Antwoorden op enkele vragen, gesteld op 29 november jl. tijdens de eerste termijn van de behandeling van de defensiebegroting 2012 : Schriftelijke antwoorden van de minister van Defensie op vragen gesteld in de eerste termijn vande behandeling van de begroting van het ministerie van Defensie (33000-X)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Antwoorden op enkele vragen, gesteld op 29 november jl. tijdens de eerste termijn van de behandeling van de defensiebegroting 2012 : Schriftelijke antwoorden van de minister van Defensie op vragen gesteld in de eerste termijn vande behandeling van de begroting van het ministerie van Defensie (33000-X)
Document­datum 29-02-2012
Publicatie­datum 30-10-2012
Nummer HTK20112012-30-9
Kenmerk 33000-X; 27830;71; 31200-X;62; 31700-X;61; 32123-X;115; 32123-X;78; 32187;L; 32500-X;74; 32710-X;7; 32733;1; 32733;25; 32733;3; 32733;8; 33000-X;11
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

9 Noten

Schriftelijke antwoorden van de minister van Defensie op vragen gesteld in de eerste termijn vande behandeling van de begroting van het ministerie van Defensie (33000-X).

Noot 1 (zie item 7)

Antwoorden op enkele vragen, gesteld op 29 november jl. tijdens de eerste termijn van de behandeling van de defensiebegroting 2012

Lid: Eijsink

De Rekenkamer zegt dat er meer regie nodig is om verbetertrajecten, plannen, bezuinigingen en uitvoering op elkaar af te stemmen met voldoende mandaat voor verantwoordelijkheden. Zij zegt dat er voldoende rekenmeesters moeten blijven om dit plan uit te kunnen voeren. De eerste beoordeling van de Rekenkamer is uiterst kritisch. Waar staat de minister voor? Wat kunnen we volgend jaar verwachten, nu de Rekenkamer bij de start al deze kritiek heeft? Waarom komt het nu wel goed en waarom was dat eerder niet zo? Waar kunnen wij op vertrouwen?

Defensie hecht veel belang aan een goede bedrijfsvoering en het op orde krijgen van het beheer. Inmiddels zijn al de nodige resultaten geboekt. Het betaalgedrag van Defensie is verbeterd en regels zijn vereenvoudigd. De regierol voor het beheer zal in één hand komen bij de nieuwe Hoofddirectie Bedrijfsvoering. De Algemene Rekenkamer wordt nauw betrokken bij de uitwerking van de maatregelen ter verbetering van het beheer, want in het kader van de toch al nauwe samenwerking met de Algemene Rekenkamer wordt ook op dit onderdeel gebruik gemaakt van de kennis daarvan.

De karakterisering ‘uiterst kritisch’ doet geen recht aan de boodschap van de president van de Algemene Rekenkamer in haar brief van 24 november jongstleden. Zij constateert daarin dat het te vroeg is om een betrouwbare uitspraak te doen over de algehele voortgang van het plan van aanpak van onvolkomenheden. Haar brief bevat voorts constructieve aanbevelingen om de komende jaren de beoogde verbeteringen in het financiële en materieel-beheer bij Defensie te bewerkstelligen.

De Auditdienst Defensie bewaakt de betrouwbaarheid van de informatie over het verbetertraject. De beleidsbrief Defensie na de kredietcrisis van 8 april jl. (Kamerstuk 32 733, nr. 1) betekent een forse beperking van de beschikbare mankracht bij de staven, ook op auditgebied. Ik begrijp de zorgen van de Algemene Rekenkamer over de kwaliteit van de audits in het licht van de personele vermindering. In het kader van de reorganisatie is Defensie gekomen tot een andere uitvoering van de auditfunctie. Hierbij ligt de nadruk op de centralisatie van de auditcapaciteit en een vereenvoudiging en vermindering van de regelgeving en controleactiviteiten. Daardoor is minder auditcapaciteit nodig waarbij toch een toereikende kwaliteit van de audits is gewaarborgd.

Lid: Eijsink

Waar komt het nieuw op te richten financiële administratie- en beheerkantoor, waar alle processen, van verwerven tot en met betalen worden ondergebracht? Een goede locatie is van groot belang. Hoe wordt dit plan uitgewerkt en wanneer is deze pijler van de bezuinigingen klaar?

In de beleidsbrief is aangekondigd dat het financieel beheer een impuls krijgt door zo snel mogelijk één financieel administratie- en beheerkantoor (FABK) op te richten voor het volledige proces van goedgekeurde financiële behoeftestelling tot en met betaling en voor het beheer daarvan. Kernbegrippen bij deze reorganisatie zijn centraliseren, standaardiseren en vereenvoudigen.

Het FABK zal naar verwachting positieve effecten hebben omdat door taakspecialisatie het kennisniveau van de medewerkers en daarmee ook de service aan de defensieonderdelen zullen toenemen. Defensie is een grote en complexe organisatie waarbij ieder defensieonderdeel eigen specifieke aandachtspunten kent. Naast de wettelijke kaders kent Defensie ook interne regelgeving. De functionarissen die met deze regels moeten werken, zijn nu nog werkzaam in functies in de gehele defensieorganisatie en op verschillende locaties. Veelal hebben zij een breed takenpakket waarvan financieel beheer slechts een onderdeel is. Dit kan leiden tot een ontoereikend kennisniveau. Defensie pakt dit probleem aan door de vereenvoudiging en standaardisering van interne regelgeving en door de concentratie van werkzaamheden. Het financieel beheer wordt een volledige taak voor de medewerkers van het FABK.

De financieel-administratieve werkzaamheden voor Defensie, die nu worden gedaan op zes verschillende servicepunten (Den Helder, Assen, Utrecht, Woensdrecht, Eygelshoven en Den Haag), worden geconcentreerd in het FABK, dat maximaal twee vestigingen krijgt. Voor het hoofdkantoor – nu gevestigd in Eygelshoven – wordt momenteel gezocht naar een rijkskantorenlocatie in dezelfde regio. Ook de locatie van het tweede kantoor is nog niet bekend. Het reorganisatieplan moet klaar zijn in het voorjaar van 2012. Daarna is er tijd voor overleg, besluitvorming en vulling. Het nieuwe FABK zal op 1 januari 2013 van start gaan. De risico’s van kennisverlies door het vertrek van personeel acht ik overigens gering, mede omdat het hoofdkantoor uit Eygelshoven in dezelfde regio blijft.

Vooruitlopend op de oprichting van het FABK is overigens alvast een aantal activiteiten belegd bij het Financieel DienstenCentrum Defensie, ter waarborging van de kwaliteit van het verplichtingenbeheer, het vorderingen-beheer en het voorschottenbeheer tijdens de reorganisatieperiode.

Lid: Eijsink

De auditrapporten en de rekenmeesters van Defensie geven aan dat er enkele serieuze, fundamentele fouten in dit SPEER-systeem zitten. Hoe gaat de minister dat oplossen? Wat was en is de rol van het ICT-bedrijf Logica de afgelopen jaren geweest? Is de voor oktober 2011 geplande release van SPEER 1.9.1 eigenlijk wel doorgegaan?

De rapporten van de Auditdienst Defensie over het programma SPEER die de Kamer op 21 november jl. heeft ontvangen, hadden betrekking op tekortkomingen die al werden aangepakt. Bij het autorisatiebeheer is begonnen met de vereenvoudiging en opschoning van de autorisaties. Ter verbetering van de kwaliteit van de datamigra- tie van oude systemen naar SAP worden de gegevens nu per migratiestap geschoond en verbeterd. Het gebruik van SAP door organisatie-eenheden komt steeds beter op gang en steeds meer eenheden gaan gebruikmaken van SAP. Logica is één van de vele externe partijen waarmee Defensie zaken doet en dit bedrijf neemt geen bijzondere positie in. Ten slotte kan ik bevestigen dat SPEER-release 1.9.1 in gebruik is genomen, waarbij een koppeling tot stand is gebracht tussen het financiële en materieellogis-tieke deel van het SAP-systeem. Dit wordt stap voor stap ingevoerd, om te beginnen bij het Commando DienstenCentra.

Lid: Eijsink

De Partij van de Arbeid is al jaren een groot voorstander van het opzetten van goede samenwerkingsprojecten (met het bedrijfsleven). Welke concrete pilots zijn er als het gaat om land, zee en in de lucht? Ik vraag de minister om meer middelen beschikbaar te stellen om onder-houdsactiviteiten bij het bedrijfsleven te regelen. Daarbij moet wel een extra toets komen hoe dit uit te voeren.

Verschillende vormen van samenwerking tussen Defensie en andere partijen zijn reeds realiteit. Voor de wis-sellaadsystemen en de trekker-opleggercombinatie van het Commando landstrijdkrachten en de brugsimulator van het Commando zeestrijdkrachten zijn prestatiecontracten gesloten waarbij het bedrijfsleven zorgt voor het functioneren van het defensiematerieel. Daarnaast zijn er instandhoudingscontracten waarbij het bedrijfsleven zorgt voor het onderhoud. Dit betreft onder meer mobiele geneeskundige systemen, satellietcommunicatiesystemen, de TACTIS-simulator en voertuigen zoals de Fennek, de Bushmaster en de Viking. Bij het vliegende materieel wordt samengewerkt bij het motorenonderhoud van de Chinook, de Cougar en de F100-motoren van de F-16. Bij de transportvliegtuigen voert het bedrijfsleven – met uitzondering van het gebruikersonderhoud – het onderhoud uit aan de vliegtuigen, de motoren en de propellers.

Momenteel onderzoekt Defensie de mogelijkheden voor de uitbesteding van het onderhoud van kleine vaartuigen en luchtverkeersbeveiligingssystemen, alsmede van het onderhoud en de kalibratie van meet- en testap-paratuur. Vanaf 2012 worden de mogelijkheden onderzocht van de uitbesteding van de bevoorrading van kleding en persoonsgebonden uitrusting. Daarnaast onderzoekt Defensie de mogelijkheden van uitbesteding in het kader van investeringsprojecten. Het betreft bijvoorbeeld het project Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen.

Defensie betrekt het bedrijfsleven bij de dienstverlening als daardoor de prestaties verbeteren of de kosten dalen. Pas na de voltooiing van een aanbestedingtraject wordt duidelijk aan welke partij het werk wordt uitbesteed of met wie Defensie zal samenwerken.

Begin deze maand heb ik een rapport in ontvangst genomen van de Policy Research Corporation over mogelijkheden voor samenwerking tussen Defensie en het bedrijfsleven bij de instandhouding van defensiematerieel. In dit rapport worden enkele aanbevelingen gedaan. Defensie zal de reactie op dit rapport verwerken in de toegezegde brief over sourcing die nog dit jaar aan de Kamer zal worden aangeboden.

Lid: Eijsink

Op het NIDV-symposium zullen er weer twee prototypes te zien zijn. Is het waar dat dit geld daadwerkelijk beschikbaar is? Ik hoor andere geluiden. Graag een reactie.

Sinds 2010 kan Defensie in een vroeg stadium kansrijke projecten voor de ontwikkeling van militaire producten financieren met het oog op latere verwervingscontrac-ten. Onder toezicht van de Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling (Codemo) beoordeelt Defensie de projectvoorstellen. Dit jaar zijn prototypes ontwikkeld voor een mortiersimulator en voor akoestische sensoren. Defensie financiert de helft van de ontwikkelingskosten van deze projecten. Knelpunten bij de beschikbaarheid van het budget zijn mij niet bekend.

Lid: Eijsink

De accreditatie van de NLDA is nog steeds niet afgerond. Die is essentieel voor de werving en de begeleiding van onze mensen naar de burgermaatschappij. Wat is de situatie?

Defensie heeft alle werkzaamheden voltooid. De staatssecretaris van OC&W zal op korte termijn een brief sturen aan de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek en Onderwijs NLDA waarin de Stichting wordt aangewezen als rechtspersoon voor het hoger onderwijs. De Stichting zal de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie hierover per ommegaande informeren, waarna de accreditatie van de drie bacheloropleidingen van de NLDA spoedig een feit zal zijn.

Lid: Eijsink

Hoe gaat het met de werving en instroom? Hoe gaat het met de niet-planmatige vrijwillige uitstroom van militairen jonger dan 40 jaar? Volgens mijn informatie neemt de niet-planmatige vrijwillige uitstroom toe ondanks de slechte economische situatie. Ik hoor graag wat de stand van zaken is.

Zoals gemeld in de Personeelsrapportage over de eerste helft van 2011 (Kamerstuk 33 000 X, nr. 11 van 24 oktober jl.) is de niet-reguliere uitstroom licht toegenomen. Er zijn geen aanwijzingen dat dit beeld ingrijpend wijzigt. Het betreft voornamelijk militairen met een FPS fase 2-contract. De instroom van nieuw personeel verloopt zoals voorzien. In 2012 zal Defensie zich in het bijzonder inspannen voor de werving van personeel in de schaarstecategorieën, zoals zorg, techniek en gevechtsfuncties. In combinatie met de maatregelen die reeds zijn voorzien, moet een en ander uiteindelijk bijdragen aan de verjonging van het personeelsbestand.

Lid: Eijsink

Mijn laatste opmerking betreft de aanwijzing van de secretaris-generaal inzake extern optreden van 23 november. Vakbondsleden die niet met de vakbond mogen spreken. Graag een reactie. Wat heeft Defensie te verbergen?

Het betreft een conceptregeling voor de externe contacten van defensiemedewerkers. De regeling heeft onder andere betrekking op contacten tussen defensiepersoneel en journalisten van vakbondsmedia. Wanneer een interview-aanvraag algemene defensieonderwerpen betreft, wordt deze behandeld als een normaal mediaverzoek. Als het gaat om de individuele rechtspositie of de arbeidsvoor- waarden, zijn er geen beperkingen aan de desbetreffende contacten.

Lid: Ten Broeke

Verder willen wij nog terugkomen op de korting van TNO die vorig jaar door de motie-Ten Broeke gedeeltelijk is teruggedraaid. Toch heeft TNO moeten inleveren. Is het mogelijk een update te krijgen waaruit blijkt welke programma's prioriteit hebben gekregen, welke zijn gestopt en welke op de nominatie staan om gestopt te worden? Zijn er mogelijkheden bekeken om gezamenlijk met andere ministeries programma's te financieren? Welke raakvlakken zijn er?

In de defensiebegroting 2012 is het budget voor de Programmafinanciering TNO inclusief Marin vanaf 2013 gestabiliseerd op jaarlijks € 33 miljoen. Dit is in overeenstemming met de aangehouden motie Ten Broeke/ Knops (Kamerstuk 32 733, nr. 8). Met de uitvoering van het amendement Ten Broeke c.s (Kamerstuk 32 500 X, nr. 74) op de defensiebegroting 2011 was al eenmalig € 6 miljoen vrijgemaakt voor projecten bij TNO. Om uitvoeringstechnische redenen wordt dit budget, in overleg met TNO, in de periode 2011–2012 besteed. In de Strategie-, Kennis-en Innovatieagenda van dit voorjaar (Kamerstuk 32 733, nr. 3) heb ik laten weten welke kennisprioriteiten Defensie hanteert. Deze prioriteiten sluiten nauw aan bij de beleidsbrief. Het gaat bijvoorbeeld om kennis over cyber, over militair optreden in een complexe omgeving en over nieuwe technologieën voor defensieonderdelen. In januari 2010 bent u geïnformeerd over de herijking van de kennisportfolio van Defensie (Kamerstuk 27 830, nr. 71). Deze herijking was nodig wegens de korting vanaf 2010 waartoe in 2009 werd besloten. De daarin beschreven keuzes staan vast.

Defensie werkt zoveel mogelijk samen met andere ministeries. In het bijzonder met het ministerie van Veiligheid en Justitie wordt actief gezocht naar samenwerking op het gebied van de maatschappelijke veiligheid. Voorbeelden hiervan zijn de bescherming tegen biologische en chemische dreigingen, cyber en het optreden in netwerken. Ook de oprichting van de nationale politie is aanleiding te bezien of om meer samen kan worden gedaan.

Lid: Jasper van Dijk

Nederland hoort in Genève niet bij de landen die het clustermunitieverdrag verdedigen. Kan de minister uitleggen waarom de regering deze bepaald niet heroïsche positie innam?

De regering gaat nog dit jaar een verbod op investeringen in clusterbommen regelen, zo blijkt uit een brief van minister De Jager aan de Eerste Kamer. Graag krijg ik hiervan een bevestiging.

Lid: Voordewind

Hoe kan het dat we in de Kamer het verdrag ratificeren, terwijl het kabinet elders probeert het verdrag alsnog af te zwakken via het protocol?

De minister van Buitenlandse Zaken heeft op 8 november jl. schriftelijke vragen beantwoord over de Nederlandse inzet tijdens deReviewConferentie in Genève van de Convention on Certain Conventional Weapons (Handelingen TK 2011–2012, Aanhangsel nr. 610). Hierin is uiteengezet dat Nederland de universalisering van het verdrag inzake clustermunitie (CCM) wenselijk acht. In Genève was het niet de Nederlandse inzet het verdrag af te zwakken,

maar wel om door middel van Protocol VI in de praktijk een stap vooruit te zetten. Met Protocol VI zouden enkele landen die niet voornemens zijn toe te treden tot het verdrag, wel juridisch zijn gebonden aan een beperkende norm voor het gebruik van clustermunitie. Nederland heeft zich bovendien ingezet voor een formulering in Protocol VI die de norm van een totaalverbod op clustermu-nitie onderschrijft. De onderhandelingen over Protocol VI zijn echter zonder resultaat gebleven.

Inderdaad is de minister van Financiën voornemens over te gaan tot een verbod op directe investeringen in cluster-munitie zoals verwoord in zijn brief aan de Eerste Kamer van 13 oktober jl. (Kamerstuk 32187 (R1902), letter L).

  • 53. 
    Lid: Hachchi

Vervolgens het financieel en materieel beheer. Klopt het dat de projectgroep die naar aanleiding van het be-zwarenonderzoek in het leven is geroepen, de deur is gewezen? Zo ja, waarom en wanneer? Klopt het dat de Kamer daarover geen bericht heeft ontvangen? Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat Defensie straks niet weer zo'n bezwarenonderzoek aan haar broek krijgt, zeker gezien de forse bezuinigingen en de reorganisaties? (...) Als het gaat om het financieel en materieel beheer doel ik op het project Beter Verbeteren.

De projectgroep Beter Verbeteren is niet de deur gewezen. De taken en verantwoordelijkheden van de projectgroep Beter Verbeteren zijn belegd in de lijnorganisatie sinds de projectgroep vorig jaar is opgeheven. Hiermee heeft de aandacht voor verbetering van het financieel beheer een permanent karakter gekregen. Over de opheffing van de projectgroep is de Kamer eerder geïnformeerd op 14 juni jl. (Kamerstuk 32 710 X, nr. 7).

Lid: Hernandez

Over de Turkse dienstplicht hebben wij uitgebreid gesproken tijdens het wetgevingsoverleg Personeel. Is er bij Defensie nu ook opeens een stormloop op deze regeling? Hoe beoordeelt de minister in dit kader onze motie om de Turkse regeling defensieambtenaren af te schaffen?

Sinds 2004 hebben 33 personen een lening afgesloten in het kader van de regeling voor de Turkse dienstplicht. Van hen zijn achttien personen nog de lening aan het aflossen. Er zijn geen signalen die erop wijzen dat de voorgenomen wijziging van de Turkse wetgeving leidt tot groter beroep op de regeling. Tijdens het wetgevingsoverleg Personeel heb ik over de motie-Hernandez het oordeel aan de Kamer overgelaten.

Lid: El Fassed

De minister van Buitenlandse Zaken gaf aan met deze minister te werken aan een vernieuwde veiligheidsstra-tegie, waar burgerbescherming een belangrijk onderdeel van uitmaakt. Ik wil de minister dan ook vragen om dit met zijn collega voortvarend op te pakken. Is hij daartoe bereid?

Nederland hecht grote waarde aan de naleving van internationale afspraken ter voorkoming van burgerslachtoffers. Te allen tijde moet worden voorkomen dat burgers het slachtoffer worden van een gewapend conflict. Bij elke missie waaraan Nederland deelneemt, maken de bescherming van de burgerbevolking en het voorkómen van burgerslachtoffers deel uit van het Nederlandse optreden. GroenLinks heeft op 24 november jl. een – inmiddels aangehouden – motie ingediend die de regering verzoekt de aandacht voor de bescherming van burgers tijdens art. 100-operaties te verankeren in het Toetsingskader. De minister van Buitenlandse Zaken heeft toegezegd dat dit bij de bespreking van de ISAF-evaluatie aan de orde zal komen. Ik sluit me daar graag bij aan.

Lid: El Fassed

Het bericht dat Defensie investeert in windturbines en daarmee in de toekomst geld zal besparen, was mij uit het GroenLinkse hart gegrepen. Wat is de middellange duurzaamheidagenda van de minister? Waar denkt de minister nog meer aan?

Defensie streeft naar een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen door het verbruik te verminderen en alternatieve energiebronnen te benutten. Bij Defensie is de Duurzaamheidsnota 2009–2012 van kracht met concrete doelen op het gebied van energie, milieu en natuur (Kamerstuk 31 700 X, nr. 61 van 25 november 2008). Daarin is onder meer vastgelegd dat Defensie bij de combinatie van vastgoed en voertuigen jaarlijks een energiebesparing van 2 procent realiseert. Verder is 100 procent van de ingekochte elektriciteit groene stroom en wekt Defensie 5 procent van haar elektriciteit zelf op met drie windturbines in Coevorden. Bij gelijkblijvende energieprijzen verdienen deze turbines zich in negen jaar terug. Daarna leveren ze Defensie een jaarlijkse besparing op van € 600.000.

Lid: El Fassed

Op welke wijze gaat het ministerie, in navolging van de VS, het gebruik van open source omarmen?

Het is bekend dat het Amerikaanse ministerie van Defensie voorstander is van open source software. Ik deel de mening dat software bij de tijd moet zijn om effectief te kunnen optreden tegen nieuwe dreigingen. Defensie voert daarom regelmatig software updates uit.

Defensie ontwikkelt in beginsel geen eigen software, maar verwerft deze bij de Navo, andere overheden of commerciële partijen. Daarnaast wil Defensie ook gebruik maken van open source software. Defensie combineert en configureert de software naar behoefte. Op verscheidene plekken in de defensieorganisatie wordt met open source software gewerkt. In een aantal gevallen voldoet open source software echter niet, bijvoorbeeld vanwege de aansluiting op applicaties die de Navo in gebruik heeft. Ook de complexiteit van de huidige softwareportfolio van Defensie, vooral ten aanzien van informatie-integratie en interoperabiliteit, bemoeilijkt het gebruik van open source alternatieven.

Lid: El Fassed

Hoe verhoudt DefCERT zich tot andere overheidsorganen die werken aan ict-veiligheid?

Het is de taak van DefCERT, een onderdeel van IVENT, om de weerbaarheid van Defensie tegen digitale aanvallen te vergroten waardoor de continuïteit en de betrouwbaarheid van de bedrijfsprocessen beter kunnen worden gewaarborgd. DefCERT adviseert de ICT-beheerorganisa-tie over technische maatregelen om digitale aanvallen te voorkomen of te stoppen en om eventuele schade aan de defensienetwerken te herstellen. Dat vraagt om uitgebreide kennis van zowel de militaire netwerken als van de bestuurlijke en operationele processen van Defensie.

GOVCERT is het Computer Emergency Response Team van de rijksoverheid. Het ondersteunt en adviseert overheidsorganisaties in het voorkomen en afhandelen van ICT-gerelateerde beveiligingsincidenten. GOVCERT is actief in kennisuitwisseling en samenwerking met Europese en andere internationale CERT-fora. Omdat GOVCERT de overheids- en civiele netwerkdomeinen voorziet van deskundigheid en incident response diensten en DefCERT dat doet voor het specialistische, militaire netwerkdomein, is een goede samenwerking noodzakelijk om elkaars capaciteiten te versterken. Deze samenwerking is reeds een feit. Zo hebben medewerkers van DefCERT het GOVCERT geassisteerd tijdens de Diginotar-crisis en ontvangt DefCERT waarschuwingen en adviezen van GOVCERT.

Lid: Voordewind

De Kamer heeft vorig jaar een motie aangenomen waarin wordt verzocht dat, als UAV-capaciteit wordt aangeschaft, het dan ook goed te combineren zou zijn met al eerder aangenomen moties over het sensorpakket dat in Nederland ontwikkeld is. Het zou hartstikke zonde zijn om de kennis die we nu in huis hebben, niet te combineren met het nieuwe UAV. Graag wil ik hierop een reactie van de minister.

In de motie-Voordewind c.s. van 6 juni jl. (Kamerstuk 32733, nr. 25) wordt de regering naar aanleiding van de voorgenomen aanschaf van UAV’s met een groot bereik (MALE UAV) verzocht de mogelijkheden te onderzoeken van de aanschaf van UAV’s die worden uitgerust met een sensorpakket dat met Nederlandse steun is ontwikkeld. Zoals ik heb toegezegd in reactie op deze motie zullen de mogelijkheden hiervoor tijdens de vervolgfasen van het project MALE UAV worden onderzocht. Eerdere moties over dit onderwerp (Kamerstukken 31200 X, nr. 62 en 32123 X, nr. 78) legden een verband met de Maatschappelijke Innovatie Agenda (MIA) Veiligheid. In de brief van 10 april 2010 is uiteengezet dat een project voor een vliegende radar in aanmerking kon komen voor de tweede tranche van de MIA Veiligheid (Kamerstuk 32123 X, nr. 115). De industrie heeft echter voor de MIA Veiligheid geen projectvoorstel voor een vliegende radar ingediend en Defensie heeft geen voorstel ontvangen voor een sensorpakket zoals bedoeld in deze moties. Ik zal de Kamer spoedig informeren over de behoeftestelling van het project MALE UAV.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.