Voorstel van wet - Wijziging van de Gemeentewet in verband met het afschaffen van het raadplegend burgemeestersreferendum

Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 31393 - Afschaffen van het raadplegend burgemeestersreferendum i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Gemeentewet in verband met het afschaffen van het raadplegend burgemeestersreferendum; Voorstel van wet  
Document­datum 20-03-2008
Publicatie­datum 01-04-2009
Nummer KST116814
Kenmerk 31393, nr. 2
Van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

31 393

Wijziging van de Gemeentewet in verband met het afschaffen van het raadplegend burgemeestersreferendum

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het

raadplegend referendum ten behoeve van de aanbeveling inzake de

benoeming van de burgemeester af te schaffen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg

der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij

goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het tweede lid vervalt de tweede volzin.
  • 2. 
    In het vijfde lid vervalt de zinsnede: , of, indien in overeenstemming met de in artikel 61e genoemde eisen een raadplegend referendum ten behoeve van de aanbeveling inzake de benoeming is gehouden, binnen een maand nadat het raadplegend referendum is gehouden,.

B

Aan het slot van artikel 61c, derde lid, vervalt de zinsnede: , tenzij een raadplegend referendum is gehouden.

C

Artikel 61e vervalt.

ARTIKEL II

Indien de gemeenteraad vóór de dag van inwerkingtreding van deze wet overeenkomstig artikel 61, tweede lid, van de Gemeentewet heeft besloten dat een raadplegend referendum deel van de procedure uitmaakt, blijven de artikelen 61, 61c en 61e van die wet van toepassing.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.