Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2011 (Incidentele suppletoire begroting EFSF) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 33029 - Incidentele suppletoire begroting EFSF (noodfonds euro).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2011 (Incidentele suppletoire begroting EFSF); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 03-10-2011 |
Publicatiedatum | 03-10-2011 |
Nummer | KST330292 |
Kenmerk | 33029, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
33 029 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2011 (Incidentele suppletoire begroting EFSF)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten, die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2011 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) om in te kunnen stemmen met aanpassingen van de raamwerkovereenkomst met de European Financial Stability Facility (EFSF). Vanwege het belang van deze begrotingswijziging is ervoor gekozen om deze wijziging in een aparte suppletoire begroting op te nemen en daarmee niet te wachten tot de reguliere suppletoire begroting samenhangende met de Najaarsnota, die pas eind november 2011 bij de Tweede Kamer wordt ingediend.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister van Financiën,
J. C. de Jager
B. Begrotingstoelichting
Budgettaire gevolgen van beleid - beleidsartikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Algemene beleidsdoelstelling: een financieel-economisch gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (1)
Vastgestelde stand ISB departementale herindeling 2011 (2)
Vastgestelde stand eerste suppletoire begroting VJN (3)
Mutatie ISB EFSF (4)
Stand ISB EFSF (5)
Verplichtingen
3 399 961
3 404 311
35 252 013
41 871 000
77 123 013
Betalingsverplichtingen
600 916
605 266
734 268
734 268
Garantieverplichtingen
2 799 045
2 799 045
34 517 745
41 871 000
76 388 745
Uitgaven
2 039 774
1 989 774
2 531 703
2 531 703
Programma-uitgaven
2 037 205
1 987 205
2 528 805
2 528 805
Waarvan juridisch verplicht
2 037 205
2 037 205
2 528 805
2 528 805
Doelst. 1 Gezonde en stabiele monetaire en budgettaire
ontwikkeling van de EU en haar lidstaten.
Lening aan Griekenland
1 705 000
1 705 000
2 191 000
2 191 000
Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)
Deelname EFSF
600
600
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI’s
Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen
332 205
282 205
337 205
337 205
Apparaatsuitgaven
2 569
2 569
2 898
2 898
Ontvangsten
128 937
128 937
110 621
110 621
Doelst. 1 Gezonde en stabiele monetaire en budgettaire
ontwikkeling van de EU en haar lidstaten.
Renteontvangsten lening Griekenland
119 316
119 316
101 000
101 000
Aflossingen lening Griekenland
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI’s
Ontvangsten
9 621
9 621
9 621
9 621
Toelichting
Verplichtingen
Tijdens de bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone van 21 juli 2011 is onder andere afgesproken dat de looptijden van de leningen die het EFSF uitgeeft worden verlengd. Deze afspraken zijn ook opgenomen in de gewijzigde raamwerkovereenkomst voor het EFSF. Een langere looptijd leidt tot een hogere garantie op de rentelasten van het EFSF. Het Nederlandse aandeel in de garanties en overgaranties voor het EFSF bedraagt circa 6,1%. Uitgaande van een maximale looptijdverlenging tot 30 jaar, voor de gehele leencapaciteit van het EFSF en een rente van 4 procent over de totale Nederlandse garantie voor het EFSF wordt het Nederlandse totaalplafond voor het EFSF opgehoogd naar 97,8 miljard euro. In de eerste suppletoire begroting 2010 was een garantieplafond van circa 25,9 miljard euro opgenomen. In de eerste suppletoire begroting 2011 is dit opgehoogd met circa 30,0 miljard euro. Dit betekent dat er met deze incidentele suppletoire begroting aanvullend een garantieverplichting van 41,9 miljard euro wordt geraamd. Van de 97,8 miljard is ruim 44 miljard euro aan garantie en overgarantie voor de hoofdsom. Om te allen tijde de leencapaciteit van 440 miljard euro zeker te stellen, worden ook de rentelasten gegarandeerd. Deze rentelasten van het EFSF liggen ook in de toekomst. Aangezien rentestanden kunnen fluctueren, zullen de garanties voor de rentelasten mee bewegen met deze ontwikkelingen. Zoals ook gebruikelijk bij andere begrotingsposten, zullen daarom bij reguliere begrotingsmomenten de garanties voor de rentelasten van het EFSF geactualiseerd worden met de dan geldende CPB-ramingen.