, 12-13 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 23, item 2 en nr. 24, item 17
In behandeling
De resultaten van het Zweedse onderzoek naar herinvoering van de dienstplicht worden t.z.t. naar de Kamer verzonden.
Behandeling Begroting Defensie, 12-13 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 23, item 2 en nr. 24, item 17
In behandeling
In de uitwerking van de miniverkenningen (motie-Van der Staaij) worden de meerjarenakkoorden als een apart hoofdstuk of een aparte paragraaf opgenomen. Het rapport van Clingendael wordt meegenomen. Er wordt ook gekeken naar landen als Denemarken en Zweden.
Behandeling Begroting Defensie, 12-13 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 23, item 2 en nr. 24, item 17
Afgedaan, brief Reactie motie-Van der Staaij c.s., 19 juni 2015, 33 763, nr. 81
De Minister stuurt een brief naar de Kamer voordat trainers afreizen. Het bericht over een spion bij de ambassade in Bagdad wordt hierin meegenomen.
Behandeling Begroting Defensie, 12-13 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 23, item 2 en nr. 24, item 17
Afgedaan, Brief Reactie over Nederlandse inzet in de strijd tegen ISIS, 15 december 2014, 27 925, nr. 526 en Kamervragen (aanhangsel) Antwoorden op vragen van het lid Van Bommel over het bericht dat een medewerkster van de Nederlandse ambassade in Bagdag gevoelige informatie zou hebben gelekt, 9 januari 2015, 2014-2015, 988
Zodra er meer bekend is over het tijdpad van de uitwerking van de veteranenwet wordt de Kamer geïnformeerd.
Behandeling Begroting Defensie, 12-13 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 23, item 2 en nr. 24, item 17
Afgedaan, Veteranennota 2015, 28 mei 2015, 30 139, nr. 148
Alle suggesties die op het punt van emancipatie en inclusiviteit zijn gemaakt over doorstroom naar hogere rangen en deelname aan de HDV worden meegenomen bij de verdere uitwerking van de agenda van de toekomst.
Behandeling Begroting Defensie, 12-13 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 23, item 2 en nr. 24, item 17
In behandeling
De Minister van Defensie zegt toe in een volgende evaluatie, waar relevant, ook de ervaringen met het gebruikte materieel op te nemen.
AO Tussentijdse evaluatie kleine operaties, 26 november 2014, 29 521, nr. 282
Afgedaan, Brief Evaluatie inzet Nederlandse militairen in 2014, 20 mei 2015, 29 521, nr. 291
De Minister van Buitenlandse Zaken zegt toe het onderwerp kleine operaties bij de uitwerking van de motie-Van der Staaij te zullen meenemen.
AO Tussentijdse evaluatie kleine operaties, 26 november 2014, 29 521, nr. 282
Afgedaan, brief Reactie motie-Van der Staaij c.s., 19 juni 2015, 33 763, nr. 81
De Minister van Defensie zal in de D-brief alsnog een toelichting geven op de systematiek van de prijsbijstelling.
AO Vervanging F-16, 11 december 2014, 26 488, nr. 371
Afgedaan, Brief D-brief vervanging F-16, 22 december 2014, 26 488, nr. 369
Indien er concrete ontwikkelingen zijn waarmee de huidige achterstand in het Nederlandse werkaandeel ingelopen wordt, zal dat gemeld worden in de volgende voortgangsrapportage.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
In behandeling
De Minister zal onderzoeken of de agreement letter aan de Kamer kan worden voorgelegd, al dan niet ter vertrouwelijke kennisneming.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
Afgedaan, Brief Vertrouwelijke aanbieding van de agreement letter over de aanpak van corrosie, 18 december 2014, 25 928, nr. 70
Indien het opzetten van een poule met andere landen, met name Duitsland, tot concrete afspraken leidt, zal dat in een volgende rapportage Internationale samenwerking worden opgenomen.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
In behandeling
De Minister zal de Kamer in het eerste kwartaal van 2015 informeren over de definitieve invulling van de SAR-taken, met name wat betreft het ziekenvervoer.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
In behandeling, Brief Definitieve invulling patiëntenvervoer Waddeneilanden, 21 mei 2015, 34 000-X, nr. 93, Brief Patiëntenvervoer Waddeneilanden, 11 juni 2015, 34 000-X, nr. 103 en Brief Stand van zaken patiëntenvervoer Waddeneilanden, 26 juni 2015, 34 000-X, nr. 104
De Minister zal de Kamer proactief informeren als zich grote problemen voordoen met de NH90 die niet in de reguliere voortgangsrapportage kunnen worden meegenomen.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
In behandeling
Ontwikkelingen met betrekking tot de Cougar zullen worden opgenomen in een separate paragraaf in de volgende rapportage over de NH90.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
In behandeling
Begin 2015 ontvangt de Kamer een beleidsstandpunt over de ruimte die er is nadat de grenzen in zicht zijn van de Vessel Protection Detachments, militair, tenzij.
AO Evaluatie piraterijbestrijding, 17 december 2014, 29 521, nr. 285
In behandeling
De Minister van Defensie bekijkt of en hoe ze de Kamer kan informeren over de resultaten van de bombardementen in Irak.
AO Nederlandse inzet in de strijd tegen ISIS, 14 januari 2015, 27 925, nr. 531
Afgedaan, Brief Stand van zaken trainingsmissie in Irak, 5 februari 2015, 27 925, nr. 528
De Kamer ontvangt bij aanvang van de training begin februari een brief over de opzet en de organisatie van de training in Irak en over de beoogde aantallen te trainen militairen. Zo mogelijk ontvangt de Kamer eveneens informatie over de inzet van MEDEVAC.
AO Nederlandse inzet in de strijd tegen ISIS, 14 januari 2015, 27 925, nr. 531
Afgedaan, Brief Stand van zaken trainingsmissie in Irak, 5 februari 2015, 27 925, nr. 528
In de volgende voortgangsrapportage wordt de Kamer geïnformeerd over de kosten van de vertraging van de migratie van de F-16 naar ERP, waarbij ook wordt ingegaan op het aspect van fasering.
AO ERP en sourcing, 14 januari 2015, 31 460, nr. 52
Afgedaan, Brief voortgangsrapportage basisimplementatie en vervolgstappen ERP, 5 maart 2015, 31 460, nr. 53
De Kamer wordt in februari 2015 geïnformeerd over de wijze waarop over de voortgang van de doorontwikkeling van ERP wordt gerapporteerd. Daarbij worden aspecten als planning, budget, functionaliteiten interne personeelskosten betrokken.
AO ERP en sourcing, 14 januari 2015, 31 460, nr. 52
Afgedaan, Brief voortgangsrapportage basisimplementatie en vervolgstappen ERP, 5 maart 2015, 31 460, nr. 53
De Kamer wordt na 3 februari 2015 geïnformeerd over de uitkomst van de onderhandelingen met de bonden over Paresto.
AO ERP en sourcing, 14 januari 2015, 31 460, nr. 52
Afgedaan, Brief Overleg met vakcentrales over uitbesteding van cateringdiensten, 2 maart 2015, 31 125, nr. 54
Herbevestiging van de toezegging d.d. 18/2/2014 om terug te komen op wat de ontwikkelingen rond de kosten Navo headquarters voor Nederland bedragen.
AO Navo Defensie Ministeriële, 29 januari 2015, 28 676, nr. 221
Afgedaan, Brief Verslag van de bijeenkomst van de Navo-Ministers van Defensie op 5 februari te Brussel
De Minister informeert de Kamer over afspraken met Duitsland en Noorwegen over de gezamenlijke inzet ten aanzien van de flitsmacht. Te ontvangen voor de zomer. De brief zal een vervolg krijgen in de IPC GBVB/GVDB onder het Nederlands voorzitterschap in 2016.
AO Navo Defensie Ministeriële, 29 januari 2015, 28 676, nr. 221
Afgedaan, Brief Geannoteerde agenda bijeenkomst Navo-Ministers van Defensie op 24 en 25 juni 2015 te Brussel, 12 juni 2015, 28 676, nr. 225
De Minister komt in de geannoteerde agenda van de volgende Navo Ministeriële zo uitgebreid mogelijk terug op de inzet voor de Political Guidance 2015.
AO Navo Defensie Ministeriële, 29 januari 2015, 28 676, nr. 221
Afgedaan, Brief Geannoteerde agenda bijeenkomst Navo-Ministers van Defensie op 24 en 25 juni 2015 te Brussel, 12 juni 2015, 28 676, nr. 225
Tussen nu en het MoU over de Joint Expeditionary Force zal de Minister het beeld over de invulling van deze samenwerking verder inkleuren. De Kamer ontvangt hierover informatie in een bijlage bij de brief ter voorbereiding van de NAVO-Ministeriële in juni 2015, en daarna opnieuw in de brief over de IMS in oktober 2015. Als de agenda’s van de Europese Raad in 2015 en de NAVO-Ministeriële te laat komen, komt er vooruitlopend op de geannoteerde agenda’s een aparte brief naar de Kamer. Daarmee is zeker gesteld dat de informatie waarom gevraagd is, zal worden ontvangen.
AO Europese en internationale defensiesamenwerking, 11 februari 2015, 33 279, nr. 4
In behandeling, Brief Geannoteerde agenda bijeenkomst Navo-Ministers van Defensie op 24 en 25 juni 2015 te Brussel, 12 juni 2015, 28 676, nr. 225
De Minister informeert de Kamer in de volgende geannoteerde agenda voor de EU-Defensieraad over munitiesamenwerking en over de Nederlandse inzet op de BTW-richtlijn i.s.m. haar colllega van Financiën.
AO Europese en internationale defensiesamenwerking, 11 februari 2015, 33 279, nr. 4
Afgedaan, Brief Stand van zaken Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid en defensieprioriteiten EU-voorzitterschap, 26 april 2015, 21 501-28, nr. 125
De Minister stuurt een brief met meer informatie over de inzet van mens en materieel vanuit de Defensieorganisatie ten behoeve van Frontex. Zij geeft daarbij aan hoe die zich verhoudt tot de inzet die is toegezegd door andere lidstaten
AO Europese en internationale defensiesamenwerking, 11 februari 2015, 33 279, nr. 4
Afgedaan, Brief inzake Nederlandse bijdrage Frontex operaties, 28 mei 2015, 32 317, nr. ER
De volgende brief over de IMS zal een verdiepingsbrief zijn, waarin onder andere wordt ingegaan op de vier prioritaire landen die door de Minister zijn genoemd, en op de criteria zoals gevraagd.
AO Europese en internationale defensiesamenwerking, 11 februari 2015, 33 279, nr. 4
In behandeling
De Minister stuurt het verslag van de informele Defensieraad voor vertrek naar de IPC in Riga van 4 tot 6 maart 2015 naar de Kamer. Daarin is ook uitgebreid aandacht voor de scenario's van de POLEX-oefening.
AO EU Defensieraad, 12 februari 2015, 21 501-28, nr. 124
Afgedaan, Brief Verslag informele bijeenkomst van EU-Ministers van Defensie op 18-19 februari 2015 in Riga, 2 maart 2015, 21 501-28, nr. 123
De Minister informeert de Kamer in een brief over het EU-voorzitterschap hoe parlementen betrokken kunnen worden bij POLEX tijdens het Nederlandse voorzitterschap. Dit vergt enig overleg met lead nation Duitsland.
AO EU Defensieraad, 12 februari 2015, 21 501-28, nr. 124
In behandeling
De Minister stuurt de voortgangsrapportage van de Hoge Vertegenwoordiger net als de vorige keer aan de Kamer (vertrouwelijk)
AO EU Defensieraad, 12 februari 2015, 21 501-28, nr. 124
Afgedaan, Brief Appreciatie Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid-voortgangsrapportages, 15 mei 2014, 21 501-28, nr. 126
De Kamer ontvangt zeer waarschijnlijk eind maart 2015 de strategische visie over het vastgoed van Defensie, inclusief het element «verdringing en verschuiving».
AO Vastgoed, 24 februari 2015, 33 763, nr. 76
Afgedaan, Brief Strategisch Vastgoedbeleid, 26 mei 2015, 33 763, nr. 77
In een aparte brief of anders in de volgende voortgangsrapportage in mei 2015 komt de Minister terug op het overleg met de medezeggenschap over de verhuizing van DMO naar de Kromhoutkazerne.
AO Vastgoed, 24 februari 2015, 33 763, nr. 76
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage vastgoed Defensie, 12 juni 2015, 33 763, nr. 79
In de volgende voortgangsrapportage in mei 2015 komt de Minister terug op de mogelijke betrokkenheid van het kabinet, via het Rijksvastgoedbedrijfs, bij het voormalig vastgoed van Defensie in Weert.
AO Vastgoed, 24 februari 2015, 33 763, nr. 76
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage vastgoed Defensie, 12 juni 2015, 33 763, nr. 79
De Kamer ontvangt de eerder toegezegde brief over sourcing IV/ICT in april 2015.
AO Vastgoed, 24 februari 2015, 33 763, nr. 76
Afgedaan, Brief Ontwerp IT-infrastructuur en herijking IT-sourcing, 2 juni 2015, 31 125, nr. 57
In de volgende voortgangsrapportage in mei 2015 komt de Minister terug op de veiligheidskleppen in contract voor de kazerne in Vlissingen en dan specifiek de mogelijkheid om een toetsmoment te koppelen aan de benchmark, die ieder jaar wordt uitgevoerd.
AO Vastgoed, 24 februari 2015, 33 763, nr. 76
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage vastgoed Defensie, 12 juni 2015, 33 763, nr. 79
De Kamer ontvangt een brief direct na ondertekening van het verdrag met België over de samenwerking van de luchtmacht op 4 maart 2015.
AO DMP-D vervanging F-16, 26 februari 2015,26 488, nr. 384
Afgedaan, Brief Verdrag BENELUX over luchtruimbewaking tegen civiele luchtvaartuigen, 26 februari 2015, 33 763, nr. 68
De Minister komt in de halfjaarlijkse rapportages over het project Vervanging F-16 terug op de oplossing bij toekomstige vredesverliezen.
AO DMP-D vervanging F-16, 26 februari 2015,26 488, nr. 384
Afgedaan, Brief Voortgangsrapportage project vervanging F-17, 30 maart 2015, 26 488, nr. 383
De Kamer wordt bij toekomstige aanschaf van meer F-35 toestellen opnieuw vooraf geïnformeerd, echter niet meer met een DMP-D brief.
AO DMP-D vervanging F-16, 26 februari 2015,26 488, nr. 384
In behandeling
De Kamer blijft het jaarlijkse rapport van de Amerikaanse Rekenkamer (GAO) toegezonden krijgen, inclusief een appreciatie van het kabinet.
AO DMP-D vervanging F-16, 26 februari 2015,26 488, nr. 384
In behandeling
De Minister zal in de volgende stand van zaken brief over chroomhoudende verf meedelen op welke locaties met die verf wordt gewerkt en of daar volgens de getroffen maatregelen wordt gewerkt. Tevens informeert de Minister de Kamer over de stand van zaken van het RIVM-onderzoek.
AO Personeel, 11 maart 2015, 34 000-X, nr. 85
Afgedaan, Brief Stand van zaken chroomhoudende verf bij Defensie, 30 april 2015, 34 000-X, nr. 87
De Minister zal een reactie geven op het artikel van de website van Brandpunt Reporter van 9 maart 2015, getiteld «Onduidelijkheid over asbestbesmetting onderzeeboten».
AO Personeel, 11 maart 2015, 34 000-X, nr. 85
Afgedaan, Brief Reactie op rapportage van Brandpunt Reporter van 4 januari 2015, 18 februari 2015, 25 834, nr. 92
De Minister zal de Kamer voor eind 2015 de Kamer informeren over de stand van zaken met betrekking tot de thuisfrontcheck, zo mogelijk nog voor de begrotingsbehandeling van 2016.
AO Personeel, 11 maart 2015, 34 000-X, nr. 85
In behandeling
De Minister zal de Kamer voor het wetgevingsoverleg Personeel een reactie toezenden op het boek «De Colombo-tragedie» (auteurs J.C. Bijkerk en J.F. van Wijnen).
AO Personeel, 11 maart 2015, 34 000-X, nr. 85
In behandeling
De Minister zendt de Kamer na de zomer de stand van zaken/resultaten van haar evaluatie van het rapport van de commissie-De Veer Georganiseerd Overleg van april 2013.
AO Personeel, 11 maart 2015, 34 000-X, nr. 85
In behandeling
De Kamer wordt geïnformeerd zodra er duidelijkheid bestaat over waar de main operating base wordt gevestigd in het kader van het MRTT.
AO Materieel Defensie, 26 maart 2015, 27 830, nr. 152
In behandeling
De Minister is bereid het gesprek aan te gaan over de mogelijkheden van een privaat investeringsfonds en zal de Kamer hierover informeren.
AO Materieel Defensie, 26 maart 2015, 27 830, nr. 152
In behandeling
De Kamer zal tijdig worden geïnformeerd over een voorgenomen verkoop van materieel in lijn met de motie-Van den Doel.
AO Materieel Defensie, 26 maart 2015, 27 830, nr. 152
In behandeling
De Minister informeert de Kamer over zowel de aanschafkosten als onderhoudskosten van onbemande vliegtuigen.
AO Materieel Defensie, 26 maart 2015, 27 830, nr. 152
In behandeling
De Minister zal de Kamer met een begeleidende brief bij het jaarverslag informeren over de exacte problemen met reserveonderdelen en de exacte kosten daarvan, gerelateerd aan de inzetbaarheid van materieel.
AO Materieel Defensie, 26 maart 2015, 27 830, nr. 152
Afgedaan, Brief Knelpunten in de materiële gereedheid, 22 mei 2015, 33 763, nr. 74 en Brief Gevolgen van de knelpunten in de materiële gereedheid voor personele inzet en gereedheid, 9 juni 2015, 33 763, nr. 78
De Kamer ontvangt de D-brief inzake VOSS voor het zomerreces van 2015.
AO Materieel Defensie, 26 maart 2015, 27 830, nr. 152
Afgedaan, Brief D-brief over het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS), 4 juni 2015, 34 000-X, nr. 98
In de volgende rapportage van de Defensie Cyber Strategie wordt de Kamer geïnformeerd over de ontwikkeling van capaciteiten in relatie tot zero-bases (kwetsbaarheden).
AO Defensie Cyber Strategie, 21 april 2015, 33 321, nr. 6
In behandeling
In de volgende rapportage van de Defensie Cyber Strategie wordt een uitwerking opgenomen van de scheiding tussen militaire en civiel-humanitaire doelen/netwerken.
AO Defensie Cyber Strategie, 21 april 2015, 33 321, nr. 6
In behandeling
De Minister stuurt de Kamer een reactie op het AIV-rapport van 30 april. De Minister zal laten weten hoeveel sneller dan de gebruikelijke drie maanden zij de reactie zal toesturen.
AO EU Defensieraad, 30 april 2015, 21 501-28, nr. 128
In behandeling
De Minister zal in de volgende brief een korte passage opnemen over het rapport van Clingendael.
AO EU Defensieraad, 30 april 2015, 21 501-28, nr. 128
Afgedaan, Brief Verslag Raad Buitenlandse Zaken met de Ministers van BZ en Defensie van 18 mei, 21 501-28, nr. 127
De Minister geeft in de bijlage bij de volgende brief een overzicht - een kaart van Europa werd het genoemd - met defensiesamenwerkingsver-banden tussen de lidstaten.
AO EU Defensieraad, 30 april 2015, 21 501-28, nr. 128
Afgedaan, Brief Verslag Raad Buitenlandse Zaken met de Ministers van BZ en Defensie van 18 mei, 21 501-28, nr. 127
In september volgt een update over de coulanceregeling.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling
De Minister stuurt indien mogelijk de uitkomsten van het vervolgonderzoek van de GGD Zuid-Limburg in september naar de Kamer, of in ieder geval wanneer dit gereed is.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling
De Minister deelt eind juni de overige vervolgonderzoeken van de GGD'en (locaties Vriezenveen, Ter Apel, Coevorden) met de Kamer (één op één).
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling
De Minister deelt de onderzoeksvragen en het plan van het RIVM met de Kamer, naar verwachting in september.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling
Inzake de verschillende onderzoeken naar het gebruik van chroomverf bij Defensie zal de Minister de Kamer in september informeren over (1) de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de aanbevelingen van het Coördinatiecentrum Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) en (2) de stand van zaken met betrekking tot de luchtmetingen door de GGD, waarbij ook de metingen in ter Apel worden meegenomen.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling
In kwartaalrapportages wordt de Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de onderwerpen op het gebied van chroom. Hierbij doet de Minister aan verwachtingenmanagement voor lopende onderzoeken en/of maatregelen.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling
De Minister zal de Kamer in september 2015 informeren over de stand van zaken met betrekking tot (de implementatie van) het communicatieplan van de paritaire commissie (commissie Vreeman).
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling
De Minister informeert de Kamer later dit jaar over de tekorten aan capaciteit op veiligheidsgebied, naar aanleiding van de evaluaties van de reorganisaties.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling
De Minister blijft de capaciteit van de DC BMW monitoren en komt hier later dit jaar op terug.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling
De uitkomst van het onderzoek van de vakbonden naar de super-RHIBS wordt opgenomen in het volgende jaarverslag.
AO Kustwacht Caribisch gebied, 11 juni 2015, 33 750-X, nr. 106
In behandeling
De Minister zal, in samenwerking met de verantwoordelijke partijen, meer inzicht verkrijgen in de exacte cijfers van (illegale) immigratie en het resultaat daarvan opnemen in de volgende jaarrapportage.
AO Kustwacht Caribisch gebied, 11 juni 2015, 33 750-X, nr. 106
In behandeling
De Minister geeft in het volgende jaarverslag de stand van zaken met betrekking tot de inzet van UAV's (drones) weer.
AO Kustwacht Caribisch gebied, 11 juni 2015, 33 750-X, nr. 106
In behandeling
De Minister komt in het verslag van de Navo-Ministeriele terug op haar gesprek met de Franse Minister Le Drian en de afspraken die zijn gemaakt over samenwerking in het Caribisch gebied.
AO Kustwacht Caribisch gebied, 11 juni 2015, 33 750-X, nr. 106
Afgedaan, Brief Verslag van de bijeenkomst van de Navo-Ministers van Defensie op 24-25 juni te Brussel. 1 juli 2015, 28 676, nr. 226
De Minister gaat in het volgende jaarverslag in op de (effecten van) eventuele prijsbijstellingen.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014, 11 en 17 juni, 34 200-X, nr. 15
In behandeling
De Minister zendt het rapport over het op orde brengen van de verwervingsketen in het najaar van 2015 aan de Kamer.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014, 11 en 17 juni, 34 200-X, nr. 15
In behandeling
De Minister geeft in de volgende begroting een overzicht van de geraamde budgetten en de realisatie daarvan (investeringen).
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014, 11 en 17 juni, 34 200-X, nr. 15
In behandeling
De Minister geeft bij de komende begroting in een aparte brief aan wanneer knelpunten bij de materiële gereedstelling te verwachten zijn, wat ervoor nodig is om deze op te lossen en wat de doorwerking daarvan is op de materiële gereedheid.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014, 11 en 17 juni, 34 200-X, nr. 15
In behandeling
De Minister neemt voortaan bij artikel-100 brieven op wat de materiële gereedheid is alsmede de gevolgen voor de operationele gereedheid, inclusief de financiële aspecten daarvan.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014, 11 en 17 juni, 34 200-X, nr. 15
In behandeling
De Minister zal n.a.v. de Navo defensieMinisteriële verslag doen van wat zij aan aanvullende informatie heeft verkregen over de berichten over de Amerikaanse plannen om materieel bij de Oostenrijkse bondgenoten op te slaan.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
Afgedaan, Brief Verslag van de bijeenkomst van de Navo-Ministers van Defensie op 24-25 juni te Brussel. 1 juli 2015, 28 676, nr. 226
De Minister informeert de Kamer over de kosten voor deelname aan test bed VJTF voor het einde van dit jaar.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
In behandeling
De Minister informeert de Kamer over de inzichten die zijn opgedaan naar aanleiding van de oefeningen met de test bed VJTF die op dit moment gaande zijn in Polen wanneer zij zich hiervan een beeld heeft gevormd.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
In behandeling
De Kamer ontvangt binnenkort een brief over eventuele aanpassing van de missie Resolute Support (aanpassing overgang fase 1 naar fase 2).
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
Afgedaan, Brief Nederlandse bijdrage Resolute support Afghanistan, 19 juni 2015, 29 521, nr. P
De Minister zegt uitbreiding toe van de jaarlijkse brief over de Nederlandse bijdrage aan snelle reactiemachten. Te ontvangen voor het kerstreces.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
In behandeling
De Minister komt bij de eerstvolgende brief over de EU Defensieraad terug op de inhoud van de overeenkomst tussen de EDA en Oekraïne (en de gevolgen hiervan voor de capaciteit van EDA) waarover is bericht.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
In behandeling
De Minister zal in het contact met haar Turkse ambtgenoot de berichten ter sprake brengen dat via Turkije steun wordt verleend aan IS, zoals ook in de ambtelijke contacten gebeurt. Een eventuele ontmoeting (op dit moment niets voorzien) zal pas in het najaar van 2015 zijn.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
In behandeling
In de eerstvolgende rapportage over internationale samenwerking gaat de Minister nader in op de samenwerking met de Duitsers, in het bijzonder op het gebied van de Patriots/Meads.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
In behandeling
Kamer wordt geïnformereerd als de Minister het voornemen heeft om alsnog over te gaan tot de verkoop van een of meer pantserhouwitsers.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
In behandeling
De Kamer wordt in een volgende voortgangsrapportage Verwerving F-35 nader geïnformeerd zodra er iets te melden is over nadere plannen met betrekking tot capaciteitsbehoefte F-35 voor opleiding en inzetbaarheid, binnen de financiële kaders.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
In behandeling
Kamer ontvangt naar alle waarschijnlijkheid eind 2015 de DMP-A brief voor vervanging onderzeeboten en het streven is om uiteindelijk in 2018 de D-brief aan de Kamer te zenden.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
In behandeling
In de volgende brief over patiëntenvervoer Friese Waddeneilanden zal de Minister ook in gaan op de stand van zaken aangaande de Search and Rescue-taken.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
In behandeling
Bij het Materieelprojectenoverzicht bij de begroting 2016 komt de Minister terug op de stand van zaken met de MQ-9 Reaper.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
In behandeling
Rond Prinsjesdag ontvangt de Kamer een nadere brief over Defence agreement.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
In behandeling
De Kamer zal twee keer per jaar worden geïnformeerd over IT en ERP. D eerste rapportage komt in september. De rapportage bevat, als verfijning van het high level ontwerp, de concrete plannen in termen van product, tijd en geld voor de komende 1-2 jaar. Voorts bevat de rapportage plannen voor latere jaren op hoofdlijnen.
AO IV ICT en ERP, 23 juni 2015, 31 125, nr. 60
Afgedaan, Brief Opzet rapportage over informatietechnologie (IT) en ERP, 28 augustus 2015, 31 125, nr. 61.
De Minister zendt het rapportagemodel begin augustus 2015 aan de Kamer.
AO IV ICT en ERP, 23 juni 2015, 31 125, nr. 60
Afgedaan, Brief Opzet rapportage over informatietechnologie (IT) en ERP, 28 augustus 2015, 31 125, nr. 61.
Naar aanleiding van het rapport van Gartner geeft de Minister een reactie op de financiële consequenties, zoals verwoord op pagina's 23 en 29 van het rapport.
AO IV ICT en ERP, 23 juni 2015, 31 125, nr. 60
In behandeling
De Minister zal in de volgende Veteranennota op grond van uitgevoerd onderzoek ingaan op de maatregelen die zij neemt om de respons op de nazorgvragenlijsten te vergroten, inclusief de monitor nazorgtraject en een meer individuele benadering. De conclusies en resultaten van het onderzoek worden in de nota vermeld waarbij eventuele alternatieven voor het verplichtstellen van het invullen van de vragenlijst worden beschreven.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
In behandeling
Eind 2015 stuurt de Minister de Kamer een brief met de stand van zaken over het PTSS-protocol en een overzicht van afgehandelde en openstaande bezwaarschriften en beroepszaken BNMO. In deze brief wordt ook opgenomen of er eventueel maatwerk wordt geleverd in bepaalde gevallen en wat de stand van zaken is omtrent de motie Teeven/Eijsink (aanwezige richtinggevende jurisprudentie volgen om de afwikkeling van schadeclaims sneller te laten verlopen). Tevens wordt de Kamer in deze brief geïnformeerd over de duur tussen het intakegesprek en de start van een behandeling in de GGZ. Deze termijn wordt vergeleken met de hiervoor vastgestelde norm en bij afwijking hiervan wordt gemeld welke actie hierop wordt ondernomen.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
In behandeling
De Minister meldt in de volgende Veteranennota de stand van zaken met betrekking tot alle materiële voorzieningen (Inkomensvoorziening, Ereschuldregeling, Regeling volledige schadevergoeding, Kaderwet militaire pensioenen). Tevens wordt in de nota het verschil duidelijk gemaakt tussen bezwaarschriften BNMO/PTSS en aanvullend ingediende claims ten aanzien van de zorgplicht van Defensie.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
In behandeling
De Minister geeft in de volgende Veteranennota een reactie (appreciatie) op de adviezen van de Veteranenombudsman.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
In behandeling
Vanaf volgend jaar wordt in elke Veteranennota een apart hoofdstuk over de ISAF-veteranen opgenomen.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
In behandeling
De Minister stuurt de Kamer voorafgaand aan de komende begrotingsbehandeling en na consultatie van betrokken partijen per brief een outline van de beleidsdoorlichting/evaluatie van het Veteranenbesluit.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
In behandeling
De Minister stuurt de Kamer voor het eind van 2015 per brief een overzicht van de samenwerking tussen Defensie en Justitie inzake de nazorg aan militairen en politiemensen.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
In behandeling
Er zal nog een kabinetsreactie volgen op het rapport van de AIV. Dat zal met een versnelde termijn zijn. De Minister zal laten weten hoeveel sneller dan de gebruikelijke drie maanden er zal worden gereageerd.
AO EU Defensieraad, 1 juli 2015, 21 501-28, nr. 128
In behandeling
De Minister zal in de volgende brief over de RBZ een korte passage opnemen op het rapport van Clingendael.
AO EU Defensieraad, 1 juli 2015, 21 501-28, nr. 128
In behandeling
De Minister geeft in de bijlage bij de volgende brief over de RBZ een overzicht met defensiesamenwerkingsverbanden tussen de lidstaten.
AO EU Defensieraad, 1 juli 2015, 21 501-28, nr. 128
In behandeling
Als er stukken van de Hoge Vertegenwoordiger komen, dan zit er ook een appreciatie van het kabinet bij.
AO EU Defensieraad, 1 juli 2015, 21 501-28, nr. 128
In behandeling
De toezegging van 11 maart jl. (AO personeel) ten aanzien van duidelijkheid over wel of niet outsourcen Paresto staat nog steeds. Zo spoedig mogelijk ontvangt de Kamer daarover een brief
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
In behandeling
De Kamer ontvangt t.z.t. een brief als uiterlijk 1 oktober 2015 met de bonden een oplossing is gevonden voor het AOW-gat.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
Afgedaan, Brief afspraken AOW-gat, 10 juli 2015, 34 000-X, nr. 107
In de volgende P-rapportage ontvangt de Kamer ook informatie over de voortgang naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid over vliegveiligheid, inclusief wel/geen disciplinaire maatregelen.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
In behandeling
In de volgende P-rapportage wordt inzicht gegeven in de stand van zaken met de tekorten per personeelscategorie.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
In behandeling
In de eerder toegezegde evaluatie van het reservistenbeleid wordt ook in gegaan op de optie om een reservistengeneraal aan te stellen.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
In behandeling
Kamer ontvangt deze week een brief over de gevolgen van de recente uitspraken van de Raad van State van 3 juni jl over de verklaring van geen bezwaar. In die brief wordt ook in gegaan op de specifieke vragen van het lid Eijsink.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
Afgedaan, Brief Uitspraken Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State van 3 juni 2015 over Verklaring van Geen Bezwaar, 19 augustus 2015, 34 000-X, nr. 109
Bij de begrotingsbehandeling komt de Minister terug op de vragen over de tooth to tail.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
In behandeling
In de P-rapportage komt de Minister terug op de best practices ten aanzien van genderbeleid.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
In behandeling
4.11. Lijst van afkortingen
AAS
Amsterdam Airport Schiphol
ABP
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
AC
Aanmeldcentrum
ACOTA
African Contingency Operations Training and Assistance
AE
Aanhoudingseenheid
AEHF
Advanced Extreme High Frequency
AIV
Adviesraad Internationale Vraagstukken
AIVD
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
AMBV
Alkmaar-klasse Mijnenbestrijdingsvaartuig
AMDTF
Air Missile Defence Taskforce
AMISOM
African Union Mission Somalia
AO
Algemeen Overleg
AOCS
Air Operations Control Station
AOM
Allied Operations and Missions
AR
Algemene Rekenkamer
ASE
Aircraft Survivability Equipment
ASSM
Anti Surface Ship Missiles
AUP
Afghan Uniformed Police
AVDD
Audio-Visuele Dienst Defensie
AWACS
Airborne Early Warning and Control System
BE
Bijstandseenheid
BES
Bonaire, Sint Eustatius en Saba
BETER
Biologische effecten van traumatische ervaringen, behandeling en herstel
BG
Bedrijfsgroep
(BG)T
(Bedrijfsgroep) Transport
BMS
Battlefield Management System
BPB
Beleids-, Plannings- en Begrotingsprocedure
BS
Bestuursstaf
BSB
Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten
BTW
Belasting Toegevoegde Waarde
C4ISR
Command & Control, Communications, Computers & Information and Intelligence, Surveillance & Reconnaissance
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
CARIB
Caribisch Gebied
CBOPS
Crisisbeheersingsoperaties
CBRN
Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair
CC
Central Command
CDC
Commando DienstenCentra
CDS
Commandant der Strijdkrachten
CE
Chemische Energie
CG
Cluster Gezondheidszorg
C-IED
Counter Improvised Explosive Devices
CIMIC
Civil-Military Cooperation
CIS
Communicatie- en informatiesysteem
CKMAR
Commando Koninklijke marechaussee
CLAS
Commando landstrijdkrachten
CLSK
Commando luchtstrijdkrachten
CMF
Combined Maritime Forces
CMH
Centraal Militair Hospitaal
CODEMO
Commissie Defensie Materieelontwikkeling
COID
Centrale Organisatie Integriteit Defensie
COMPATRIOT
Communication Patriot
CPD
Cluster Personele Diensten
CPD
Comprehensive Peace Agreement
CPT
Close Protection Teams
CRC
Crowd and Riot Control
CTF
Combined Task Force
CUP
Capability Upgrade Programme
CV
Commandovoertuig
CZMCARIB
Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied
CZSK
Commando zeestrijdkrachten
DBB
Defensie Bedrijfsstoffenbedrijf
DBBO
Defensie Bewaking en Beveiligingsorganisatie
DBBS
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem
DBV
Dienst Beveiliging Vastgoed
DC
DienstenCentrum
DCDI
Dienstencentrum Documentaire Informatievoorziening
DCDV
Dienstencentrum Dienstverlening
DCIOD
Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie
DCMO
Datacommunicatie Mobiel Optreden
DDG
Duik- en Demonteer Groep
DEFCERT
Defensiebreed Computer Emergency Response Team
DGI
Defensie Gerelateerde Industrie
DGLC
Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando
DHC
Defensie Helikopter Commando
DI
Documentaire Informatie
DIC
Defensie Innovatie Competitie
DIS
Defensie Industrie Strategie
DLBE
District Landelijke en Buitenlandse Eenheden
DMO
Defensie Materieel Organisatie
DMP
Defensie Materieel Proces
DMUNB
Defensie Munitiebedrijf
DNB
De Nederlandsche Bank
DPD
Defensie Personele Diensten
DR&D
Defence Research and Development
DSI
Dienst Speciale Interventies
DTO
Defensie Telematica Organisatie
DVD
Dienst Vastgoed Defensie
DVO
Dienstverleningsovereenkomst
EATC
European Air Transport Command
EDA
Europees Defensie Agentschap
EGF
Europese Gendarmerie Force
EKMS
Electronic Key Management System
ELI
Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
EOD
Explosieven Opruimingsdienst
EOV
Elektronische Oorlogsvoering
EPA
Energie Prestatie Adviezen
ERP
Enterprise Resource Planning
EU
Europese Unie
EUFOR
European Force
EULEX
European Union Rule of Law Mission (Kosovo)
EUPOL
EU Police (Afghanistan)
EUSEC
EU Communications Security and Evaluation Agency
EVC
Erkenning van eerder verworven competenties
EVDB
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
EZB
Enkel Zijband
FBD
Facilitair Bedrijf Defensie
FBUH
Fysieke Bescherming en Uitrusting Hulpverleners
FDC
Financieel Dienstencentrum
FES
Fonds Economische Structuurversterking
FMW
Faculteit Militaire Wetenschappen
FNIK
Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht
FPS
Flexibel Personeelssysteem
FRISC
Fast Raiding, Interception and Special Forces Craft
Frontex
Frontières extérieures
FS
Facility Services
GET
Green Energy Technologies
GLA
Geweer Lange Afstand
GPM
Geïntegreerde Politietrainingsmissie
GPW
Groot Pantserwielvoertuig
GZ
Gezondheidszorg
HDP
Hoofd Directie Personeel
HDV
Hogere Defensie Vorming
HF
High Frequency
HGIS
Homogene Groep Internationale Samenwerking
HQ
Headquarter
HR
Human Resource
HRF(L)
High Readiness Forces (Land)
HRM
Human Resource Management
HV
Helderheid Versterkend
I&M
Infrastructuur en Milieu
ICMS
Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking
ICT
Informatie- en Communicatietechnologie
ID
Identification
IDL
Instituut Defensie Leergangen
IDP
Internaly Displaced Person
IDS
Indringer Detectie Systeem/Intrusion Detection System
IED
Improvised Explosive Device
IFF
Identification Friend or Foe
IG
Innovation Game
IGK
Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht
IGV
Infanterie Gevechtsvoertuig
IOT&E
Initial Operational Test & Evaluation
IPU
Integrated Police Unit
IRF
Immediate Response Force
IRTC
International Recommanded Transit Corridor
ISAF
International Security Assistance Force
ISTAR
Intelligence Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance
IV
Informatie Voorziening
IVENT
Informatievoorziening en -Technologie
JCG
Joint CIS Group
JIP
Joint Investment Programs
JISTARC
Joint ISTAR Commando
JIVC
Joint Informatievoorziening Commando
JSF
Joint Strike Fighter
JSS
Joint Support Ship
KFOR
Kosovo Force
KIM
Koninklijk Instituut voor de Marine
KMA
Koninklijke Militaire Academie
KPU
Kleding- en Persoonsgebonden Uitrusting
KWCARIB
Kustwacht voor het Koninkrijk in het Caribisch gebied
KWW
Klein Kaliber Wapens
LC(F)
Luchtverdedigings- en Commando(fregat)
LCW
Logistiek Centrum Woensdrecht
LION
Light Infrared Observation Night Sight
LIVS
Licht Indirect Vurend Systeem
LOKKMAR
Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum Kmar
LPD
Landing Platform Dock
LRIP
Low Rate Initial Production
LTD
Leergang Topmanagement Defensie
LZV
Landelijk Zorgsysteem Veteranen
M(-FREGAT)
Multi-purpose(-fregat)
MALE UAV
Medium Altitude Long Endurance Unmanned Air Vehicle
MARIN
Maritiem Research Instituut Nederland
MATLOGCO
Materieellogistiek Commando Land
MBMD
Maritime Ballistic Missile Defence
ME
Mobiele eenheid
MECHBRIG
Gemechaniseerde Brigade
MGGZ
Militair Geestelijke Gezondheidszorg
MIA(-V)
Maatschappelijke Innovatie Agenda (Veiligheid)
MILSATCOM
Military Satellite Communications
MIP
Militair Invaliditeitspensioen
MIVD
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
MK
Medische Keuringen
MKB
Midden- en Kleinbedrijf
MLU
Midlife Upgrade
MOD
Militair Oorlogs- of Dienstslachtoffer
MOR
Mortier Opsporingsradar
MOU
Memorandum of Understanding
MPO
Materieel Projecten Overzicht
MTADS
Modernized Target Acquisition and Designation Sight
MTF
Maritime Task Force/Mentoring Task Force
MTV
Mobiel Toezicht Veiligheid
NAR
Noord-Atlantische Raad
NATO
North Atlantic Treaty Organization
NATRES
Nationale Reserve
NAVFOR
Naval Force
NAVO
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
NBI
Nationale Bijdrage aan ISAF-staven
NCIRC
NATO Computer Incident Response Capability
NCSC
Nationaal Cyber Security Center
NDMC
Nationale Datalink Managementcel
NIC
Nationale Inlichtingen Cel
NIDV
Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid
NIMH
Nederlands Instituut voor de Militaire Historie
NLD
Nederland
NLDA
Nederlandse Defensie Academie
NLMARFOR
Netherlands Maritime Force
NLR
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium
NLTC
Netherlands Liaison Team CENTCOM
NRF
NATO Response Force
NSE
National Support Element
NTM (-A)
NATO Training Mission (- Afghanistan)
NTM-I
NATO Training Mission - Iraq
O&T
Oefeningen & Trainingen
OAD
Operationele Aanpassingen Diemaco
OD
Operationele doelstelling
OG
Operationeel Gereed
OGRV
Object Grondverdediging
OIV
Operationele Informatievoorziening
OOCL
Operationeel Ondersteuningscommando Land
OZD
Onderzeedienst
PA
Palestijnse Autoriteit
PDC
Producten- en Dienstencatalogus
PGM
Precision Guided Munition
PGU
Persoonsgebonden Uitrusting
PI
Prestatie-Indicator
PPS
Publiek-Private Samenwerking
PRISMO
Prospectie in stressgerelateerd militair onderzoek
PRTL
Pantserrupsvoertuig tegen luchtdoelen
PSFD
Production, Sustainment and Follow - on Development
PTG
Police Trainings Group
PTSS
Post-Traumatisch Stress Syndroom
PZH
Pantserhouwitser
QRA
Quick Reaction Alert
R&D
Research and Development
RBV
Rijksbegrotingsvoorschriften
RBZ
Raad Buitenlandse Zaken
RC
Regional Command
RDTF
Redeployment Taskforce
RDS
Ready Duty Ship
RGD
Rijksgebouwendienst
ROC
Regionaal Opleidingscentrum
RPE
Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek
RWT
Rechtspersoon met een wettelijke taak
RZO
Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek
SAP
Systemen, Applicaties en Producten
SAR
Search and Rescue
SBIR
Small Business Innovation Reseach
SBK
Sociaal Beleidskader
SDD
System Development and Demonstration
SHF
Super High Frequency
SKIA
Strategische Kennis- en Innovatieagenda
SLA
Service Level Agreements
SNMG
Standing NATO Reaction Force Maritime Group
SPEER
Strategic Process and Enterprise Resource Planning Enabled Reengineering
SSM
Single Service Management
SSO
Shared Service Organisatie
SSR
Security Sector Reform
STARS
Sensor Technology Applied in Reconfigurable Systems for Sustainable Security
SZVK
Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht
TACF
Transportable Air Control Facility
TACTIS
Tactische Indoor Simulation
TFU
Task Force Uruzgan
TITAAN
Theatre Independent Tactical Army and Airforce Network
TNO
Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
TU
Technische Universiteit
UAS
Unmanned Aerial Systems
UIM
Unit Interventie Mariniers
UMS
Unmannend Maritime Systems
UN
United Nations
UNAMID
United Nations African Union Mission in Darfur
UNMIS
United Nations Mission in Sudan
UNODC
United Nations Office on Drugs and Crime
UNTSO
United Nations Truce and Supervision Organization
USCENTCOM
United States Central Command
VAO
Verslag Algemeen Overleg
VHF
Very High Frequency
VN
Verenigde Naties
VNVR
Verenigde Naties Veiligheidsraad
VOSS
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem
VPD
Vessel Protection Detachment
VTE
Voltijdsequivalent
WGO
Wetgevingsoverleg
WIA
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WIV
Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
WVO
Wet Veiligheidsonderzoeken
YPR
Pantserrupsvoertuig, type Y
ZBO
Zelfstandig Bestuursorgaan
ZVW
Zorgverzekeringswet
Noot 1
Motie-Van der Staaij c.s. (Kamerstuk 34 000, nr. 23)
Noot 2
Motie-Ten Broeke/Servaes (Kamerstuk 34 000-V, nr. 21)
Noot 3
Het behoud van de vaste compagnie mariniers, wat mogelijk werd door de begrotingsafspraken 2013, leidt in het Caribisch gebied tot aanwezigheid van één vaste compagnie van CZSK.
Noot 4
Budgettaire compensatie van deze taak wordt jaarlijks bij de eerste suppletoire begroting toegekend en is nog niet in de begroting opgenomen.
Noot 5
Deze richtlijn is bij de Wales summit in 2014 herbevestigd.