Vragen CDA, VVD, D66, SGP, CU over de demonstratie in Amsterdam «Stop de oorlog tegen de Palestijnen» (2010209490)

externe link origineel bericht
publicatie datum 22 april 2002
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Justitie i
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties i
kamerleden A. (André) Rouvoet i
A. (Atzo) Nicolaī i
B.O. (Boris) Dittrich i
J.T. (Koos) van den Berg i
M.J.M. (Maxime) Verhagen i
partijen Christen-Democratisch Appèl i
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie i
Democraten 66 i
Staatkundig-Gereformeerde Partij i
ChristenUnie i

Vragen gesteld door de leden der Kamer

2010209490

Vragen van de leden Verhagen (CDA), Rouvoet(CristenUnie), Dittrich (D66), Nicolaï (VVD) en Van den Berg (SGP) aan de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Grote Steden- en Integratiebeleid over de demonstratie in Amsterdam «Stop de oorlog tegen de Palestijnen». (Ingezonden 22 april 2002)

1

Hebt u kennisgenomen van de gebeurtenissen tijdens de demonstratie «stop de oorlog tegen de Palestijnen», die zaterdag 13 april 2002 gehouden werd te Amsterdam?

2

Hebt u kennisgenomen van het feit dat het meldpunt discriminatie Amsterdam 75 hakenkruisen telde tijdens de betoging; en dat mensen borden omhoog hielden met teksten als «Hitler is er één vergeten; Sharon», dat er foto's van Hitler getoond werden; dat er adhesiebetuigingen waren aan het adres van Saddam Hoessein en Osama Bin Laden; dat er Amerikaanse en Isralëlische vlaggen verbrand werd; dat onder meer vlaggen van Hezbollah en Hamas de Dam sierden? Zo ja, welke concrete maatregelen o.a. ten aanzien van strafbare discriminerende uitlatingen heeft de politie vóór en na de demonstratie genomen?1

3

Deelt u de mening dat tijdens deze demonstraties de grens van de vrijheid van demonstratie is overtreden? Deelt u ook de mening dat dit ontoelaatbare meningsuitingen zijn in Nederland?

4

Waarom zijn de hierboven genoemde meningsuitingen bij deze demonstratie kennelijk gedoogd, terwijl in het verleden bij extreemrechtse demonstraties tegen dergelijke uitingen is opgetreden?

5

Deelt u de opvatting dat het stuitend is dat in Nederland nota bene bij het monument op de Dam ter herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog anti-semitische uitingen en hakenkruisen werden getoond?

6

Wat gaat u ondernemen om te voorkomen dat dergelijke anti-semitische / discriminerende uitingen in de toekomst plaatsvinden?

7

Hoe is de communicatie tussen de ordedienst van het Palestina Comité en de politie verlopen voor, tijdens en na de demonstratie?

8

Is het waar dat de Burgemeester van Amsterdam gezegd heeft te weten wie de daders zijn, maar dat deze nog steeds op vrije voeten zijn? Waarom zijn niet alle vermoedelijke daders opgepakt?

9

Welke stappen zullen er gezet worden om deze daders strafrechtelijk te vervolgen?

10

Zullen de gebeurtenissen gevolgen hebben voor het integratiebeleid?

Noot 1

Parool, 15 april jl.

Volkskrant, 15 april jl.

Algemeen Dagblad, 15 april jl.