Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2015 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34000 H - Vaststelling begroting BES-fonds 2015.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2015; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 16-09-2014 |
Publicatiedatum | 16-09-2014 |
Nummer | KST34000H2 |
Kenmerk | 34000 H, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 000 H Vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds (H) voor het jaar 2015
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoudsopgave
Blz.
A.
Artikelsgewijze toelichting bij begrotingswetsvoorstel
2
B.
Begrotingstoelichting
3
1.
Leeswijzer
3
2.
De beleidsagenda
4
3.
Het beleidsartikel
5
Artikel 1 BES-fonds
5
4.
Bijlagen
8
4.1 Verdiepingshoofdstuk
8
4.2 Moties en toezeggingen
9
4.3 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland
14
4.4 Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland
17
4.5 Overzicht eilandelijke inkomsten
18
4.6 Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland
19
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. Het in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
B. BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.Leeswijzer
De begroting van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de Rijksbegroting maar heeft daarbinnen een eigen karakter. Zo kent de begroting van het BES-fonds in tegenstelling tot een departementale begroting slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van het algemene beleid is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. Voorts is de fondsbeheerder verantwoordelijk voor het BES-fonds en niet voor de resultaten die de openbare lichamen met hun budget uit dit fonds realiseren. De openbare lichamen zijn, met inachtneming van de wet- en regelgeving, autonoom in het voeren van hun beleid bekostigd uit het BES-fonds. Om die reden bevat de BES-fondsbegroting geen output- en/of outcomegegevens.
De apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De voorliggende toelichting bij de begroting 2015 van het BES-fonds kent de volgende indeling.
Na het hoofdstuk met de leeswijzer start hoofdstuk 2 met de beleidsagenda van het BES-fonds. Vervolgens komt het beleidsartikel aan bod. Daarna volgen de bijlagen. Deze zijn achtereenvolgens: het verdiepingshoofdstuk, de moties en toezeggingen, het overzicht van de rijksuitgaven in Caribisch Nederland (naar aanleiding van motie Hachchi), het overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland, het overzicht eilandelijke inkomsten en het overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland.
Groeiparagraaf
Budgetflexibiliteit
Op grond van de Comptabiliteitswet artikel 5, derde lid, onder c, moet in de begroting per beleidsartikel informatie worden opgenomen over de budgetflexibiliteit.
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt voor de programma-uitgaven vermeld welk deel daarvan juridisch is verplicht voor het jaar 2015.
De peildatum van de gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is 1 januari 2015.
Voor 2015 wordt voor het eerst de juridische verplichting toegelicht op het niveau van financieel instrument als geheel. Dit komt voort uit de toezegging van de Minister van Financiën tijdens het Algemeen Overleg over Verantwoord Begroten van 6 maart 2013 (Kamerstukken II, 2012-2013, 31 865, nr. 50).
-
2.De beleidsagenda
Via de vrije uitkeringen uit het BES-fonds ontvangen de openbare lichamen middelen om hun taken naar behoren uit te voeren, net zoals gemeenten middelen krijgen uit het gemeentefonds. Het gaat hierbij om vrij besteedbare middelen. Het is dus - net als bij gemeenten - aan de lokale democratie om ambities te formuleren, eigen inkomsten te genereren en beleidskeuzes te maken. Jaarlijks vindt in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen BES besluitvorming plaats over de hoogte van de vrije uitkering voor het jaar daaropvolgend.
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds. Immers, het is aan de eilanden om verantwoording af te leggen over de via het BES-fonds verstrekte middelen. De verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is hierbij van groot belang. Om te voorkomen dat er discrepanties ontstaan tussen eilandelijke taken en financiën, toetst de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties strikt op artikel 87 van de wet Financiën BES. Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens welke leiden tot een wijziging van taken voor de openbare lichamen aan te geven welke financiële gevolgen hier aan zijn verbonden voor de openbare lichamen.
Een belangrijk onderwerp in 2015 is de evaluatie van de staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In de slotakkoorden uit 2006 is afgesproken dat de staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba binnen 6 jaar na de staatkundige ontmanteling van het land Nederlandse Antillen, wordt geëvalueerd en de definitieve staatkundige structuur van Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt vastgesteld. Deze evaluatie bepaling is overgenomen in de Wet Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Wet Financiën Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De criteria, thema’s en opzet voor de evaluatie zijn medio 2014, in overleg met de openbare lichamen definitief vastgesteld. Het evaluatieonderzoek wordt verwacht in 2015. Bij de evaluatie wordt ook het BES-fonds betrokken. Overeengekomen met de eilandgebieden is om een onderzoek te verrichten naar de toereikendheid van de vrije uitkering.
Tenslotte zullen de door het Rijk en de eilandgebieden gezamenlijke opgestelde meerjarenplannen, met betrekking tot economische versterking, armoedebestrijding en kinderrechten, worden vastgesteld. De interdepartementale afstemming en eventuele financiering, mede ten behoeve van weging en prioritering van de diverse projecten over de komende jaren, wordt hierin vastgesteld in overeenstemming met de eilandgebieden. De verantwoording over eventueel verstrekte rijksmiddelen voor de meerjarige ontwikkelplannen vindt plaats via de begrotingen van de betreffende ministers. Een totaaloverzicht van bijzondere uitkeringen aan de openbare lichamen (bijzondere uitkeringen) wordt jaarlijks op de derde woensdag van mei aan de Tweede Kamer verstrekt. De verstrekte renteloze leningen aan de openbare lichamen treft u aan in bijlage 4.6 van deze begroting.
Een overzicht van alle rijksuitgaven Caribisch Nederland is op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II, 33 000-IV, nr. 28) opgenomen als bijlage 4.3 bij deze begroting. Om de inzichtelijkheid van deze bijlage te vergroten is ook een overzicht van de rijksinkomsten op Caribisch Nederland opgenomen.
-
3.Het beleidsartikel
Artikel 1. BES-fonds
A Algemene doelstelling
Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en eilandgebieden overeengekomen taken naar behoren uit te voeren.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden. De openbare lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarvan zij voor de bekostiging op de algemene middelen zijn aangewezen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vervult ook een coördinerende schakel tussen de openbare lichamen en de verschillende departementen. Een belangrijk instrument daarin is de zogenaamde Caribisch Nederland-week (CN-week) die één keer per jaar georganiseerd wordt rond het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen BES (BOFv). De CN-week biedt de mogelijkheid aan de besturen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius om te overleggen met de departementen in Den Haag. De week moet bijdragen aan een goede relatie en samenwerking tussen de rijksoverheid en de drie eilandbesturen op bestuurlijk en ambtelijk niveau.
De wet Financiën BES (de wet FinBES) biedt - indien nodig - instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de toezichthouder, het College financieel toezicht (Cft) om in te grijpen. Het openbare lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.
C Beleidswijzigingen
Staatkundige evaluatie
In 2015 zal een evaluatie plaatsvinden naar de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van de BES. De evaluatieopdracht is vastgesteld door de vertegenwoordigers van de bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 19 juni 2014. De evaluatie zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke evaluatiecommissie. De evaluatiecommissie wordt door middel van een instellingsbesluit ingesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met de bestuurscolleges van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Naar verwachting zal de evaluatiecommissie haar eindrapport voor 10/10/2015 opleveren. De bestuurscolleges en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herbevestigen de afspraak uit het bestuurlijke overleg van 14 maart 2013 dat de bevindingen van de evaluatie zullen worden gerespecteerd en middels een uitvoeringsplan geconcretiseerd. Het uitvoeringsplan is onderdeel van het in het overleg met de drie eilanden op te stellen kabinetsstandpunt over de evaluatie.
Meerjarenontwikkelingsplan
Een eerste aanzet vanuit het Rijk voor een meerjarenprogramma voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba is in de CN-week van juni 2014 aan de openbare eilanden voorgelegd. Dit programma concentreert zich op drie prioritaire thema’s: economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten en dient als sturingsinstrument voor het Rijk en de eilandgebieden. In 2015 zal samen met de openbare lichamen gekomen worden tot een gezamenlijk meerjarenprogramma dat gedragen kan worden door Rijk en eilandbesturen.
D1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
Beleidsartikel 1 BES-Fonds
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen
35.688
31.966
31.938
31.930
31.871
31.962
32.322
Uitgaven:
35.688
31.966
31.938
31.930
31.871
31.962
32.322
Waarvan juridisch verplicht
100%
1.1
BES-fonds
35.688
31.966
31.938
31.930
31.871
31.962
32.322
Opdrachten
46
100
100
100
100
100
100
Onderzoek
46
100
100
100
100
100
100
Bijdrage aan medeoverheden
35.642
31.866
31.838
31.830
31.771
31.862
32.222
Overige uitkering
1.204
60
60
60
0
0
0
Vrije uitkering
34.438
31.806
31.778
31.770
31.771
31.862
32.222
Ontvangsten
35.688
31.966
31.938
31.930
31.871
31.962
32.322
D2 Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit is nihil. In tegenstelling tot een departementale begroting zijn bij een fonds als het BES-fonds de verplichtingen leidend. Dit houdt in dat zij, eenmaal geaccordeerd, altijd geheel tot uitbetaling komen.
E Toelichting op de instrumenten
1.1 BES-fonds
Opdrachten
Onderzoek
In 2014 vindt onderzoek plaats naar de vrije uitkering, conform afspraak in de Carbisch Nederland-week van juni 2014. Hierbij wordt onderzocht voor welke taken Bonaire, Sint Eustatius en Saba verantwoordelijk zijn, zij geheel zelfstandig dienen te voorzien in de financiering en welke kosten hieraan volgens objectieve maatstaven zijn verbonden, afgemeten aan verschillende scenario’s voor het voorzieningenniveau. De onderzoeksresultaten komen in 2015 beschikbaar.
Bijdrage aan medeoverheden
Overige uitkering
Naast de vrije uitkering zijn op basis van de Wet Financiën BES, «bijzondere uitkeringen» (art. 91) en «andere uitkeringen» (art. 88) mogelijk. Een bijzondere uitkering wordt uitgekeerd aan de eilandgebieden met als hoofddoel het verbeteren van de leefbaarheid, de re-integratie naar duurzaam betaald werk en het bevorderen van maatschappelijke participatie.
Per ingang van 2014 worden bijzondere uitkeringen bestemd voor sociaal-economische initiatieven op de BES niet langer inzichtelijk gemaakt in de begroting BES-fonds. Deze uitkeringen omvatten financiële middelen van verschillende departementen en zullen voortaan op de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) worden opgenomen.
Vrije uitkering
De middelen die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit de vrije uitkering ontvangen zijn vrij besteedbaar. Op de vrije uitkering zal dit jaar een aantal bedragen ingehouden worden. Het betreft aflossingslasten voor eerder afgesloten renteloze leningen die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verstrekt opdat de openbare lichamen een eigen bijdrage kunnen leveren in de kosten om de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op korte termijn weg te werken.
Als laatste worden er gedurende de periode 2014-2018 nog bedragen teruggevorderd die verband houden met de ontmanteling van de Nederlandse Antillen (voorschotten werkkapitaal) door deze in te houden op de vrije uitkering. De totale inhouding bedraagt USD 2,36 mln. in vijf jaar (€ 1,82 mln.).
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid van de Wet FinBES regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.
-
4.Bijlagen
4.1. Verdiepingshoofdstuk
In de onderstaande tabellen is bij de nieuwe mutaties voor het jaar 2019 tevens de extrapolatiestand voor het artikelonderdeel meegenomen.
Artikel 1 BES-Fonds
Uitgaven (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
32.709
32.709
32.709
32.709
32.809
0
1.1
BES-Fonds
32.709
32.709
32.709
32.709
32.809
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
-
-803
-
-831
-
-839
-
-838
-
-847
-
-496
1.1
BES-Fonds
-
-803
-
-831
-
-839
-
-838
-
-847
-
-496
Nieuwe mutaties
60
60
60
0
0
32.818
1.1
BES-Fonds
60
60
60
0
0
32.818
Stand ontwerpbegroting 2015
31.966
31.938
31.930
31.871
31.962
32.322
1.1
BES-Fonds
31.966
31.938
31.930
31.871
31.962
32.322
Ontvangsten (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
32.709
32.709
32.709
32.709
32.809
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
-
-803
-
-831
-
-839
-
-838
-
-847
-
-496
Nieuwe mutaties
60
60
60
0
0
32.818
Stand ontwerpbegroting 2015
31.966
31.938
31.930
31.871
31.962
32.322
4.2 Moties en toezeggingen A.1 In behandeling zijnde moties
Omschrijving motie
Vindplaats
Stand van zaken
n.v.t.
A.2. Uitgevoerde moties
Omschrijving motie
Vindplaats
Stand van zaken
(Gewijzigde) motie Segers en Heijnen; Verzoekt de regering, in overleg met Bonaire, Sint-Eustatius, Saba en de Rijksvertegenwoordiger concrete doelstellingen en maatregelen te formuleren om de overvloed aan wet- en regelgeving beter te kunnen verwerken, ambtelijke druk te verminderen en inefficiëntie tegen te gaan en de Kamer hierover voor mei 2013 te informeren
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-IV nr. 7).
Motie Hachchi en Segers; Verzoekt de regering voor mei 2014 een voorstel te doen tot herziening van de benoemingsprocedure van de Rijksvertegenwoordiger dat meer recht doet aan de vereisten van transparantie en openbaarheid van bestuur
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (hoofdstuk IV antwoord, re- en dupliek)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 mei 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-IV nr. 40).
Motie Hachchi c.s.; Verzoekt de regering een oplossing te zoeken waardoor de inwoners van de BES-eilanden dezelfde toegang tot Nederlandse websites krijgen als de inwoners van het Europese deel van Nederland
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (hoofdstuk IV antwoord, re- en dupliek)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-IV nr. 36).
B.1 In behandeling zijnde toezeggingen
Omschrijving
Vindplaats
Stand van zaken
De Minister zegt in reactie op het betoog van het lid Van Raak over de afvalwaterzuivering op Bonaire toe dat nu deze met behulp van geld uit Nederland en Europa is gerealiseerd in CN-tafelverband wordt gekeken naar de structurele bekostiging hiervan en de Kamer hierover te informeren
Parlementair agenda punt [15-05-2014] - BES-aangelegenheden
De Tweede Kamer zal hierover voor het Herfstreces 2014 worden geïnformeerd.
De Minister zegt toe de Tweede Kamer het meerjarenplan toe te zenden zodra dat vastgesteld is.
Parlementair agenda punt [10-04-2014] - Evaluatie rijkscoördinatie Caribisch Nederland
De Tweede Kamer zal hierover voor het Herfstreces 2014 worden geïnformeerd.
De Minister zegt toe beide Kamers zo spoedig mogelijk nader te informeren over het instellen van een evaluatiecommissie Caribisch Nederland en de samenstelling daarvan
Brief EK en TK d.d. 23 juni 2014 «Evaluatie Caribisch Nederland»
De Kamer zal hierover voor het Herfstreces 2014 worden geïnformeerd.
De Minister zegt toe de Kamer, mede namens de Staatssecretaris van VWS, uiterlijk eind dit jaar te informeren over het proces rond het actieplan Kinderrechten, waarbij in ieder geval op de betrokkenheid van Caribisch Nederland en de kinderombudsman wordt ingegaan.
Parlementair agenda punt [15-05-2014] - BES-aangelegenheden
Een eerste concept van het actieplan voor Kinderrechten uiterlijk eind 2014 gepresenteerd worden. Zodra het actieplan is vastgesteld zal de Kamer hierover geïnformeerd worden.
B.2 Uitgevoerde toezeggingen
Omschrijving
Vindplaats
Stand van zaken
De Minister zegt toe economische samenwerking, gezondheidszorg en (jeugd)werkloosheid te zullen agenderen in het Koninkrijksberaad
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 17 juni 2013 per brief geïnformeerd (EK 2012-2013, 33 400-IV, nr. 36)
De Minister zegt toe de Minister VWS te informeren over de wens van de Eerste Kamer om eerst met haar te spreken over de te nemen maatregelen in het zorgstelsel van Caribisch Nederland voordat er aanpassingen gedaan worden
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV)
Afgedaan. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de toezegging is op 5 juni 2013 overgedragen aan min VWS
De Minister zegt de staatsecretaris SZW te informeren over de wens van de Eerste Kamer van een onderzoek van het SCP voor Caribisch Nederland
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV)
Afgedaan. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de toezegging is op 5 juni 2013 overgedragen aan stas SZW
De Minister zegt de Tweede Kamer een reactie toe op de sociale achterstanden in het kader van het bezoek van stas SZW aan de eilanden
Kamerdebat 20-03-2013
BES-aangelegenheden
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-IV nr. 6)
De Minister zegt de Kamer een onderzoek toe mbt deregulering inclusief een inhoudelijke reactie en inclusief een reactie op nodeloze wetgeving waarmee de eilanden te maken hebben/krijgen. Kamerleden worden opgeroepen om voorbeelden van nodeloze wetgeving aan te leveren
Kamerdebat 20-03-2013
BES-aangelegenheden
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-IV nr. 7)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Bijsterveld en Thom de Graaf, toe dat hij het rapport «Mogelijkheden voor de deregulering en taakverlichting Caribisch Nederland» in het najaar van 2013 naar de Kamer stuurt met een kabinetsreactie. In dit onderzoek naar taakverlichting en deregulering komt ook de Rijksvertegenwoordiger aan de orde (T01750)
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 8 november 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 33 750-IV nr. B)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Linthorst, toe om de ontwikkelingsplannen per eiland inclusief het beoogde voorzieningenniveau, nadat zij afgestemd zijn met de andere departementen, aan de Kamer te doen toekomen (T01752)
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 8 november 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 33 750-IV, nr. B)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Kappen, toe dat hij, om onduidelijkheid in de toekomst te voorkomen, ervoor zal zorgen dat de belastinginkomsten en de premies worden meegenomen in de begroting voor het BES-fonds 2014. Daarnaast geeft de Minister aan dat hij aan zijn ambtsgenoot van Financiën zal vragen om, wanneer de contacten van de Minister van Financiën met het CBS over het vaststellen van het bbp voor de BES-eilanden tot resultaat leiden, hij het resultaat hiervan aan de Kamer zal doen toekomen (T01748)
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 8 oktober 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 33 750-IV, nr. A)
De Minister zegt toe de Kamer te informeren zodra er over het gesprek met de Rijksvertegenwoordiger iets te melden is
Kamerdebat 03-09-2013 Mondelinge vraag van het lid Hachchi (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Plasterk deed niets met advies om Stolte op Bonaire te vervangen» (NRC, 31 augustus 2013)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 400-IV, nr. 46)
De Minister zegt toe de brief over de Scholengemeenschap Bonaire (SGB) door te geleiden naar de Staatssecretaris van OCW en geeft richting Kamer aan dat hij tijdens de reis dit al heeft gedeeld met de Staatssecretaris
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (hoofdstuk IV antwoord, re- en dupliek)
Afgedaan. De verantwoordelijkheid voor de toezegging is op 11 december 2013 overgedragen aan Minister OCW.
De Minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de voortgang ten aanzien van de aanleg van de glasvezelverbinding (de zogenaamde zeekabel) in Caribisch Nederland
Brief TK d.d. 9 december 2013
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 januari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, Aanhangselnummer 1041)
De Minister zegt toe de Tweede Kamer in april 2014 te informeren over het rapport van de dienst ISB, het rapport van de bestuurlijke commissie Van Gastel en de kabinetsreactie hierop
Brief min BZK d.d. 7 februari 2014 «Evaluatie Rijkscoördinatie Caribisch Nederland»
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-IV, nr. 35)
De Minister zegt toe collega’s te informeren over het nut en noodzaak van het laten vertalen van overheidsdocumenten in de eigen taal van de inwoners van Caribisch Nederland en hen te attenderen op dienstverlening van het RCN met betrekking tot het vertalen van documenten
Brief d.d. 21 maart 2014 «Toezeggingen en motie begrotingsdebat d.d. 28 november 2013»
Afgedaan. Het is in de interdepartementale werkgroep aan de departementen meegegeven en ook de CN-tafel (alle DG’s van de departementen) zijn per brief geïnformeerd.
4.3 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland Rijksuitgaven Caribisch Nederland (x € 1.000)
Ministerie
Artikelonderdeel
Instrument
2014
2015
2016
2017
2018
2019
IV Koninkrijksrelaties
Artikel 1 Waarborgfunctie
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
1.000
1.500
1.500
2.500
2.500
2.500
Bijdragen aan andere overheden
1.000
1.000
VI Veiligheid en Justitie
Artikel 31 Nationale Politie
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
16.510
16.653
17.605
17.605
17.605
17.605
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
4.911
4.912
4.912
4.913
4.912
4.912
Artikel 34 Sanctietoepassing
Bijdrage aan agentschappen
9.300
9.300
9.300
9.300
9.300
9.300
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
932
928
881
881
881
881
Artikel 35 Jeugd
Bijdrage aan medeoverheden
1.218
1.248
1.480
1.480
1.480
1.480
VII Binnenlandse Zaken
Artikel 6 Dienstverlenende overheid
Bijdrage aan agentschappen
1.500
1.500
2.900
2.900
2.800
Artikel 7 Arbeidszaken overheid
Inkomensoverdracht
1.100
1.100
1.100
1.100
1.100
1.100
VIII Onderwijs, Cultuur en
Artikel 1 Primair Onderwijs
Bekostiging
12.936
12.955
12.506
12.506
12.506
12.506
Wetenschap
Artikel 3 Voortgezet onderwijs
Bekostiging
14.043
13.051
12.414
12.427
12.441
12.427
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Bekostiging
6.658
5.664
5.664
5.664
5.664
5.664
Bijdragen aan mede-overheden
12.180
23.284
26.702
12.708
672
810
Artikel 9 Arbeidsmarkt-en Personeelsbeleid
Subsidies
2.280
2.280
Artikel 14 Cultuur
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties
50
50
50
50
50
50
Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid
Subsidies
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
Artikel 25 Emancipatie
Subsidies
156
134
74
69
IX Financiën
Artikel 1 Belastingen
Apparaatsuitgaven
13.000
13.000
13.000
13.000
13.000
13.000
Artikel 2 Financiële markten
Bijdragen aan ZBO's en RWT's
1.200
1.200
1.200
1.200
1.200
1.200
X Defensie
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
XII Infrastructuur en Milieu
Artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling
Opdrachten
100
100
100
100
100
100
Bijdragen aan medeoverheden
4.029
800
200
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid
Nader te bepalen
1.200
Artikel 17 Luchtvaart
Opdrachten
565
540
545
545
1.045
545
Bijdragen agentschappen
10.000
11.850
8.900
Artikel 18 Scheepvaart en havens
Opdrachten
160
160
160
160
160
160
Artikel 21 Duurzaamheid
Opdrachten
2.600
Artikel 22 Externe Veiligheid en Risico's
Opdrachten
39
Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie
Bijdragen agentschappen
610
610
610
610
610
610
Artikel 24 Handhaving en toezicht
Bijdragen agentschappen
795
770
795
795
795
795
Artikel 26 Bijdrage aan Investeringsfondsen
Bijdragen IF
2.810
475
490
390
390
390
Bijdragen DF
400
450
400
400
400
400
XIII Economische Zaken
Artikel 11 Goed functionerende economie en markten
Opdrachten
125
125
125
125
125
125
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
705
725
725
725
725
725
Artikel 13 Een excellent ondernemingsklimaat
Subsidies
100
100
100
100
100
100
Artikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening
Subsidies
14.512
7.000
4.000
3.500
3.000
3.000
Artikel 18 Natuur en regio
Opdrachten
799
779
1.181
1.581
1.581
1.581
Bijdragen aan mede-overheden
1.500
2.500
2.000
1.500
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Artikel 2 Bijstand, Toeslagenwet en Sociale werkvoorzieining
Inkomensoverdrachten
1.225
1.596
1.250
1.181
1.255
1.255
Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid
Inkomensoverdrachten
586
604
624
646
678
711
Artikel 5 Werkloosheid
Inkomensoverdrachten
150
150
150
150
150
150
Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap
Inkomensoverdrachten
2.446
2.518
2.605
2.695
2.829
2.967
Artikel 7 Kinderopvang
Opdrachten
1.000
Artikel 8 Oudedagsvoorziening
Inkomensoverdrachten
14.714
15.289
15.059
15.626
15.391
15.929
Artikel 9 Nabestaanden
Inkomensoverdrachten
805
829
858
887
931
977
XVI Volksgezondheid, Welzijn
Artikel 1 Volksgezondheid
Subsidies
1.900
1.900
1.900
1.900
1.900
1.900
en Sport
Artikel 4 Zorgbreed beleid
Bekostiging
78.430
86.007
88.695
91.674
94.741
97.800
Artikel 10 Apparaatsuitgaven
Personeel/materieel
10.000
9.300
9.300
9.300
9.300
9.300
Totaal
252.779
258.436
255.560
235.393
224.817
225.455
4.4 Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland
De Miljoenennota 2015 bevat een gedetailleerd overzicht van de raming van de belasting- en premieontvangsten op kasbasis voor 2015. Dat overzicht bevat ook het totaal van de belasting- en premieontvangsten uit Caribisch Nederland. In onderstaande tabel wordt het totale bedrag van de voor 2015 geraamde belasting- en premieontvangsten op kasbasis uit Caribisch Nederland op gedetailleerdere wijze gepresenteerd door de geraamde kasontvangsten voor 2015 uit te splitsen over alle in Caribisch Nederland geheven rijksbelastingen en premies.
Raming belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 2015 in miljoenen euro’s (op basis van Miljoenennota 2015)
Raming 2015
Loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekeringen
59,2
Algemene bestedingsbelasting
23,3
Vastgoedbelasting
8,8
Accijnzen
4,7
Overdrachtsbelasting
2,3
Inkomstenbelasting
2,0
Opbrengstbelasting
0,6
Kansspelbelasting
0,5
Ontvangsten oude belastingstelsel
1,4
Totaal
102,8
4.5 Overzicht Eilandelijke inkomsten
De eilandelijke belastingtarieven worden vastgesteld door de openbare lichamen. De afweging en de verantwoording over de hoogte van de tarieven vindt plaats in de eilandraden. De doorberekening van de rechten, de rioolheffing en de reinigingsheffing mag maximaal 100 procent kostendekkend zijn. Het bedrag van de inkomsten voor de openbare lichamen kan fluctueren, zoals dat ook bij Europees-Nederlandse gemeenten het geval is.
Net als bij de begroting van het gemeentefonds, verstrekt het kabinet jaarlijks een overzicht van de ontwikkeling van de begrote opbrengsten uit eilandbelastingen als bijlage bij de begroting van het BES-fonds. De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begrotingen van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Voor de bekostiging van eilandelijke taken mogen de openbare lichamen ook enkele in de wet limitatief genoemde eilandbelastingen heffen en innen (vergelijkbaar met systematiek voor gemeenten). Het gaat op basis van de meest recent ingediende en vastgestelde eilandelijke begrotingen (van 2014).
Tabel A Opbrengsten lokale heffingen Bonaire (in $)
2011
2012
2013
2014
Motorrijtuigenbelasting
2.273.743
2.402.458
2.501.117
2.500.000
Logeergastenbelasting
2.713.408
1.969.317
1.769.749
1.700.000
Verhuurautobelasting
558.659
649.200
614.525
650.000
Grondbelasting
2.022.346
809.212
2.449.581
1.200.000
Opcenten
279.330
1.830.000
307.263
1.200.000
Precariorechten
614.525
785.172
675.978
700.000
Totale opbrengst
8.462.011
8.445.359
8.318.222
7.950.000
Tabel B Opbrengsten lokale heffingen Sint Eustatius (in $)
2011
2012
2013
2014
Motorrijtuigenbelasting
254.386
262.506
259.000
259.000
Logeergastenbelasting
25.671
56.795
60.500
127.000
Verhuurautobelasting
5.101
5.875
6.000
6.000
Totale opbrengst
285.158
325.176
325.500
392.000
Tabel C Opbrengsten lokale heffingen Saba (in $)
2011
2012
2013
2014
Motorrijtuigenbelasting
115.821
113.764
126.000
130.000
Logeergastenbelasting
52.352
68.014
62.500
60.000
Totale opbrengst
168.173
181.778
188.500
190.000
De begrote opbrengsten uit eilandelijke belastingen bedragen gemiddeld circa USD 8,8 mln. (€ 6,4 mln.). In de tabellen A t/m C is te zien dat de openbare lichamen aanmerkelijk van elkaar verschillen wat betreft de samenstelling en inkomsten uit de eigen belastingen.
4.6 Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland
Conform artikel 89 van de wet Financiën BES kunnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) een verzoek tot een renteloze lening indienen bij een vakdepartement ten behoeve van het doen van investeringen die dienen voor de uitoefening van de publieke taak. Een dergelijk verzoek wordt door een openbaar lichaam ingediend door tussenkomst van het College financieel toezicht (Cft). Het Cft voorziet de aanvraag van zijn advies. Volgens lid 4 van artikel 89 stelt de Ministerraad jaarlijks vast welk bedrag ieder van de openbare lichamen verschuldigd is aan aflossing van de renteloze leningen. Deze vaststelling geschiedt bij de behandeling van het Besluitvormingsmemorandum in de Ministerraad.
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de renteloze leningen en de bijbehorende aflossingsbedragen voor 2015, zoals die tot op heden aan Caribisch Nederland zijn verstrekt. Het risico van de wisselkoers euro-dollar ligt bij het vakdepartement.
Tabel 1 Overzicht nieuwe renteloze leningen aan Caribisch Nederland (in mln. dollars1)
Eiland
Leningverstrekkend departement
Onderwerp
Oorspronkelijke omvang lening
Looptijd Lening
Af te lossen in 2015
Af te lossen in 2016
Openstaand ultimo 2015
Saba
OCW
Onderwijshuisvesting
0,3
2019-2020
0,0
0,0
0,3
Noot 1
Het risico van de wisselkoers euro-dollar ligt bij het departement.
Tabel 2 Overzicht reeds aangegane renteloze leningen aan Caribisch Nederland (in mln. dollars1)
Eiland
Leningverstrekkend departement
Onderwerp
Oorspronkelijke omvang lening
Looptijd Lening
Af te lossen in 2015
Af te lossen in 2016
Openstaand ultimo 2015
Bonaire
OCW
Onderwijshuisvesting
19,1
2013-2031
1,0
1,0
16,1
Sint Eustatius
OCW
Onderwijshuisvesting
4,0
2013-2032
0,2
0,2
3,4
Saba
OCW
Onderwijshuisvesting
1,3
2013-2018
0,3
0,3
0,7
Totaal Caribisch Nederland
24,4
1,5
1,5
20,1
Noot 1
Het risico van de wisselkoers euro-dollar ligt bij het departement.
Toelichting lening
Onderwijshuisvesting
Het Cft heeft voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba een positief oordeel gegeven over de financiële ruimte van het openbaar lichaam om de aflossingslasten van de investering te dragen. Deze aflossingslasten worden in mindering gebracht op de vrije uitkering uit het BES-fonds. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekt de leningen opdat de openbare lichamen een eigen bijdrage kunnen leveren in de kosten om de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op de BES-eilanden op korte termijn weg te werken. Met elk van de eilanden zijn door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede om tot deze leningen te komen, afspraken gemaakt om er voor te zorgen dat alle scholen kunnen beschikken over fatsoenlijke onderwijshuisvesting. Dat is een randvoorwaarde voor het realiseren van de basis onderwijskwaliteit.