Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2008

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 31200 X - Vaststelling begroting Defensie 2008.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2008; Memorie van toelichting  
Document­datum 18-09-2007
Publicatie­datum 14-03-2009
Nummer KST108431B
Kenmerk 31200 X, nr. 2
Van Defensie (DEF)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

31 200 X

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2008

Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

A.          Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

B.          De begrotingstoelichting

  • 1. 
    Leeswijzer
  • 2. 
    Het beleid

De beleidsagenda 2008 Inleiding tot de beleidsartikelen

  • 3. 
    De beleidsartikelen

Beleidsartikel 20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties Beleidsartikel 21 Commando zeestrijdkrachten Beleidsartikel 22 Commando landstrijdkrachten Beleidsartikel 23 Commando luchtstrijdkrachten Beleidsartikel 24 Commando Koninklijke marechaussee Beleidsartikel 25 Defensie Materieelorganisatie Beleidsartikel 26 Commando Dienstencentra

De niet-beleidsartikelen

77

 

2

 

Niet-beleidsartikel 70 Geheime uitgaven

77

3

 

Niet-beleidsartikel 80 Nominaal en onvoorzien

78

   

Niet-beleidsartikel 90 Algemeen

80

8

8 21

5.

Verdiepingshoofdstuk

85

6.

Begroting van baten-lastendiensten

101

7.

De bedrijfsvoeringsparagraaf

113

30

8.

Bijlagen

116

30

 

Bijlage 1: Moties en toezeggingen

117

37

 

Bijlage 2: Toezichtrelaties en ZBO’s/RWT’s

126

41

 

Bijlage 3: Overzichtsconstructie uitgaven voor

 

47

 

veteranen en uitgaven voor zorg en nazorg

127

51

 

Bijlage 4: Overzichtsconstructie van de uitgaven voor

 

58

 

de derde hoofdtaak van Defensie binnen de

 

69

 

defensiebegroting 2008

131

   

Bijlage 5: Lijst van afkortingen

133

   

Bijlage 6: Trefwoordenregister

137

4.

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 (begrotingsstaat ministerie)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het ministerie van Defensie voor het jaar 2008 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2008. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2008.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2008 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze Memorie van Toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2 (begrotingsstaat baten-lastendiensten)

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de baten-lastendiensten Defensie Telematica Organisatie (DTO), Dienst Vastgoed Defensie (DVD) en Defensie Horecabedrijf Paresto voor het jaar 2008 vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (begrotingstoelichting) van deze Memorie van Toelichting en wel in de paragraaf inzake de baten-lastendiensten.

De Minister van Defensie, E. van Middelkoop

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1.

2.

2.1.

2.2.

3.

3.1.

3.2.

3.3.

3.4.

3.5.

LEESWIJZER

HET BELEID

De beleidsagenda 2008

Inleiding tot de beleidsartikelen

DE BELEIDSARTIKELEN

4 3.6.

8 23 30

Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties – beleidsartikel203

Algemene doelstelling                                                       30

Operationele doelstelling1                                               31

Operationele doelstelling2                                               33

Operationele doelstelling3                                               34

Operationele doelstelling4                                               34

Commando zeestrijdkrachten – beleidsartikel 21           37

Algemene doelstelling                                                       37

Operationele doelstelling1                                               38

Operationele doelstelling2                                               39

Operationele doelstelling3                                               39

Commando landstrijdkrachten – beleidsartikel

22                                                                                        41

Algemene doelstelling                                                       41

Operationele doelstelling1                                               42

Operationele doelstelling2                                               42

Operationele doelstelling3                                               43

Commando luchtstrijdkrachten – beleidsartikel

23                                                                                        47

Algemene doelstelling                                                       47

Operationele doelstelling1                                               48

Operationele doelstelling2                                               48

Operationele doelstelling3                                               49

Commando Koninklijke marechaussee –

beleidsartikel24                                                                 51

Algemene doelstelling                                                       51

Operationele doelstelling1                                               53

Operationele doelstelling2                                               54

Operationele doelstelling3                                               55

Operationele doelstelling4                                               56

Operationele doelstelling5                                               56

Operationele doelstelling6                                               57

3.7.

  • 4. 
    4.1. 4.2. 4.3.

5.

6.

6.1.

6.2.

6.3.

7.

8.

Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 3

Bijlage 4

Bijlage 5 Bijlage 6

Defensie Materieelorganisatie – beleidsartikel 25

Algemene doelstelling Operationele doelstelling 1 Operationele doelstelling 2 Operationele doelstelling 3

Commando Dienstencentra – beleidsartikel 26

Algemene doelstelling Operationele doelstelling

58

58 59 66 67

69

69 70

77

DE NIET-BELEIDSARTIKELEN 0

Geheime uitgaven – niet-beleidsartikel 7077

Nominaal en onvoorzien – niet-beleidsartikel 8078

Algemeen –niet-beleidsartikel 908

Operationele doelstelling 1 Operationele doelstelling 2 Operationele doelstelling 3

VERDIEPINGSHOOFDSTUK

BEGROTING VAN BATEN-LASTENDIENSTEN

Defensie Telematica Organisatie (DTO)

Dienst Vastgoed Defensie (DVD)

Paresto

BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

BIJLAGEN

Moties en toezeggingen

Toezichtrelaties en ZBO’s/RWT’s

Overzichtsconstructie uitgaven voor veteranen en voor uitgaven zorg en nazorg

Overzichtsconstructie van de uitgaven voor de derde hoofdtaak van Defensie binnen de defensiebegroting 2008

Lijst van afkortingen

Trefwoordenregister

81 81 81

87

101

101

105

109

113

116

117

126

127

131 133 137

8

  • 1. 
    LEESWIJZER

Algemeen

In deze leeswijzer wordt kort ingegaan op de beleidsagenda, de bijdragen aan het beleidsprogramma 2007–2011, onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid, de indeling van de begroting, de operationele doelstellingen en prestatiegegevens, het Defensie Materieelprojectenoverzicht (MPO) en comply or explain.

Beleidsagenda

De beleidsagenda beschrijft de beleidsprioriteiten van het ministerie van Defensie voor 2008. De beleidsagenda voor 2008 is gebaseerd op de Beleidsnota die u tegelijk met deze begroting wordt aangeboden. De in de Beleidsnota opgenomen maatregelen zijn in deze begroting financieel «geparkeerd» bij niet-beleidsartikel 80 «Nominaal en onvoorzien». De maatregelen worden in een later stadium uitgewerkt en zullen met de eerste suppletore begroting 2008 in de betreffende beleidsartikelen worden verwerkt.

De bijdragen van Defensie aan het Coalitieakkoord «Samen Werken, Samen Leven»

Het Coalitieakkoord van het kabinet is verdeeld in 6 zogenoemde pijlers. Defensie draagt bij aan de pijlers I, II en V. Met de toekenning van gelden uit de pijlers I en V in de vorm van «enveloppes» is in deze begroting rekening gehouden. Het aandeel van Defensie in deze pijlers is weergegeven in een tabel in de beleidsagenda. Bij de «Inleiding tot de beleids-artikelen» is een overzicht gegeven van alle in de beleidsagenda aangegeven maatregelen.

Onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid

Een meerjarig overzicht van alle onderzoeken wordt gegeven bij de inleiding tot de beleidsartikelen in plaats van, zoals gebruikelijk, bij de (niet-)beleidsartikelen. Dit is het gevolg van een andere manier van evalueren in vergelijking met voorgaande jaren. Een nadere toelichting is opgenomen bij het overzicht.

Indeling begroting

Na de beleidsagenda komen de beleidsartikelen 20 tot en met 26 aan bod. Artikel 20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties is het beleidsartikel waarin de inzet van de krijgsmacht wordt weergegeven. In de beleidsartikelen 21 tot en met 23 worden de doelstellingen en geplande inzet beschreven van de drie operationele commando’s (Commando zeestrijdkrachten, Commando landstrijdkrachten, Commando luchtstrijdkrachten). Daarna volgt artikel 24 (Commando Koninklijke marechaussee). In de beleidsartikelen 25 (Defensie Materieelorganisatie) en 26 (Commando Dienstencentra) zijn de ondersteunende en dienstverlenende defensieorganisaties beschreven.

In de niet-beleidsartikelen 70 en 80 zijn de Geheime uitgaven en de ramingen voor Nominaal en onvoorzien opgenomen. In het niet-beleidsarti-kel 90 Algemeen zijn de uitgaven voor de Bestuursstaf en niet nader toe te delen departementsbrede uitgaven opgenomen.

De begroting bevat verder:

– een verdiepingshoofdstuk;

– de uitgaven voor de baten-lastendiensten Defensie Telematica

Organisatie, Dienst Vastgoed Defensie en Paresto; – een bedrijfsvoeringsparagraaf en – een zestal bijlagen.

De begroting van het ministerie van Defensie is ook digitaal beschikbaar op www.rijksbegroting.nl. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zijn in de digitale versie, waar mogelijk, hyperlinks aangebracht naar de achterliggende documenten.

Operationele doelstellingen en prestatiegegevens

In de inleiding van de beleidsartikelen is het generieke ambitieniveau van Defensie opgenomen. In betreffend begrotingsartikel is vervolgens per operationeel commando een uitwerking van de operationele doelstellingen in tabelvorm opgenomen. Ook het Commando Koninklijke marechaussee heeft met ingang van deze begroting een doelstellingenmatrix opgenomen voor haar gereedstellingsopdracht, conform de systematiek van de operationele commando’s.

Bij de artikelen 25 (Defensie Materieelorganisatie) en 26 (Commando Dienstencentra) is tevens een toelichting opgenomen met de prestatiegegevens. Conform de VBTB-gedachte is dit in deze begroting ten opzichte van de vorige begroting verbeterd.

Het Defensie Materieelprojectenoverzicht (MPO)

In 2006 is het Defensie Materieel Proces (DMP) geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie en het overleg daarover met de Kamer, is een aantal verbeteringen doorgevoerd in de informatievoorziening aan de Kamer over materieelprojecten. Naast de ontwerpbegroting ontvangt de Kamer voortaan jaarlijks een Materieelprojectenoverzicht (MPO). In het MPO zijn de lopende of geplande strategische materieelprojecten opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen, alsmede projecten die politiek gevoelig zijn.

Per project wordt meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting zelf. Zo wordt duidelijk gemaakt wat de samenhang is met andere materieelprojecten en wat de relatie is van het project met het algehele defensiebeleid. Niet-strategische en bedrijfsondersteunende projecten zullen niet in dit overzicht worden opgenomen, maar zullen op de gebruikelijke wijze in de begroting worden toegelicht.

Comply or explain

Algemeen

In deze paragraaf is toegelicht in hoeverre beleidsdoelen in de begroting kunnen worden weergegeven in termen van te bereiken maatschappelijke effecten (outcome).

In algemene zin wordt opgemerkt dat de defensiebegroting afwijkt van de begrotingen van andere beleidsdepartementen. Waar andere departementale begrotingen zijn ingedeeld naar beleidsmatige thema’s, kent de defensiebegroting een organisatorische indeling. Dit heeft gevolgen voor

de wijze waarop de koppeling tussen de doelstellingen, de activiteiten en de middelen van de krijgsmacht in de begroting kan worden weergegeven.

Outcome

Beleidsartikel 20 (Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties) geeft de verwachte omvang van de inzet weer, evenals de beoogde (maatschappelijke) effecten ervan. Uit de defensiecapaciteiten (de beleidsartikelen 21 tot en met 24) worden operationele eenheden, dan wel delen of samenstellingen daarvan, aangewezen voor inzet. Afhankelijk van de aard van de inzet kan aanvullende missiespecifieke training noodzakelijk zijn.

Het is lastig de outcomevan de inzet van de Nederlandse krijgsmacht te bepalen vanwege het ontbreken van de exacte relatie tussen deze inzet en de maatschappelijke effecten. Bovendien is de opzet van de operaties zo verschillend (geografie, wijze van militair optreden, geweldsniveau) dat een éénduidige meetsystematiek nauwelijks mogelijk is. Na afloop van elke inzet wordt in de eindevaluatie (waar mogelijk) ingegaan op het resultaat van de operatie (wat was beoogd en wat is uiteindelijk met welke inspanning bereikt).

Output «gereedstelling»

Het hoofdproduct van Defensie is het opwerken, gereedstellen en beschikbaar houden van operationele eenheden en de inzet van deze eenheden. De beleidsartikelen 21 tot en met 24 (CZSK, CLAS, CLSK en CKmar) beschrijven de capaciteiten van de krijgsmacht, waaronder de operationeel gerede eenheden.

Bij de operationele commando’s CZSK, CLAS en CLSK zijn in matrices de operationele doelstellingen weergegeven. Voor wat betreft CKmar is de outputinzichtelijk gemaakt op basis van taakvelden. Deze taakvelden worden aan de hand van indicatoren toegelicht.

Output «dienstverlening»

De beleidsartikelen 25 (DMO) en 26 (CDC) bevatten de ondersteuning van en dienstverlening voor de gereedstelling en inzet van deze eenheden in de vorm van dienstverleningsovereenkomsten (dvo’n).

Prestatiegegevens DMO

Bij de logistieke ondersteuning door de DMO aan de defensieonderdelen is sprake van een zogenaamde klant-leverancierrelatie. Hiertoe worden tussen de DMO en de defensieonderdelen dvo’n afgesloten. Deze dvo’n vormen de leidraad voor de afspraken over bijvoorbeeld het uitvoeren van systeemmanagement, onderhoud en modificaties, bevoorrading en assortimentsmanagement. In de dvo’n zijn de prestatiegegevens vastgelegd. Over de voortgang van de uitvoering ervan wordt elk kwartaal gerapporteerd aan de defensieonderdelen.

Daarnaast wordt elke maand door de DMO per hoofdwapensysteem een assessment opgesteld over de materiële status van het systeem en de materiële knelpunten (inclusief genomen acties en verwachting dat het knelpunt wordt weggenomen).

Prestatiegegevens CDC

Aan de klant/leverancierverhouding tussen de bedrijfsgroepen (inclusief

catering en vastgoed) van het CDC en de defensieonderdelen wordt

vormgegeven met dvo’n. Hierin zijn afspraken gemaakt over te leveren

prestaties.

Het nakomen van afspraken betreft de daadwerkelijke invulling van de samen met de andere defensieonderdelen opgestelde dvo’n. De norm hiervoor ligt op 80%; het streven is gericht op een doelstelling van 100%.

  • 2. 
    HET BELEID

2.1. De beleidsagenda 2008

Inleiding

Nederland kiest voor een actieve en constructieve rol in Europa en in de wereld. De inzet van militairen in Afghanistan, Congo, Soedan, Libanon en tal van andere plaatsen, vaak onder moeilijke en risicovolle omstandigheden, onderstreept de bereidheid van ons land om actief bij te dragen aan internationale veiligheid en stabiliteit. In 2006 zijn ruim tienduizend militairen uitgezonden naar operaties in het buitenland. Ook binnen de eigen landsgrenzen is de krijgsmacht actief. Defensie garandeert de continue beschikbaarheid van 4600 militairen, binnen afgesproken reactietijden, ter ondersteuning van de civiele autoriteiten bij rampenbestrijding en crisisbeheersing.

De regering stemt het veiligheidsbeleid af op de nieuwe situatie in de wereld. Onze krijgsmacht is in staat op alle geweldsniveaus te opereren samen met onze bondgenoten. Indien noodzakelijk kan Defensie grotere land-, zee- en luchtoperaties uitvoeren, evenals early entryoperaties waarin snel een militair overwicht moet worden bereikt. Defensie draagt bij aan de doelstelling van de regering door zich te richten op vredesmissies, op bestrijding van terrorisme, op conflictpreventie en op wederopbouw. Onze militairen treden in internationale missies veelal op temidden van de bevolking, waaronder zich zowel onschuldige burgers als tegenstanders bevinden, en onder het toeziend oog van de media. Het belangrijkste doel van de operatie is niet de militaire overwinning, maar het scheppen van de voorwaarden voor het politieke proces, met als kern staatsvorming. Daarvoor is een geïntegreerde, veelomvattende aanpak nodig waarin verschillende internationale organisaties, departementen, non-gouvernementele organisaties en het bedrijfsleven hun rol spelen, doorgaans aangeduid als de 3D-benadering: Diplomacy, Defence and Development.

Defensie levert verschillende bijdragen aan het beleidsprogramma van het kabinet Balkenende IV voor de komende vier jaar. De bijdrage van Defensie aan pijler I, een actieve internationale en Europese rol, springt het meest in het oog. Als onderdeel van het geïntegreerd buitenlandse beleid levert Defensie hieraan belangrijke bijdragen, vooral met de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties. Daarnaast draagt zij ook bij aan bijvoorbeeld hervormingen in de veiligheidssector van landen (Security Sector Reform -SSR) en aan het «3D-beleid» (Diplomacy, Defence and Development). In pijler II, een innovatieve, concurrerende en onderne-mendeeconomie, levert Defensie een bijdrage op het gebied van kennis en innovatie. Defensie draagt als grote investeerder in nieuw materieel bij aan maatschappelijk relevante (technologische) innovatie. In pijler IV, sociale samenhang, levert Defensie een bijdrage aan het project «iedereen doet mee» door de werving en het behoud van vrouwelijke en allochtone werknemers te intensiveren. Ook levert Defensie een bijdrage aan de aanval op de schooluitval. Een deel van de jongeren die bij Defensie komen werken, beschikt bij binnenkomst niet over een startkwalificatie. Door de mogelijkheden te benutten die Defensie hen biedt, verlaat een deel de krijgsmacht mét een startkwalificatie. In pijler V, veiligheid, stabiliteit en respect, tenslotte, levert Defensie een bijdrage als nationale

veiligheidspartner. In het kader van de Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) zijn de afgelopen periode afspraken gemaakt die de komende tijd worden uitgevoerd.

In 2008 zal Defensie in ieder geval bijdragen aan de NAVO-operatie ISAF in Afghanistan, de VN-operaties UNMIS in Soedan en UNIFIL in Libanon, de EU-missie EUFOR in Bosnië-Herzegovina en de NAVO-trainingsmissie NTM-I in Irak. Hoewel veel aandacht naar Uruzgan uitgaat, richt Defensie zich mede op de mogelijke nieuwe inzet in andere delen van de wereld, met name Afrika. Defensie bereidt voorts een bijdrage van waarschijnlijk enige tientallen marechaussees voor aan de politiecomponent van de civiele EU-missie in Kosovo.

De NAVO ontwikkelt zich verder als een bondgenootschap dat ook ver buiten het eigen grondgebied operaties kan uitvoeren. De door de NAVO geleide ISAF-operatie in Afghanistan is hiervan een duidelijk voorbeeld. Tegen deze achtergrond is in de Ministerial Guidance 2006vastgesteld dat de NAVO in het gehele geweldsspectrum operaties moet kunnen uitvoeren, maar dat het accent bij de planning moet liggen op de meest waarschijnlijke operaties. De nadruk komt nog meer dan voorheen te liggen op expeditionair optreden met flexibele en snel inzetbare eenheden. In dit licht zal het accent meer op de ondersteunende capaciteiten komen te liggen. Ook onderstreept de NAVO het belang van een geïntegreerde aanpak. De praktijk van crisisbeheersingsoperaties heeft laten zien dat veiligheid en wederopbouw nauw met elkaar zijn verbonden en dat een geïntegreerde aanpak noodzakelijk is.

De afgelopen jaren zijn nieuwe stappen gezet in de ontwikkeling van het Europese veiligheids- en defensiebeleid (EVDB). Naast de militaire operatie in Bosnië-Herzegovina die de EU met NAVO-middelen uitvoert, heeft de EU eind 2006 een zelfstandige militaire operatie uitgevoerd, ter ondersteuning van de VN-operatie in de Democratische Republiek Congo. Deze operatie, waaraan ook Nederland heeft deelgenomen, is succesvol verlopen. Ook neemt het aantal civiele EVDB-missies toe. Naast de al bestaande civiele EVDB-missies zijn er twee nieuwe missies in voorbereiding. Zo gaat de EU in Afghanistan een belangrijke rol spelen bij de hervorming van de politie en advisering van de justitiële sector en bereidt de EU een aanzienlijke civiele EVDB-missie voor in Kosovo. Aan beide missies zal Nederland zijn bijdrage leveren.

De snelle reactiemacht van de NAVO, de NATO ResponseForce(NRF), is inmiddels operationeel verklaard. Sinds 1 januari 2007 geldt hetzelfde voor de EU-battlegroups. Nederland is voornemens doorlopend kwalitatief hoogwaardige bijdragen aan de NRF- en de EU-battlegroupste blijven leveren. Het gaat in beginsel één keer per jaar om een omvangrijkere bijdrage aan de NRF- of de EU-battlegroup. In de eerste helft van 2008 behelst de bijdrage aan NRF-10, naast 2400 militairen, de leiding van de landcomponent door het Duits-Nederlandse high readiness forces hoofdkwartier. Daarnaast start in 2008 het opwerktraject van een maritieme taakgroep van 1200 militairen voor deelname aan NRF-12 in 2009.

Het jaar 2008 staat in het teken van de introductie van het Flexibel Personeelssysteem (FPS). Het systeem laat enerzijds het personeelsbestand beter aansluiten op de taken van de krijgsmacht. De gewijzigde Militaire ambtenarenwet voorziet in de sturingsinstrumenten die daarvoor nodig zijn. Anderzijds stelt het FPS de organisatie beter in staat de

individuele werknemer een zo concreet mogelijk loopbaanperspectief en optimale ontplooiingsmogelijkheden te bieden. Vanaf de inwerkingtreding van de wijzigingen van de Militaire ambtenarenwet, naar verwachting op 1 januari 2008, hebben militairen niet langer een aanstelling bij een van de krijgsmachtdelen maar een aanstelling bij de krijgsmacht. Ook komt het onderscheid tussen een aanstelling voor onbepaalde tijd en een aanstelling voor bepaalde tijd daarmee uiteindelijk te vervallen. Door militairen niet meer voor bepaalde tijd aan te stellen, wordt uitzicht geboden op een langere loopbaan bij Defensie. Tegelijkertijd is het niet vanzelfsprekend dat militairen hun gehele carrière bij Defensie in dienst zijn. Tijdens hun loopbaan krijgen militairen de kans zich door ervaringsopbouw en opleidingen te ontwikkelen met het oog op hun functioneren bij Defensie én bij andere organisaties. Dit vraagt om maatwerk en een intensieve loopbaanbegeleiding. Daarom wordt in 2008 begonnen met de uitbreiding van de capaciteit voor loopbaanbegeleiding met 150 vte’n. Ook investeert Defensie in 2008 in loopbaanopleidingen en gaat zij verder met de civiele certificering van militaire opleidingen.

In 2008 krijgt de samenwerking met civiele autoriteiten verder gestalte, vooral door de uitvoering van de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS). Daarnaast wordt de samenwerking op decentraal niveau verbeterd door de Regionale Militaire Commando’s te koppelen aan de brigadestaven van het Commando landstrijdkrachten. Het Commando Koninklijke marechaussee zal zich toeleggen op de verdere ontwikkeling van haar capaciteiten voor grensbewaking en strategische objectbeveiliging. Defensie streeft voorts naar een betere samenwerking met civiele opleidings- en kennisinstituten en zal met betrokken departementen de civiele toepasbaarheid van militaire commandovoeringconcepten onderzoeken. Tot slot zal de rijksbrede samenwerking tussen inlichtingendiensten verder worden verbeterd.

In 2008 wordt de business case voor de vervanging van de F-16 herijkt voordat in 2009 besluitvorming plaatsvindt over de contractondertekening voor de definitieve aanschaf van testtoestellen. Op basis van de herijking en van een vergelijking voor wat betreft prijs, kwaliteit en levertijd met mogelijke andere toestellen zal het kabinet in 2010 besluiten aan de Tweede Kamer voorleggen over vervanging van de F-16-toestellen.

Als uitvloeisel van de Marinestudie 2005 zal in 2008 het contract voor de bouw van het jointlogistiek ondersteuningsschip, de opvolger van de Hr. Ms. Zuiderkruis, worden getekend. Ook zal in 2008 de verwerving starten van het Battlefield Management System(BMS) en de Datacommunicatie Mobiel Optreden (DCMO). Met de begroting 2008 wordt een materieelprojectenoverzicht (MPO) aangeboden. De strategische materieelprojecten en hun onderlinge samenhang worden hierin beschreven.

Samen met het ministerie van Economische Zaken en in overleg met de defensiegerelateerde industrie is een Defensie Industrie Strategie (DIS) opgesteld. In 2008 wordt de strategie uitgevoerd. In de DIS wordt uiteengezet welke mogelijkheden de ministeries van Defensie en van Economische Zaken hebben om de Nederlandse defensiegerelateerde industrie te versterken en internationaal te positioneren. Naar aanleiding van de DIS wordt onder meer door de ministeries van Economische Zaken, van Defensie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de mogelijkheid van een innovatieprogramma op het gebied van Veiligheid

onderzocht. Hierbij wordt een verband gelegd met de sterkten en kansen van de Nederlandse defensiegerelateerde industrie. De DIS sluit aan bij het beleidsprogramma van het kabinet Balkenende IV, zowel bij de doelstellingen van pijler II: «Een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie» als bij die van pijler V: «Veiligheid, stabiliteit en respect».

In 2008 moeten het Europees Defensie Agentschap (EDA) en de lidstaten gevolg geven aan het capaciteitenontwikkelingsplan, de strategie voor de Europese defensietechnologische en -industriële basis en de strategie voor onderzoek en technologieontwikkeling van het EDA. Defensie richt de bestaande processen voor het voorzien in materieelbehoeften beter in op het signaleren en creëren van mogelijkheden voor samenwerking in Europees verband. Nederland neemt deel aan een driejarig gezamenlijk investeringsprogramma op het gebied van bescherming van troepen, materieel en infrastructuur (force protection). Voorts neemt Nederland deel aan initiatieven op het gebied van onder meer inlichtingen, luchtruimintegratie van onbemande vliegtuigen, satellietcommunicatie en maritime surveillance. Ook neemt Nederland in EDA-kader deel aan projecten voor onderzoek en technologie-ontwikkeling in kleiner verband, zoals op het gebied van radar en van NBC-bescherming.

De beleidsprioriteiten

De operaties die Defensie uitvoert, leveren waardevolle lessen op voor de toekomst. Op basis van de operationele ervaringen in recente militaire operaties zijn enkele specifieke versterkingen noodzakelijk. De eerste beleidsprioriteit voor 2008 is dan ook de verdere verbetering van de operationele inzetbaarheid.

De operationele inzetbaarheid van de krijgsmacht wordt in sterke mate bepaald door de beschikbaarheid van voldoende en goed getrainde militairen. De aandacht zal in 2008 nadrukkelijk ook uitgaan naar het personeel. Na jaren van ingrijpende organisatorische wijzigingen die veel van het personeel hebben gevergd en die gepaard zijn gegaan met de vermindering van meer dan 10 000 functies, is het des te belangrijker een omgeving te creëren waar mensen hun draai kunnen vinden. Dit geldt voor het gehele personeel van Defensie, zowel voor militairen als voor burgers. Naast de werving van voldoende personeel, speelt ook het behoud van personeel in 2008 een belangrijke rol. De tweede beleidsprioriteit voor 2008 luidt daarom: investeren in personeel. De regering voert het geïntegreerde veiligheidsbeleid hoog in het vaandel en Defensie levert hieraan een wezenlijke bijdrage. De derde beleidsprioriteit voor 2008 is dan ook de verdere versterking van de bijdrage aan het geïntegreerd buitenlands veiligheidsbeleid. Ondanks de verbeteringen die de afgelopen jaren zijn aangebracht, vertoont de bedrijfsvoering van Defensie nog steeds onvolkomenheden. Daarom is in 2007 gestart met het «kwaliteitsprogramma bedrijfsvoering» dat is gericht op het voorkómen van problemen en op de structurele oplossing ervan. In 2008 zijn de verbetermaatregelen voor de bedrijfsvoering vooral gericht op duurzame kwaliteitsverbetering. De verbetering van de sturing en de beheersing van de bedrijfsvoering is de laatste beleidsprioriteit voor 2008.

Samengevat stelt Defensie in 2008 de volgende beleidsprioriteiten:

  • 1. 
    verbetering van de operationele inzetbaarheid;
  • 2. 
    investeren in personeel;
  • 3. 
    versterking van de bijdrage aan het geïntegreerd buitenlands veiligheidsbeleid;
  • 4. 
    verbetering van de sturing en de beheersing van de bedrijfsvoering.
  • 1. 
    Verbetering van de operationele inzetbaarheid

De Nederlandse krijgsmacht is vergevorderd in haar ontwikkeling naar een volledig inzetbare, expeditionaire krijgsmacht die overal ter wereld kan opereren op alle geweldsniveaus. Zij heeft de afgelopen jaren bewezen ook onder moeilijke omstandigheden haar werk te kunnen doen. Hierbij is gebleken dat de effectiviteit van het expeditionaire optreden niet alleen afhankelijk is van de inzetbaarheid van (hoofd)wapensystemen, maar in toenemende mate ook van ondersteunende capaciteiten zoals de inlichtingenvoorzieningen, de kwaliteit van de bevelvoering, de informatievoorziening, de logistieke ondersteuning en de mogelijkheid om specialisten in te zetten. De eisen aan ondersteunende elementen van militair vermogen blijven toenemen en er moet voortdurend worden gezocht naar het evenwicht tussen aantallen hoofdwapensystemen en andere elementen van het militair vermogen. Op basis van de operationele ervaringen in recente militaire operaties en met het oog op de toekomst, worden de volgende ondersteunende capaciteiten versterkt.

Versterking van de inlichtingenketen

Het belang van actuele inlichtingen is de afgelopen jaren verder toegenomen. De toenemende complexiteit van operaties en de mondialisering van de inzet van de krijgsmacht stellen hogere eisen aan de inlichtingenvoorziening. De inlichtingen- en veiligheidsorganisaties van Defensie worden dan ook steeds intensiever geconfronteerd met verzoeken om analyses en onderzoeken. Deze ontwikkelingen vragen om een versterking van de volledige inlichtingenketen bij Defensie. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van de aanbevelingen van de commissie-Dessens. Omdat de werving en opleiding van inlichtingenpersoneel veel tijd vergen, zal de versterking stapsgewijs gestalte krijgen. De eerste stappen voor het versterken van de inlichtingenketen zijn dit jaar gezet. In 2008 zal de inlichtingenketen met 60 vte’n worden versterkt. Ook zal in 2008 worden begonnen met de verwerving van extra materieel.

Oprichting van een permanent gezamenlijk hoofdkwartier

Het gezamenlijk hoofdkwartier wordt opgericht om de aansturing van uitgezonden eenheden te verbeteren. Deze maatregel betreft onder meer de concentratie van operatie- en situatiecentra op één locatie. In 2008 zullen hiervoor de voorbereidende activiteiten plaatsvinden.

Verbetering van het voortzettingsvermogen van de Apache-helikopters Helikopters zijn een onmisbaar onderdeel van de krijgsmacht in crisisbeheersingsoperaties. De Apache-helikopters zijn oorspronkelijk aangeschaft om de luchtmobiele brigade te ondersteunen maar worden in de huidige crisisbeheersingoperaties veel intensiever ingezet. De maatregel heeft enerzijds tot doel het voortzettingsvermogen van helikopers te verbeteren en anderzijds de uitzenddruk van vooral het vliegend- en onderhoudspersoneel te verminderen. Met de in 2008 hiervoor beschikbare gelden, kan ongeveer de helft van de beoogde personele uitbreiding worden verwezenlijkt. Daarnaast worden de vijf helikopters die waren bestemd voor verkoop, aangehouden en in reserve gehouden.

Verbetering van de veiligheid en bescherming van uitgezonden personeel

De maatregelen ter verbetering van de veiligheid en bescherming van uitgezonden personeel zijn gericht op de verwerving van additionele beschermingsmiddelen voor wielvoertuigen en op de bestrijding van geïmproviseerde explosieven (IED’s). De verwerving van beschermingsmiddelen voor voertuigen wordt zoveel mogelijk gerelateerd aan het project «defensiebrede vervanging wielvoertuigen» en zal daarom in 2008 nog niet leiden tot investeringen. In 2008 is wel een beperkt deel van de beoogde personele uitbreiding voor de opsporing van geïmproviseerde explosieven voorzien.

Uitbreiding CIMIC-capaciteit

Met het oog op een verdere professionalisering op het gebied van de civiel-militaire samenwerking (CIMIC), wordt de CIMIC-eenheid versterkt door meer voltijd CIMIC-specialisten aan te stellen. De versterking krijgt geleidelijk gestalte. In 2008 zal een eerste deel van de uitbreiding worden verwezenlijkt. In 2011 bereikt de CIMIC-eenheid de gewenste sterkte.

Versterking Network Enabled Capabilities (NEC)

Het betreft de mogelijkheden om de capaciteiten van de krijgsmacht optimaal te kunnen inzetten door de onderlinge samenhang te versterken en de samenhang van eigen capaciteiten met die van onze nationale en internationale samenwerkingspartners. Het gaat vooral om verbeteringen van de netwerk- en informatie-infrastructuur ter ondersteuning van de commandovoering en operationele inzet. In 2008 zullen maatregelen worden genomen op het gebied van een gedeeld situatiebeeld (common operational picture).

Versterking van de informatievoorziening (IV)

De IV-ondersteuning in het bestuurlijke en operationele domein wordt verbeterd. Zo zal in 2008 het ERP-pakket SAP, onderdeel van het project SPEER, voor de financiële basisadministratie worden ingevoerd.

  • 2. 
    Investeren in personeel

De aandacht van Defensie zal de komende jaren nadrukkelijk uitgaan naar het personeel. Het personeel staat centraal. Na jaren van ingrijpende organisatorische wijzigingen die veel van het personeel hebben gevergd en die gepaard zijn gegaan met de vermindering van meer dan 10 000 functies is het zaak zoveel mogelijk een stabiele werkomgeving te creëren, waar mensen hun draai (weer) kunnen vinden. Dit geldt voor het gehele personeel van Defensie, zowel militairen als burgers.

De voorspoedige economische ontwikkeling plaatst ook Defensie als werkgever voor de nodige problemen. De werving van nieuw personeel zal dan ook aanzienlijke inspanningen blijven vergen, waarbij de aandacht nadrukkelijker zal worden gericht op vrouwen en allochtonen, de instroom op latere leeftijd en op de mogelijke terugkeer van personeel dat eerder bij Defensie is vertrokken. Daarnaast zullen de inspanningen gericht op het behoud van personeel worden geïntensiveerd. Dit vraagt om een individuele benadering van personeelsleden met aandacht voor de specifieke omstandigheden die samenhangen met hun levensfase, loopbaanmogelijkheden en culturele achtergrond. Het personeelssysteem wordt de komende jaren dan ook verder aangepast om de opbouw en de

samenstelling van het personeelsbestand zo goed mogelijk te kunnen afstemmen op de behoeften van de organisatie en, tegelijkertijd, om de individuele medewerker een zo concreet mogelijk loopbaanperspectief en optimale ontplooiingsmogelijkheden te bieden. Het vooruitzicht voor 2008 is dat de defensieorganisatie niet volledig gevuld zal zijn. In dat geval zal een deel van het vrijvallende geld worden besteed aan aanvullende maatregelen op het gebied van werving en behoud van personeel.

De taakuitvoering van Defensie kan leiden tot grote fysieke en psychische belasting van militairen. Speerpunt van het personeelsbeleid is schade als gevolg daarvan zoveel mogelijk te voorkomen. Preventie staat voorop, maar fysieke of psychische schade kan niet altijd worden voorkomen. Defensie draagt een grote verantwoordelijkheid om goede zorg te bieden aan personeel dat als gevolg van de dienst fysieke of psychische schade oploopt.

Defensie zal in samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) de voorschakeltrajecten en instroomopleidin-gen fors uitbreiden, zodat meer jongeren kiezen voor een baan bij Defensie én zo een startkwalificatie verwerven. Dit sluit aan bij de «aanval op schooluitval» uit het beleidsprogramma van het kabinet. Met het ministerie van Sociale Zaken bereidt Defensie maatregelen voor om jongeren die op latere leeftijd nog geen werk hebben te interesseren voor de krijgsmacht.

Met de volgende maatregelen zal Defensie investeren in haar personeel:

Werving

De werving van personeel vergt ook in 2008 forse inspanningen. De tijdelijke uitbreiding van het formatieplafond voor de werving met veertig vte’n krijgt in 2008 een structureel karakter. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de arbeidsvoorwaardelijke instrumenten voor werving, waarbij aanstellingspremies vooral worden aangewend voor schaarse personeelscategorieën. Bij de werving richt Defensie zich nadrukkelijk op vrouwen en allochtonen. Ook wordt onderzocht of het vergroten van de horizontale instroom voor bepaalde categorieën personeel, rekening houdend met de noodzakelijke militaire ervaringsopbouw, mogelijk is. Vanwege die ervaringsopbouw wordt tevens bezien of militairen die Defensie eerder hebben verlaten, bereid zijn om terug te keren. In 2008 wordt gestart met het uitbreiden van voorschakeltrajec-ten en instroomopleidingen en worden maatregelen getroffen om werkloze jongeren te interesseren voor een baan bij Defensie.

Behoud

Naast de werving van voldoende personeel, zal in 2008 ook veel aandacht worden besteed aan het behoud van personeel. Defensie moet voorkomen dat personeel voortijdig vertrekt. Naast een goed pakket arbeidsvoorwaarden is de wijze waarop wordt ingespeeld op verschillende wensen en behoeften van het personeel van groot belang. Die wensen en behoeften zijn van veel zaken afhankelijk en dat betekent dat flexibiliteit wordt gevraagd in de toepassing van het personeelsbeleid. Waar maatwerk in bepaalde situaties vanwege de taakuitvoering van Defensie niet altijd mogelijk is, zal Defensie ondersteuning moeten bieden om de nadelige gevolgen daarvan voor het personeel, bijvoorbeeld voor zorgtaken en persoonlijke ontwikkeling, zoveel mogelijk weg te nemen. Tevens wordt geïnvesteerd in de arbeidsvoorwaardelijke instrumenten voor het behoud van personeel.

Het maximale percentage voor additionele beloningen en bindingspremies is verhoogd en de aanwending daarvan geflexibiliseerd. Ook de bindingspremies worden vooral aangewend voor schaarse personeelscategorieën.

Diversiteit

De positie van vrouwen en allochtonen bij Defensie blijft een belangrijk

onderwerp voor het personeelsbeleid. Niet alleen op het gebied van de

werving, maar ook als het gaat om doorstroom. Om het belang van

diversiteit bij Defensie in de organisatie te borgen, wordt de positie

van vrouwen en allochtonen ook vast onderwerp van initiële- en

loopbaanopleidingen.

Levensfasebewust personeelsbeleid

De verschillende wensen en behoeften van het personeel worden voor een belangrijk deel bepaald door de levensfase waarin de medewerker zich bevindt. Defensie beschikt over een uitgebreid instrumentarium om in te spelen op verschillende wensen en behoeften. In 2008 wordt beoogd om tot een betere benutting van deze instrumenten te komen. Daarbij zal ook worden bezien of aanpassing van het instrumentarium nodig is.

Medezeggenschap

Het nieuwe Besluit Medezeggenschap Defensie (BMD) treedt naar verwachting begin 2008 in werking. In het nieuwe BMD zijn de verbeteringen doorgevoerd naar aanleiding van de bij de evaluatie onderkende knelpunten bij de medezeggenschap van het defensiepersoneel. Het BMD is zoveel mogelijk, rekening houdend met het bijzondere karakter van de defensieorganisatie, in overeenstemming gebracht met de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Daarnaast is de geschillenprocedure verbeterd en kunnen medezeggenschapscommissies in beroep gaan bij de bestuursrechter. Ook voorziet het BMD in medezeggenschap op het niveau van de defensieorganisatie en op het niveau van de defensieonderdelen.

Veteranen en zorg

De capaciteit voor het veteranenbeleid wordt uitgebreid. De materiële en immateriële zorg voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers wordt verbeterd en gestroomlijnd. In dit kader wordt meer capaciteit voor de zorgcoördinatie beschikbaar gesteld. Daarnaast wordt de hulpverlening aan veteranen in het civiel-militair zorgssysteem verbeterd en wordt de wetenschappelijke onderzoeksfunctie op het gebied van aandoeningen gerelateerd aan uitzending versterkt. Bij de zorg voor veteranen zijn naast Defensie ook veel andere partijen betrokken. Samen met deskundigen op dit terrein en met andere ministeries zal worden onderzocht hoe de brede maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de zorg van veteranen nog beter vorm kan worden gegeven.

Positieve gedragsveranderingen bij de krijgsmacht In 2007 is veel aandacht besteed aan de introductie van de gedragscode. Om te voorkomen dat de aandacht hiervoor verslapt, zal ook in het komende jaar nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de communicatie hieromtrent. Concreet zullen in 2008 de volgende maatregelen naar aanleiding van het rapport van de commissie-Staal worden getroffen.

Maatregelen op het gebied van sociale aspecten van leiderschap Het onderwerp «sociale aspecten van leiderschap» zal, evenals de gedragscode, worden geïntegreerd in alle defensieopleidingen. Daarnaast wordt voor leidinggevenden een systeem van coaching, intervisie en kaderactiviteiten ingevoerd gericht op sociaal leiderschap. Tevens wordt de werving, de selectie en het systeem van functioneringsgesprekken en beoordelingen aangepast.

Maatregelen op het gebied van werk- en leefomstandigheden Het betreft een scala aan maatregelen, variërend van de uitbreiding van het aanbod van sportactiviteiten in de avonduren en voorzieningen voor vrijetijdsbesteding tot de verbetering van verblijfs- en werkruimtes en de verbetering van het systeem van toezichtregelin-gen. Daarnaast zullen in 2008 het straf- en tuchtrecht en de nog resterende gescheiden mess- en verblijfsruimtes worden geëvalueerd.

Maatregelen op het gebied van het personeelsbeleid en integriteit Met verschillende initiatieven op het gebied van diversiteit, werving en behoud, levensfasebewust personeelsbeleid en loopbaanbeleid wordt in 2008 ook verder invulling gegeven aan de aanbevelingen van de commissie Staal die toeziet op het verbeteren van de balans in het personeelsbestand. In het kader van de aanbeveling van de commissie Staal om de organisatie van de integriteitzorg om te vormen, wordt in 2008 verder vorm gegeven aan de onafhankelijke en professionele integriteitorganisatie. Tevens wordt een verbeterd en integraal hulpverleningsproces ingevoerd.

  • 3. 
    De bijdrage aan het geïntegreerd buitenlands veiligheidsbeleid.

Het optreden van de krijgsmacht als onderdeel van een geïntegreerd buitenlands- en veiligheidsbeleid heeft steeds meer gestalte gekregen. De geïntegreerde benadering in het kader van de Provincial Reconstruction Teams(PRT’s) in Afghanistan is hiervan een goed voorbeeld. In conflictgebieden en risicolanden gaan veiligheid en wederopbouw hand in hand. Veiligheidsrisico’s, zoals terrorisme, drugshandel, immigratiestromen en grensoverschrijdende criminaliteit, worden hiermee dicht bij de bron bestreden. Hiermee zijn niet alleen de internationale rechtsorde en de bescherming van mensenrechten gediend, maar ook onze nationale veiligheid.

In het kader van het project «Millennium Ontwikkelingsdoelen dichterbij» zal Defensie bijdragen leveren aan concrete initiatieven voor fragiele staten en landen in een postconflict situatie. Deze bijdragen op het gebied van veiligheid en stabiliteit vormen één van de randvoorwaarden voor het welslagen van projecten die bijdragen tot de Millennium Ontwikkelingsdoelen. Onderzocht wordt of intensiveringen mogelijk zijn bij de hervorming van de veiligheidssector en de ondersteuning van de opbouw van vredeshandhavingscapaciteiten in Afrika.

Defensie stelt personeel beschikbaar om hervormingen van de veiligheids-sector (SSR) te ondersteunen. Tot dusver is hiervoor geput uit een pool van 90 functionarissen met SSR als nevenfunctie, maar een evaluatie heeft uitgewezen dat deze benadering niet optimaal is. Aan de hand van de evaluatie zal een nieuwe opzet worden uitgewerkt.

  • 4. 
    Verbetering van de sturing en de beheersing van de bedrijfsvoering

Ondanks de verbeteringen die de afgelopen jaren zijn aangebracht, vertoont de bedrijfsvoering van Defensie onvolkomenheden. Het betreft zowel tekortkomingen uit het verleden als nieuwe. Waar in voorgaande jaren de bedrijfsvoering werd verbeterd aan de hand van een minimum-programma, is in 2007 gestart met het «kwaliteitsprogramma bedrijfsvoering». Dit programma is gericht op het voorkómen van problemen (in plaats van ze achteraf op te lossen) en op een structurele oplossing van problemen. Risicoanalyse en risicomanagement spelen hierbij een belangrijke rol. Ook in 2008 zijn de verbetermaatregelen voor de bedrijfsvoering daarom vooral gericht op duurzame kwaliteitsverbetering. Dit vergt in een aantal gevallen een meerjarige aanpak. Er is voor 2008 en verdere jaren een omvangrijk pakket aan maatregelen voorzien om de sturing en de beheersing van de bedrijfsvoering structureel te verbeteren. De bedrijfsvoeringonderzoeken die in 2008 worden uitgevoerd zullen zich vooral richten op de achterliggende redenen van de geconstateerde problematiek en er vindt een nieuwe prioriteitstelling in de onderzoekscapaciteit plaats. Daarnaast wordt het kwaliteitsprogramma aangescherpt op basis van de door de Algemene Rekenkamer in haar rapport bij het jaarverslag 2006 van defensievermelde onvolkomenheden. Het kwaliteitsprogramma wordt ook uitgebreid met concrete verbetermaatregelen van de beleidsverantwoordelijken, naast de reeds in het plan verwerkte verbetermaatregelen van de uitvoeringsverantwoordelijken. De bedrijfs-voeringsonderwerpen die in 2008 vooral de aandacht houden, zijn het wapen- en munitiebeheer en het financieel beheer. De tekortkomingen in het wapen- en munitiebeheer die door Defensie zelf en door anderen zijn geconstateerd, kunnen ook met de tekortkomingen van de huidige geautomatiseerde systemen worden beperkt. Ten aanzien van het financieel beheer wordt in 2008 gestreefd naar een verdere reductie van het aantal geconstateerde fouten. Hierbij wordt nadrukkelijk ook de verbetering van de kwaliteit van de controletoren betrokken. Bovendien wordt in 2008 begonnen met de invoering van het ERP-pakket SAP, onderdeel van het project SPEER, voor de financiële basisadministratie. De modernisering van de administratie moet leiden tot een betere beheersing van de financiële processen.

Aanvullend hieraan wordt in 2007 als onderdeel van het bezwaar-onderzoek van de Algemene Rekenkamer een aantal onderzoeken uitgevoerd naar de sturing en beheersing van de bedrijfsvoering en de achterliggende oorzaken van de geconstateerde problematiek. In haar rapport bij het jaarverslag van Defensie over 2006 constateert de Algemene Rekenkamer dat «de bedrijfsvoering al jaren veel en steeds dezelfde onvolkomenheden vertoont. Hoewel ieder jaar (ook in 2006) in opzet wel zaken worden verbeterd, beklijft dit maar niet in de werking». Dat is de reden dat de Algemene Rekenkamer heeft besloten om in 2007 een bezwaaronderzoek uit te voeren naar de redenen waarom onvolkomenheden niet structureel worden opgelost. Op verzoek van de Rekenkamer wordt het bezwaaronderzoek gezamenlijk met Defensie uitgevoerd. Inmiddels is het plan van aanpak vastgesteld en wordt gewerkt aan een volledig uitgewerkt onderzoeksplan. Op basis van de uitkomsten van de onderzoeken zullen de verbetermaatregelen voor 2008 verder worden aangescherpt.

Herschikkingen

Defensie levert een aandeel in de operatie vernieuwing rijksdienst die het kabinet aan alle departementen heeft opgelegd. De extra middelen die in het regeerakkoord beschikbaar zijn gesteld voor Defensie worden ingezet voor de verbetering van de operationele inzetbaarheid en voor het investeren in personeel. Hiervoor zijn echter meer middelen nodig. Bovendien is het noodzakelijk geld vrij te maken voor de gestegen kosten van de materiële exploitatie van de krijgsmacht. Daarom treft Defensie de volgende maatregelen.

Bedrijfsvoeringsmaatregelen

Het betreft een scala aan maatregelen op het gebied van de bedrijfsvoering. In 2008 zal het accent vooral liggen op de volgende maatregelen: – de herinrichting van de organisatie voor het toezicht op het

financiële beheer en het materieelbeheer bij Defensie en de

kwalitatieve verbetering daarvan; – de doorlichting en, zo nodig, de herstructurering van de staven van

de defensieonderdelen, inclusief de bestuursstaf; – de vergroting van de doelmatigheid van de cateringorganisatie

Paresto; – de vergroting van de doelmatigheid van de dienst Werkplekken van

de Defensie Telematica Organisatie (DTO); – de samenvoeging van enkele dienstencentra op het terrein van de

informatievoorziening; – de vergroting van de doelmatigheid bij de Dienst Vastgoed

Defensie; – de vermindering van de subsidie aan Paresto.

Operationele doelmatigheidsmaatregelen

Het betreft de volgende maatregelen:

– samenvoeging van de logistieke brigade en de gevechtssteun-brigade van het Commando landstrijdkrachten. In 2008 hebben de studies hiervoor plaats;

– verkleining van het formatiebestand van het Commando Koninklijke marechaussee met 70 vte’n.

Operationele reducties

Het betreft de volgende maatregelen:

– de reductie van twee tankeskadrons met in totaal 28 Leopard II tanks. Het aantal operationele Leopard 2-tanks van de krijgsmacht neemt hierdoor af van 88 naar 60. De reductie zal in 2008 plaatsvinden;

– de reductie van twee vuurmondbatterijen met in totaal twaalf Pantserhouwitsers. Het aantal operationele Pantserhouwitsers van de krijgsmacht neemt hierdoor af van 36 naar 24. De reductie zal in 2008 plaatsvinden;

– de reductie van achttien F-16 jachtvliegtuigen. Het aantal operationele F-16’s van de krijgsmacht neemt hierdoor af van 90 naar 72 en de vijf squadrons worden kleiner van omvang. De reductie zal in 2008 plaatsvinden. Een deel van de opbrengst van deze maatregel wordt aangewend om de inzetbaarheid van de resterende jachtvliegtuigen te verhogen;

– de opheffing van de compagnie mariniers op Curac¸ao en, in plaats daarvan, de inzet van militairen op roulatiebasis. Compagnieën van het Commando landstrijdkrachten zullen hiervoor worden ingezet.

De militaire verplichtingen in de West blijven ongewijzigd en de aanwezigheid van de compagnie mariniers op Aruba wordt voortgezet. Deze maatregel wordt in 2008 voorbereid en in 2009 uitgevoerd.

Herschikking investeringen

Het project Tactom komt te vervallen en ook zal Defensie niet overgaan tot de aanschaf van de Male UAV. In afwachting van de uitkomsten van internationaal overleg reserveert Defensie geen geld meer voor het project Alliance Ground Surveillance(AGS) van de NAVO. Daarnaast zal een aantal projecten worden vertraagd.

Financiële gevolgen van het Defensiebeleid

Om de aansluiting van de begroting 2008 met de begroting 2007 (in totalen) mogelijk te maken, is hieronder een overzicht opgenomen met de mutaties.

 

Bedragen x € 1 miljoen

 

TOTAAL DEFENSIE

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Standen begroting 2007

7 940,1

7 911,7

7 762,3

7 711,8

7 663,1

7 648,3

7 639,5

Najaarsnotamutaties2006

Overhevelingen van/naar andere

departementen

Meeropbrengsten Domeinenverkopen

Bijstelling uitgaven Pensioenen en

uitkeringen

Slotwetmutaties 2006 Beleidsmatige mutaties Overheveling van/naar andere departementen

Hogere verkoopopbrengsten Domeinen Compensatie afstotingskosten Pijler I Coalitieakkoord, opheffen operationele knelpunten Pijler I Coalitieakkoord, crisisbeheersingsoperaties

Operatie vernieuwing rijksdienst Beperken subsidies en rente nieuwe projecten uit Coalitieakkoord Maatregel subsidies en materieelbudget Pijler V Coalitieakkoord, aandeel Defensie programma Veiligheid Overheveling van Buitenlandse Zaken crisisbeheersingsoperaties

 
  • 1,1 76,0
           
  • 16,8
           

147,2

           
 
  • 3,9 204,6

-0,3 87,0 41,0

-0,2 87,0 16,4

  • 1,0 39,0

-0,8 39,0

-0,8 42,0

   

25,0

50,0

75,0

100,0

 
   

25,0 -3,8

50,0 -7,8

75,0 - 15,5

100,0 -36,6

  • 36,6
   
  • 1,8 -0,3

-3,1 - 1,2

  • 5,8
  • 2,4
  • 5,9
  • 5,2
  • 5,9
  • 5,2

1,0

2,0

6,0

7,0

7,0

85,0

Totaal beleidsmatige mutaties

285,7

172,8

193,1

170,3

197,5

0,5

Autonome mutaties Doorwerking eindejaarsmarge Loonbijstelling tranche 2007 Prijsbijstelling tranche 2007 Ramingsbijstelling ontvangsten PIA-taakstelling

 

-21,3

         

133,8

119,7

117,6

116,3

116,9

116,3

30,6

28,1

29,1

28,3

28,3

28,2

26,1

12,0

9,4

11,8

13,7

10,9

  • 0,1

-0,1

-0,1

-0,1

-0,1

-0,1

Totaal autonome mutaties

 

169,1

159,7

156,0156,3

158,8

155,3

Afrondingsverschillen

 

0,1

-0,1

-0,1

 

0,1

Standen ontwerpbegroting 2008

8 145,4

8 366,6

8 094,7

8 060,8 7 989,7

8 004,6

7 795,4

Toelichting mutaties

Beleidsmatige mutaties voor 2008

Overheveling van/naar andere departementen

Het betreft hier diverse overhevelingen tussen de departementen. De belangrijkste zijn de bijdragen van de ministeries voor de Kustwacht Nederland nieuwe stijl en de ontvlechting van de personeelskosten met betrekking tot het militair personeel op het vliegveld Hato te Curac¸ao.

Hogere verkoopopbrengsten Domeinen

Voor 2008 en latere jaren wordt de begroting bijgesteld door de toegekende hogere ontvangsten in verband met de verkoop van materieel. Deze mutatie heeft betrekking op de uitvoering van de marinestudie.

Compensatie afstotingskosten

Door intensivering van verkoopactiviteiten worden meer afstotingskosten

gemaakt dan oorspronkelijk voorzien. Deze worden gecompenseerd uit de

verkoopopbrengsten.

PijlerICoalitieakkoord, opheffen operationele knelpunten

Uit deze enveloppe zijn gelden toebedeeld aan de defensiebegroting voor

het opheffen van operationele knelpunten.

 

Uitdeling extra middelen Pijler I Coalitieakkoord (x € 1 miljoen)

 
 

2008

2009

2010

2011

Versterking van de inlichtingenketen

5

11

18

19

Oprichting van een permanent gezamen-

       

lijk hoofdkwartier

0

0

2

10

Verbetering van het voortzettings-

       

vermogen van de Apache-helikopters

2

5

5

5

Verbetering van de veiligheid en

       

bescherming van uitgezonden personeel

1

6

15

15

Uitbreiding CIMIC-capaciteit

0

1

1

2

Versterking Network Enabled Capabilities

       

(NEC)

5

7

9

7

Versterking van de informatievoorziening

       

(IV)

0

0

0

12

Maatregelen naar aanleiding van het

       

rapport van de commissie-Staal

12

20

25

30

Totaal uitdeling extra middelen Pijler I

25

5075

1

PijlerICoalitieakkoord, crisisbeheersingsoperaties

De gelden uit deze enveloppe zijn toebedeeld aan artikel 20 Uitvoeren

crisisbeheersingsoperaties.

Operatie vernieuwing rijksdienst

Het betreft hier de bedragen voor Defensie voor de operatie vernieuwing rijksdienst uit het Coalitieakkoord. De bijdrage is als gevolg van nadere besluitvorming aangepast – zie onderstaande tabel.

 

Bedragen x € 1 miljoen

 
 

2008

2009

2010

2011

2012

Oorspronkelijke reeks Structurele correctie Incidentele correctie

  • 5,6 1,1 0,7
  • 11,3 2,1 1,4
  • 22,6 4,2 2,9

-45,0 8,4 0,0

  • 45,0 8,4 0,0

Definitieve reeks

-3,8

-7,8

  • 15,5

-36,6

  • 36,6

Beperken subsidies en rente nieuwe projecten

Dit betreft het aandeel van Defensie in de beperking van de subsidieuitgaven alsmede de rente voor nieuwe projecten, zoals in het Coalitieakkoord is overeengekomen.

Maatregel subsidies en materieelbudget

Het betreft hier de verhoogde subsidietaakstelling en de korting op de

materieelbudgetten gerelateerd aan de efficiencytaakstelling.

PijlerVCoalitieakkoord defensie-aandeel programma Veiligheid Het betreft de uitdeling van middelen uit pijler V van het Coalitieakkoord voor het defensieaandeel om uitvoering te geven aan veiligheidsprogramma’s met het project @migo.

Autonome mutaties voor 2008

Loon- en prijsbijstelling

Met de toekenning van € 119,7 miljoen voor de loonbijstelling 2007 en € 28,1 miljoen voor de prijsbijstelling 2007 is de begroting op het loon- en prijspeil 2007 gebracht.

Ramingsbijstelling ontvangsten

De ontvangsten worden enerzijds met name verhoogd vanwege het door CDC in rekening brengen van diensten aan de baten-lastendiensten (€ 12,8 miljoen). Deze diensten werden geleverd door de baten-lasten-diensten maar zijn overgedragen en gecentraliseerd bij het CDC. Op termijn worden de tarieven van de baten-lastendiensten lager. Tot die tijd worden de diensten door het CDC in rekening gebracht bij de baten-lastendiensten. Anderzijds vindt er een ophoging plaats van € 13,7 miljoen in 2007, zijnde een claim als gevolg van het sluiten van de POMS-site Eijgelshoven.

Doelstellingen beleidsprogramma 2007–2011

Pijler I

Doelstelling Enveloppe Defensie Beleidsartikel 20 Uitvoeren crisisbeheersings-+ vredesoperaties                               operaties (HGIS) en opheffen operationele

knelpunten (verdeeld over andere (niet-)beleidsartikelen)

Pijler II

Doelstelling Enveloppe                      In de Ministerraad is besloten tot de uitdeling van

Innovatie, kennis en onderzoek middelen voor wetenschappelijk onderzoek voor

Defensie. Deze middelen zullen met de Voorjaarsnota 2008 beschikbaar worden gesteld.

Pijler V

Doelstelling Enveloppe                      Beleidsartikel 26 CDC (IV-project @migo)

capaciteit veiligheidsketen

2.2 Inleiding tot de beleidsartikelen

Hoofdtaken

De gronden voor de inzet van de krijgsmacht zijn opgesomd in artikel 97 van de Grondwet1. In overeenstemming hiermee zijn drie hoofdtaken van de krijgsmacht te onderscheiden, te weten:

  • 1. 
    bescherming van de integriteit van het eigen en het bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba;
  • 2. 
    bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit;
  • 3. 
    ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal.

Ambitieniveau

1 Dit artikel luidt: «Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht.»

De krijgsmacht staat garant voor:

+ de bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba, zo nodig met alle beschikbare middelen;

+ een actieve bijdrage aan het geïntegreerde buitenlandbeleid van ons land. Het gaat hierbij om: – kwalitatief en technologisch hoogwaardige militaire bijdragen aan

internationale operaties in alle delen van het geweldsspectrum, ook

in de beginfase van een operatie. Dit betreft:

– een bijdrage aan het ambitieniveau van de NAVO. In verband hiermee zal de krijgsmacht tevens een continue bijdrage van wisselende omvang leveren aan de NATO Response Force (NRF);

– een bijdrage aan het ambitieniveau van de Europese Unie. In verband hiermee zal de krijgsmacht tevens een periodieke bijdrage leveren aan de snelle reactiecapaciteiten van de Unie, de EU Battlegroups;

– een bijdrage aan de Stand-by High Readiness Brigade(Shirbrig) van de Verenigde Naties;

– deelname gedurende maximaal een jaar aan een operatie in het hogere deel van het geweldsspectrum met een brigade van landstrijdkrachten, twee squadrons jachtvliegtuigen of een maritieme taakgroep;

– gelijktijdige deelname gedurende langere tijd aan maximaal drie operaties in het lagere deel van het geweldsspectrum met taakgroepen van bataljonsgrootte of, bij luchtoperaties en maritieme operaties, equivalenten hiervan;

– het optreden bij landoperaties als lead nationop brigadeniveau en, samen met andere landen, op legerkorpsniveau, bij maritieme operaties als lead nationop taakgroepniveau en bij luchtoperaties met bijdragen op gelijkwaardige niveaus als de brigade;

– de uitvoering van speciale operaties, met inbegrip van evacuatieoperaties en contraterrorisme-operaties; – deelname aan politiemissies, waaronder die van de Europese

Gendarmerie-eenheid, met functionarissen en eenheden van het

Commando Koninklijke marechaussee en aan kleinschalige missies

met een civiel-militair karakter; – beschikbaarstelling van militaire deskundigen ten behoeve van de

training en advisering van veiligheidsorganisaties in andere landen;

– verlening van internationale noodhulp op verzoek van civiele autoriteiten;

bijdragen binnen de grenzen van het Koninkrijk aan de veiligheid van

onze samenleving, onder civiel gezag. Het gaat hierbij in het bijzonder

om:

– de uitvoering van nationale taken, zoals de grensbewaking door het

Commando Koninklijke marechaussee en de kustwacht; – militaire bijstand bij de strafrechtelijke handhaving van de

rechtsorde evenals de handhaving van de openbare orde en

veiligheid, zoals met bijzondere bijstandseenheden en de

explosievenopruiming; – militaire bijstand bij de bestrijding van rampen.

Overzicht maatregelen Beleidsagenda

In de beleidsagenda worden de plannen genoemd om de operationele inzetbaarheid te verbeteren (beleidsprioriteit 1), voor het investeren in personeel (beleidsprioriteit 2), de operatie vernieuwing rijksdienst en een noodzakelijke bijstelling voor de exploitatie-uitgaven. Naast deze intensiveringen zijn ook extensiveringsmaatregelen getroffen.

Intensiveringen (bedragen x € 1 miljoen)

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verbetering van de operationele inzetbaarheid

Versterking van de inlichtingenketen Oprichting van een permanent gezamenlijk hoofdkwartier

Verbetering personele en logistieke voortzettingsvermogen van de operationele Apache-helikopters Verbetering van de veiligheid en bescherming van uitgezonden personeel

Uitbreiding van de capaciteit voor civiel-militaire samenwerking

Versterking Network Enabled Capabilities (NEC) Versterking van de informatievoorziening (IV)

0                    10                    15                    18                    19

0                      0                      0                    10                    10

02555 0                      1                       6                    15                    15

5

15

00112                        2

0                      5                      7                      9                      7                      10

0                    30                    20                    35                    20                      15

Subtotaal verbetering van de operationele inzet

048

54

93

78

63

Investeren in personeel

Werving, behoud, diversiteit, levensfasebewust

personeelsbeleid, medezeggenschap, veteranen en

zorg

Maatregelen naar aanleiding van het rapport van de

commissie-Staal

 

8

12

20

20

20

12

18

30

30

30

0

20

30

 

Subtotaal investeren in personeel

2030505050

5

Totaal intensiveringen (inzetbaarheid + personeel)

2078

104

143

128

113

Pijler I: Opheffen operationele knelpunten

0-25

  • 50- 75

-10

 

Subtotaal intensiveringen

2053

54

68

28

113

Operatie vernieuwing rijksdienst

0 4

8

15

37

37

Subtotaal intensiveringen + operatie vernieuwing rijksdienst

2057

62

83

65

15

Verhoging exploitatie-uitgaven

86 104

72

55

54

49

Totaal-generaal op te lossen problematiek

106 161

134

138

119

199

In onderstaande tabel worden de extensiveringsmaatregelen weergegeven, die bestaan uit bedrijfsvoeringsmaatregelen, operationele doelmatigheidsmaatregelen en operationele reducties.

0

Extensiveringen (bedragen x € 1 miljoen)

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Herinrichting organisatie toezicht financieel en

materieel beheer en de kwalitatieve verbetering

daarvan

Doorlichting en – zonodig – herstructurering staven

defensieonderdelen incl. bestuursstaf

Vergroting doelmatigheid dienst werkplekken DTO

Vergroting doelmatigheid cateringorganisatie Paresto

02355

00488 25999 23555

5

Subtotaal maatregelen van de operatie vernieuwing rijksdienst

1021

27

27

27

Samenvoeging van enkele dienstencentra op het terrein van informatievoorziening Vergroting van de doelmatigheid bij de Dienst Vastgoed Defensie

De vergroting van de doelmatigheid van de Audiovisuele Dienst Defensie

Samenvoeging van het commando luchtdoelartillerie CLAS en de groep geleide wapens CLSK tot één commando grondgebonden luchtverdediging De vergroting van de doelmatigheid van de militaire gezondheidszorg

Reductie van de subsidie op niet-basisvoeding Samenvoeging van alle bewakings- en beveiligings-taken in één defensiebrede organisatie Samenvoeging van alle facilitaire diensten in één defensiebrede organisatie Vergroting van de doelmatigheid van de DMO-beproevingsorganisatie

03455 4                      8                    12                    12                    12

01111

00233

00111 0                    15                    20                    20                    20

00355

00255

02444

5

20

3

5 5

Subtotaal bedrijfsvoeringsmaatregelen

4

29

49

56

56

4

56

Samenvoeging gevechtssteunbrigade en logistieke brigade van de landmacht

Verkleining van het formatiebestand van het CKmar met 70 functies

00333 03333

3

Subtotaal operationele doelmatigheidsmaatregelen

0

3666

De reductie van twee tank-eskadrons met in totaal 28

Leopard II tanks

De reductie van twee vuurmondbatterijen met in totaal

12 Pantserhouwitsers

De reductie van 18 F-16 jachtvliegtuigen

De opheffing van de compagnie mariniers op Curac¸ao

en – in plaats daarvan – de inzet van militairen op

roulatiebasis

17

31

32

21

16

 

0

15

20

19

7

7

0

17

41

37

31

21

Subtotaal reductie operationele capaciteiten

049

88

92

63

48

Financiering hogere exploitatie-uitgaven uit de

investeringen*

Overige maatregelen in de investeringen

 

86

104

72

55

54

49

12

-34

  • 102

-98

-87

13

Subtotaal herschikking investeringen

98

70- 30- 43

33

62

Totaal-generaal opgeloste problematiek

106

161

134

138

119

199

  • Deze uitgaven zijn reeds verwerkt in de ontwerpbegroting 2008.

4

3

6

0

0

0

4

4

4

4

Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit wordt in onderstaande tabel per beleidsartikel weergegeven. De budgetflexibiliteit per operationele doelstelling is nog niet mogelijk, daar de huidige in gebruik zijnde geautomatiseerde systemen hierop niet zijn ingericht.

100%

 
 
 
 
 
 

80%

60%

40%

20%

0%-

CBOPS

CZSK         CLAS         CLSK

Defensieonderdelen

CKMAR DMO

CDC

Planruimte             Niet-juridisch verplicht           Juridisch verplicht

Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid

In de regeling periodiek evaluatieonderzoek en beleidsinformatie 2006 staat dat beleid periodiek moet worden geëvalueerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in twee vormen van evaluatieonderzoek ex post. De eerste vorm betreft beleidsdoorlichtingen op het niveau van algemene of operationele doelstellingen. Deze dienen inzicht te geven in de uitvoering en de effecten van beleid. De tweede vorm betreft effectenonderzoeken ex post. Hierbij wordt gekeken naar de effecten van beleidsinstrumenten en kan worden vastgesteld of de waargenomen effecten ook zijn toe te schrijven aan het gevoerde beleid.

Uit recente evaluaties van de beleidsartikelen blijkt dat deze onderzoeken onvoldoende toegevoegde waarde bieden. Dit komt door de begrotingsindeling naar organisatieonderdelen in plaats van naar beleidsthema’s. De doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid zijn hierdoor niet goed te meten. In overleg met het ministerie van Financiën is besloten het ambitieniveau van Defensie als uitgangspunt te gebruiken voor beleids-doorlichtingen. De doorlichtingen vinden plaats op het niveau van aspecten uit het ambitieniveau in plaats van de organisatieonderdelen.

Een eerste beleidsdoorlichting van een aspect uit het ambitieniveau wordt in 2007 uitgevoerd. De resultaten van deze doorlichting zijn eind 2007 beschikbaar. Op basis van de uitkomsten van deze nieuwe manier van evalueren wordt bezien of dit soort beleidsdoorlichtingen wel voldoende toegevoegde waarde bieden. Vooruitlopend op de uitkomsten geeft de onderstaande tabel voor 2007 en de vijf daaropvolgende jaren de voorlopige planning van doorlichtingen weer.

Door de aard van de instrumenten van Defensie, die samenhangt met de inzet van eenheden, ligt het uitvoeren van effectenonderzoek ex post gecompliceerd. Effectenonderzoek vereist namelijk dat de situatie met beleid – inzet van eenheden – wordt afgezet tegen de situatie zonder beleid. Deze omstandigheid doet zich niet voor en dit soort onderzoek wordt dan ook niet uitgevoerd. In de periodieke missie-evaluaties wordt wel gekeken naar de effecten van de missies. Deze evaluaties worden geplaatst onder de kop overig evaluatieonderzoek. Welke missie-evaluaties in de jaren na 2008 worden uitgevoerd is niet op voorhand te zeggen aangezien dat afhankelijk is van nieuwe en eventuele verlenging van huidige missies. Naast de missie-evaluaties zijn ook een drietal andere evaluaties opgenomen. Een kruisje achter een onderwerp betekent dat de evaluatie in het desbetreffende jaar wordt afgerond.

 
 

2008

2009

2010

2011

2012

         

Beleidsdoorlichtingen van aspecten ambitieniveau

– en bijdrage aan het ambitieniveau van de NAVO (NRF)

– een bijdrage aan het ambitieniveau van de Europese Unie (Battlegroups).

– een bijdrage aan de Stand-by High Readiness Brigade (Shirbrig)van de Verenigde Naties.

– maximaal een jaar operatie in hogere deel geweldsspectrum met brigade van landstrijdkrachten, twee squadrons jachtvliegtuigen of een maritieme taakgroep;

– gelijktijdig gedurende langere tijd maximaal drie operaties in lagere deel geweldsspectrum met taakgroepen van bataljonsgrootte of, bij lucht-operaties en maritieme operaties, equivalenten hiervan

– optreden landoperaties als lead nationop brigadeniveau en samen met andere landen – op legerkorpsniveau, maritieme operaties als lead nationop taakgroepniveau en luchtoperaties bijdragen op gelijkwaardige niveaus als de brigade

– de uitvoering van speciale operaties, met inbegrip van evacuatieoperaties en contraterrorisme-operaties

– deelneming aan politiemissies, waaronder die van de Europese Gendarmerie-eenheid, met functionarissen en eenheden van het Commando Koninklijke marechaussee en aan kleinschalige missies met een civiel-militair karakter

– beschikbaarstelling van militaire deskundigen ten behoeve van de training en advisering van veiligheidsorganisaties in andere landen

– verlening van internationale noodhulp op verzoek van civiele autoriteiten

– de uitvoering van nationale taken, zoals de grensbewaking door het Commando Koninklijke marechaussee en de kustwacht

– militaire bijstand bij de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde evenals de handhaving van de openbare orde en veiligheid, zoals met bijzondere bijstandseenheden en de explosievenopruiming

– militaire bijstand bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen

X X X

Effectenonderzoek ex post

Overig evaluatieonderzoek

tussentijdse evaluatie van de Nederlandse militaire

bijdrage aan kleinschalige missiesin2006                                       X

periodieke evaluatie EUFOR 2006                                                      X

eindevaluatie Provincial Reconstruction Teamin

Baghlan, Afghanistan                                                                           X

evaluatie Deployment Task Force Uruzgan                                      X

tussentijdse evaluatie Task Force Uruzgan                                       X

tussentijdse evaluatie Air Task Force Uruzgan

tussentijdse evaluatie Task Force Uruzgan

tussentijdse evaluatie kleinschalige missies (inclusief

maritieme taskforce UNIFIL)

evaluatie Toets Internationale Samenwerking

evaluatie operationele doelstellingen Commando

landstrijdkrachten                                                                                  X

evaluatie bestuurlijke vernieuwing                                                    X

X X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

  • 3. 
    DE BELEIDSARTIKELEN

3.1 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties – beleidsartikel 20

3.1.1 Algemene doelstelling

Duurzame internationale rechtsorde en stabiliteit.

Omschrijving van de samenhang in beleid

Nederland voert een actief veiligheidsbeleid dat zich uitstrekt tot breed opgezette conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten teneinde een duurzame internationale rechtsorde en stabiliteit te kunnen garanderen. Het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties draagt bij aan het bereiken van de doelstellingen van het Nederlandse veiligheids- en defensiebeleid

Verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor de uitvoering van het besluit tot uitzending, dat wil zeggen de inzet van militaire capaciteiten voor crisisbeheersingsoperaties.

Succesfactoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt onder meer af van de ernst en achtergronden van het conflict, de betrokkenheid van de internationale gemeenschap, de samenwerking met hulporganisaties, de steun van de plaatselijke bevolking en de opstelling van de conflictpartijen.

Budgettaire gevolgen van het beleid

Ten laste van dit beleidsartikel worden de additionele uitgaven voor crisisbeheersingsoperaties geraamd en verantwoord, als onderdeel van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

 

Bedragen x € 1 0 0 0

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verplichtingen

317 885

280 540

220 500

245 500

270 500

295 500

195 500

Uitgaven

Operaties

EUFOR/Althea                                                            30843

EUPM                                                                                547

KFOR                                                                                 117

Stabilisatiemacht Irak (SFIR)                                     7794

NTM-I                                                                             1160

ISAF algemeen                                                                751

ISAF PRT Afghanistan                                              11306

ISAF Afghanistan Apaches/F-16                             21 396

ISAF STAGE III                                                         143 943

Enduring Freedom                                                      8085

SRF                                                                                 6030

Enduring Freedom/CTF150                                        7277

Maritieme bijdrage UNIFIL                                                –

Overige operaties en kleine missies                        8 208 Contributies

VN-contributies                                                          56854

PSO/EU-contributies                                                   5263

Afdracht premie/koopsom pensioenen                  6 795

18 000

3 400

12 700             15 700

215 940           181 940

11 000 7 100

8 800 7 000

2 200 7 200

8 800 7 000

7 100

8 800 7 000

7 100

8 800 7 000

7 100

8 800 7 000

7 100

8 800 7 000

 

Subtotaal

316 369

280 540

226 240

22 900

22 900

22 900

22 900

Voorziening crisisbeheersingoperaties

 

0

  • 5 740

222 600

247 600

272 600

172 600

Totale uitgaven

316 369

280 540

220 500

245 500

270 500

295 500

195 500

Ontvangsten

Ontvangsten VN/NAVO-partners

4 080

1 407

1 407

1 407

1 407

1 407

1 407

Totaal ontvangsten

4 080

1 407

1 407

1 407

1 407

1 407

1 407

Operationele doelstelling 1: Motivatie

Operationele doelstellingen

Vrede en stabiliteit in Europa

De Balkan is een prioriteitsgebied in het Nederlandse veiligheidsbeleid. Defensie steunt dit beleid door een bijdrage te leveren aan zowel militaire als civiele missies in deze regio.

Instrumenten

EUFOR-operatie Althea

De EU heeft in december 2004 de operatie in Bosnië-Herzegovina van de NAVO onder de naam «Althea» overgenomen. Als onderdeel van het EU-besluit tot verkleining van deze militaire operatie is de Nederlandse bijdrage afgebouwd naar ongeveer 85 militairen vanaf begin april 2007. Tegelijkertijd is een RegionalControl and Coördination(RCC)-organisatie opgezet waarbij Nederland voor de regio Noord de leiding heeft. Deze organisatie is ingericht volgens het Liaison and Observation Team (LOT)-concept. De LOT’s worden bemenst door militairen van diverse eenheden die leven en werken tussen de lokale bevolking. Zij bemiddelen tussen hen en de lokale en regionale bestuurders. Ook verzamelen ze

informatie over problemen in het gebied. De elf LOT-huizen in RCC Noord worden bemenst door militairen uit Nederland, Roemenië, Bulgarije, Chili, Noorwegen en Zwitserland. De RCC-organisatie wordt met een kleine ondersteuningseenheid aangevuld. Daarnaast levert Nederland een bijdrage aan het NAVO-hoofdkwartier te Sarajevo, de «Integrated Police Unit»(IPU) en het HQ EUFOR (ongeveer 35 personen). Over verdere stappen in het verkleinen van deze militaire missie zijn op dit moment nog geen besluiten voorzien.

De Nederlandse regering heeft de Kamer op 22 juni 2007 geïnformeerd over haar besluit om de Nederlandse militaire bijdrage aan de EU-geleide troepenmacht in Bosnië-Herzegovina met twaalf maanden voort te zetten. De additionele uitgaven voor de Nederlandse deelname aan de EUFOR-operatie zijn tot medio juni 2008 in de meerjarenraming voor crisisbeheersingsoperaties opgenomen. Voor eventuele voortzetting na medio juni 2008 is een nieuw regeringsbesluit noodzakelijk.

EU Police Mission in Bosnia (EUPM)

Het mandaat van EUPM is per 1 januari 2006 vernieuwd, waarbij de missie verkleind is tot 388 personen (waarvan 170 internationale politiefunctionarissen). Deze vervolgmissie heeft een mandaat voor twee jaar en richt zich op capaciteitsopbouw van het politieapparaat, met een versterkte aandacht voor ondersteuning bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad.

De Nederlandse regering heeft op 24 mei 2006 de Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 29 521 X, nr. 25) over haar besluit voor de bijdrage van tien politiefunctionarissen aan de tweede fase van EUPM, van wie zes civiele politiefunctionarissen en vier functionarissen van het Commando Koninklijke marechaussee tot het einde van EUPM (gepland 31 december 2007). De additionele uitgaven voor de Nederlandse deelname aan deze civiele missie zijn met ingang van 2007 geraamd onder «overige operaties en kleine missies» .

Kosovo Force (KFOR)

De Nederlandse bijdrage bestaat uit vier stafofficieren. Voorzien wordt dat afhankelijk van de statusovereenkomst van Kosovo, de NAVO in 2008 een aanvang zal maken met de omvorming van de missie. De huidige bijdrage loopt tot 1 oktober 2007. De additionele uitgaven voor de Nederlandse deelname aan KFOR zijn tot 1 oktober 2007 in de meerjarenraming voor crisisbeheersingsoperaties opgenomen. Voor eventuele voorzetting na 1 oktober 2007 is een nieuw regeringsbesluit noodzakelijk. De additionele uitgaven voor deze missie zijn met ingang van 2007 geraamd onder de post «overige operaties en kleine missies».

Operation Active Endeavour (OAE)

De NAVO heeft na de aanslagen van 11 september 2001 in het kader van de bondgenootschappelijke verdediging de OAE ingesteld. Sinds het najaar 2004 is het operationeel concept gewijzigd en worden middelen uit de Standing NATO Maritime Groups(SNMG) niet meer permanent, maar alleen periodiek (vijf tot zes keer per jaar en voor een duur van twee tot zes weken) ingezet voor OAE. Aan de Kamer is gemeld dat Nederland via deelname aan de SNMG’s bij toerbeurt deelneemt aan deze operatie. Een aparte bijdrage aan OAE zoals in 2007 met een onderzeeboot is in 2008 momenteel niet voorzien. De additionele uitgaven voor deze missie zijn met ingang van 2007 geraamd onder «overige operaties en kleine missies».

Operationele doelstelling 2: Motivatie

PSO/EU-contributies

De gemeenschappelijke uitgaven voor de EU-operaties worden door de EU-landen gefinancierd in de vorm van een EU-contributiebijdrage. Nederland draagt bij in de uitgaven van operatie Althea (EU-operatie in Bosnië-Herzegovina) en in de gemeenschappelijke uitgaven van de NAVO voor de NATO Peace Support Operations (PSO).

Vrede en stabiliteit in Afghanistan

In het buitenlandse veiligheidsbeleid heeft Afghanistan prioriteit. Defensie steunt de vrede en veiligheid in Afghanistan door bijdragen aan de NAVO en EU-missies.

Instrumenten

International Security Assistance Force (ISAF) De ISAF heeft van de VN een mandaat gekregen om de Afghaanse overgangsregering in geheel Afghanistan te assisteren bij het handhaven van de veiligheid. Het NAVO-operatiegebied beslaat sinds oktober 2006 geheel Afghanistan. De hoeksteen van de NAVO-inzet wordt gevormd door de zogenaamde «Provincial Reconstruction Teams» (PRT). Nederland leidt vanaf 1 augustus 2006 een taakgroep in het kader van de ISAF-inzet in Zuid-Afghanistan voor een periode van twee jaar, opgebouwd rond een PRT in de provincie Uruzgan. Verder levert Nederland een bijdrage aan het hoofdkwartier ISAF, het regionale multinationale hoofdkwartier in Kandahar en stelt Nederland jachtvliegtuigen (F-16’s) en helikopters (Apache, Cougar of Chinook) ter beschikking.

Op nationaal niveau is door de Nederlandse regering gekozen voor een 3D-aanpak (Diplomacy, Defence and Development). Centraal in deze benadering staat de coördinatie van de militaire activiteiten met Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking. Australië is het partnerland in de provincie Uruzgan. Hoge verwachtingen over een spoedige (weder)opbouw in één van de armste provincies in een land waar tientallen jaren lang oorlog is geweest, moeten worden getemperd. Bij de raming van de additionele uitgaven voor de Nederlandse deelname aan ISAF is rekening gehouden met een redeploymentperiode van twee maanden (1 augustus – 1 oktober 2008). Een Ministerraadsbesluit of, en zo ja hoe, een bijdrage zal worden geleverd aan ISAF na 1 augustus 2008, wordt in september 2007 verwacht en is derhalve niet in de raming opgenomen.

EU Police-mission (EUPOL) Afghanistan

Op 15 juni 2007 is de EU-politiemissie van start gegaan in Afghanistan. De missie zal op landelijk, regionaal en provinciaal niveau (met uitzondering van de VS-geleide provincies) actief zijn en zich hoofdzakelijk gaan richten op begeleiding van de Afghaanse politie bij haar hervormingen. Van de voorziene 160 politieagenten en 35 civiele experts zullen er ongeveer 70 in Kaboel actief zijn en krijgen de PRT’s er vier tot zes toebedeeld. Op 20 juni 2007 heeft de regering de Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 27 925 X, nr. 254) over een Nederlandse bijdrage van maximaal tien marechaussees en twee civiele experts aan deze missie. Initieel heeft de EU negen van de twaalf geselecteerd voor deelname. Hoewel de missie een duur van drie jaar kent, heeft de Nederlandse regering ingestemd met de deelname voor één jaar vanaf het moment van uitzending met een mogelijkheid tot verlenging van de Nederlandse bijdrage. De additionele kosten van marechaussees en civiele politie aan deze civiele politiemissie worden ten laste gebracht van HGIS-crisisbeheersingsoperaties en zijn in de raming opgenomen onder «overige operaties en kleine missies».

Operationele doelstelling 3: Motivatie

Instrumenten

Operationele doelstelling 4: Motivatie

Instrumenten

Vrede en stabiliteit in Israël en Libanon.

Het vredesproces in het Midden-Oosten geniet een hoge prioriteit in het Nederlandse buitenlandbeleid voor veiligheid. Defensie steunt dit proces door het leveren van een bijdrage aan de vrede en veiligheid via Unifil en UNTSO. De Nederlandse bijdrage aan de vrede en veiligheid via UNTSO betreft een doorlopende missie zonder afzonderlijk kabinetsbesluit.

United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL)

Voor de beëindiging van het Israëlische militaire optreden in Zuid-Libanon in de zomer van 2006 was het besluit van de VN-Veiligheidsraad tot ontplooiing van een versterkte UNIFIL-missie, inclusief maritieme component, een belangrijke factor. Op verzoek van de Libanese regering draagt Nederland met een fregat bij aan de maritieme taakgroep van UNIFIL. De Nederlandse regering heeft de Kamer op 22 juni 2007 geïnformeerd over haar besluit om de Nederlandse militaire bijdrage aan de Maritieme Taskforce(MTF) met zes maanden te verlengen. De additionele uitgaven voor de Nederlandse deelname aan deze UNIFIL-missie zijn tot 1 maart 2008 in de meerjarenraming voor crisisbeheersingsoperaties opgenomen. Voor eventuele voorzetting na 1 maart 2008 is een nieuw regeringsbesluit noodzakelijk.

United Nations Truce and Supervision Organization (UNTSO) Nederland levert al vanaf 1956 een bijdrage aan deze waarnemersmissie in het Midden-Oosten. Deze bijdrage bestaat op dit ogenblik uit twaalf militairen. De taak van UNTSO is het observeren van de afgesproken bestandslijnen tussen Libanon, Syrië en Israël. De Nederlandse deelname aan UNTSO betreft een doorlopende missie voor onbeperkte duur. De raming van de additionele uitgaven voor deze missie is opgenomen onder «overige operaties en kleine missies».

EU Border Assistance Mission (EUBAM) Rafah

Op verzoek van de Palestijnse Autoriteit en de Israëlische regering houdt de EU sinds november 2005 met de Border Assistance MissionRafah toezicht op de uitvoering van de grensbewaking bij deze grensovergang tussen Egypte en Gaza. Nederland draagt met drie marechaussees bij aan deze civiele EU-missie. Het EU-mandaat voor deze missie eindigt 24 mei 2008 en zal mogelijk worden verlengd indien de twee partijen hiertoe verzoeken. De Nederlandse bijdrage is toegezegd tot het einde van het huidige EU-mandaat. De additionele uitgaven voor deze missie zijn geraamd onder de post «overige operaties en kleine missies».

Vrede en stabiliteit in Afrika en overige operaties en kleine missies.

Binnen het Nederlandse buitenlands veiligheidsbeleid geniet Afrika

bijzondere aandacht. Bijzondere aandacht zal in Afrika uit blijven gaan

naar de prioritaire regio’s zijnde delen van de Hoorn van Afrika en de

Grote Meren.

De Nederlands militaire bijdrage aan het geïntegreerde buitenlandse

veiligheidsbeleid in Afrika vindt plaats via deelname aan VN- en

EU-missies.

United Nations Mission in Sudan (UNMIS)

De regering van Sudan en de Sudan People Liberation Movement(SPLM) zijn in het Comprehensive Peace Agreement(CPA) overeengekomen dat de VN zullen toezien op de naleving. Deze missie, UNMIS genaamd, is op 24 maart 2006 geïnstalleerd. De missie heeft als taak te verifiëren of de

partijen hun toezeggingen nakomen en ziet erop toe dat de afspraken in de CPA op militair gebied worden uitgevoerd. UNMIS bestaat uit een stabilisatiemacht van 10 000 militairen, onder wie waaronder 750 militaire waarnemers. Daarnaast is er een politiemacht van ruim 600 functionarissen. De militaire waarnemers en politiefunctionarissen voeren hun taken ongewapend uit.

Het parlement is op 13 april 2007 geïnformeerd over het regeringsbesluit om de Nederlandse personele bijdrage aan de VN-vredesmissie in Sudan (UNMIS) van vijftien militaire waarnemers, vijftien politiefunctionarissen en enkele staffunctionarissen, met één jaar voort te zetten. De additionele uitgaven voor de Nederlandse deelname aan UNMIS zijn tot eind april 2008 in de meerjarenraming voor crisisbeheersingsoperaties opgenomen. Voor eventuele voorzetting na april 2008 is een nieuw regeringsbesluit noodzakelijk.

European Communications Security and Evaluation Agency (EUSEC) Voornaamste redenen voor de voortdurende instabiliteit in de Democratische Republiek Congo (DRC) is het feit dat er onvoldoende voortgang wordt geboekt in het ontwapenen van de rebellen en de vorming van een nieuw geïntegreerd Congolees leger, de Forces Armées de République Democratique du Congo(FARDC). Op verzoek van de regering van de DRC verleent de EU assistentie bij de hervorming van veiligheidsdiensten. In de training en opleiding van de soldaten die voortkomen uit voormalige rebellenbewegingen wordt aandacht besteed aan onderwerpen als mensenrechten, goed bestuur, transparantie en het respect voor de rechtsstaat. Onder de paraplu van EUSEC wordt ook het project EUSEC Fin uitgevoerd dat de – voor de lokale veiligheid belangrijke – betaling van soldij aan FARDC-soldaten stroomlijnt en transparant maakt. Nederland draagt met drie militairen bij aan deze EU militaire missie gericht op Security Sector Reform.Op 14 mei 2007 heeft de Raad een herzien algemeen concept inzake de voortzetting van deze adviserende en bijstandverlenende missie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de DRC goedgekeurd. Het mandaat voor EUSEC is verlengd tot en met 30 juni 2008. De additionele uitgaven voor deze missie zijn geraamd onder de post «overige operaties en kleine missies».

Overige operaties en kleine missies

NAVO-trainingsmissie in Irak (NTM-I)

De NAVO-missie heeft als doel het assisteren van de Irakese regering bij het versterken van de interne veiligheid door middel van het ondersteunen bij de opbouw van de Irakese veiligheidsorganisaties. Nederland levert sinds februari 2005 een bijdrage aan de NAVO-trainingsmissie in Irak. De NAVO werkt momenteel verder aan de uitbreiding van de trainingsmissie, onder andere door de oprichting van het Iraqi Training Command. Tevens onderzoekt de NAVO nieuwe locaties buiten de internationale zone, waar na de noodzakelijke veiligheidsanalyses mogelijk ook trainingslocaties worden ingericht. Nederland heeft gekozen voor deelname aan de trainingen binnenIrak omdat de Irakese autoriteiten hieraan de voorkeur geven. De Nederlandse regering heeft de Kamer op 22 juni 2007 geïnformeerd over haar besluit om de Nederlandse militaire bijdrage aan de NTM-I per 15 augustus 2007 met zes maanden voort te zetten. De additionele uitgaven voor de Nederlandse deelname aan NTM-I zijn tot medio februari 2008 in de meerjarenraming voor crisisbeheersingsoperaties opgenomen. Voor eventuele voorzetting na medio februari 2008 is een nieuw regeringsbesluit noodzakelijk.

Onder de begrotingspost «overige operaties en kleine missies» worden tevens operaties verantwoord met een omvang in 2008 van minder dan € 2,5 miljoen aan uitgaven of minder dan vijf medewerkers van Defensie. Meerjarig wordt rekening gehouden met een aantal van ongeveer dertig militairen dat wordt toegevoegd aan EU- dan wel VN-missies.

Operationele evaluatie

De inzet van operationele eenheden van de krijgsmacht is onderhevig aan een continu evaluatieproces. Hiermee wordt bereikt dat nieuwe ervaringen tijdig worden onderkend en dat hieruit defensiebreed lering wordt getrokken. Bij het bepalen van het resultaat van de inzet is het lastig de exacte relatie aan te geven tussen de maatschappelijke effecten en de Nederlandse inzet. Bovendien is de opzet van de operaties dermate verschillend (geografische locatie, wijze van militair optreden, geweldsniveau) dat een éénduidige meetsystematiek nauwelijks mogelijk is. Na afloop van elke inzet wordt in de eindevaluatie (waar mogelijk) ingegaan op het resultaat van de operatie (wat was beoogd en wat is uiteindelijk met welke inspanning bereikt). Gelijktijdig met het jaarverslag 2007 wordt in de periodieke evaluaties ingegaan op het verloop van de nog lopende operaties.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de vergoedingen van de NAVO-partners voor de door Nederland geleverde diensten. Voor de Nederlandse bijdrage aan de Maritieme Taskforce (MTF) onder UNIFIL wordt een bijdrage van de VN verkregen. De bijdrage voor de Nederlandse inzet in 2007 wordt voor het grootste deel in 2008 verwacht. Dit is in de ontvangstenraming verwerkt.

Intensiveringen regeerakkoord

In het beleidsprogramma 2007–2011 is vastgelegd dat gedurende de regeerperiode, € 250 miljoen van de intensiveringsmiddelen voor pijler I uit het Coalitieakkoord kan worden gebruikt om blijvend bij te kunnen dragen aan crisisbeheersingsoperaties. Dit wordt toegevoegd aan de structurele voorziening «Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties» HGIS op de defensiebegroting. De reeks van € 25 miljoen in 2008, € 50 miljoen in 2009, € 75 miljoen in 2010 en € 100 miljoen in 2011 is in de meerjarenraming verwerkt.

3.2. Commando zeestrijdkrachten – beleidsartikel 21

3.2.1. Algemene doelstelling

Operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Voor de maritieme capaciteit van de krijgsmacht dient het Commando zeestrijdkrachten (CZSK) maritieme eenheden operationeel gereed te stellen en te houden. Zeestrijdkrachten zijn zowel expeditionair als voor nationale taken inzetbaar. De taken en opdrachten van de zeestrijdkrach-ten zijn in de volgende categorieën ondergebracht: veiligheid op zee, veiligheid vanuit zee en nationale maritieme taken. «Veiligheid op zee» betreft de beheersing van (delen van) de zee en het vermogen de ander het gebruik van de zee te ontzeggen. Ook interdictie- (verbods-) en blokkadeoperaties vallen binnen deze categorie. «Veiligheid vanuit zee» omvat die maritieme en amfibische operaties die erop gericht zijn om operaties op het land te initiëren, te leiden en te ondersteunen.

De verandering in de veiligheidssituatie heeft de afgelopen decennia geleid tot een verschuiving van maritieme operaties op de open zee naar maritieme en amfibische operaties in de kustwateren, inclusief de beveiliging van verkeersroutes en -knooppunten. De maritieme inspanning richt zich nu primair op de bescherming van legitiem gebruik van de zee en het veilig stellen van de zee als uitvalsbasis voor militaire operaties en vervolgens de ondersteuning van land- of luchtoperaties. Vanuit zee worden doelen bestreden en eenheden aan land gezet. De benodigde maritieme expeditionaire capaciteit, bestaande uit vloot- en mariniers-eenheden, wordt daartoe in een maritieme taakgroep met een op de specifieke taak en inzetscenario toegesneden samenstelling bijeengebracht.

De maritieme capaciteit kan ook taken uitvoeren in het lagere deel van het geweldsspectrum, zoals kustwacht, bestrijding van piraterij/smokkelorganisaties, maritieme presentie en surveillance en het verlenen van humanitaire hulp.

De operationele eenheden van het Commando zeestrijdkrachten kunnen overal ter wereld, gedurende langere tijd, zelfstandig missies uitvoeren. Maritieme eenheden zijn, doordat het vereiste materieel en voorraden worden meegevoerd, in hoge mate logistiek onafhankelijk van het gebied waarin zij opereren en kennen hierdoor een grote strategische en tactische mobiliteit.

Verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor het vaststellen van de mate van gereedheid, de omvang en de samenstelling van het Commando zeestrijdkrachten.

Succesfactoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van het hebben van voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel, voldoende materieel dat voldoet aan alle operationele vereisten en de mogelijkheden

hier realistisch mee op te leiden en te oefenen. De personele vulling wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren als demografische ontwikkeling en economische situatie. Het kunnen beschikken over het gewenste materieel wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren, zoals de stand van de techniek en de mogelijkheden/beperkingen van de industrie. De geoefendheid van maritieme eenheden is afhankelijk van voldoende oefen- en trainingsmogelijkheden in binnen- en buitenland waarbij zowel intern, met andere operationele commando’s (joint) als met buitenlandse eenheden (combined) wordt geoefend.

Budgettaire gevolgen van het beleid

De financiële middelen die het Commando zeestrijdkrachten ter beschikking staan voor de realisatie van de operationele doelstellingen zijn in de volgende tabel opgenomen.

 

Bedragen x 1 0 0 0

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verplichtingen

621 299

585 052

548 768

550 492

574 954

574 714

575 296

Uitgaven

Programmauitgaven

waarvan juridisch verplicht per 31–12–2007

Commando ZSK Nederland

Commando ZSK Carib

Kustwacht Nederland

Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba

554 279 53 153

4 597

5 872

531 754

56 849

7 173

14 621

477 200

486 784

56 813

7 575

3 664

457 700

483 312

57 111

7 522

3 469

451 500

483 782

56 593

6 802

3 469

451 200

483 134

56 632

6 999

3 469

396 500

483 568

56 639

6 998

3 469

Totaal programmauitgaven

617 901

610397

554 836

551 414

550646

550234

550674

Staf Commando ZSK

Bijdragen aan baten-lastendiensten

36 026 9 929

28 595 8 860

16 886 8 056

16 887 8 056

16 877 8 056

16 928 8 056

16 900 8 056

Totaal apparaatsuitgaven

45 955

37 455

24 942

24 943

24 933

24 984

24 956

Totaal uitgaven

663 856

647 852

579 778

576 357

575 579

575 218

575 630

Totaal ontvangsten

23 603

22 309

22 309

23 887

22 309

22 309

22 309

Operationele doelstellingen

Operationele doelstelling 1:

Operationeel gerede maritieme expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.

Motivatie

Operationeel gereedgestelde eenheden worden ingezet voor internationale en nationale operaties om zo bij te dragen aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie.

Instrumenten

Dit zijn de organieke eenheden uit de tabel met operationele doelstellingen voor het Commando zeestrijdkrachten.

Operationele doelstelling 2: Motivatie

Instrumenten

Operationele doelstelling 3: Motivatie

Instrumenten

Beschikbareoperationeel gerede maritieme expeditionaire eenheden.

Om met maritieme eenheden direct te kunnen bijdragen aan de drie hoofdtaken van Defensie, is een gedeelte van de maritieme eenheden operationeel gereed. Deze eenheden zijn personeelsgereed, materieel-gereed en geoefend.

Dit zijn de organieke eenheden uit de tabel met operationele doelstellingen voor het Commando zeestrijdkrachten.

Voortzettingsvermogen bij de maritieme eenheden.

Om een aantal operationeel gerede maritieme eenheden gereed te hebben en in aflossing te kunnen voorzien, is een groter aantal eenheden noodzakelijk. Hierdoor is het mogelijk om gepland groot onderhoud te kunnen uitvoeren en personeel opleidingen te laten volgen. Eenheden die uit onderhoud komen, doorlopen een opwerkprogramma tot het niveau van «operationeel gereed» is bereikt.

Dit zijn de organieke eenheden uit de tabel met operationele doelstellingen (OD) voor het Commando zeestrijdkrachten.

 

Operationele doelstellingen 1, 2 en 3 Commando zeestrijdkrachten 2008

 
   

Groep

Organieke eenheid Totaal aantal

eenheden

Totaal aantal operationeel gerede eenheden

Voortzettingsvermogen

OD3

Geplande inzet OD1

Operationeel gereed OD2

Staf

NLMARFOR

1

 

1

 

Schepen en onderzeeboten

Fregatten

Bevoorradingsschepen Landing Platform Docks Onderzeeboten Ondersteuningsvaartuig Mijnenbestrijdingsvaartuigen Hydrografische opnemingsvaartuigen Ondersteuningsvaartuig CARIB

8 2 2 4 1 10 2

1

3 1

1

1

1 1 1 3 1

1

5 1 1 2

6

Korps Mariniers

Mariniersbataljons Ondersteunende mariniersbataljons Unit Interventie Mariniers Marinierspelotons Caribisch gebied

2 3 1 6

 

1 * 3 1 6

1 *

Overige eenheden

Duik- en Demonteergroep (inclusief EOD-unit maritiem)

11

 

Gedurende 2008 vindt in het kader van de Marinestudie de versterking van het Tweede Mariniersbataljon plaats. In de eerste helft van 2008 is het Tweede Mariniersbataljon operationeel gereed in de oude configuratie en vanaf de tweede helft in de versterkte configuratie. Een deel van het Eerste Mariniersbataljon is beschikbaar als voortzettingsvermogen.

Internationale inzet

Staf. De staf van Netherlands Maritime Force(NLMARFOR) bereidt zich gedurende de tweede helft van 2008 voor op inzet voor NRF-12 (eerste helft van 2009), waarin Nederland als Amphibious Core Nationzal optreden.

Fregatten. Een fregat wordt als stationsschip ingezet in de Nederlandse Antillen en Aruba. Een tweede fregat wordt begin 2008 ingezet voor de VN-operatie UNIFIL. Een derde fregat wordt gedurende de tweede helft van 2008 als standingelementingezet voor NRF-11 in de StandingNRF Maritime Group 1.

Bevoorradingsschepen. Een bevoorradingsschip wordt gedurende de eerste helft van 2008 als non-standing elementingezet voor NRF-10 in de Standing NRF Maritime Group 2.Dit bevoorradingsschip zal tevens een aantal maanden deelnemen aan de VN-operatie UNIFIL.

Onderzeeboten. Een onderzeeboot is gedurende de tweede helft van 2008 aangeboden aan NRF-11.

Mijnenbestrijdingsvaartuigen. Een mijnenbestrijdingsvaartuig wordt ingezet voor NRF-10 en NRF-11 in de Standing NRF Mine Counter Measures Group 1.

Gereed voor nationale inzet

Personeel. Personele ondersteuning in het kader van het convenant Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS). Hiervoor kan personeel van alle eenheden van het CZSK worden ingezet.

Fregatten. Een fregat is in het kader van de Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) operationeel gereed, met een maximale gereed-heidstermijn van 48 uur, als schip van de wacht voor het onderscheppen van vaartuigen en het boarden van zeeschepen.

Mijnenbestrijdingsvaartuigen. Een mijnenbestrijdingsvaartuig is in het kader van de ICMS operationeel gereed, met een maximale gereedheid-stermijn van 48 uur, als schip van de wacht voor het detecteren en ruimen van zeemijnen.

Mijnenbestrijdingsvaartuigen en ondersteuningsvaartuig Hr.Ms. Mercuur. Deze eenheden zijn gedurende 140 dagen per jaar ter beschikking van de Kustwacht Nederland. De directeur Kustwacht bepaalt voor welke taak de eenheden worden ingezet.

OndersteuningsvaartuigCARIB. Het ondersteuningsvaartuig CARIB is gereed voor inzet voor humanitaire hulpverlening gedurende het orkaanseizoen.

Unit Interventie Mariniers (UIM).Mariniers van de UIM zijn op afroep beschikbaar voor anti-terreurbestrijding.

Duik- en Demonteergroep (DDG).De DDG staat ter beschikking voor duikassistentie, duikmedische assistentie en justitiële bijstand. De Explosieven Opruimingsdienst (EOD-)unit Maritiem, onderdeel van de DDG, wordt aangestuurd door het Commando landstrijdkrachten.

3.3. Commando landstrijdkrachten – beleidsartikel 22

3.3.1. Algemene doelstelling

Operationeel gerede grondgebonden expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Voor de grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht, dient het Commando landstrijdkrachten (CLAS) eenheden operationeel gereed te stellen en te houden. Landstrijdkrachten zijn zowel voor expeditionaire als voor nationale taken inzetbaar.

De veranderingen in de veiligheidssituatie en de deelname aan een diversiteit aan missies hebben aangetoond dat bij landoptreden geen sprake meer is van strikte schotten binnen het totale geweldsspectrum. Specifiek bij landoptreden is vaak sprake van zeer uiteenlopende natuurlijke, sociale, culturele en economische omstandigheden. Daarbij moet soms enerzijds een opponent met een hoog geweldsniveau (high intensity) worden bestreden, terwijl anderzijds een stabiliteitsoperatie wordt uitgevoerd, of humanitaire hulp worden geboden dan wel wederopbouwactiviteiten worden uitgevoerd. De landstrijdkrachten moeten daarom de flexibiliteit hebben om bij operaties in het full spectrum of operationssnel over te schakelen van een laag naar een hoog geweldsniveau. Deze veelzijdige inzetbaarheid op het land met sterk wisselende rollen betreft zowel de organisatie als geheel als de kleinere eenheden en de individuele militair. Het opleiden en trainen voor gevechtsoperaties in het hoogste deel van het geweldsspectrum is daarbij de grondslag voor een effectieve inzet in de lagere delen van het geweldsspectrum bij alle soorten van operaties, met inbegrip van de uitvoering van nationale taken.

De verschillende soorten militaire operaties waarvoor landstrijdkrachten nodig zijn, laten zich niet geografisch afbakenen. Daarom moeten de eenheden van de landstrijdkrachten voorbereid zijn op een wereldwijde inzet en onder moeilijke klimatologische omstandigheden. Het vermogen tot snelle ontplooiing over grote afstanden, het beschikbaar hebben van snel inzetbare middelen en een adequate logistieke ondersteuning zijn daarbij essentieel.

Verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor het vaststellen van de mate van gereedheid, de omvang en de samenstelling van het Commando landstrijdkrachten.

Succesfactoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van het beschikken over voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel, voldoende materieel dat voldoet aan alle operationele vereisten en de mogelijkheden hiermee realistisch op te leiden en te oefenen. De personele vulling wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren als de demografische ontwikkeling en de economische situatie. Het kunnen beschikken over het gewenste materieel wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren zoals de stand van de techniek en de mogelijkheden en beperkingen van

de industrie. De geoefendheid van grondgebonden eenheden is afhankelijk van voldoende oefen- en trainingsmogelijkheden in binnen- en buitenland waarbij zowel intern, met andere operationele commando’s (joint) als met buitenlandse eenheden (combined) wordt getraind.

Budgettaire gevolgen van het beleid

De financiële middelen die het Commando landstrijdkrachten ter beschikking staan voor de realisatie van de operationele doelstellingen zijn in de volgende tabel opgenomen.

Bedragen x € 1 0 0 0

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verplichtingen

1 320 515 1 376 550 1 314 031 1 448 100 1 320 571 1 323 427 1 319 714

Uitgaven

Programmauitgaven

waarvan juridisch verplicht per 31–12–2007

Operationeel Commando LAS

918 600 889 700 878 900 879 600          769 700

1 058 076 1 094 449 1 068 087 1 071 899 1 071 855 1 072 674 1 069 069

 

Totaal programmauitgaven

1 058 076

1 094 449

1 068 087

1 071 899

1 071 855

1 072 674

1 069 069

Apparaatsuitgaven

Staf Commando LAS

Bijdragen aan baten-lastendiensten

315 862 35 800

298 983 28 990

264 096 28 990

262 627 28 990

266 364 28 990

264 153 31 225

259 020 31 225

Totaal apparaatsuitgaven

351 662

327 973

293 086

291 617

295 354

295 378

290 245

Totaal uitgaven

1 409 738

1 422 422

1 361 173

1 363 516

1 367 209

1 368 052

1 359 314

Totaal ontvangsten

38 842

31 938

18 215

18 215

18 215

18 215

18 215

Operationele doelstellingen

Operationele doelstelling 1:

Operationele grondgebonden expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.

Motivatie

Operationeel gereedgestelde eenheden worden ingezet voor internationale en nationale operaties om zo bij te dragen aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie.

Instrumenten

Dit zijn de organieke eenheden uit de tabel met operationele doelstellingen voor het Commando landstrijdkrachten.

Operationele doelstelling 2:

Beschikbareoperationeel gerede grondgebonden expeditionaire eenheden.

Motivatie

Om met grondgebonden eenheden direct te kunnen bijdragen aan de drie hoofdtaken van Defensie, is een gedeelte van de eenheden operationeel gereed. Deze eenheden zijn personeelsgereed, materieelgereed en geoefend.

Instrumenten

Dit zijn de organieke eenheden uit de tabel met operationele doelstellingen voor het Commando landstrijdkrachten. Onderdelen van de 13 en 43 Gemechaniseerde Brigade, de 101 Gevechtssteun Brigade en de 1 Logistieke Brigade zijn toegezegd ten behoeve van de NATO Response Force10 (NRF-10) in de eerste helft van 2008 en om die reden in die periode niet voor andere doeleinden inzetbaar. Daarnaast zullen eenheden van deze brigades in de tweede helft van 2008 worden ingezet ten behoeve van de Redeploymentvan de Task Force Uruzgan (TFU) uit Afghanistan. De Natresbataljons zijn voortdurend operationeel gereed en permanent beschikbaar in het kader van de CMBA.

Operationele doelstelling 3: Motivatie

Voortzettingsvermogen voorgrondgebonden eenheden.

Om een aantal typen grondgebonden eenheden gereed te hebben gedurende een langere periode is een groter aantal van dat type eenheden noodzakelijk. Hierdoor is het mogelijk om eenheden te laten recupereren, reorganisaties door te voeren, nieuw materieel in te voeren en het personeel opleidingen te laten volgen. Grondgebonden eenheden doorlopen een opwerkprogramma tot de status «Operationeel Gereed» is bereikt.

Instrumenten

Dit zijn de organieke eenheden uit de tabel met operationele doelstellingen voor het Commando landstrijdkrachten.

 

Operationele doelstellingen 1, 2 en 3 Commando landstrijdkrachten 2008

 

Groep

Organieke eenheid Totaal aantal

eenheden

Totaal aantal operationeel gerede eenheden

Voortzettingsvermogen

OD3

Geplande inzet OD1

Operationeel gereed OD2

HRF(L)HQ

NL deel staf HRF HQ

CIS battalion

Staff support battalion

1 1 11 11

   

Korps Commandotroepen

Commandotroepencompagnie

4

1

2

1

Air Manoeuvre Brigade

Brigadestaf + Stafstafcompagnie Infanteriebataljon Luchtmobiel Gevechtssteun eenheden Logistieke eenheden

1 3 3 3

1 1 1

21 2 3

 

Gemechaniseerde Brigades (13, 43 Mechbrig)

Brigadestaf + Stafstafcompagnie

Pantserinfanterie/Tankbataljon6

Brigade verkenningseskadron

Afdeling veldartillerie6

Pantsergeniebataljon Logistieke eenheden

2 1 1

6 3 12

2 1

211

2 1

4 2 2

2

1

1

101 Gevechtssteun Brigade

Kernstaf Geniebrigade

Geniebataljon

ISTAR bataljon (3x compagnie)

Commando Luchtdoelartillerie

CIS-bataljon

CIMIC-bataljon (6x CIMIC Support

Elements)

1 1 3 1 1 65

1

1

1 1

13

12

1

1⁄3

1 Logistieke Brigade

Kernstaf Logistieke brigade Bevoorradings- en Transportbataljon Geneeskundig bataljon (7x compagnie) Herstelcompagnie

1 2 7

3

2 2

3

1 54

 

Regionaal Militair Commando

Nationale Reserve Bataljon

5

 

5

 

Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD)

Nationale Ploegen Expeditionaire Ploegen

16 24

167 4

20

 

1 infanteriebataljon is OG vanaf 1 augustus 2008.

1 Infanteriebataljon OG vanaf 1 augustus 2008.

2 Subeenheden van het Commando Luchtdoelartillerie zijn 6 maanden OG in 2008.

3 Subeenheden van het geneeskundig bataljon zijn minder dan 6 maanden OG. 3 CIMIC Support Elements zijn gedurende 2008 nog in oprichting.

De herschikkingsmaatregel «reductie operationele vuursteuncapaciteit» is in voorbereiding. De maatregel betreft de reductie van één batterij per afdeling veldartillerie, resulterend in de reductie van 12 Pantserhowitsers. De herschikkingsmaatregel «reductie operationele tankcapaciteit» is in voorbereiding. De maatregel betreft de reductie van één eskadron per tankbataljon, resulterend in de reductie van 28 tanks. Nationale EODD-ploegen staan op voorturende beschikbaarheid en zijn daarom vermeld in de kolom «geplande inzet».

2

3

4

7

Internationale inzet

Korps Commando troepen.Eén van de compagnieën wordt ingezet voor ISAF in Afghanistan tot augustus 2008.

Air Manoeuvre Brigade.De brigadestaf luchtmobiel wordt tot februari 2008 ingezet als staf van de Task Force Uruzganin ISAF. Delen van de infanteriebataljons zullen bijdragen leveren aan de Battle Groupvoor ISAF tot augustus 2008.

Gemechaniseerde Brigades (13, 43 Mechbrig).De brigadestaf van 43 Mechbrig wordt in eerste helft van 2008 ingezet als staf van de Taskforce Uruzgan. De twee Pantserinfanteriebataljons van 43 Mechbrig zullen, onder andere ondersteund door gevechtsteun en logistieke eenheden, achtereenvolgens worden ingezet als BattleGroup(BG) voor ISAF. Daarnaast zullen delen van de Afdeling veldartillerie en het Pantsergenie-bataljon worden ingezet als Provincial Reconstruction Team(PRT) voor ISAF. Ook zullen tot augustus 2008, delen van de twee afdelingen veldartillerie (11 en 14) ondersteund door logistieke eenheden van de brigades, worden ingezet voor NRF-10.

101 Gevechtssteun Brigade.Diverse subeenheden van de Gevechtssteun Brigade worden ingezet voor ISAF in Afghanistan en voor inzet van NRF-10.

1 Logistieke Brigade.Onderdelen van één van de Bevoorradings- en Transportbataljons evenals onderdelen van de Herstelcompagnieën en het Geneeskundig bataljon worden ingezet in ISAF en voor inzet NRF-10. Vanuit de Logistieke brigade worden tevens logistieke elementen toegevoegd aan eenheden die zijn ingezet in EUFOR. Delen van de Logistieke brigade zijn gepland om te worden ingezet voor de redeploymentvan ISAF uit Afghanistan.

Explosievenopruimingsdienst.Ploegen van de Explosievenopruimingsdienst ondersteunen in 2008 de ingezette eenheden in ISAF.

Gereed voor nationale inzet

Personeel.Personele ondersteuning in het kader van het convenant Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS). Hiervoor kan personeel van alle eenheden van het CLAS worden ingezet conform de catalogus ICMS.

Algemeen.Naast personeel stelt het CLAS ook materiële, verbindings-, logistieke en geneeskundige ondersteuning beschikbaar in het kader van militaire bijstand of steunverlening. De staf van 101 Gevechtssteun Brigade kan bovendien een kern beschikbaar stellen voor de commandovoering bij Nationale Operaties.

Regionaal Militaire Commando’s (RMC’s).De drie RMC’s zijn aanspreekpunt voor lokale en regionale autoriteiten tijdens de voorbereiding, planning en inzet bij calamiteiten en dreigingen in het kader van militaire bijstand. Zij leveren tevens ondersteuning met specialistische kennis en advies voor de ontwikkeling en beoefening van rampenplannen. Nederland is opgedeeld in 25 veiligheidsregio’s. Iedere veiligheidsregio beschikt over een Officier Veiligheidsregio (OVR) van Defensie. De OVR maakt structureel deel uit van de civiele crisismanagementorganisatie van de

veiligheidsregio. De taken van de OVR zijn gericht op de integrale voorbereiding op en coördinatie van militaire bijstand en steunverlening. Hij draagt verder bij aan de organisatie van multidisciplinaire oefeningen en functioneren als intermediair tussen de civiele organisaties, het RMC en onderdelen van Defensie bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van oefeningen binnen zijn veiligheidsregio. Bij inzet adviseert de OVR de Commandant Militaire Middelen en de civiele crisismanagementorgani-satie over de inzet van militaire capaciteiten.

Natresbataljons.De Natresbataljons zijn naast de CMBA-afspraken beschikbaar/operationeel gereed voor inzet in het kader van OPPLAN 10 en tal van binnenlandse, operationele activiteiten zoals de beveiliging van militaire en civiele complexen en gastlandsteun.

Explosievenopruimingsdienst.De explosievenopruimingsdienst verricht civiele werkzaamheden in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van het ministerie van Justitie of van gemeenten. Het betreft verkennende zoekacties evenals het opsporen en ruimen van conventionele of geïmproviseerde explosieven. Voorts wordt preventief onderzoek verricht op locaties. Voor noodgevallen zijn ruimingsploegen op afroep beschikbaar.

3.4. Commando luchtstrijdkrachten – beleidsartikel 23

3.4.1. Algemene doelstelling

Operationeel gerede lucht- en grondgebonden expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Voor de lucht- en grondgebonden expeditionaire capaciteit van de krijgsmacht, dient het Commando luchtstrijdkrachten (CLSK) eenheden operationeel gereed te stellen en te houden. Luchtstrijdkrachten zijn zowel voor expeditionaire als voor nationale taken inzetbaar.

De veranderingen in de veiligheidssituatie in de afgelopen decennia hebben geleid tot een verschuiving van een territoriaal georiënteerde verdediging tot het uitvoeren van luchtoperaties op grote afstand. De primaire inspanning van de luchtstrijdkrachten richt zich, behalve op de veiligheid in de lucht via het verkrijgen van luchtoverwicht, op het ondersteunen en beïnvloeden van operaties op het land en op zee en het op die wijze tot stand brengen van vrijheid van handelen voor eigen en andere eenheden (joint/combined). Deze operaties kunnen gedurende langere tijd, waar ook ter wereld, worden volgehouden. Met de luchttransportvloot ondersteunt het Commando luchtstrijdkrachten operaties die overal op de wereld kunnen worden uitgevoerd. Grond-luchtgeleide wapeneenheden bieden bescherming tegen vijandelijke luchtaanvallen op eigen eenheden en die van coalitiepartners. Eenheden van de helikopter-vloot bieden ondersteuning door onder andere tactisch transport, verkenning en vuursteun.

Het Commando luchtstrijdkrachten is in staat om operaties uit te voeren in alle delen van het geweldsspectrum. Daaronder vallen ook nationale operaties, zoals de bescherming van het nationale luchtruim, brandbestrijding en andere manieren van ondersteuning van civiele autoriteiten.

Verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor het vaststellen van de mate van gereedheid, de omvang en de samenstelling van het Commando luchtstrijdkrachten.

Succesfactoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van het beschikken over voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel, voldoende materieel dat voldoet aan alle operationele vereisten en de mogelijkheden hiermee realistisch op te leiden en te oefenen. De personele vulling wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren als de demografische ontwikkeling en de economische situatie. Het kunnen beschikken over het gewenste materieel wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren zoals de stand van de techniek en de mogelijkheden en beperkingen van de industrie. De geoefendheid van lucht- en grondgebonden eenheden is afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende oefen- en trainings-mogelijkheden in binnen- en buitenland waarbij zowel intern, met andere operationele commando’s (joint) als met buitenlandse eenheden (combined) wordt getraind.

Budgettaire gevolgen van het beleid

De financiële middelen die het Commando luchtstrijdkrachten ter beschikking staan voor de realisatie van de operationele doelstellingen zijn in de volgende tabel opgenomen.

 

Bedragen x € 1 0 0 0

               
   
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verplichtingen

714 728

672 506

662 221

695 490

672 601

669 704

662 013

Uitgaven

Programmauitgaven

waarvan juridisch verplicht per 31-12-2007

Commando LSK

Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba

515 867 6 123

553 156 4 630

536 300 484 700 473 400 471 100

623 637 584 004 577 368 574 494 0000

408 100

566 799 0

Totaal programmauitgaven

521 990

557 786

623 637

584 004

577 368

574 494

566 799

Apparaatsuitgaven

Staf Commando LSK

Bijdragen aan baten-lastendiensten

126 117 12 728

116 806 11 830

62 524 12 634

83 799 12 634

82 599 12 634

82 576 12 634

82 580 12 634

Totaal apparaatsuitgaven

138 845

128 636

75 158

96 433

95 233

95 21095 214

Totaal uitgaven

660 835

686 422

698 795

680 437

672 601

669 704

662 013

Totaal ontvangsten

17 592

8 671

8 671

8 671

8 671

8 671

8 671

Operationele doelstelling 1:

Operationele doelstellingen

Operationeel gerede expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.

Motivatie

Operationeel gereedgestelde eenheden worden ingezet voor internationale en nationale operaties om op die manier bij te dragen aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie.

Instrumenten

Dit zijn de organieke eenheden uit de tabel met operationele doelstellingen voor het Commando luchtstrijdkrachten.

Operationele doelstelling 2:

Het beschikbaar hebben van operationeel gerede expeditionaire luchtstrijdkrachten.

Motivatie

Om met luchtstrijdkrachten direct te kunnen bijdragen aan de drie hoofdtaken van Defensie zijn eenheden van de luchtstrijdkrachten operationeel gereed. Deze eenheden zijn personeelsgereed, materieel-gereed en geoefend.

Instrumenten

Dit zijn de organieke eenheden uit de tabel met operationele doelstellingen voor het Commando luchtstrijdkrachten.

Operationele doelstelling 3: Motivatie

Instrumenten

Voortzettingsvermogen van eenhedenvan de luchtstrijdkrachten.

Om de expeditionaire eenheden gereed te houden is een groter aantal middelen noodzakelijk dan direct operationeel nodig is. Hierdoor is het mogelijk om te recupereren, gepland onderhoud uit te voeren en personeelsleden opleidingen te laten volgen. Tevens wordt hiermee het voortzettingsvermogen bij expeditionair optreden gegarandeerd.

Dit zijn de organieke eenheden uit de tabel met operationele doelstellingen voor het Commando luchtstrijdkrachten.

 

Operationele doelstellingen 1, 2 en 3 Commando luchtstrijdkrachten

2008

 
       

Totaal aantal operationeel

Voortzettings-

Groep

Organieke eenheid

Totaal aantal

gerede eenheden

vermogen

Geplande

Operatio-

     

eenheden

inzet OD1

neel gereed OD2

OD3

Jachtvliegtuigen1

Squadron

 

5

1⁄2

41⁄2

 

Gevechtshelikopters

Squadron

 

1

2⁄5

3⁄5

 

Transporthelikopters

Squadron

 

2

1⁄2

1⁄2

1

SAR-helikopters

Squadron

 

1

 

1

 

Maritieme helikopters

Squadron

 

2

1⁄2

3⁄4

3⁄4

Luchttransport en tankers

Squadron

 

1

 

1⁄2

1⁄2

Geleide wapens

Fire Platoons

 

4

 

4

 

Air Operations Control Station

Squadron

 

1

 

1

 

Overige eenheden

OGRV-pelotons

 

3

1

2

 

De herschikkingsmaatregel «reductie operationele F-16 capaciteit» is in voorbereiding. De maatregel betreft het afstoten van 18 F-16’s. Slechts 75% van de instandhoudingkosten worden verrekend, waardoor ruimte ontstaat voor een hoger niveau van instandhouding voor de resterende F-16’s. Tevens wordt een 2e shift onderhoud ingericht.

Internationale inzet

Jachtvliegtuigen.Zes F-16 jachtvliegtuigen worden ingezet voor de ISAF-operatie in Afghanistan. Tevens is in de eerste helft van 2008 de inzet van twaalf F-16’s gepland in NRF-10. In de tweede helft van 2008 is de inzet van twaalf F-16’s voorzien voor NRF-11. In de operationele doelstellingen zijn de toewijzingen van vliegende eenheden aan NRF niet verwerkt. Dit omdat vliegende eenheden die zijn aangewezen voor inzet in NRF, tijdens deze NRF-periode kunnen worden ingezet voor training en (internationale) oefeningen. De snelheid waarmee deze eenheden kunnen verplaatsen en ontplooien garandeert bij NRF-activering een tijdige invulling van het NRF-commitment.

Helikopters.Alle helikopters van Defensie zijn vanaf 2008 ondergebracht in het Defensie Helikopter Commando onder leiding van het Commando luchtstrijdkrachten. Dat betekent dat ook de maritieme helikopters worden benoemd bij de operationele doelstellingen van het CLSK.

Gevechtshelikopters.Vijf Apache-gevechtshelikopters worden ingezet voor de operatie ISAF in Afghanistan.

Transporthelikopters.Drie Chinook-transporthelikopters worden ingezet in ISAF in Afghanistan.

Vluchteenheden(boord) inclusief helikopter. Eén vluchteenheid wordt ingezet aan boord van het stationsschip in de Nederlandse Antillen en Aruba en één vluchteenheid wordt gedurende de eerste helft van 2008 ingezet aan boord van een bevoorradingsschip in de Standing NRF Maritime Group 2.In de tweede helft van 2008 wordt een helikopter ingezet aan boord van een fregat tijdens Standing NRF Maritime Group 1. Eén vluchteenheid wordt begin 2008 ingezet voor de VN-operatie UNIFIL, aan boord van een fregat of bevoorradingsschip.

Geleide Wapens.Twee Patriot-afvuureenheden, inclusief commandovoering en logistiek, zijn voorzien voor inzet in NRF-10 in de eerste helft van 2008.

Object Grondverdediging (OGRV)-pelotons.Inzet van OGRV-pelotons is gepland in de eerste helft van 2008 voor NRF-10.

Gereed voor nationale inzet

Jachtvliegtuigen.Het leveren van twee Quick Reaction Alert (QRA)F-16’s ter bewaking van het Nederlandse luchtruim.

Vliegtuigen.Ondersteuning met F-16’s en Apache-helikopters met inzet van specifieke sensoren op verzoek van het ministerie van Justitie.

Transporthelikopters.Ondersteuning met helikopters voor calamiteitenbestrijding, brandbestrijding en algemene militaire bijstand.

Helikopters.Eén helikopter verzorgt SAR-taken en patiëntenvervoer voor medische noodgevallen.

Maritieme helikopters.Eén helikopter wordt permanent ingezet voor SAR-taken en patiëntenvervoer voor medische noodgevallen. Helikopters staan tevens ter beschikking aan de Kustwacht Nederland gedurende 230 vlieguren per jaar.

Luchttransport.Ondersteuning met luchttransport in het kader van ontwikkelingssamenwerking en de vreemdelingendienst. Tevens ondersteuning bij het vervoer van leden van het Koninklijk Huis en de regering.

AOCS Nieuw Milligen. Back-upfaciliteit voor Schiphol Radar door het Air Operation Control Station (AOCS) Nieuw Milligen.

Personeel.Personele ondersteuning in het kader van het convenant Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS). Hiervoor kan personeel van alle eenheden van het CLSK worden ingezet.

3.5. Commando Koninklijke marechaussee – beleidsartikel 24

3.5.1 Algemene doelstelling

Zorgdragen voor het opgedragen aandeel in de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven, alsmede het leveren van een bijdrage aan de effectiviteit van de krijgsmacht.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het Commando Koninklijke marechaussee levert een bijdrage aan een veilige samenleving, door handhaving van de rechtsorde en de verlening van hulp aan hen die dat behoeven, zowel in binnen- als buitenland.

Het CKmar is een politieorganisatie met militaire status, die verantwoordelijk is voor een breed takenpakket. Het CKmar is als onderdeel van de krijgsmacht belast met de drie hoofdtaken die in de Grondwet in algemene zin zijn opgedragen aan de krijgsmacht. Daarnaast staan in de Politiewet 1993, artikel 6, de specifieke taken van het CKmar limitatief opgesomd. De Politiewet 1993 vormt bovendien de grondslag voor de samenwerking met en bijstand aan de politie. De (opsporings)bevoegd-heden van de ambtenaren van het CKmar zijn onder meer geregeld in het strafrecht en in de vreemdelingenwet en- regelgeving.

Het Commando Koninklijke marechaussee voert haar taak uit in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels. Het takenpakket van het CKmar heeft zich ontwikkeld tot een veelzijdig en samenhangend geheel. Het CKmar speelt snel en flexibel in op wijzigende omstandigheden door accenten te leggen binnen taakvelden of tussen taakvelden, waar nodig na toestemming van de betreffende gezagsdragers. De taken van het CKmar zijn van groot belang voor de Nederlandse samenleving en zullen dit ook in de toekomst blijven.

Verantwoordelijkheid

De minister is als beheersverantwoordelijke voor het CKmar verantwoordelijk voor het vaststellen van de mate van gereedheid, de omvang en de samenstelling van het CKmar; de uitvoering heeft hij opgedragen aan de Commandant van de Koninklijke marechaussee.

Succesfactoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van het hebben van voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel, voldoende materieel dat voldoet aan de operationele vereisten en de mogelijkheden hier realistisch mee te oefenen. De personele vulling wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren als demografische ontwikkeling en economische situatie. Het kunnen beschikken over het gewenste materieel wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren als de stand van de techniek en de mogelijkheden/beperkingen van de industrie. De geoefendheid van de eenheden van het CKmar is afhankelijk van voldoende oefenen trainingsmogelijkheden.

Amendement Herben

Tijdens de behandeling van de defensiebegroting 2006 heeft de Tweede Kamer het door lid Herben ingediende amendement aangenomen. Het amendement behelst het terugdraaien van de op het beleidsartikel 24 «Commando Koninklijke marechaussee» doorgevoerde personele reductie in de jaren 2006 tot en met 2010. In totaal is de formatie van het CKmar gecorrigeerd voor 280 vte’n met een financieel volume van € 17 miljoen. In de Bestuursraad Koninklijke marechaussee is vervolgens in overleg met gezag en beheer een verdeling van het amendement in de formatie van het CKmar overeengekomen. De eindsituatie in de formatieverdeling wordt weergegeven in onderstaande tabel.

 

Aanpassing formatie

 

Aantal vte’n

Autonome groei luchthavens

 

Autonome groei Grensbewaking 2006

57

Autonome groei Politietaken Burgerluchtvaart 2006

19

Overige uitbreidingen

 

Aanpassing proces grensbewaking Schiphol

29

Uitbreiding leerlingenbestand

28

Compensatie korting internationale functies

15

Uitbreiding beveiligingscapaciteit district West

10

Dienst Speciale Interventies

19

Uitbreiding Brigade Caribisch gebied

11

Uitbreiding Brigade Buitenlandmissies

72

Staf en ondersteuning

20

Totaal

280

Budgettaire gevolgen van het beleid

De financiële middelen die het Commando Koninklijke marechaussee ter beschikking staan voor de realisatie van de operationele doelstellingen zijn in de volgende tabel opgenomen.

 

Bedragen x € 1 0 0 0

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verplichtingen

355 987

356 453

393 960379 471

364 882

359 950

358 716

Uitgaven

Programmauitgaven

waarvan juridisch verplicht per 31–12–2007

Operationele taakvelden

327 112

302 877

284 900

331 247

276 500

333 104

274 600

334 821

271 300

330 796

237 300

329 552

Totaal programmauitgaven

327 112

302 877

331 247

333 104

334 821

330 796

329 552

Apparaatsuitgaven

Staf Commando Kmar

Bijdragen aan baten-lastendiensten

35 585 2 838

58 834 3 910

30 057 4 341

27 698 4 441

25 520 4 541

24 613 4 541

24 623 4 541

Totaal apparaatsuitgaven

38 423

62 744

34 398

32 139

30061

29 154

29 164

Totaal uitgaven

365 535

365 621

365 645

365 243

364 882

359 950358 716

Totaal ontvangsten

5 546

7 254

7 254

7 254

7 254

7 254

7 254

Verdeling gelden naar taakvelden CKmar

 

Bedragen x € 1 000

 

2008

2009

2010

2011

2012

Operationele taakvelden

 

331 247

333 104

334 821

330 796

329 552

Beveiliging

Vreemdelingenwetgeving

Militaire politietaken

Politietaken burgerluchtvaartterreinen

Assistentie, samenwerking en bijstand

61 831

148 298

71 112

48 063

1 943

62 178

149 128

71 511

48 333

1 954

62 499

149 897

71 879

48 582

1 964

61 747

148 096

71 015

47 998

1 940

61 515

147 538

70 748

47 818

1 933

Operationele doelstellingen

Operationele doelstelling 1:

Handhavingveiligheidsniveau in overeenstemming met de geldende veiligheidsconcepten.

Motivatie

Het Commando Koninklijke marechaussee draagt als uitvoeringsorganisatie bij aan de realisatie van deze beleidsdoelstelling van het bevoegd gezag. Van het Commando Koninklijke marechaussee wordt inzet gevraagd op: + beveiliging van objecten en subjecten, de advisering en ondersteuning

ten aanzien van het beveiligen van objecten en optreden in geval van

incidenten bij het beveiligen van objecten; + beveiliging van personen en het optreden in geval van incidenten bij

het beveiligen van personen; + uitvoering van toezicht op de beveiliging van de burgerluchtvaart,

waaronder risicovluchten, het optreden in geval van incidenten en het

uitvoeren van gewapende beveiliging; + beveiliging van waardetransporten van De Nederlandsche Bank (DNB).

Instrumenten

De uitvoering van deze taken wordt verzorgd door de districten en de daaronder ressorterende brigades van het Commando Koninklijke marechaussee.

 

Indicatoren

     

Streefwaarde 2008

Het percentage onderkenningen van mogelijke illegale betredingen van het beveiligde gebied

Aantal illegale betredingen van het object

Het percentage uitgevoerde opdrachten persoonsbeveiliging

Het percentage uitvoering productieprogramma Beveiliging burgerluchtvaart (toezicht op uitvoering

beveiligingsmaatregelen)

Aantal beveiligde waardetransporten

100%

0

100%

100% 183

Operationele doelstelling 2:

Beheersing van de vreemdelingenstroom in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.

Motivatie

Het Commando Koninklijke marechaussee draagt als uitvoeringsorganisatie bij aan de realisatie van deze beleidsdoelstelling van het bevoegd gezag. Van het Commando Koninklijke marechaussee wordt inzet gevraagd op: + uitvoering van de grensbewaking, waaronder het uitvoeren van

persoonscontroles en het verstrekken van nooddocumenten; + uitvoering van het mobiel toezicht vreemdelingen (MTV), waaronder

het houden van controles; + uitvoering van hoogstaand documentonderzoek op de Asielcentra; + verwijdering van vreemdelingen;

+ uitvoering van onderzoeken naar incidenten op het vlak van mensensmokkel vanuit de taken op grond van de vreemdelingenwet; + uitvoering van projectmatige strafrechtelijke onderzoeken naar mensensmokkel voortkomend uit c.q. samenhangend met de grensbewaking en/of het MTV.

Instrumenten

De uitvoering van deze taken wordt verzorgd door de districten en de daaronder ressorterende brigades van het Commando Koninklijke marechaussee.

Indicatoren

Streefwaarde 2008

Controle conform bepalingen Schengen-grenscode omrent de verschillende vervoerssegmenten en, voor wat betreft Schiphol, binnen de met Amsterdam Airport Schiphol overeengekomen normen voor de doorlooptijden bij de persoonscontroles aan de paspoortbalies

Burgerluchtvaart: 100% administratieve en fysieke controle op in- en uitreis.

Cruiseschepen: 100% administratieve controle t.a.v. bemanning en passagiers. 100% fysieke controle t.a.v. passagiers die van boord gaan (afhankelijk van risicoanalyse).

Vrachtferry’s: 100% administratieve en fysieke controle op in- en uitreis van bemanning conform wijze van controle t.a.v. zeelieden.

Personenferry’s: 100% administratieve en fysieke controle, op in- en uitreis van passagiers en een 100% administratieve en fysieke controle conform wijze van controle t.a.v. zeelieden.

Pleziervaart: een streven naar 100% administratieve en fysieke controle t.a.v. opvarenden en tenminste 3 landelijke projectdagen, welke geselecteerd zijn op basis van een risicoanalyse, waarop een 100% fysieke persoonscontrole plaatsvindt.

Vissersschepen: een streven naar 100% administratieve en fysieke controle t.a.v. opvarenden en tenminste 3 projectdagen, welke geselecteerd zijn op basis van een risicoanalyse, waarop een 100% fysieke persoonscontrole plaatsvindt.

Wachtrij op de luchthaven Schiphol

Vrachtvaart: 100% administratieve controle t.a.v. bemanning en passagiers. 100% fysieke controle t.a.v. passagiers die van boord gaan (afhankelijk van risicoanalyse).

95% van de passagiers bij aankomst mag maximaal 10 minuten wachten voorafgaand aan de paspoortcontrole.

95% van de vertrekkende of transfererende passagiers mag maximaal 6 minuten wachten voorafgaand aan de paspoortcontrole.

Uitvoering geven aan Mobiel Toezicht Vreemdelingen

Het CKmar draagt zorg voor onderkenning van illegalen in het grensgebied. Inzet vindt plaats in overleg met het bevoegd gezag. Realisatie is afhankelijk van het aanbod.

Vaststelling van identiteit in het AC-proces 100%

Uitvoering geven aan uitzettingen van vreemdelingen uit Nederland

Het CKmar draagt zorg voor uitzettingen van vreemdelingen uit Nederland. Realisatie is afhankelijk van het aanbod en de beschikbare capaciteit.

Operationele doelstelling 3:

Handhaving van de openbare orde en strafrechtelijke rechtsorde binnen de krijgsmacht en jegens militaire justitiabelen.

Motivatie

Het Commando Koninklijke marechaussee draagt als uitvoeringsorganisatie bij aan de realisatie van deze beleidsdoelstelling van het bevoegd gezag. Van het Commando Koninklijke marechaussee wordt inzet gevraagd ten behoeve van: + beschikbaarheid- en bereikbaarheidsfunctie ten behoeve van

noodhulp; + handhaving van de openbare orde en rechtsorde.

Instrumenten

De uitvoering van deze taken wordt verzorgd door de districten en de daaronder ressorterende brigades van het Commando Koninklijke marechaussee.

Indicatoren

Streefwaarde 2008

Beschikbaarheid/bereikbaarheid

In minimaal 90% van de meldingen is het CKmar binnen 30 minuten ter plaatse.

Aantal misdrijfdossiers                                      1500

Percentage processen-verbaal «lik op             50%

stuk»

Operationele doelstelling 4:

Handhaving van de openbare orde en de strafrechtelijke rechtsorde op de aangewezen nationale luchtvaartterreinen.

Motivatie:

Instrumenten

Het Commando Koninklijke marechaussee draagt als uitvoeringsorganisatie bij aan de realisatie van deze beleidsdoelstelling van het bevoegd gezag. Van het Commando Koninklijke marechaussee wordt inzet gevraagd ten behoeve van: + beschikbaarheid- en bereikbaarheidsfunctie ten behoeve van

noodhulp; + handhaving van de openbare orde en rechtsorde.

De uitvoering van deze taken wordt verzorgd door de districten en de daaronder ressorterende brigades van het Commando Koninklijke marechaussee, verantwoordelijk voor de beveiliging van Schiphol en de overige regionale luchthaventerreinen.

 

Indicatoren

   

Streefwaarde 2008

 

Beschikbaarheid/bereikbaarheid                      In minimaal 90% van de prio 1 meldingen in de terminal en het desbetreffende luchtvaart-

terrein is het CKmar binnen 5 minuten ter plaatse

In 90% van de prio 2 meldingen is het CKmar binnen 10 minuten ter plaatse.

In 90% van de prio 3 meldingen is het CKmar binnen 15 minuten ter plaatse.

Aantal controles op hoogrisico vluchten Realisatie is afhankelijk van beleid, aanbod en risico-analyse.

Operationele doelstelling 5:

Beschikbareoperationeel gerede eenhedenvoor samenwerking, bijstand en assistentieverlening.

Motivatie

Het Commando Koninklijke marechaussee draagt als uitvoeringsorganisatie bij aan de realisatie van deze beleidsdoelstelling van het bevoegd gezag en de drie hoofdtaken van Defensie. Van het Commando Koninklijke marechaussee wordt inzet gevraagd ten behoeve van: + operationeel gereed stellen en inzetten van Mobiele eenheden (ME); + operationeel gereed stellen en inzetten van Bijstandseenheden (BE); + operationeel gereed stellen en inzetten van een Aanhoudingseenheid (AE).

Instrumenten

Deze eenheden zijn opgebouwd uit personeel vanuit de districten van het Commando Koninklijke marechaussee en de daaronder ressorterende brigades. Deze taken worden grotendeels als nevenfunctie uitgevoerd.

Indicatoren

Streefwaarde 2008

Operationele doelstelling 6:

Beschikbareoperationele eenheden voor internationale crisis- en humanitaire operaties.

Motivatie

Het Commando Koninklijke marechaussee draagt bij aan de drie hoofdtaken van Defensie. Van het Commando Koninklijke marechaussee wordt inzet gevraagd ten behoeve van: + nationale politietaken voor de strijdkrachten; + internationale civiele politiemissies; + militaire politie-eenheid (eskadron); + UN Stand-by Forces Agreement System (UNFAS).

Instrumenten

De uitvoering van deze taken wordt verzorgd door het district Landelijke en Buitenlandse eenheden van het Commando Koninklijke marechaussee, in het bijzonder de Brigade Buitenlandmissies. Deze eenheid is personeel gereed, materieel gereed en geoefend.

 

Beschikbare operationele CKmar-eenheden voor internationale crisis- en humanitaire operaties

   
         
   

Totaal aantal eenheden

2008

 

Totaal aantal operationeel gerede eenheden

Voortzettingsvermogen

Geplande Operationeel inzet gereed

CKmar

Personeel voor civiele politiemissies en voor het uitvoeren van politietaken ter ondersteuning van uitgezonden eenheden van de operationele commando’s (volgens de planningsnorm van één opsporingsambtenaar per 100 uitgezonden militairen)

459 militairen

153 153

153

CKmar

BE-peloton voor Crowd Riot Control

1 peloton

0 1

0

CKmar

Personeel ten behoeve van het samenstellen van Close Protection Teams ter begeleiding van VIPS in het buitenland

60 militairen

20 20

20

CKmar

Eskadron MP ten behoeve van de inzet in het kader van NAVO-opdrachten; reactietermijn van 180 dagen

1⁄2 eskadron

0 1⁄2

0

3.6 Defensie Materieelorganisatie (DMO) – beleidsartikel 25 3.6.1. Algemene doelstelling

Modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

De Defensie Materieelorganisatie (DMO) levert materieellogistieke ondersteuning op het gebied van aanschaf, instandhouding en afstoting voor de gehele krijgsmacht en is beleidsverantwoordelijk voor het defensiebrede materieellogistieke beleid en het beleid van wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling.

Aan alle operationele gebruikers wordt modern en kwalitatief hoogwaardig materieel geleverd dat voldoet aan de operationele eisen, tijdig beschikbaar is en voldoende bescherming biedt voor het defensiepersoneel. Dit materieel wordt op zorgvuldige, kosteneffectieve, doelmatige en rechtmatige wijze verworven. De DMO levert tijdig producten en diensten op basis van bindende afspraken en tegen redelijke prijzen.

In de boxen staan projecten waarbij zich in het jaar 2008 een belangrijke ontwikkeling voordoet. Voor meer informatie en extra verdieping in de strategische materieelprojecten kan het Materieelprojectenoverzicht (MPO) worden geraadpleegd. Het MPO vormt een integraal overzicht van alle strategische materieelprojecten boven € 25 miljoen, of projecten die politiek gevoelig zijn. In dit MPO wordt onder meer beschreven hoe een materieelproject past in het defensiebeleid, en hoe het project samenhangt met andere materieelprojecten.

Verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en het instandhouden van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.

Succesfactoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van de mate waarin voldaan kan worden aan de door de interne klant gestelde eisen voor de factoren product, tijd en geld. Hierbij zijn onder meer van belang: de productiecapaciteit van de leveranciers, de aanwezigheid van nationale defensie-industrie en mogelijkheden tot internationale samenwerking. Verder is de personele invulling mede afhankelijk van de mate waarin de arbeidsmarkt voorziet in de beschikbaarheid van capabel (technisch) geschoold personeel. Ook zijn de toegang en uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling en de stand van de techniek van het gewenste materieel, van grote invloed op het behalen van de algemene doelstellingen.

Budgettaire gevolgen van het beleid

De financiële middelen, die ter beschikking van de DMO staan voor de realisatie van de doelstellingen, zijn in de onderstaande tabel opgenomen.

Bedragen x € 1 0 0 0

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verplichtingen

2 807 209 2 426 195 2 266 320 2 333 364 2 062 071 2 345 253 1 931 668

Uitgaven

Programmauitgaven

waarvan juridisch verplicht per 31-12-2007                                                            1595 200     1465 600     1509 700     1497 400      1377 100

Investeringen zeestrijdkrachten                                        329 359        262 946        293 329        361 617        453 604        421 310         352 059

Investeringen landstrijdkrachten                                      520 900        694 012        574 110        455 635        429 361        421 635         466 780

Investeringen luchtstrijdkrachten                                     280 824        362 811        322 472        294 039        302 313        334 496         466 106

Investeringen Koninklijke marechaussee                          24144          16101          12000          14820          16200          13407            13500

Investeringen overig                                                              20811          33431          56478          42529          39561          28746            14153

Logistieke ondersteuning zeestrijdkrachten                   178 696        171 220        157 087        160 803        161 918        163 463         157 537

Logistieke ondersteuning landstrijdkrachten                 273 868        190 689        214 116        209 850        214 438        219 229         218 190

Logistieke ondersteuning luchtstrijdkrachten                159 045        242 565        225 331        226 449        223 759        223 806         224 364

 

Totaal programmauitgaven

1 787 647

1 973 775

1 854 923

1 765 742

1 841 154

1 826 092

1 912 689

Apparaatsuitgaven

Staf DMO

Bijdragen aan baten-lastendiensten

466 816 1 502

349 276 2 717

323 848 2 717

308 159 2 717

307 469 2 717

304 273 2 717

300 927 2 717

Totaal apparaatsuitgaven

468 318

351 993

326 565

310876

310186

306 990

303 644

Totaal uitgaven

2 255 965

2 325 768

2181 488

2 076 618

2 151 340

2 133 082

2 216 333

Totaal ontvangsten

66 937

79 741

73 698

73 698

73 698

73 698

73 698

Operationele doelstelling 1: Motivatie

Instrumenten

Operationele doelstellingen

Voorzien in nieuw materieel

Om de defensieonderdelen te voorzien van inzetgereed materieel dient tijdig nieuw materieel te worden aangeschaft. Hieronder valt ook de vervanging van bestaand materieel.

Het Defensie Materieelproces (DMP) bevat regels voor het per project uitwerken en voorzien in de behoefte aan militair materieel, informatievoorzieningssystemen en infrastructuur vanaf € 5 miljoen. Het DMP markeert politieke besluitvorming op belangrijke keuzemomenten in projecten en zorgt voor een adequate informatievoorziening gedurende de gehele looptijd van de projecten, op basis waarvan bijsturing kan plaatsvinden. Het DMP is in 2006 geëvalueerd. Projecten met een financiële omvang van groter dan € 25 miljoen doorlopen in principe vier fasen: de behoeftestelling (fase A), de voorstudie (fase B), de studie (fase C) en de verwervingsvoorbereiding (fase D). Na de D-fase begint de realisatie. De Kamer wordt geïnformeerd over behoeftestellingen van materieelprojecten vanaf € 25 miljoen. Projecten met een financiële omvang tot € 100 miljoen worden doorgaans gemandateerd nadat de behoeftestelling is goedgekeurd. Is de financiële omvang van een project

€ 100 miljoen of meer, dan vindt geen mandatering plaats. De Kamer wordt over de niet-gemandateerde projecten geïnformeerd via brieven over de separate fasen (B, C en D). Zo nodig kan Defensie – in afwijking van dit uitgangspunt – na afronding van de behoeftestellingsfase een beargumenteerd voorstel doen aan de Kamer om over de voortzetting een gecombineerde B/C-brief c.q. B/C/D-brief te sturen aan de Kamer.

 

Projecten in realisatie zeestrijdkrachten

 

Projectomschrijving

Project-

Verwacht

     

Raming uitgaven in €

miljoen

Fasering

 

volume

te verplichten

           

tot

           
   

in 2008

t/m 2007

2008

2009

2010

2011

2012

 

LC-Fregatten

1 562,3

35,2

1 497,4

38,7

16,7

9,5

   

2010

LCF Walreserve

37,5

 

32,5

5,0

       

2008

LCF Munitie

358,7

 

269,3

2,3

4,9

9,8

9,5

16,6

2016

LPD-2

273,4

 

259,1

14,3

       

2008

NH-90*

1 025,5

74,3

358,4

140,6

190,3

146,8

112,0

39,6

2014

Project Aanpassing

                 

Mijnenbestrijdings-

                 

capaciteit (PAM)

193,7

10,0

142,8

17,0

12,3

21,6

   

2010

MILSATCOM lange

                 

termijn*

132,0

17,1

53,4

26,1

23,0

15,0

5,5

9,0

2012

NIMCIS

97,1

4,0

90,8

6,3

       

2008

Verwerving gepantserd

                 

All Terrain Vehicle

81,8

 

77,3

4,5

       

2008

Modernisering

                 

navigatiesystemen*

53,2

21,2

1,4

6,0

9,1

11,8

10,5

9,9

2013

Defensiebrede projecten

 

Projecten in planning zeestrijdkrachten

 

Projectomschrijving

Project- Verwach- Verwach- Verwacht volume te uitga- te uitga- te ver-

   

Planning DMP-proces2

B-D = gecombineerde brief

Fasering

 

(x € 1 ven t/m ven in plichten

           
 

miljoen) 2007 2008 2008

2007

2008

2009 2010

2011

2012

 

Patrouilleschepen

>250 <25 25-50

B-D

       

2006-2013

Instandhouding

             

M-fregatten

50-100

A

       

2009-2013

Verwerving Joint

             

Logistiek

             

Ondersteunings-

             

schip

>250 <25 <25 <250

 

B-D

     

2006-2014

Instandhouding

             

Walrus-klasse

             

onderzeeboten

50-100

 

A

     

2009-2016

Instandhouding

             

Hr. Ms. Amsterdam

25-50

A

       

2010-2011

Nieuwe generatie

             

identificatiesyste-

             

men (IFF mode

             

5/Mode S)1

25-50

 

A

     

2011-2014

Verbetering MK 48

             

torpedo

50-100

 

A

     

2011-2016

Instandhouding

             

Goalkeeper

25-50

 

A

     

2010-2014

Vervanging MK 46

             

torpedo

25-50

 

A

     

2010-2012

Herintroductie

             

mijnenveegcapaci-

             

teit

100-250

A

       

2010-2012

Kwantitatieve ver-

             

sterking mariniers-

             

bataljons

25-50 <25 <25

A

       

2007-2010

Verwerving 2e

             

batch IISS reserve-

             

delen NH-901

25-50

   

A

   

2011-2013

Defensiebreed project

Over projecten waar de planning nu nog onbekend is zal de A-brief voorstellen bevatten voor de planning van DMP-fasedocumenten.

2

Patrouilleschepen.

In de Marinestudie 2005 is een pakket van maatregelen gepresenteerd waarmee de samenstelling van middelen van het Commando zeestrijdkrachten beter wordt afgestemd op de toekomstige en gewijzigde taakstelling. Eén van de maatregelen betreft de verwerving van vier patrouilleschepen. De onderhandelingen met de beoogde hoofdaannemers zijn gaande en de verwachting is dat in de tweede helft van 2007 de Kamer kan worden geïnformeerd over de resultaten van de verwervingsvoorbereiding. De proefvaart van het eerste patrouilleschip is voorzien in de tweede helft van 2010.

Joint Logistiek Ondersteuningsschip.

In de Marinestudie 2005 is een pakket van maatregelen gepresenteerd waarmee de samenstelling van middelen van het Commando zeestrijdkrachten beter wordt afgestemd op de toekomstige en gewijzigde taakstelling. Eén van de maatregelen betreft de verwerving van een jointlogistiek ondersteuningsschip als vervanger van Hr.Ms Zuider-kruis. Naast bevoorrading op zee voorziet de taakstelling in strategisch zeetransport en ondersteuning van landoperaties. Defensie werkt in overleg met de voorziene hoofdaannemers de bestekken uit. De verwervingsvoorbereiding met de daarbij behorende onderhandelingen kunnen beginnen als dit proces voor de patrouilleschepen is voltooid. De onderhandelingen kunnen naar het zich laat aanzien in de loop van 2008 hun beslag krijgen. De proefvaart van het schip is voorzien in 2014.

 

Projecten in realisatie landstrijdkrachten

 

Projectomschrijving

Project- Verwach-

   

Raming uitgaven in €

miljoen

Fasering

                   
   

plichten

t/m

           
   

in 2008

2007

2008

2009

2010

2011

2012

 

Verbetering Mobiliteit Stinger-platform

43,9

 

33,4

10,5

       

2008

Fennek (licht verkennings-/bewakings-

                 

voertuig)

265,3

0,8

249,4

15,9

       

2008

Fennek (MRAT- en AD-versie)

192,3

2,0

98,3

87,0

7,0

     

2009

Groot pantservoertuig (ontw. fase)

113,0

2,9

106,0

4,0

3,0

     

2009

IGV (productie plus training)

1 075,2

 

380,2

225,2

194,5

161,2

104,4

9,7

2012

Medium Range Anti-Tank (MRAT)

216,4

4,1

198,9

4,2

2,0

11,3

   

2010

Tactische Indoor Simulation (TACTIS)

83,1

 

67,5

15,6

       

2008

Pantserhouwitser

483,3

12,2

273,0

113,6

95,7

1,0

   

2010

Short Range Anti-Tank (SRAT)

66,6

 

61,9

4,7

       

2008

Titaan*

130,0

 

107,9

15,6

6,5

     

2009

Groot pantserwielvoertuig (productie)

624,0

 

15,9

15,7

18,3

34,7

82,5

114,3

2016

FGBADS (deel 1 fase 2, (BMC4I FOC) + dee

l 2

               

(SSC))

126,0

 

52,4

21,3

51,3

1,0

   

2010

Richtkijker wapen schutter lange afstand*

28,6

 

8,8

6,7

6,0

 

3,5

3,6

2012

Defensiebrede projecten

 

Projecten in planning landstrijdkrachten

 

Projectomschrijving

Project- Verwach- Verwach- Verwacht

 

Planning DMP-proces2

Fasering

 

volume

uitga- te uitga- te ver-

 

B-D = gecombineerde brief

 
 

(x € 1

ven t/m

ven in plichten

     
 

miljoen)

2007

2008 2008

2007 2008

2009 2010 2011 2012

 

Vervanging Brug-

           

leggende tank

50-100

 

<25

 

D

2008-2017

Vervanging genie-

           

en doorbraaktank

50-100

<25

<25

B-D

 

2008-2012

Battlefield Mana-

           

gement System

           

(BMS)

50-100

<25

<25

D

 

2006-2012

Datacommunicatie

           

Mobiel Optreden

           

(DCMO)

25-50

 

<25

B-D

 

2008-2012

Verhoging grond-

           

mobiliteit 11 AMB/

           

Vervanging LSV

25-50

   

A

 

2009-2011

Vervanging deel-

           

systemen TITAAN1

50-100

   

A

 

2009-2021

Verbeterd Zicht

           

(deel II)1

25-50

 

<25

A

 

2008-2010

Vervanging Mortier

           

Opsporingsradar

           

(MOR)

100-250

   

A

 

2010-2013

Vervanging HF/VHF-

           

radio (ECB/FM9000)

100-250

     

A

2012-2017

Verwerving

           

CE-pakketten IGV

50-100

   

A

 

2011-2013

Combat Identifica-

           

tion (Combat ID)1

50-100

   

A

 

2009-2014

CUP EOV

25-50

   

A

 

2010-2014

Verwerving preci-

           

sion guided

           

ammunition

25-50

   

A

 

2010-2013

Leopard II Aircos

25-50

   

A

 

2010-2012

Defensie brede

           

vervanging wiel-

           

voertuigen1

>250

   

A

 

2010-2018

Verbeterd Opera-

           

tioneel Soldaat

           

Systeem (VOSS)1

<250

50-100

<25 <25

A

 

2007-2015

Defensiebreed project

Over projecten waar de planning nu nog onbekend is zal de A-brief voorstellen bevatten voor de planning van DMP-fasedocumenten.

2

Battlefield Management System (BMS)

Het project geeft invulling aan de C2 (Command and Control) ondersteuning van grondgebonden eenheden van het CLAS. Met het Battlefield Management System (BMS) wordt beoogd de operationele informatievoorziening en daarmee de commandovoering op het niveau peloton, compagnie en bataljon te verbeteren door vooral de situational awareness bij deze eenheden te verbeteren. Het systeem is onderdeel van het grotere geheel van operationele commandovoeringssystemen dat is gebaseerd op C3I-architectuur. Het BMS zorgt ervoor dat eenheden elkaars locatie kennen waardoor kan worden voorkomen dat ze onder vuur van eigen troepen komen te liggen. Het project Datacommunicatie Mobiel Optreden (DCMO) maakt deel uit van het BMS en verzorgt de datacommunicatie.

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)

In 1998 is Nederland gestart met het Soldier Modernisation Programma (SMP). Het SMP heeft als doel de bescherming en effectiviteit van de te voet optredende en uitgestegen soldaat te verbeteren. Met het project VOSS wordt dit geconcretiseerd door middel van de oplevering van een soldaatsysteem waarin de diverse modules (C4I, energie, wapens en sensoren, (ballistische) bescherming, en kleding) op elkaar zijn afgestemd conform een nog te ontwikkelen systeemconcept. Voor het VOSS is nog veel onderzoek en ontwikkeling nodig. De huidige planning voorziet in een intensieve beproeving in de tweede helft van 2009 en in een invoering vanaf eind 2010. Voorts is het streven om kort na de behoeftestelling een begin te maken met de transformatie van de huidige sectie SMP naar een Joint Kenniscentrum Militair en Uitrusting (JKCMU) dat naast een prominente rol in de realisatie van het project VOSS ook zal participeren in diverse NAVO-verbanden en -kennisnetwerken.

 

Projecten in realisatie luchtstrijdkrachten

 

Projectomschrijving

Project- Verwacht

   

Raming uitgaven in €

miljoen

Fasering

 

volume

te verplichten in 2008

           

tot

t/m

         
     

2007

2008

2009

2010

2011

2012

 

F-16 Link 16

120,6

4,0

85,8

15,6

8,5

4,7

6,0

 

2011

F-16 Verbetering lucht-grond bewapening

61,9

 

31,3

11,6

9,5

9,5

   

2010

F-16 Vervanging System Design and

                 

Development

788,7

 

651,7

79,5

28,7

17,0

10,8

1,0

2012

F-16 Luchtverkenningssysteem

41,0

 

26,3

12,8

1,9

     

2009

AH-64D MTADS

89,4

 

59,1

17,9

12,4

     

2009

Patriot Update PAC III (launchers en missil

es) 117,2

 

72,2

7,9

37,1

     

2009

3e DC-10

45,3

 

35,7

9,6

       

2008

Aanschaf 3e en 4e C-130

59,1

 

37,9

21,2

       

2008

F-16 M5 modificatie

59,0

 

12,0

8,0

10,7

13,8

14,5

 

2011

F-16 Vervanging NL projecten

48,1

5,2

13,9

5,2

8,0

21,0

   

2010

F-16 Targeting Pods

37,9

 

25,2

10,7

2,0

     

2009

Chinook uitbreiding en versterking (4 + 2)

400,5

 

114,0

110,2

124,4

51,0

0,9

 

2011

Chinook

De Chinook-helikopter heeft tijdens operaties, onder andere in Afghanistan, bewezen een waardevolle bijdrage te kunnen leveren. Door de hoge eisen die worden gesteld aan operaties zijn verbeteringen van c.q. uitbreidingen aan de Chinook-helikopter op het gebied van zelfbescherming, bewapening, sensoren en communicatiemiddelen noodzakelijk. Gedurende het DMP-proces is er voor gekozen de scopevan het project te beperken tot de uitbreiding met vier en de vervanging van de twee verongelukte Chinook-helikop-ters, oftewel de verwerving van in totaal zes Chinook-helikopters. De standaardisatie van de huidige vloot van elf helikopters is uitgesteld en wordt mogelijk samengevoegd met een Mid-Life-Update. Vier helikopters worden uitgerust met een beperkte Special Forces uitrusting. Bovendien zijn voor aanvullende SF-apparatuur de ’provisions for’gecontracteerd. Ten aanzien van de cockpitconfiguratie is gekozen voor de Honeywell ’Avionic Control en Management System’(ACMS)-block6cockpit, een doorontwikkeling van de huidige ACMS-block5cockpit. De contracten met Boeing, Honeywell en Terma zijn op 15 februari 2007 getekend. Met het tekenen van de contracten is het project begonnen aan de realisatiefase. De aflevering van de eerste helikopter is medio 2009 voorzien. Verwacht wordt dat de zes nieuwe helikopters in de loop van 2010 voor operationele inzet beschikbaar zijn.

 

Projecten in planning luchtstrijdkrachten

Projectomschrijving

Project-

Ve r-

Ve r- Verwacht

 

Planning DMP-proces1

Fasering

 

volume

wachte

wachte te ver-

 

B-D = gecombineerde brief

 
 

(x € 1

uitgaven uitgaven plichten

     
 

miljoen)

t/m

in 2008

     
   

2007

2008

2007 2008

2009 2010 2011 2012

 

Vervanging F-16

           

productie

>250

<25

<25

 

D

2007-2025

F-16 Zelfbescher-

           

ming ASE

50-100

       

2009-2013

F-16 Verbetering

           

lucht-grond bewa-

           

pening (fase II)

100-250

   

A

 

2009-2014

F-16 Mode 5 IFF

25-50

<25

<25

A

 

2007-2013

AH-64D Zelf-

           

bescherming (ASE)

100-250

   

A

 

2010-2014

Patriot Vervanging

           

COMPATRIOT

25-50

<25

<25

   

2007-2011

Vervanging Me-

           

dium Power Radars

           

in Wier en Nieuw

           

Milligen

50-100

   

A

 

2011-2013

Cougar midlife

           

update

25-50

     

A

2012-2014

AH-64D Upgrade

100-250

   

A

 

2010-2013

F-16 Infrarood

           

geleide lucht-lucht

           

raket

25-50

       

2010-2013

Over projecten waar de planning nu nog onbekend is zal de A-brief voorstellen bevatten voor de planning van DMP-fasedocumenten.

Vervanging F-16

Nederland neemt sinds 2002 deel aan de SystemDevelopmentand Demonstration-fase (SDD-fase) van het Joint Strike Fighter-programma. Het toestel is inmiddels F-35 Lightning-IIgedoopt. Nederland heeft zich in het Memorandum of Understanding(MoU) voor de SDD-fase verplicht tot een financiële bijdrage van $ 800 miljoen, waarvan $ 50 miljoen mag worden besteed aan door Nederland geïnitieerde projecten. Voor de deelneming aan de SDD hebben de overheid en de industrie een business caseopgesteld. Een herijking hiervan is voorzien in 2008.

Inmiddels loopt naast de SDD-fase ook de productie-, instandhoudings- en doorontwikkelingsfase van het toestel. Deze fase behelst de gehele levensduur van het toestel. De partnerlanden zijn een MoU over deze Production, Sustainment and Follow-onDevelop-ment(PSFD) overeengekomen dat hen verplicht mee te betalen aan de nonrecurring costs voor onder meer de inrichting van de productielijn. Nederland heeft het PSFD MoU in november 2006 getekend. Ook alle partnerlanden hebben het PSFD MoU getekend. Ondertekening van de PFSD MoU houdt niet in dat er een verplichting is ontstaan om metterdaad toestellen te kopen, zoals eerder reeds aan de Kamer is medegedeeld.

Het kabinet zal dit jaar beslissen over de ondertekening van het MoU over de deelneming aan de internationale Operationele Test- en Evaluatiefase van de JSF in de Verenigde Staten voor de periode 2011–2013. Het voornemen bestaat om met twee Nederlandse toestellen mee te doen. Met het oog op tijdige levering in 2011 is de plaatsing van de voorlopige bestelopdracht voor het eerste testtoestel dit jaar voorzien. Voor het tweede testtoestel, af te leveren in 2012, is de voorlopige bestelling voorzien in 2008. In overeenstemming met het regeerakkoord zal het kabinet in 2009 een besluit nemen over de contractondertekening voor de definitieve aanschaf van beide testtoestellen. De besluitvorming over de vervanging van de F-16 is voorzien in 2010.

Investeringen Commando Koninklijke marechaussee

Dit betreft de investeringsprojecten – voor zover niet in infrastructuur en informatievoorziening – ten behoeve van het Commando Koninklijke marechaussee. Geen daarvan is groter dan € 25 miljoen.

Investeringen overig

Dit betreft de investeringsprojecten ten behoeve van enkele overige defensieonderdelen, zoals het Commando Dienstencentra (CDC), de Bestuursstaf (BS) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Geen daarvan is groter dan € 25 miljoen.

Operationele doelstelling 2: Motivatie

Instandhoudingvan materieel

Teneinde de operationele output van de operationele eenheden zeker te stellen, dienen deze te beschikken over voldoende inzetbaar materieel. Hierin voorziet de DMO door enerzijds zorg te dragen voor (hoger) onderhoud aan de wapensystemen en de componenten hiervan. Anderzijds voorziet de DMO hierin door het op peil houden van de benodigde hoeveelheid reservedelen.

Instrumenten

De instandhouding van materieel wordt hoofdzakelijk verzorgd door het Marinebedrijf in Den Helder, het Landelijk bevoorradingsbedrijf – dat is gevestigd op diverse locaties in het land – en het Logistiek Centrum Woensdrecht. Het door deze bedrijven uitgevoerde hoger onderhoud valt uiteen in preventief, modificatief en correctief onderhoud. Met het

preventief onderhoud wordt de geplande technische en economische levensduur van wapensystemen en componenten gerealiseerd. Met correctief onderhoud worden geconstateerde klachten van gebruikers verholpen en met modificatief onderhoud worden door de gebruiker gewenste aanpassingen, alsmede door de leverancier voorgeschreven technische verbeteringen van de wapensystemen, uitgevoerd. Verder beschikt de DMO over afdelingen die zorgdragen voor het bevoorradingsproces van de krijgsmacht, zowel in Den Haag als op de genoemde locaties in het land. Dit proces beslaat de stappen verwerven, in ontvangst nemen, op voorraad houden en verstrekken van materieel aan de gebruikers. Daarbij wordt een onderscheid aangebracht tussen repareer-baar en verbruiksmaterieel. Het repareerbare materieel komt, na een periode van intensief gebruik, terug naar de betreffende eenheid van de DMO. Daar wordt bezien of het op de eigen onderhoudslocatie kan worden behandeld of dat dit bij de industrie moet plaatsvinden. Na reparatie komt het materieel weer terug in het bevoorradingsproces en wordt het uiteindelijk wederom aan de operationele gebruiker verstrekt.

Prestatiegegevens DMO

De logistieke ondersteuning door de DMO aan de defensieonderdelen heeft vorm gekregen door de klant-leverancierrelatie. Hiertoe worden tussen de DMO en de defensieonderdelen dienstverleningsovereenkomsten (dvo’n) afgesloten. Deze dvo’n vormen de leidraad voor de afspraken over bijvoorbeeld het uitvoeren van systeemmanagement, onderhoud en modificaties, bevoorrading en assortimentsmanagement. In de dvo’n zijn de prestatiegegevens vastgelegd. Over de voortgang van de uitvoering van de dvo’n en eventuele knelpunten in de uitvoering wordt elk kwartaal gerapporteerd aan de defensieonderdelen.

Daarnaast wordt elke maand door de DMO per hoofdwapensysteem een assessment opgesteld over de materiële status van het systeem en de materiële knelpunten (inclusief genomen acties en de verwachting dat het knelpunt is weggenomen).

In de maandrapportage wordt de gemeten servicegraad als graadmeter voor actuele situatie bij de DMO-bedrijven inzichtelijk gemaakt. Omdat de servicegraad slechts een goede graadmeter is voor de basisbeschikbaar-heid van reservedelen en niet representatief is voor knelpunten (bad actors)in het herbevoorradingsproces, worden in overleg met de DMO-bedrijven betere meetbare prestatie-indicatoren geïdentificeerd en ontwikkeld om de totale logistieke prestatie te kunnen meten.

De servicegraad is een prestatie-indicator voor een uitvoeringsverantwoordelijkheid van de DMO. Het verloop van het onderhoud, het verloop van modificaties, de realisatie van investeringen, enzovoorts, worden hiermee als prestatie van de DMO niet afgedekt. Voor het ontwikkelen van een set van prestatie-indicatoren is intern de DMO een INK-expertisegroep ingesteld. In het najaar van 2007 dient deze expertisegroep haar eindrapport op te leveren. Vanaf dat moment zullen prestatie-indicatoren geleidelijk worden verbeterd en in de bedrijfsvoering van de DMO worden ingebed.

Operationele doelstelling 3: Motivatie

Afstoting overtollig materieel

De DMO is binnen Defensie belast met de afstoting van overtollig verklaarde roerende zaken. Onder afstoting wordt verstaan het verkopen, inruilen, schenken of vernietigen van materieel. Verkoop heeft de

voorkeur. De verkoopopbrengsten zijn in beginsel bestemd voor Defensie op grond van de middelenafspraak met het ministerie van Financiën. Uitvoering van deze werkzaamheden vindt plaats binnen de DMO bij de Directie Projecten en Verwerving.

Instrumenten

Bij het afstoten van roerende zaken wordt onderscheid gemaakt tussen strategische en niet-strategische zaken, waarop verschillende procedures van toepassing zijn.

Overtollige niet-strategische zaken worden aan de dienst Domeinen van het ministerie van Financiën overgedragen. De goederen worden door Domeinen in de regel openbaar verkocht.

Voor de afstoting van overtollig strategisch defensiematerieel zijn aanvullende regelingen vastgesteld. Vanwege het specifieke karakter van dit materieel is voor elke voorgenomen afstoting een voorafgaande schriftelijke instemming van of namens de staatssecretaris vereist. Verkoop vindt in de regel plaats op basis van government-to-government-overeenkomsten. Voorts is een exportvergunning vereist. Verder wordt iedere voorgenomen verkooptransactie vooraf in de Commissie Verkoop Defensiematerieel behandeld. Hierin zijn de departementen van Financiën, Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Defensie vertegenwoordigd.

Overtollige waardevolle wapensystemen kunnen in de regel niet in de bestaande staat worden verkocht. Ze worden dan ook door de DMO in de door de klant gewenste staat van onderhoud gebracht. Soms ook worden modificaties uitgevoerd. Voorts is het meestal noodzakelijk personeel op te leiden op de diverse opleidingsinstituten van de Operationele Commando’s.

In 2008 zal de inspanning erop gericht zijn het overtollige materieel, met extra nadruk op Leopard-II-tanks, Pantserhouwitsters en F-16’s, op zo kort mogelijke termijn te verkopen.

Afstoten twee M-fregatten naar Portugal

In de Marinestudie 2005 is een pakket van maatregelen gepresenteerd waarmee de samenstelling van middelen van het Commando zeestrijdkrachten beter wordt afgestemd op de toekomstige en gewijzigde taakstelling. Deze wijzigingen hebben tot gevolg dat het aantal M-fregatten wordt verminderd en er hierdoor M-fregatten overtollig worden. Op 1 november 2006 is een contract met Portugal getekend voor de verkoop van twee M-fregatten. Het verkoopcontract voorziet in de opleidingen van de eerste Portugese bemanningen voor beide schepen en het verkooponderhoud, uitgevoerd door het Marinebedrijf, aan beide M-fregatten. De schepen worden operationeel opgeleverd conform de eisen van het CZSK. De overdracht van het eerste M-fregat aan Portugal staat gepland voor december 2008 en het tweede schip voor november 2009. De kosten voor de opleidingen en het verkooponderhoud worden gefinancierd vanuit de verkoopopbrengsten van deze twee M-fregatten.

Verkoop van Leopard 2A6- en 2A4-tanks aan Canada

Nederland is in gesprek met Canada over de verkoop van overtollige Leopard-tanks. Het betreft twintig Leopard 2A6- en tachtig Leopard 2A4-tanks, met hieraan gerelateerd materieel (reservedelen, gereedschapsuitrusting, munitie, documentatie e.d.). Daarnaast maakt een omscholings- en opleidingsprogramma (operationele- en onderhoudstraining) voor bemanningen, monteurs en instructeurs deel uit van het pakket. Op 27 april 2007 is een Logistic Support Arrangement getekend waarmee afspraken over de training en logistieke ondersteuning zijn gemaakt. De opleidingen zijn inmiddels succesvol afgerond. In het najaar 2007 zullen vervolgbesprekingen aanvangen voor de definitieve specifieke leveringsomvang van het verkoopcontract. De twintig Leopard 2A6-tanks worden in «operational condition» geleverd aan Canada. Daartoe krijgen deze een onderhouds-programma. De tachtig Leopard 2A4-tanks zijn «as where is» aangeboden.

3.7. Commando Dienstencentra (CDC) – beleidsartikel 26 3.7.1. Algemene doelstelling

Doelmatige en doeltreffende ondersteuning van de krijgsmacht.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Om de krijgsmacht effectief te kunnen inzetten is het binnen de kaders van het besturingsmodel noodzakelijk dat de operationele eenheden in hun rol als klant te allen tijde gebruik kunnen maken van doelmatige dienstverlening die men overeenkomt met de leverancier.

Op basis van de criteria functionaliteit, bedrijfstypologie, processen, omvang en beheersbaarheid zijn de CDC-bedrijven en diensten ingedeeld in negen bedrijfsgroepen. Het CDC wil verder groeien naar een klantgerichte en kostenbewuste «shared-service-organisatie». De bedrijfsvoering is daarom gericht op het voor de klant inzichtelijk maken van zowel de prijs en de kwaliteit als de kwantiteit van de producten en diensten van het CDC. Vergelijkende onderzoeken, CDV-trajecten en onderzoeken naar de prijsvorming dienen er voor te zorgen dat het CDC als interne leverancier binnen de defensieorganisatie de prijzen zo laag mogelijk houdt.

Verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor een klantgerichte en doelmatige dienstverlening binnen Defensie, de omvang en samenstelling van het CDC.

Succesfactoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van onder meer het beschikken over voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel. De personele vulling wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren als demografische ontwikkeling, de economische situatie, de ontwikkeling van de markt en de mogelijke inhuur van diensten.

Budgettaire gevolgen van het beleid

De financiële middelen die het CDC ter beschikking staan voor het

realiseren van de operationele doelstellingen zijn in onderstaande tabel

opgenomen.

De benaming van verschillende bedrijfsgroepen is per 1 januari 2007

gewijzigd; de oorspronkelijke benamingen worden tussen haakjes

vermeld bij de instrumenten.

De begrotingen van de baten-lastendiensten (DTO in de bedrijfsgroep ICT,

DVD in de bedrijfsgroep Vastgoed en Paresto in de bedrijfsgroep Catering)

zijn vanwege hun bijzondere financiële stelsel in de paragraaf «Begroting

baten-lastendiensten» van de defensiebegroting opgenomen.

 

Bedragen x € 1 0 0 0

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verplichtingen

942 294

905 991

969 202

983 177

957 862

941 974

828 708

Uitgaven

             

Programmauitgaven

             

waarvan juridisch verplicht per 31–12–2007

   

793 000

788 500

759 000

759 000

603 400

Bedrijfsgroep Informatievoorziening

40 516

39 920

39 562

39 487

39 406

39 404

39 415

Bedrijfsgroep Transport

71 290

71 755

71 686

71 543

71 503

71 500

71 506

Bedrijfsgroep Gezondheidszorg

62 690

79 016

83 259

76 627

76 560

76 473

76 482 133 131

Bedrijfsgroep Overige diensten

26 209

70 030

136 910

136 116

132 875

133 109

Bedrijfsgroep Personele diensten

60 941

89 827

89 108

88 286

88 173

88 199

88 185

Attachés

17 468

20 688

20 688

20 688

20 688

20 688

20 688

Investeringen infrastructuur

250 040

183 411

212 181

259 492

238 219

223 142

153 792

Investeringen informatievoorziening

151 393

127 733

108 000

110 652

111 364

126 286

108 039

Exploitatie informatievoorziening

46 890

102 139

92 189

78 839

78 839

78 839

78 839

Nederlandse Defensie Academie

50 908

53 781

53 432

53 277

53 011

53 003

53 013

Bedrijfsgroep ICT

8 329

15 141

15 053

15 030

15 006

15 005

15 007

Totaal programmauitgaven

786 674

853 441

922 068

950 037

925 644

925 648

838 097

Apparaatsuitgaven

             

Staf Commando Dienstencentra

53 339

43 683

33 187

27 925

22 582

11 338

10 849

Bijdragen aan baten-lastendiensten

4 880

6 525

6 635

6 635

6 635

6 635

6 635

Totaal apparaatsuitgaven

58 219

50208

39 822

34 560

29 217

17 973

17 484

Totaal uitgaven

844 893

903 649

961 890

984 597

954 861

943 621

855 581

Ontvangsten

Totale ontvangsten

43 766

42 655

42 655

42 255

42 263

42 278

42 278

Operationele doelstelling Motivatie

Instrumenten

Beschikbaarheid van dienstverlenendebedrijfsgroepen.

Om de dienstverlening binnen Defensie te optimaliseren zijn negen bedrijfsgroepen ( inclusief de baten-lastendiensten) opgericht.

Bedrijfsgroep Informatievoorziening.Als smartbuyer, functioneel beheerder en project-controller draagt deze bedrijfsgroep op efficiënte en effectieve wijze bij aan de realisatie en de instandhouding van de informatievoorziening voor de bedrijfsvoering van Defensie.

Bedrijfsgroep Transport.Deze bedrijfsgroep (was Bedrijfsgroep Vervoer) levert op ieder moment en wereldwijd verkeers-, vervoers- en postproduc-ten voor Defensie.

Bedrijfsgroep Gezondheidszorg.De Bedrijfsgroep Gezondheidszorg draagt met professionele zorg bij aan de inzetbaarheid van militairen.

Bedrijfsgroep Overige Diensten.Deze bedrijfsgroep (voorheen genaamd Personeelszorg) omvat het Bureau Internationale Militaire Sportwedstrijden, het Centraal Betaalkantoor Defensie, het Koninklijk Tehuis voor oud-militairen en museum Bronbeek en de facilitaire dienstverlening in de Haagse regio.

Bedrijfsgroep Personele Diensten.Deze bedrijfsgroep (voorheen genaamd Personeelsondersteuning) is verantwoordelijk voor de personele dienstverlening binnen Defensie. De Maatschappelijke Dienst Defensie (MDD) en de Dienst Geestelijke Verzorging (DGV) zijn per 1 juli 2006 onderdeel van deze bedrijfsgroep.

Nederlandse Defensie Academie.De Nederlandse Defensie Academie (NLDA) (voorheen genaamd Hogere Defensieopleidingen) leidt mannen en vrouwen op tot officieren in leidinggevende functies en verricht wetenschappelijk onderzoek op militaire aandachtsgebieden ten behoeve van kennisontwikkeling, onderwijs en beleidsadvisering.

Bedrijfsgroep ICT.De Bedrijfsgroep ICT (voorheen genaamd Telematica) realiseert integrale oplossingen voor Defensie en andere klanten bij de overheid die voor hun opereren groot belang hechten aan beveiliging, betrouwbaarheid en beschikbaarheid. Begroting en verantwoording van de Defensie Telematica Organisatie vindt plaats in de paragraaf van de baten-lastendiensten.

Bedrijfsgroep Vastgoed.Deze bedrijfsgroep is verantwoordelijk voor het beheer, de instandhouding en de nieuwbouw van het vastgoed van Defensie. Begroting en verantwoording van de Dienst Vastgoed Defensie vindt plaats in de paragraaf van de baten-lastendiensten.

Bedrijfsgroep Catering.De Bedrijfsgroep Catering, «Paresto», verzorgt de cateringdiensten aan eenheden van de krijgsmacht, (NAVO-)bondgenoten op Nederlands grondgebied en verzorgt, waar nodig, de coördinatie van de catering van Nederlandse militairen buiten Nederland. Begroting en verantwoording van Paresto vindt plaats in de paragraaf van de baten-lastendiensten.

Staf Commando Dienstencentra.De staf ondersteunt de commandant CDC en coördineert de sturing van de bedrijfsgroepen.

Prestatiegegevens

De klant/leverancierverhouding tussen de bedrijfsgroepen (inclusief catering en vastgoed) van het CDC en de defensieonderdelen wordt vormgegeven met dienstverleningsovereenkomsten (dvo’n). Hierin zijn afspraken gemaakt over te leveren prestaties.

Het nakomen van afspraken betreft de daadwerkelijke invulling van de met de andere defensieonderdelen opgestelde dvo’n. De norm hiervoor ligt op 80%; het streven is gericht op een doelstelling van 100%.

De dvo’n worden in financiële volumes afgesproken met de defensieonderdelen (klanten). Hier kan een (vooraf overeengekomen) «P x Q»-planning aan ten grondslag liggen. Ook kan sprake zijn van een «raamcontract» waarop door de klant binnen het uitvoeringsjaar wordt afgeroepen.

Investeringen

De investeringen bij het CDC bestaan uit twee grote onderdelen: de centraal geraamde uitgaven voor defensiebrede infrastructuurprojecten en de defensiebrede IV-investeringen. In onderstaande tabellen zijn deze weergegeven.

 

Infrastructuurprojecten in realisatie

 

Projectomschrijving

T.b.v.

Pro- Verwacht

   

Raming uitgaven in €

miljoen

Fasering tot

   

ject-volume

te verplichten

             
           
     

in

t/m

           
     

2008

2007

2008

2009

2010

2011

2012

 

Nieuwbouw Schiphol

CKmar

108,5

 

63,7

32,9

11,9

     

Tot 2009

Herbelegging infrastructuur

                   

vliegbases Soesterberg en

                   

Gilze-Rijen

CLSK

184,0

 

102,3

79,6

2,1

     

Tot 2009

Verplaatsing F-16’s/Volkel

                   

stafgebouw 311 squadron

CLSK

34,6

 

32,9

1,7

       

Tot 2008

Joint Air Defence Centre

                   

(JADC) De Peel

CLAS

32,7

 

26,9

3,2

2,6

     

Tot 2009

Infrastructuur voorziening

                   

KMA

CDC

37,5

 

11,8

9,5

10,4

5,8

   

Tot 2010

Nieuwbouw kantoren-

                   

complex Kromhoutkazerne

CLAS en

                 

(PPS)

CDC

p.m.

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Tot 2010

Aanpassing/renovatie

                   

Plein/Kalvermarkt-complex

BS

26,1

 

5,8

13,6

6,7

     

Tot 2009

Nieuwbouw LOKKmar

CKmar

76,4

 

2,3

19,0

19,8

23,0

11,1

1,2

Tot 2012

Toelichting

Nieuwbouw Schiphol

Slechts een deel van de investeringsuitgaven komt direct ten laste van dit beleidsartikel. De bouwactiviteiten van dit nieuwbouwproject worden grotendeels gefinancierd door middel van de leenfaciliteit, waarbij de investering gefaseerd wordt ondergebracht op de balans van de uitvoerder, de DVD. Tevens is € 2,2 miljoen ontvlochten voor inrichtingskosten (exploitatie).

Herbelegging infrastructuur Vliegbases Soesterberg en Gilze Rijen

Door budgetoverschrijding is het totale projectbudget verhoogd tot € 210 miljoen. De bouwactiviteiten van dit nieuwbouwproject worden grotendeels gefinancierd door middel van de leenfaciliteit, waarbij de investering gefaseerd wordt ondergebracht op de balans van de uitvoerder, de DVD. Er is € 13,6 miljoen ontvlochten voor inrichtings- en verhuiskosten (exploitatie). De terugbetalingsreeks van de lening loopt vanaf 2009.

Infrastructuur voorziening KMA (inmiddels onderdeel NDLA)

Het project «Infrastructuur verhuizing IDL naar Breda» is vervallen. Ten gevolge hiervan is een aantal deelprojecten van gezamenlijke deel- en restbehoefte IDL/KMA, die waren meegenomen in het projectplan IDL, vanuit het projectplan IDL overgeheveld naar het project KMA. Het projectbudget is daardoor verhoogd van € 28,9 miljoen tot € 37,4 miljoen. De behoefte voor het project op zich is niet gewijzigd.

Nieuwbouw kantorencomplex Kromhout Kazerne

Het betreft een pilot voor Publiek-Private Samenwerking (PPS). Realisatie geschiedt door een design, build, finance, maintenance and operate (DBFMO)-contractmet een looptijd van 25 jaar. Behoudens mogelijke voorfinanciering zijn hier geen investeringsgelden mee gemoeid, met uitzondering van de kosten voor de eigen projectorganisatie. De omvang van het project is gelet op het vorenstaande en om commercieel-vertrouwelijke redenen in de tabel op P.M. gesteld. Naar verwachting zal de opdrachtverlening begin 2008

plaatsvinden en is ingebruikname twee jaar later voorzien. Er heeft door de projectorganisatie een nadere analyse van de gebruikerswensen en ruimere benutting van de mogelijkheden van PPS plaatsgevonden. Dit heeft vooral betrekking op de looptijd van de overeenkomst, de omvang van de infrastructuur en het pakket uit te besteden diensten. Inmiddels is het aanbestedingstraject gestart. Over de PPS, de te behalen voordelen en eventueel bij te stellen financiële ramingen zal de Kamer bij het voltooien van de aanbesteding nader worden geïnformeerd.

Aanpassing/renovatie Plein/Kalvermarkt-complex (PKC).

Het oorspronkelijke plan voor de renovatie van het PKC ging uit van ongeveer 1000 werkplekken. Een door de rijksbouwmeester aangetrokken externe architect heeft een alternatief plan ontworpen, het zgn. dekplan, voor een optimale belegging/uitbreiding van het bestaande complex. Dit maakt in totaal 1300 werkplekken mogelijk. Deze extra 300 werkplekken zullen elders in de Haagse Regio bespaard worden (studie is gaande). Door dit plan nemen de totale investeringkosten toe tot € 87,3 miljoen. De initiële investering van € 26,1 miljoen voor Defensie blijft gelijk; de meerkosten van dit alternatieve plan worden verwerkt in een verhoging van de jaarlijkse gebruiksvergoeding aan de Rijksgebouwendienst.

Nieuwbouw LOKKmar

Slechts een deel van de investeringsuitgaven komt direct ten laste van dit beleidsartikel. De bouwactiviteiten van dit nieuwbouwproject worden grotendeels gefinancierd door middel van de leenfaciliteit, waarbij de investering gefaseerd wordt ondergebracht op de balans van de uitvoerder, de DVD.

 

Infrastructuurprojecten in planning

 

Projectomschrijving

T.b.v.

Project-

Ve r-

Ve r-

Verwacht

Fasering

   

volume

wachte

wachte

te ver-

 
   

(x€ 1

uitgaven

uitgaven

plichten

 
   

miljoen)

t/m 2007

in 2008

in 2008

 

Hoger onderhoud Woensdrecht

DMO

50-100

<25

<25

 

2007-2011

Nieuwbouw DLBE Kmar

CKmar

25-50

     

2011-2013

Strategisch Vastgoed Plan Kmar

CKmar

25-50

 

<25

 

2008-2011

Verhuizing OCMGD Ermelo

CDC

25-50

     

2011-2013

Herbelegging Frederik-kazerne

BS

50-100

 

<25

 

2008-2010

Toelichting

Hoger Onderhoud Woensdrecht.

Het project betreft de bouw van infrastructuur ten gevolge van de concentratie binnen de DMO van het vliegtuig- en elektronisch hoger onderhoud. In dit kader is besloten tot de oprichting van het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) waarbij de voormalige LCKLu (Woensdrecht), de Divisie Wapenondersteuning (DWO) inclusief een aantal secties van het ressort DMO Luchtsystemen, de Logistieke Divisies Woensdrecht en Rhenen en het Centrum voor Technologie en Missieondersteuning (CTM) te Dongen, worden geconcentreerd op vliegbasis Woensdrecht. De bouwkosten zullen grotendeels worden gefinancierd via de zogenoemde leenfaciliteit.

Herbelegging Frederikkazerne

Door het herbeleggingsplan Haagse regio (SAMSON) alsmede de ontruiming van de Alexanderkazerne voor de komst van het Internationale Strafhof, dient de Frederikkazerne te worden herbelegd met functies vanaf de Alexanderkazerne en vanuit de Haagse regio. Door het ministerie van Buitenlandse Zaken is als compensatie voor het ontruimen van de Alexanderkazerne in het verleden al € 41 miljoen overgedragen aan Defensie.

IV-investeringen

In de beleidsagenda is de informatievoorziening genoemd als ondersteunende capaciteit die de komende jaren moet worden versterkt. Voor de huidige en toekomstige taakuitvoering van Defensie is een adequate informatievoorziening van doorslaggevende betekenis. Om de IV-onder-steuning van operationele inzet en om de besturing, bedrijfsvoering en verantwoording verder te verbeteren, is een kwaliteitsimpuls nodig. In 2007 zal het project-MULAN zijn afgerond. Voor 2008 en verder gaat het om de verdere invoering van de gemeenschappelijke defensiebrede ICT-infrastructuur. Deze ICT-infrastructuur is ondermeer benodigd voor de ontwikkeling van Network Enabled Capabilities (NEC)en voor de diverse basisadministraties, ondermeer benodigd voor de managementinformatie. De beweging die is ingezet met de invoering van SAP (ERP/MF) en PeopleSoft is hierbij passend.

 

IV-investeringsprojecten in realisatie

 

Projectomschrijving

Project- Verwacht volume te verplichten in 2008

   

Raming uitgaven in € miljoen

Fasering tot

t/m 2007

2008

2009

2010

2011 2012

Implementatie DIV-online

ERP/SPEER

Herinrichting personele functiegebied

57,7

241,0

36,1

17,4 68,4 22,0

1,9

60,9

8,4

6,4

41,7

5,7

11,9 22,0

8,3 11,8 22,0 15,0

2012 2013 2009

DIV-online

Het project DIV-online levert een defensiebrede digitale ondersteuning van de documentaire informatievoorziening en voorziet bovendien in de naleving van wet- en regelgeving op het gebied van onder meer archivering. In 2007 is uit financiële overwegingen besloten om het project DIV-Online tijdelijk aan te houden en in 2009 te continueren. In 2007 en 2008 worden de randvoorwaarden geactualiseerd. Daartoe behoort een blauwdruk documentaire informatie conform het nieuwe besturingsmodel Defensie. Tevens wordt de recent verschenen kabinetsvisie «Informatie op orde» in de randvoorwaarden verwerkt. Daarnaast worden er (interim)maatregelen getroffen om de risico’s binnen vitale processen, zoals: materieel- en personeel-logistiek, operaties, besturen en ondersteuning (inlichtingen) beter te kunnen beheersen. Deze (interim) maatregelen, vooral ICT en opleiding, ondersteunen niet alleen het IV-veld (SAP en People Soft) maar vooral de defensiemedewerker in het dagelijkse werk op genoemde aspecten. Een belangrijk instrument hierbij is een elektronisch depot (eDepot) waarin heel Defensie haar documentaire informatie duurzaam beheert. Defensie stemt haar ontwikkelingen op het terrein van het informatiebeheer af binnen de rijksdienst en waar mogelijk wordt gezamenlijk gewerkt aan de totstandkoming van (open standaard) oplossingen.

ERP/MF (SPEER)

Defensie geeft een hoge prioriteit aan het ondersteunen van de defensiebrede materieel-logistieke, personele en financiële informatievoorziening, en de daaraan gerelateerde verbetering van de besturing, de bedrijfsvoering en de werkwijze. Een grootschalig en complex project in dit kader is het invoeren van ERP-software (SAP) voor de materieel-logistieke en financiële processen (afgekort als ERP/MF). De bij Defensie beschikbare personele capaciteit en het absorptievermogen van de organisatie stellen beperkingen aan de per jaar te realiseren ambities van dit project. Bij het herijken van het project (voorheen SPEER) is besloten om de komende jaren de introductie van ERP/MF te concentreren op de defensiebrede bevoorradingsketen. Dit in aansluiting op het al ontworpen deel binnen de operationele commando’s. In 2006 heeft Defensie een hoge functionaris vrijgemaakt om namens de ambtelijke leiding dit kritische project aan te sturen. In 2007 is gekozen voor een migratiescenario waarbij de nadruk ligt op het zo snel mogelijk verbeteren van de ondersteuning van de ingezette eenheden. Dankzij een herschikking in 2007 binnen de begroting zijn de hiervoor benodigde (extra) fondsen vrijgemaakt. In een op te stellen masterplan worden concrete mijlpalen beschreven voor 2008 en verder.

Herinrichting Personele Functiegebied

In het project Herinrichting Personele Functiegebied (SAMSON A2A) wordt, voortbouwend op het intussen afgeronde project P&O2000+, het personele functiegebied opnieuw ingericht. Tijdens de per 1 januari 2007 afgeronde eerste fase zijn de fundamenten neergezet voor het nieuwe P&O-dienstverleningsmodel in termen van organisatie, kwaliteitsinstrumenten en structuren. Het Dienstencentrum Human Resource (DC HR) is opgericht en defensiebreed zijn HR-processen gestandaardiseerd.

Tijdens de tweede fase (t/m 2009) ligt het accent op procesoptimalisatie en professionalisering/verandermanagement. Specifiek voor IV ligt het accent op de verbetering en de uitbreiding van de selfserviceen de ontvlechting van de administratieve werklast tussen de defensieonderdelen en het DC HR.

Informatiegestuurd optreden, brede implementatie @migo

Een integrale benadering van informatiegestuurd optreden als ondersteunend proces in de vermindering van criminaliteit en terrorisme is in lijn met het Coalitieakkoord. Het is de bedoeling om de informatiepositie en informatieverwerking van het mobiel toezicht vreemdelingen (MTV) te versterken door invoering van het informatiegestuurd optreden. Hierdoor wordt niet alleen een effectievere bestrijding van illegale immigratie mogelijk, maar gaat het MTV tevens fungeren als generator van gegevens die kunnen leiden tot onderzoeken naar terrorisme en andere criminele activiteiten. In de context van het informatiegestuurd optreden is het CKmar, in samenwerking met TNO, begin 2004 gestart met de pilot @migo.

De pilot @migo betrof een proef met (vaste) camerasystemen geplaatst aan de grens met België (A16 bij Hazeldonk). De officiële evaluatie in januari 2007 heeft uitgewezen dat het @migo-concept zodanig is beproefd dat er een basis bestaat voor een structurele landelijke invoering. Dit houdt in dat op negen snelwegen aan de binnengrenzen vaste camerasystemen moeten worden geplaatst. Daarnaast wordt @migo uitgebreid met mobiele cameraopstellingen waardoor ook secundaire wegen en landwegen in de grensstreek worden ontsloten. Tenslotte dient een ondersteunende ICT-infrastructuur beschikbaar te komen die het landelijke operatiegebied afdekt.

IV-exploitatie

Om de doelmatigheid van de informatievoorziening te bevorderen neemt Defensie maatregelen om de exploitatie van IV beter inzichtelijk te maken en vervolgens beter te beheersen. Een van deze maatregelen betreft de centralisatie van budgetten bestemd voor het onderhoud en beheer van IV-systemen. Hiertoe zijn in 2007 de desbetreffende budgetten uit de begrotingen van de defensie-onderdelen ontvlochten en toegevoegd aan de begroting van het Commando Dienstencentra.

  • 4. 
    DE NIET-BELEIDSARTIKELEN

4.1. Geheime uitgaven – niet-beleidsartikel 70

Grondslag van het artikel

Overeenkomstig artikel 6 van de Comptabiliteitswet 2001 en de regeling Rijksbegrotingvoorschriften, is dit artikel bij het ministerie van Defensie aangewezen als het artikel waarop de geheime uitgaven worden verantwoord.

Budgettaire gevolgen

De geheime uitgaven worden jaarlijks door de president van de Algemene Rekenkamer gecontroleerd. De beschikbare financiële middelen zijn opgenomen in onderstaande tabel.

 

Bedragen x € 1 0 0 0

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verplichtingen/uitgaven

2 736

2 408

1 778

1 778

1 778

1 778

1 778

Totaal verplichtingen/uitgaven

2 736

2 408

1 778

1 778

1 778

1 778

1 778

4.2. Nominaal en onvoorzien – niet-beleidsartikel 80

Grondslag van het artikel

In dit artikel worden vooral de door het ministerie van Financiën toegekende bedragen ondergebracht voor de loonbijstelling, de prijsbijstelling en onvoorziene posten. Vervolgens worden de bedragen over de (niet-) beleidsartikelen verdeeld.

De budgettaire gevolgen

De bedragen die in de komende begrotingsjaren ter beschikking staan voor bovenstaande doelstellingen, zijn in de tabel hieronder opgenomen.

 

Bedragen x € 1 0 0 0

               
   
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verplichtingen/uitgaven

Loonbijstelling Prijsbijstelling Onvoorzien

0 0 0

6 203

  • 10 044

8 042

2 479

21 940

7 443

4 139

101 490

15 629

1 345

  • 17 308

6 702

2 313

-7 292

  • 17 323

2 469

  • 16 566
  • 17 323

Totaal verplichtingen/uitgaven

0

4 201

31 862

121 258

-9 261

  • 22 302
  • 31 420

Toelichting op de geraamde bedragen

Loonbijstelling

Het betreft hier het restant van de uitgedeelde loonbijstelling.

Prijsbijstelling

De bedragen op dit artikelonderdeel betreffen vooral de stalling van

salderingen die voortvloeien uit de verwerking van de maatregelen uit de

beleidsagenda en mutaties op investerings- en exploitatiereeksen. Bij de

realisatie van de begroting worden de salderingen verdeeld over de (niet)

beleidsartikelen.

Onvoorzien

De in de vorige begroting opgenomen bedragen voor Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) zijn in deze begroting toegewezen aan de desbetreffende beleidsartikelen. Voorts is hier opgenomen de voorziening voor operationele materiële verliezen. Tevens is de verhoogde subsidietaakstelling en de korting op de materieelbudgetten hier geparkeerd. Tot slot is de operatie vernieuwing rijksdienst van het Coalitieakkoord op dit artikel geparkeerd in afwachting van nadere invulling hiervan. Het aandeel van Defensie hierin is als volgt vastgesteld:

 

Bedragen x € 1 miljoen

 
 

2008

2009

2010

2011

2012

Oorspronkelijke reeks Structurele correctie Incidentele correctie

  • 5,6 1,1 0,7
  • 11,3 2,1 1,4
  • 22,6 4,2 2,9

-45,0 8,4 0,0

  • 45,0 8,4 0,0

Definitieve reeks

-3,8

-7,8

  • 15,5

-36,6

  • 36,6

4.3. Algemeen – Niet-beleidsartikel 90

4.3.1. Algemene doelstelling

Beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het ministerie van Defensie.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

De Bestuursstaf adviseert en ondersteunt de bewindslieden en zet hun besluiten over de richting, inrichting en inzet van Defensie om in helder, éénduidig en uitvoerbaar beleid. Daarnaast schept zij de voorwaarden voor een optimale taakuitvoering door de defensieonderdelen en leidt zij operaties in binnen- en buitenland.

Om de minister en de staatssecretaris in staat te stellen het ministerie van

Defensie aan te sturen en te beheersen worden binnen de Bestuursstaf de

volgende activiteiten ontplooid:

– adviseren bij het besturen van de defensieorganisatie, in hun rol als lid van het kabinet, in hun relatie met het parlement en bij het onderhouden van internationale relaties;

– vormgeven van beleidskaders voor de defensieorganisatie als geheel, zodanig dat op grond van de beleidsdocumenten en de uitwerking daarvan geen vertaalslag is benodigd en de kaders voldoen om het beleid uit te voeren;

– aansturen van de operationele commando’s, de Defensie Materieelorganisatie (DMO) en het Commando Dienstencentra (CDC), binnen de kaders van het beleid van de Bestuursstaf en

– aansturen van het Commando Koninklijke marechaussee.

De activiteiten van de MIVD bestaan uit het ondersteunen van Defensie op het gebied van inlichtingen en veiligheid. De dienst richt zich daarbij zowel op het politiek-militair besluitvormende niveau (strategische inlichtingen) als op de voorbereiding en uitvoering van militaire taken (operationele inlichtingen). Hierbij gaat het vooral om de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties. De MIVD heeft twee hoofdtaken: een inlichtingentaak en een veiligheidstaak. De MIVD voert deze taken uit binnen een wettelijk kader dat onder andere is neergelegd in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) en de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo). De MIVD verricht de inlichtingentaak ten behoeve van de nationale veiligheid ook voor de departementen Algemene Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor het vaststellen van de omvang en de samenstelling van de Bestuursstaf.

Succesfactoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van het beschikken over voldoende aantallen capabel (opgeleid en geoefend) personeel, het opstellen van kwalitatief en kwantitatief uitvoerbare beleidsvoorstellen en van regelgeving.

Operationele doelstelling 1: Motivatie

Instrumenten

Operationele doelstelling 2: Motivatie

Operationele doelstellingen

Ondersteunen bewindslieden bij het besturen van de defensieorganisatie.

Om de bewindslieden in staat te stellen het ministerie van Defensie effectief te besturen wordt binnen de Bestuursstaf optimaal samengewerkt om het «verkeer» tussen de Bestuursstaf en de defensieonderdelen te stroomlijnen.

De basis voor de besturing van de defensieorganisatie ligt in de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure (BPB). De BPB-procedure vormt de kern van de activiteiten van de Bestuursstaf. Binnen de Bestuursstaf is voortdurende aandacht voor het verder optimaliseren van het BPB-proces en de verbetering van de kwaliteit van de producten uit het BPB-proces (beleidsvisie, defensieplan, begroting en jaarverslag).

Ontwikkeling van departementaal beleid en regelgeving.

Om de bewindslieden in staat te stellen het ministerie van Defensie aan te sturen en te beheersen wordt helder en uitvoerbaar departementaal beleid en regelgeving voorbereid, zodanig dat op grond van de beleidsdocumenten en de uitwerking daarvan geen vertaalslag is benodigd en de kaders voldoen om het beleid uit voeren.

Instrumenten

Operationele doelstelling 3: Motivatie

Instrumenten

Het ontwikkelen en monitoren van het beleid en regelgeving van de verschillende deelgebieden; te weten: algemeen: Hoofddirectie Algemene Beleidszaken, Bureau Secretaris-Generaal, operationeel: Defensiestaf, financieel: Hoofddirectie Financiën en Control, juridisch: Directie Juridische Zaken, personeel: Hoofddirectie Personeel, materieel: Directie Beleid/Defensie Materieelorganisatie, milieu en vastgoed: Directie Ruimte, Milieu en Vastgoedbeleid en militaire inlichtingen en veiligheid: Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

Beheersing en ontwikkeling van departementsbrede programma’s.

Onder het artikel 90 Algemeen worden tevens de programmauitgaven beheerd van niet nader toe te delen departementsbrede uitgaven.

Pensioenen en uitkeringen: De betaling van ouderdomspensioen en overige uitkeringen aan voormalig militair personeel.

Wachtgelden,inactiviteitswedden en SBK-gelden:De verstrekking van uitkeringen krachtens diverse regelingen aan voormalig defensiepersoneel.

Ziektekostenvoorziening:De ziektekostenvoorziening is per 1 januari 2006 afgeschaft. In het arbeidsvoorwaardenoverleg zijn afspraken gemaakt om een deel van diegenen die in 2005 een vergoeding hebben ontvangen, tijdelijk te compenseren. Op dit artikel worden de uitgaven hiervan verantwoord.

Milieu-uitgaven:In dit artikelonderdeel zijn naast uitgaven voor milieu, ook uitgaven voor het uitvoeren van het ruimte- en vastgoedbeleid voorzien.

De uitgaven voor het ruimte- en vastgoedbeleid zijn onder andere voor onderzoeken ter vaststelling van de gebruikswaarde van vastgoed,

onderzoeken voor natuurbeschermingswetvergunningen en beheer-plannen voor Defensieterreinen in NATURA2000-gebieden.

De uitgaven voor milieu zijn ondermeer voor onderzoeken op het gebied geluidsemissie, externe veiligheidszones en geluid onderwater. Ook zijn er uitgaven voor projecten en -programma’s specifiek voor milieudoelen, zoals duurzame energie en afvalscheiding en -reductie. De geplande realisatie van het windturbinepark Coevorden zorgt voor een piek in de milieu-uitgaven.

Subsidies en bijdragen:De subsidies en bijdragen worden verleend aan instellingen die voor Defensie een zeker nut hebben. De belangrijkste ontvangers zijn de Stichting Veteraneninstituut, de diverse musea en de Stichting Bijzondere Scholen op Algemene Grondslag.

Bijdragen aan de NAVO:De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in de gemeenschappelijk gefinancierde NAVO-programma’s. Grote programma’s zijn onder andere de sanering van de Canner-berg, de uitbreiding van het NAVO-hoofdkwartier in Brunssum en de vernieuwing van de brandstofpijpleiding tussen Nederland en België. De uitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin eveneens opgenomen.

Internationale samenwerking:De internationale samenwerking concentreert zich op de deelnemers aan het NAVO Membership Action Planen de regionale ondersteuning aan landen in de Balkan, de Kaukasus en Centraal-Azië. Samenwerkingsprogramma’s met landen in de Hoorn van Afrika en het Grote Merengebied in Afrika beogen bij te dragen aan de stabiliteit in deze regio’s.

Wetenschappelijk onderzoekNaast uitgaven voor wetenschappelijk onderzoek middels doelfinanciering TNO en MARIN en basisfinanciering NLR (in 2008 behelst dit artikelonderdeel in totaal ongeveer € 50 miljoen), worden op dit artikelonderdeel ook uitgaven geraamd voor projectmatige technologieontwikkeling en kennistoepassing, waarbij onder andere geëxperimenteerd wordt met het Small Business Innovation Research(in 2008 behelst dit artikelonderdeel in totaal ongeveer € 28 miljoen). In 2007 en 2008 is voor het gezamenlijke EDA onderzoeksprogramma Force Protectionbudget toegevoegd aan de begroting voor wetenschappelijk onderzoek (€ 2 miljoen in 2008).

Bij de strategische kennispartners TNO, NLR en MARIN wordt door Defensie geïnvesteerd in het opbouwen en instandhouden van wetenschappelijke en technologische kennis. Dit betreft kennis met een tijdshorizon van 5 tot 10 jaar. Dit gebeurt opdat de kennisinstituten op basis van die kennis Defensie breed kunnen adviseren en ondersteunen bij de toekomstige beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden en de hiervoor benodigde vernieuwingen (innovatie). Het gaat om kennis die niet binnen Defensie aanwezig is en die zonder een gerichte investering van Defensie in de daarvoor noodzakelijke Researchand Developmentniet beschikbaar zou komen of toegankelijk zou zijn. Het onderzoek is zowel interdepartementaal (via kennisarena/netwerken) als internationaal (via onder andere de NAVO en het EDA) afgestemd. Daarnaast investeert Defensie ook in technologieontwikkeling bij onder andere de Nederlandse defensiegerelateerde industrie langs de beleidslijnen van de Defensie Industrie Strategie (DIS).

In 2008 wordt onder andere geïnvesteerd in onderzoek naar geavanceerde maritieme zelfbeschermingsmiddelen en mijnenbestrijding, informatiebeveiliging, NEC-transformatie, (doseerbare) non lethal weapons, vergroting overlevingsvermogen compounds en optimalisering van nazorg.

 

Bedragen x € 1000

             
   

Omschrijving

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Doelfinanciering

Basisonderzoek

Onderzoek en Technologie

Small business

EDA intens

Enveloppe innovatie, kennis en onderzoek

49 952 519

14 126

200

2 000

49 309 512

14 401

400

2 000

48 522 504

14 407 400

46 943 488

14 407 200

46 943

488

14 408

46 943

488

14 440

Investeringsdeel

66 797

66 622

63 833

62 038

61 839

61 871

Kennisgebruik

14 013

13 835

14 051

14 051

14 051

14 051

Matexdeel

14 013

13 835

14 051

14 051

14 051

14 051

Totaal-generaal

80810

80457

77 884

76 089

75 890

75 922

Overige uitgaven:Deze defensiebrede uitgaven hebben onder andere betrekking op de voorlichtings- en communicatieactiviteiten, de schadevergoedingen via de landsadvocaat en «lumpsum»-uitgaven aan de Belastingdienst.

Budgettaire gevolgen van het beleid

De raming van de financiële middelen voor de komende begrotingsjaren is in de onderstaande tabel opgenomen.

 

Bedragen x € 1 0 0 0

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Verplichtingen

1 710 147

1 710 111

1 718 434

1 656 019

1 649 751

1 688 044

1 606 977

Uitgaven

             

Apparaatsuitgaven

           

117 444

Bestuursstaf

153 784

123 858

136 528

141 325

143 438

147 881

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

54 794

62 488

72 053

73 869

84 754

86 751

66 764

Bijdragen aan baten-lastendiensten

4 970

4 716

4 765

4 765

4 765

4 765

4 765

Totaal apparaatsuitgaven

213 548

191 062

213 346

219 959

232 957

239 397

188 973

Programmauitgaven

             

Pensioenen en uitkeringen*

1 059 140

1 093 210

1 084 847

1 069 959

1 058 615

1 098 823

1 095 445

Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden

130 976

153 246

150 823

132 480

134 022

131 074

115 651

Ziektekostenvoorziening

13 667

16 862

13 323

11 854

8 916

5 978

3 039

Milieu-uitgaven

8 034

11 022

18 579

11 244

8 092

8 624

8 624

Subsidies en bijdragen

18 165

16 605

15 794

15 794

15 794

15 794

15 795

Bijdragen aan de NAVO

66 864

91 188

83 612

75 325

74 980

73 447

67 509

Internationale samenwerking

1 987

3 755

3 548

3 789

3 789

3 789

3 789

Wetenschappelijk onderzoek

78 159

80 810

80 457

77 884

76 089

75 890

75 922

Overige uitgaven

34 935

69 924

27 505

27 230

26 998

27 230

27 230

Garanties

000000

0

Totaal programmauitgaven

1 411 927

1 536 622

1 478 488

1 425 559

1 407 295

1 440 649

1 413 004

Totaal uitgaven

1 625 475

1 727 684

1 691 834

1 645 518

1 640252

1 680046

1 601 977

Totaal ontvangsten

289 539

428 096

452 668

327 908

321 571

314 250

127 108

  • waarvan niet-relevant

24 090

44 356

44 548

51 958

56 326

90 000

99 433

  • 5. 
    VERDIEPINGSHOOFDSTUK

In dit verdiepingshoofdstuk wordt vanuit de begroting 2007, via de geclusterde mutaties uit de eerste suppletore begroting 2007, de opbouw van de budgetstanden voor de ontwerpbegroting 2008 weergegeven.

 

Opbouw uitgaven beleidsartikel 20Uitvoeren Crisisbeheersingsoperaties (bedragen

x € 1 000)

       
         
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

195 500

85 040

195 500

195 500

195 500

195 500

195 500

Stand 1e suppletore begroting 2007 Nieuwe mutaties

Crisisbeheersingsoperaties (HGIS) pijler I

280 540

195 500

25 000

195 500

50 000

195 500

75 000

195 500

100 000

195 500

Stand ontwerpbegroting 2008

280 540

220 500

245 500

270 500

295 500

195 500

 

Opbouw ontvangsten beleidsartikel 20Uitvoeren Crisisbeheersingsoperaties (bedragen x € 1 000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

1 407

1 407

1 407

1 407

1 407

1 407

Stand 1e suppletore begroting 2007 Nieuwe mutaties

1 407

1 407

1 407

1 407

1 407

1 407

Stand ontwerpbegroting 2008

1 407

1 407

1 407

1 407

1 407

1 407

Crisisbeheersingsoperaties (HGIS) Pijler I

Voor de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties is meerjarig budget toegevoegd ten behoeve van de diverse operaties uit pijler I van het Coalitieakkoord van het Kabinet Balkenende IV.

 

Opbouw uitgaven Beleidsartikel 21 Commando zeestrijdkrachten (bedragen x € 1 000)

 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007 604 859

Mutaties1esuppletore begroting 2007 17359

574 024

-422

570 665

-483

569 112

  • 876

568 541

-876

570 446

-876

Stand 1e suppletore begroting 2007 Nieuwe mutaties

Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking Overheveling IV-exploitatie naar CDC Budgetontvlechting naar CDC voor BG Transport Versterken mariniersbataljons van DMO naar CZSK Overheveling MarHeli naar DHC CLSK Verdeling prijsbijstelling naar de defensieonderdelen Verdeling loonbijstelling naar de defensieonderdelen Vertraging SPEER/ERP Diverse overige mutaties

622 218

1 750

27 19 350

4 507

573 602

3 530

  • 5 221
  • 2 153 3 030
  • 15 126

1 661

14 247

600

5 608

570 182

3 530

  • 5 221
  • 2 153 3 790
  • 13 275

1 657 13 141

2 700 2 006

568 236

3 530

  • 5 221
  • 2 153 3 790
  • 13 994

1 701

12 696

5 600

1 394

567 665

3 987

  • 5 221
  • 2 153 3 790
  • 16 668

1 707

12 651

5 750

3 710

569 570

3 987

  • 5 221
  • 2 153

4 280 - 16 668

1 726

12 672

3 600

3 837

 

Stand ontwerpbegroting 2008

647 852

579 778

576 357

575 579

575 218

575 630

 

Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 21 Commando zeestrijdkrachten (bedragen x

€ 1 000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

22 309

22 309

23 887

22 309

22 309

22 309

Stand 1e suppletore begroting 2007 Nieuwe mutaties

22 309

22 309

23 887

22 309

22 309

22 309

Stand ontwerpbegroting 2008

22 309

22 309

23 887

22 309

22 309

22 309

Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking

De beschikbare gelden voor Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking

(ICMS) zijn verdeeld. Voor het CZSK gaat het om de uitgaven voor de

oprichting van havenbeschermingscapaciteit (beschikbaarheid en

beschikbaarstelling). Deze uitgaven hebben voornamelijk een personeel

karakter.

Overheveling IV-exploitatie

Met deze mutatie worden de budgetten voor producten en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, die niet toerekenbaar zijn aan een defensieonderdeel, uit de exploitatie van het CZSK ontvlochten en overgeheveld naar de defensiebrede IV-exploitatie bij het CDC.

Budgetontvlechting voor vervoer

Deze mutatie betreft de overheveling van budgetten naar het CDC

(bedrijfsgroep transport) op grond van de geplande behoefte aan vervoer.

Versterken mariniersbataljons

De uitgaven voor de kwantitatieve versterking van de manoeuvrebataljons van het Korps Mariniers worden gefinancierd uit het DMO-budget. Hiertoe is in de Marinestudie is besloten.

Overheveling maritieme helikopters

De Groep Maritieme Helikopters van het CZSK is vanaf 2008 ondergebracht bij het Defensie Helikopter Commando van het CLSK. De bijbehorende exploitatiebudgetten zijn met deze mutatie overgeheveld.

Vertraging SPEER/ERP

Vanwege vertraging bij de invoering van de ERP-applicatie worden eerder

ingeboekte doelmatigheidsopbrengsten gecompenseerd.

Uitdeling loon- en prijsbijstelling

Het betreft hier de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2007 over de

defensieonderdelen.

Overige mutaties

Het betreft hier diverse kleine mutaties van uiteenlopende aard.

 

Opbouw uitgaven Beleidsartikel 22 Commando landstrijdkrachten (bedragen x € 1 000)

 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007 1387 039

Mutaties1esuppletore begroting 2007 –4184

1 365 247

  • 22 577

1 352 619

  • 16 805

1 348 916

  • 16 805

1 347 714

  • 16 805

1 347 714

  • 16 805

Stand 1e suppletore begroting 2007 Nieuwe mutaties

Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking Budgetontvlechting naar CDC voor BG Transport Herschikking gebruiksvergoeding DVD Overheveling IV-exploitatie naar CDC Vertraging SPEER/ERP Overheveling ARBO Dienstencentrum Overheveling Paresto-gelden Ondersteuning personeel buitenland Verdeling prijsbijstelling naar de defensieonderdelen Verdeling loonbijstelling naar de defensieonderdelen Invulling pijler I Diverse overige mutaties

1 382 855 1 342 670 1 335 814 1 332 111 1 330 909

  • 5 370
  • 2 756
  • 2 475

3 523

42 297

4 348

10 401 -9 191

  • 5 370
  • 6 136 1 350
  • 5 135
  • 2 475

4 094

29 409

300

1 256

13 585 -9 191

  • 5 370
  • 6 136 6 300
  • 5 143
  • 2 475

4 065

27 182

1 400

3 485

16 649

  • 9 191
  • 5 370
  • 6 136 13 150
  • 5 152
  • 2 475

4 099

26 347

3 100

77

21 037

  • 9 191
  • 5 370
  • 6 136 13 450
  • 5 161
  • 2 475

4 121

26 192

4 500

  • 3 824

1 330 909

21 734 -9 191

  • 5 370
  • 6 136 8 450
  • 5 161
  • 2 475

4 121 26 257

-3 824

 

Stand ontwerpbegroting 2008

1 422 422

1 361 173

1 363 516

1 367 209

1 368 052

1 359 314

 
         

Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 22 Commando landstrijdkrachten (bedragen

x € 1 000)

 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

18 215

13 723

18 215

18 215

18 215

18 215

18 215

Stand 1e suppletore begroting 2007 Nieuwe mutaties

31 938

18 215

18 215

18 215

18 215

18 215

Stand ontwerpbegroting 2008

31 938

18 215

18 215

18 215

18 215

18 215

Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking

De beschikbare gelden voor Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) zijn verdeeld. Voor het CLAS gaat het om de uitgaven voor de oprichting van een NBC-eenheid, de uitbreiding van de Regionale Militaire

Commando’s en het opnemen van beschikbaarheid in het kader van rampenbestrijding en maatregelen ten aanzien van Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking. Deze uitgaven hebben voornamelijk een personeel karakter.

Overheveling IV-exploitatie

Met deze mutatie worden de budgetten voor producten en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, die niet toerekenbaar zijn aan een defensieonderdeel, uit de exploitatie van het CLAS ontvlochten en overgeheveld naar de defensiebrede IV-exploitatie bij het CDC.

Budgetontvlechting voor vervoer

Deze mutatie betreft de overheveling van budgetten naar het CDC

(bedrijfsgroep transport) op grond van de geplande behoefte aan vervoer.

Vertraging SPEER/ERP

Vanwege vertraging bij de invoering van de ERP-applicatie worden eerder

ingeboekte doelmatigheidsopbrengsten gecompenseerd.

Herschikking gebruiksvergoeding DVD

De wijziging van de tarieven door de aanpassing van de m2-prijzen door

de Dienst Vastgoed Defensie heeft geleid tot een bijstelling van het

CLAS-budget.

Overheveling ARBO Dienstencentrum

Door de oprichting van het ARBO Dienstencentrum is budget overgeheveld naar de bedrijfsgroep Gezondheidszorg van het CDC.

Overheveling Parestogelden

De catering (Paresto) van de objecten in Breda en Gouda is overgedragen aan het CDC en die van de objecten Koning Willem III- en de Frank van Bijnenkazerne (Apeldoorn) aan het CKmar. De hiervoor in de begroting opgenomen budgetten zijn als gevolg daarvan overgeheveld naar het CDC c.q. CKmar.

Ondersteuning personeelbuitenland

De voorziene doelmatigheidsbesparing van de ondersteuning van in het

buitenland geplaatst personeel is vertraagd en is met deze mutatie

bijgesteld.

Uitdeling loon- en prijsbijstelling

Het betreft hier de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2007 over de

defensieonderdelen.

Invulling pijler I

Het betreft de uitdeling extra middelen uit pijler I van het Coalitieakkoord voor verbetering van de veiligheid en bescherming van uitgezonden personeel en van uitbreiding CIMIC-capaciteit.

Overige mutaties

Het betreft hier diverse kleine mutaties van uiteenlopende aard.

 

Opbouw uitgaven Beleidsartikel 23 Commando luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1 000)

 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007 642 763

Mutaties1esuppletore begroting 2007 5147

601 381

631

601 897

631

598 590

631

594 568

631

594 175

631

Stand1esuppletore begroting 2007                                          647 910 602 012          602 528          599 221          595 199            594 806 Nieuwe mutaties

Groot onderhoud infra van DMO naar CLSK                               20000 17000            17000            17000            17000              17000

Ontvlechtingstekort 2008 van DMO naar CLSK                                                   38294            19855            19910            19910              19910

F-16 Opleidingen Springfield                                                            4327 8312              8312              8312               8312                8312

MarHeli van CZSK                                                                                                     15126            13275            13994            16668              16668

Herschikking gebruiksvergoeding DVD                                          4995 4995              4995              4995               4995                4995

Overheveling IV-exploitatie naar CDC                                                                –10395         –10395         –10395         –10395           –10395

Vertraging verhuizing THG                                                             –5000 5000

Vertraging SPEER/ERP                                                                                                   500              2300              4750               4850                3050

Opleidingen (C-130, helikopters, flightschool)                              1900 3500              6500              4500               3500                3500

Centralisatie motorenonderhoud                                                  –2570 –2570           –2570           –2570           –2570             –2570

Budgetontvlechting naar CDC voorBGTransport                                             –2618           –2618           –2618           –2618             –2618

Verdeling prijsbijstelling naardedefensieonderdelen                                        2183              2254              2246               2226                2222

Verdeling loonbijstelling naardedefensieonderdelen              16604 12568            11471            11100            11007              11021

Invulling pijlerI                                                                                                            2000              5000              5000               5000

Diverse overige mutaties                                                                –1744 2888              2530           –2844           –3380             –3888

 

Stand ontwerpbegroting 2008

686 422

698 795

680 437

672 601

669 704

662 013

 

Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 23 Commando luchtstrijdkrachten (bedragen

x € 1 000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

8 671

8 671

8 671

8 671

8 671

8 671

Stand 1e suppletore begroting 2007 Nieuwe mutaties

8 671

8 671

8 671

8 671

8 671

8 671

Stand ontwerpbegroting 2008

8 671

8 671

8 671

8 671

8 671

8 671

Overheveling groot onderhoud infra

Deze mutatie is een technische correctie op eerdere ontvlechtingen van

budget voor groot onderhoud van infrastructuur.

Overheveling ontvlechtingstekort

Deze mutatie is een technische correctie op eerdere ontvlechtingen van

budget voor materiële exploitatie.

F-16 opleidingen Springfield

Door sluiting van de vliegbasis Twente zijn de activiteiten op de vliegbasis Volkel toegenomen. Omdat dit een hogere belasting voor het milieu (geluidsruimte) met zich meebrengt, is een deel van de activiteiten verplaatst naar Airbase Springfield (USA). Voor het opereren vanaf Springfield is bij het CLSK meer budget benodigd.

Overheveling maritieme helikopters

De Groep Maritieme Helikopters van het CZSK is vanaf 2008 ondergebracht bij het Defensie Helikopter Commando van het CLSK. De bijbehorende exploitatiebudgetten zijn overgeheveld.

Herschikking gebruiksvergoeding DVD

De wijziging van de tarieven door de aanpassing van de m2-prijzen door

de Dienst Vastgoed Defensie heeft geleid tot een bijstelling van het

CLSK-budget.

Overheveling IV-exploitatie

Met deze mutatie worden de budgetten voor producten en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, die niet toerekenbaar zijn aan een defensieonderdeel, uit de exploitatie van het CLSK ontvlochten en overgeheveld naar de defensiebrede IV-exploitatie bij het CDC.

Verhuizing Tactische Helikopter groep

Door de ontstane vertraging bij de verhuizing van de Tactische Helikoptergroep van vliegbasis Soesterberg naar vliegbasis Gilze-Rijen, wordt het budget voor 2007 doorgeschoven naar 2008.

Vertraging SPEER/ERP

Vanwege vertraging bij de invoering van de ERP-applicatie worden eerder

ingeboekte doelmatigheidsopbrengsten gecompenseerd.

Opleidingen C-130 en Helikopters

Door de uitbreiding van het aantal C-130’s en de verhoging van de crewratio is extra opleidingscapaciteit benodigd. Voor de helikopteropleidingen is het programma van opleidingen, training (typen helikopters) en het aantal helikoptervliegers bijgesteld.

Centralisatie motorenonderhoud

Door centralisatie van het motorenonderhoud is het budget overgeheveld

naar de DMO.

Budgetontvlechting voor vervoer

Deze mutatie betreft de overheveling van budgetten naar het CDC

(bedrijfsgroep transport) op grond van de geplande behoefte aan vervoer.

Uitdeling loon- en prijsbijstelling

Het betreft hier de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2007 over de

defensieonderdelen.

Invulling pijler I

Het betreft de uitdeling extra middelen uit pijler I van het Coalitieakkoord voor de verbetering van het voortzettingsvermogen van de Apachehelikopters.

Overige mutaties

Het betreft hier diverse kleine mutaties van uiteenlopende aard.

 

Opbouw uitgaven Beleidsartikel 24 Commando Koninklijke marechaussee (bedragen

x € 1 000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

363 941

367 159

364 080

359 931

359 067

359 443

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

  • 11 632

13

13

13

13

13

Stand 1e suppletore begroting 2007

352 309

367 172

364 093

359 944

359 080

359 456

Nieuwe mutaties

           

Overheveling IV-exploitatie naar CDC

 
  • 14 159
  • 14 159
  • 14 159
  • 14 159
  • 14 159

Tolken en vertalers

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

Inrichting en verhuiskosten nieuwbouw LOKKmar

   

1 810

4 445

375

 

Haags Facilitair Bedrijf (van CDC)

1 329

1 266

1 121

814

809

809

Bijstelling uitgaven Paresto

1 441

1 441

1 441

1 441

1 441

1 441

Vertraging SPEER/ERP

 

350

1 550

3 300

3 350

2 100

Budgetontvlechting CDC voor BG Transport

 
  • 553
  • 553
  • 553
  • 553
  • 553

Uitdeling loonbijstelling

10 711

8 551

7 879

7 651

7 609

7 620

Uitdeling prijsbijstelling

 

1 068

1 072

1 050

1 049

1 053

Diverse overige mutaties

  • 1 169

-491

  • 11
  • 51
  • 51
  • 51

Stand ontwerpbegroting 2008

365 621

365 645

365 243

364 882

359 950

358 716

Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 24 Commando Koninklijke marechaussee (bedragen x € 1 000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007 Mutaties 1e suppletore begroting 2007

7 254

7 254

7 254 7 254

7 254

7 254

Stand 1e suppletore begroting 2007 Nieuwe mutaties

7 254

7 254

7 254 7 254

7 254

7 254

Stand ontwerpbegroting 2008

7 254

7 254

7 254 7 254

7 254

7 254

Overheveling IV-exploitatie

Met deze mutatie worden de budgetten voor producten en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, die niet toerekenbaar zijn aan een defensieonderdeel, uit de exploitatie van het CKmar ontvlochten en overgeheveld naar de defensiebrede IV-exploitatie bij het CDC.

Tolken en Vertalers

De uitgaven voor tolken- en vertaaldiensten op de Luchthaven Schiphol

zijn hoger dan geraamd.

Inrichting en verhuiskosten

Voor de inrichting en verhuizing van het Landelijk Opleidings- en

Kenniscentrum Kmar wordt budget overgeheveld van het CDC naar het

CKmar.

Haags Facilitair bedrijf

Een deel van de uitgaven voor het Haags facilitair bedrijf wordt overgeheveld van het CDC naar het CKmar.

Uitgaven Paresto

Voor de jaren 2007 en verder was de bijdrage voor catering (Paresto) nog niet geraamd. Met deze mutatie wordt dit alsnog in de raming van de uitgaven opgenomen.

Vertraging SPEER/ERP

Vanwege vertraging bij de invoering van de ERP-applicatie worden eerder

ingeboekte doelmatigheidsopbrengsten gecompenseerd.

Budgetontvlechting voor vervoer

Deze mutatie betreft de overheveling van budgetten naar het CDC

(bedrijfsgroep transport) op grond van de geplande behoefte aan vervoer.

Uitdeling loon- en prijsbijstelling

Het betreft hier de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2007 over de

defensieonderdelen.

Overige mutaties

Het betreft hier diverse kleine mutaties van uiteenlopende aard.

 

Opbouw uitgaven Beleidsartikel 25 Defensie Materieelorganisatie (bedragen x € 1 000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

2 307 493

2 310 225

2 230 350

2 293 519

2 221 198

2 252 536

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

46 580

12 464

16 822

23 970

25 014

25 014

Stand 1e suppletore begroting 2007

2 354 073

2 322 689

2 247 172

2 317 489

2 246 212

2 277 550

Nieuwe mutaties

           

Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking

 

18 710

24 580

31 700

18 320

10 040

Verbetering materiële gereedheid F-16

 

5 000

5 000

     

Uitbreiding inlichtingenketen (Commissie Dessens)

  • 1 496

-4 550

-4 550

  • 4 550
  • 4 550

-4 550

Versterken mariniersbataljons van DMO naar CZSK

  • 1 750

-3 030

-3 790

  • 3 790
  • 3 790

-4 280

Ontvlechtingstekort van DMO naar CLSK

 
  • 38 294
  • 19 855
  • 19 910
  • 19 910
  • 19 910

Groot onderhoud infra naar CLSK

  • 20 000
  • 17 000
  • 17 000
  • 17 000
  • 17 000
  • 17 000

Vliegopleidingen Springfield (kerosine in LOA)

-3 507

-7 903

-7 903

  • 7 903
  • 7 903

-7 903

Vertraging SPEER/ERP

 

900

4 250

8 850

9 050

5 700

Tekort energiebudget

12 640

12 640

       

Herschikking gebruiksvergoeding DVD

15 119

15 119

15 119

15 119

15 119

15 119

Bijstelling ontwikkeling uitgaven matex DMO

30 000

         

Overheveling IV-exploitatie naar CDC

 
  • 13 519
  • 13 519
  • 13 519
  • 13 519
  • 13 519

Onderhoud NIMCIS

6 600

6 600

6 600

6 600

6 600

6 600

Onderhoud derde DC-10

800

2 400

4 000

4 000

4 000

4 000

Onderhoud LPD2

 

2 000

4 000

4 000

4 000

4 000

Centralisatie motorenonderhoud

2 570

2 570

2 570

2 570

2 570

2 570

Hogere brandstofuitgaven

 

16 750

       

Bijstelling uitgaven Paresto

2 717

2 717

2 717

2 717

2 717

2 717

C2SC

 

2 000

1 500

1 000

   

Uitdeling loonbijstelling

11 477

9 818

9 335

9 058

8 979

8 984

Uitdeling prijsbijstelling

 

12 612

12 249

12 592

12 293

12 398

Herschikking investeringen

-85 556

  • 175155
  • 207 790

-212 303

  • 145193
  • 67 568

Invulling pijler I

 

5 700

9 600

14 900

12 500

 

Diverse overige mutaties

2 081

2 714

2 333

  • 280

2 587

1 385

Stand ontwerpbegroting 2008

2 325 768

2 181 488

2 076 618

2 151 340

2 133 082

2 216 333

Opbouw ontvangsten Beleidsartikel 25 Defensie Materieelorganisatie (bedragen x

€ 1 000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

79 741

73 698

73 698

73 698

73 698

73 698

Stand 1e suppletore begroting 2007 Nieuwe mutaties

79 741

73 698

73 698

73 698

73 698

73 698

Stand ontwerpbegroting 2008

79 741

73 698

73 698

73 698

73 698

73 698

Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking

De beschikbare gelden voor Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) zijn verdeeld. Hiervoor zijn investeringsuitgaven voorzien voor de aanschaf van extra Unmanned Aerial Vehicles (UAV’s), grondgebonden sensoren, vouwbruggen, materieel voor de oprichting van een NBC-eenheid en havenbescherming. Daarnaast wordt voorzien in de exploitatie-uitgaven van deze investeringen.

Verbetering materiële gereedheid F-16

Om de inzetbaarheid van de F-16’s te kunnen verbeteren is een additionele aanschaf van reservedelen noodzakelijk.

Uitbreiding inlichtingenketenCommissie Dessens

Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten van de commissie Dessens is ten laste van dit artikelonderdeel budget vrijgemaakt voor uitbreiding van de inlichtingenketen.

Versterken mariniersbataljons

De uitgaven voor de kwantitatieve versterking van de manoeuvrebataljons van het Korps Mariniers bij het CZSK worden gefinancierd door de DMO. Hiertoe is in de Marinestudie besloten.

Overheveling groot onderhoud infra

Deze mutatie is een technische correctie op eerdere ontvlechtingen van

budget voor groot onderhoud van infrastructuur.

Overheveling ontvlechtingstekort

Deze mutatie is een technische correctie op eerdere ontvlechtingen van

budget voor materiële exploitatie.

Vliegopleidingen Springfield

Door sluiting van de vliegbasis Twente zijn de activiteiten op de vliegbasis Volkel toegenomen. Omdat dit een hogere belasting voor het milieu (geluidsruimte) met zich meebrengt, is een deel van de activiteiten verplaatst naar Airbase Springfield (USA). Voor het opereren vanaf Springfield is meer budget benodigd voor brandstofuitgaven bij het CLSK.

Vertraging SPEER/ERP

Vanwege vertraging bij de invoering van de ERP-applicatie worden eerder

ingeboekte doelmatigheidsopbrengsten gecompenseerd.

Tekort energiebudgetten

Vanwege de stijging van de energieprijzen is het noodzakelijk om het

budget hiervoor te verhogen.

Herschikking gebruiksvergoeding DVD

De wijziging van de tarieven door de aanpassing van de m2-prijzen door

de Dienst Vastgoed Defensie heeft geleid tot een bijstelling van het

DMO-budget.

Overheveling IV-exploitatie

Met deze mutatie worden de budgetten voor producten en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, die niet toerekenbaar zijn aan een defensieonderdeel, uit de exploitatie van de DMO ontvlochten en overgeheveld naar de defensiebrede IV-exploitatie bij het CDC.

Onderhoud NIMCIS

Voor de uitvoering van het onderhoud aan het NIMCIS, dat dient ter vervanging van een aantal verouderde verbindingsmiddelen van het Korps Mariniers, is dit budget aan dit artikelonderdeel toegevoegd.

Onderhoud derde DC-10

De mutatie betreft de uitgaven voor het in 2007 afgesloten onderhoudscontract van de derde DC-10.

OnderhoudLPD2

Vanaf 2008 wordt budget toegekend voor uitgaven voor het onderhoud

van dit schip.

Centralisatie motorenonderhoud

Voor centralisatie van het motorenonderhoud is budget overgeheveld van

het CLSK.

Hogere brandstofuitgaven

De geraamde brandstofuitgaven voor 2008 (prijs en hoeveelheid) zijn

geactualiseerd.

Uitgaven Paresto

Voor de jaren 2007 en verder was de bijdrage voor catering (Paresto) nog niet geraamd. Met deze mutatie wordt dit alsnog in de raming van de uitgaven opgenomen.

Command and Control Support Center (C2SC)

Het C2SC ondersteunt het operationele optreden van de krijgsmacht door onder andere bij te dragen aan de ontwikkeling van, en het (internationaal) interoperabel maken van, defensiebrede informatie- en communicatiesystemen zoals Titaan, BMS, AFSIS, AFSIS-mariniers, CIM/XANTHOS, SMP/VOSS. Bij de oprichting van het C2SC is gekozen voor een relatief kleine organisatie, naar behoefte uit te breiden door het inhuren van expertise. Het mutatievoorstel komt voort uit de voorziene behoefte aan flexibele capaciteit en specialistische kennis en het op peil houden van de organisatie met bepaalde hoogwaardige, soms zeer specialistische, kennis.

Uitdeling loon- en prijsbijstelling

Het betreft hier de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2007 over de

defensieonderdelen.

Herschikking investeringen

De herschikkingen binnen de investeringsbudgetten zijn noodzakelijk vanwege de verschuivingen binnen het investeringsplan zoals die bij de opmaat van het Defensieplan 2008–2017 hebben plaatsgevonden. Deze verschuivingen zijn noodzakelijk om het plan en begroting binnen de budgettaire kaders passend te maken. Hierbij heeft een integrale, defensiebrede afweging plaatsgevonden.

Invulling pijler I

Het betreft de uitdeling van middelen uit pijler I van het Coalitieakkoord voor de versterking van de inlichtingenketen en voor de verbetering van de veiligheid en bescherming van uitgezonden personeel.

Overige mutaties

Het betreft hier diverse kleine mutaties van uiteenlopende aard.

 

Opbouw uitgaven Beleidsartikel 26 Commando Dienstencentra (bedragen x € 1 000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

755 038

702 032

675 266

646 040

688 176

686 293

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

62 957

17 300

11 534

11 534

11 534

11 534

Stand 1e suppletore begroting 2007

817 995

719 332

686 800

657 574

699 710

697 827

Nieuwe mutaties

           

Overheveling IV-exploitatie naar CDC

 

64 337

64 337

64 337

64 337

64 337

Budgetontvlechting naar CDC voor BG Transport

 

15 092

15 092

15 092

15 092

15 092

Oprichting DC Arbo

2 123

8 222

8 234

8 247

8 260

8 260

Oprichting Haags Facilitairbedrijf

32 019

31 690

31 350

27 908

28 073

28 073

Boe SPEER (van BS)

17 663

15 192

14 084

9 773

   

Oprichting Interne Shared Service

9 005

9 005

9 005

9 005

9 005

9 005

Vertraging SPEER/ERP ten laste van investeringen

 

-4 000

  • 18 550
  • 38 550
  • 39 500
  • 24 800

Herschikking gebruiksvergoeding DVD

4 201

4 201

4 201

4 201

4 201

4 201

Verdeling prijsbijstelling naar de defensieonderdelen

 

4 938

5 354

4 859

5 093

5 051

Verdeling loonbijstelling naar de defensieonderdelen

12 573

12 804

12 033

11 644

11 329

11 397

Herschikking investeringen

 

71 565

135 877

157 030

90 962

18 785

Invulling pijler I

   

7 000

9 000

28 000

 

Invulling pijler V

 

1 000

2 000

6 000

7 000

7 000

Defensiebijdrage exploitatie C2000 naar BZK

-3 400

         

Overheveling Paresto-gelden

4 435

4 545

4 545

4 545

4 545

4 545

Diverse overige mutaties

7 035

3 967

3 235

4 196

7 514

6 808

Stand ontwerpbegroting 2008

903 649

961 890

984 597

954 861

943 621

855 581

                   

Opbouw ontva

 

idsartikel 26 Commando Dienstencentra (bedragen x € 1

000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

29 852

29 852

29 452

29 460

29 475

29 475

Stand 1e suppletore begroting 2007 Nieuwe mutaties

Bijstelling ontvangsten

29 852

12 803

29 852

12 803

29 452

12 803

29 460

12 803

29 475

12 803

29 475

12 803

Stand ontwerpbegroting 2008

42 655

42 655

42 255

42 263

42 278

42 278

Overheveling IV-exploitatie

Met deze mutatie worden de budgetten voor producten en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, die niet toerekenbaar zijn aan een defensieonderdeel, uit de exploitatie van de defensieonderdelen ontvlochten en overgeheveld naar de defensiebrede IV-exploitatie.

Budgetontvlechting voor vervoer

Deze mutatie betreft de overheveling van budgetten van de defensieonderdelen naar het CDC (bedrijfsgroep Transport) op grond van de geplande behoefte aan vervoer.

Oprichting Arbo-dienstencentrum

Het betreft hier de bijdrage van de defensieonderdelen voor de oprichting

van het Arbo-dienstencentrum bij de bedrijfsgroep Gezondheidszorg.

Oprichting Haags Facilitair Bedrijf

Vanuit de Bestuursstaf is het budget voor de oprichting van het Haags

Facilitair Bedrijf overgeheveld naar het CDC.

Bijzondere Organisatie Eenheid (BOE) SPEER

De BOE SPEER is vanuit de Bestuursstaf ondergebracht bij de bedrijfsgroep ICT van het CDC.

Oprichting Interne Shared Service (ISS)

Het CDC is gevormd volgens het concept van shared service centre. Op korte termijn worden de P&O-taken, communicatietaken en OIB-taken binnen een Interne SharedService(ISS) geclusterd en aan de bedrijfsgroepen aangeboden.

Vertraging SPEER/ERP

Vanwege vertraging bij de invoering van de ERP-applicatie bij de defensieonderdelen worden eerder ingeboekte doelmatigheidsopbreng-sten gecompenseerd door het CDC.

Herschikking gebruiksvergoeding DVD

De wijziging van de tarieven door de aanpassing van de m2-prijzen door

de Dienst Vastgoed Defensie heeft geleid tot een bijstelling van het

budget.

Uitdeling loon- en prijsbijstelling

Het betreft hier de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2007 over de

defensieonderdelen.

Herschikking investeringen

De herschikkingen binnen de investeringsbudgetten is noodzakelijk vanwege de verschuivingen binnen het investeringsplan zoals die bij de opmaat van het Defensieplan 2008–2017 hebben plaatsgevonden. Hierbij heeft een integrale, defensiebrede afweging plaatsgevonden.

Invulling pijler I

Het betreft de uitdeling van middelen uit pijler I van het Coalitieakkoord voor de versterking van de inlichtingenketen, voor de oprichting van een permanent gezamenlijk hoofdkwartier en voor de versterking van de informatievoorziening (IV).

Invulling pijler V

Het betreft de uitdeling van middelen uit pijler V van het Coalitieakkoord voor het defensieaandeel om uitvoering te geven aan veiligheidsprogramma’s met het project @migo.

Uitgaven Paresto

Deze mutatie betreft de overheveling van Paresto-gelden door het CLAS

voor objecten in Breda en Gouda.

Overige mutaties

Het betreft hier diverse kleine mutaties van uiteenlopende aard.

Ontvangsten

De ontvangsten worden verhoogd vanwege het door het CDC in rekening

brengen van diensten aan de baten-lastendiensten.

Opbouw uitgaven Niet-Beleidsartikel 70Geheime uitgaven (bedragen x € 1 000

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2 07

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

1 7601 7601 7601 7601 76

1 76

Stand 1e suppletore begroting 2 7 Nieuwe mutaties

Diverse geheime uitgaven Prijsbijstelling

1 7601 7601 7601 7601 76

648

18

18

18

18

1 76

18

Stand ontwerpbegroting 2008

2 408

1 778

1 778

1 778

1 778

1 778

Bijstelling van de raming voor diverse uitgaven van uiteenlopende aard leidt tot een hoger benodigd bedrag op niet-beleidsartikel 70 Geheime uitgaven.

 

Opbouw uitgaven Niet-Beleidsartikel 80Nominaal (bedragen x € 1 000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

-61 418

  • 37 831

90 350

45 529

45 983

29 319

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

233 858

137 710

132 313

123 769

123 449

122 727

Stand 1e suppletore begroting 2007

172 440

99 879

222 663

169 298

169 432

152 046

Nieuwe mutaties

           

Hogere verkoopopbrengsten Domeinen (M-fregatten)

 

87 000

87 000

39 000

39 000

42 000

Compensatie afstotingskosten

 

41 000

16 400

     

Uitdeling ICMS naar de defensieonderdelen

 
  • 32 510
  • 41 444
  • 51 628
  • 43 093

-35 510

Herschikking tussen defensieonderdelen

  • 98 633

115 894

  • 85 377
  • 68 150
  • 67 031
  • 61 334

Herschikking investeringen tussen defensieonderdelen

85 556

103 590

71 913

55 273

54 231

48 783

Verdeling prijsbijstelling naar de defensieonderdelen

  • 27
  • 28 102
  • 29 079
  • 28 348
  • 28 271
  • 28 225

Verdeling loonbijstelling naar de defensieonderdelen

  • 168165

129 760

  • 120 059
  • 115 802
  • 115 502
  • 114 548

Operatie vernieuwing rijksdienst

 

-3 818

-7 841

  • 15 538
  • 36 648
  • 36 648

Maatregel subsidies en materieelbudget

 

-310

  • 1 180
  • 2 360
  • 5 175
  • 5 175

Overige mutaties

13 030

10 787

8 262

8 994

10 755

7 191

Stand ontwerpbegroting 2008

4 201

31 862

121 258

-9 261

  • 22 302
  • 31 420

Hogere verkoopopbrengsten

De hogere verkoopopbrengsten door de verkoop van materieel is op dit artikelonderdeel gestald. Deze mutatie heeft betrekking op de verkoop van de M-fregatten.

Compensatie afstotingskosten

Door intensivering van verkoopactiviteiten worden meer afstotingskosten

gemaakt dan oorspronkelijk voorzien. Deze worden gecompenseerd uit de

verkoopopbrengsten.

Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking

Het bedrag voor Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking is verdeeld

over de defensieonderdelen.

Herschikking tussen defensieonderdelen

Het betreft hier de verwerking (tegenboekingen) van alle mutaties bij de

defensieonderdelen op het gebied van de personele- en materiële

exploitatie.

Herschikking investeringen

De herschikkingen binnen de investeringsbudgetten zijn noodzakelijk vanwege de verschuivingen binnen het investeringsplan zoals die bij de opmaat van het Defensieplan 2008–2017 hebben plaatsgevonden. Deze verschuivingen zijn noodzakelijk om het plan en begroting binnen de budgettaire kaders passend te maken. Hierbij heeft een integrale, defensiebrede afweging plaatsgevonden.

Uitdeling loon- en prijsbijstelling

Het betreft hier de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2007 over de

defensieonderdelen.

Operatie vernieuwing rijksdienst

Het aandeel van Defensie voor de operatie «Vernieuwing rijksdienst» is verlaagd met een structurele en een incidentele uitkering uit de «knelpuntenreserve» van deze rijksbrede taakstelling. Het bedrag van de taakstelling is gestald op dit artikel.

Maatregel subsidies en materieelbudget

Het betreft hier de verhoogde subsidietaakstelling en de korting op de

materieelbudgetten gerelateerd aan de efficiencytaakstelling.

Overige mutaties

Het betreft hier diverse kleine mutaties van uiteenlopende aard, waaronder de taakstelling PIA-II en de resttaakstelling beperken subsidies.

 

Opbouw uitgaven Niet-Beleidsartikel 90Algemeen (bedragen x € 1 000)

 
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

1 714 681

1 682 827

1 629 323

1 604 161

1 625 773

1 602 349

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

9 079

448

448

248

48

48

Stand 1e suppletore begroting 2007

1 723 760

1 683 275

1 629 771

1 604 409

1 625 821

1 602 397

Nieuwe mutaties

           

Oprichting Haags Facilitairbedrijf (bijdrage BS)

-33 325

  • 32 994
  • 32 679
  • 29 262
  • 29 427
  • 29 427

BOE SPEER (naar CDC)

  • 17 663
  • 15192
  • 14 084

-9 773

   

Overheveling IV-exploitatie naar CDC

452

-9 665

-9 665

-9 665

  • 9 665

-9 665

Uitbreiding inlichtingenketen (Commissie Dessens)

1 496

4 550

4 550

4 550

4 550

4 550

Herfaseren project Windturbines Coevorden

-7 400

3 900

2 200

     

Verdeling prijsbijstelling naar de defensieonderdelen

 

2 443

2 121

1 971

1 909

1 907

Verdeling loonbijstelling naar de defensieonderdelen

55 153

42 363

39 019

37 306

37 733

36 597

Beperken subsidies en bijdragen uit Coalitieakkoord

 

-791

  • 1 595

-3 190

  • 3 190

-3 190

Invulling pijler I – versterking inlichtingenketen

     

9 000

13 000

 

Invulling pijler I – versterking Network Enabled

           

Capabilities

 

5 000

7 000

9 000

7 000

 

Invulling pijler I – maatregelen naar aanleiding rapport

           

Commissie Staal

 

12 000

20 000

25 000

30 000

 

Diverse overige mutaties

5 211

-3 055

  • 1 120

906

2 315

  • 1 192

Stand ontwerpbegroting 2008

1 727 684

1 691 834

1 645 518

1 640 252

1 680 046

1 601 977

       

Opbouw ontvangsten Niet-Beleidsartikel 90Algemeen (bedragen x

€ 1 000)

 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Stand ontwerpbegroting 2007

218 446

296 515

204 351

138 619

124 352

37 010

Mutaties 1e suppletore begroting 2007

204 600

       

50 000

Stand 1e suppletore begroting 2007

423 046

296 515

204 351

138 619

124 352

87 010

Nieuwe mutaties

           

Domeinen hogere verkoopopbrengsten (M-fregatten)

 

87 000

87 000

39 000

39 000

42 000

Domeinen hogere verkoopopbrengsten

 

100 000

100 000

150 000

150 000

 

Hogere verkoopopbrengsten (gewijzigde taakstelling

           

startbrief)

 
  • 80 000
  • 80 000
  • 5 000
   

Hogere verkoopopbrengsten (afstotingskosten)

5 400

50 000

20 000

     

Bijstelling overige ontvangsten

-350

-847

-3 443

  • 1 048

898

  • 1 902

Stand ontwerpbegroting 2008

428 096

452 668

327 908

321 571

314 250

127 108

Oprichting Haags Facilitair Bedrijf

Vanuit de Bestuursstaf is het budget voor de oprichting van het Haags

Facilitair Bedrijf overgeheveld naar het CDC.

Bijzondere Organisatie EenheidSPEER

De Bijzondere Organisatie Eenheid SPEER is vanuit de Bestuursstaf

ondergebracht bij de Bedrijfsgroep ICT van het CDC.

Overheveling IV-exploitatie

Met deze mutatie worden de budgetten voor producten en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, die niet toerekenbaar zijn aan een defensieonderdeel, uit de exploitatie van de defensieonderdelen ontvlochten en overgeheveld naar de defensiebrede IV-exploitatie.

Uitbreiding inlichtingenketenCommissie Dessens

Ten laste van DMO is budget overgeheveld naar de Bestuursstaf conform aanbevelingen en verbetermaatregelen uit diverse studies, waaronder die van de Commissie Dessens voor uitbreiding van de inlichtingenketen.

Windturbines Coevorden

Als gevolg van vertragingen vindt er bij dit project een herfasering van

budgetten plaats.

Uitdeling loon- en prijsbijstelling

Het betreft hier de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2007 over de

defensieonderdelen.

Beperken subsidies en bijdragenuit Coalitieakkoord

Het betreft hier de invulling van de bijdrage van Defensie voor het

beperken van de subsidies.

Invulling pijler I

Het betreft de uitdeling van middelen uit pijler I van het Coalitieakkoord voor de versterking van de inlichtingenketen, voor de versterking Network Enabled Capabilities(NEC) en voor maatregelen naar aanleiding van het rapport van de commissie Staal.

Overige mutaties

Het betreft hier diverse kleine mutaties van uiteenlopende aard.

Ontvangsten

De ontvangstenbegroting wordt bijgesteld door hogere verkoopopbrengsten in verband met de verkoop van materieel.

  • 6. 
    BEGROTING BATEN-LASTENDIENSTEN

6.1 Defensie Telematica Organisatie

Algemeen

De Defensie Telematica Organisatie (DTO) draagt zorg voor een optimale informatie- en communicatievoorziening voor klanten binnen het ministerie van Defensie.

De DTO streeft naar een robuuste en toekomstvaste positie in het ICT-veld

die:

+ de uitvoering van de drie hoofdtaken door de defensieonderdelen en ketenpartners in de OOV (openbare orde en veiligheid) sector op basis van haar portfolio dan wel op basis van concrete opdrachten te allen tijde en onder alle omstandigheden met IV- en ICT-dienstverlening optimaal ondersteunt;

+ hoog gewaardeerd wenst te worden op de aspecten veiligheid,

betrouwbaarheid, beschikbaarheid, betrokkenheid en betaalbaarheid;

+ een bindende factor is bij het integreren van de ICT-dienstverlening binnen Defensie.

De DTO vervult een ondersteunende rol bij de primaire taakuitvoering van Defensie door het aanbieden van en uitvoering geven aan werkende integrale ICT-oplossingen binnen de bestuurlijke informatievoorziening (BIV) en in toenemende mate binnen de operationele informatievoorziening (OIV) en de OOV-sector.

 

Begroting van baten en lasten

 
 

(bedragen x € 1 000)

2006

2007

2008

2009

2010 2011

2012

BATEN

         

309 184

Opbrengst moederdepartement

323 877

349 841

312 916

309 695

309 506 309 359

Opbrengst overige departemen

ten 30831

33 249

33 249

33 249

33 249 33 249

33 249

Opbrengst derden

35

35

35

35

35 35

35

Rentebaten

736

         

Buitengewone baten

         

Vrijval voorzieningen

1 678

         

Totaal baten

357 157

383 125

346 20

342 979

342 790342 643

342 468

LASTEN

           

Apparaatskosten

           

– personele kosten

200 465

199 665

183 435

180 405

180 602 180 694

180 815

– materiële kosten

99 612

131 687

106 687

106 687

106 687 106 687

106 687

Rentelasten

6 757

7 769

7 128

6 937

6 551 6 312

6 016

Afschrijvingskosten

           

– materieel

46 051

44 452

46 098

46 098

46 098 46 098

46 098

– immaterieel

2 490

2 795

2 852

2 852

2 852 2 852

2 852

Overige kosten

           

– dotaties

           

Voorzieningen

           

– buitengewone lasten

2 181

         

Totaal lasten

357 556

383 368

346 20

342 979

342 790342 643

342 468

Saldo van baten en lasten

-399

  • 243

000

 

Toelichting begroting baten en lasten

Baten

Opbrengst moederdepartement

De opbrengst van het moederdepartement vertoont een redelijk gelijkmatig beeld, uitgezonderd het jaar 2007. De oorzaak van de stijging in 2007 is gelegen in een groot aantal éénmalige projecten, zoals de invoering van een nieuwe defensiepas en diverse projecten in het kader van grootschalige verhuizingen als gevolg van reorganisaties.

Opbrengst overige departementen

De dienstverlening ten behoeve van de overige departementen wordt alleen toegepast indien deze dienstverlening past binnen de architectuur van de DTO. Indien dit niet het geval is, dan wordt deze dienstverlening niet aangeboden. Dit leidt ertoe dat een stabiele stroom opdrachten en derhalve een stabiele inkomstenstroom wordt verwacht.

Opbrengst derden

Een gering deel van de dienstverlening wordt verleend aan de NAVO en

haar partners. Voor deze vorm van dienstverlening wordt geen groei

voorzien.

Lasten

Personele lasten

In 2007 is MULAN uitgerold. Dit betekent dat de beheersingsinspanningen die werden uitgevoerd op de oude LAN-2000 systemen niet meer zijn benodigd. Dit resulteert in een lager benodigd personeelsvolume. Bovendien zullen ook schaalvoordelen tot een reductie van personeel leiden. Een deel van de personeelsbehoefte van de DTO betreft specifieke opvang van tijdelijke tekorten. De DTO voorziet in de oplossing van tijdelijke tekorten met zowel inhuur als met goedkopere jaarcontractanten. De DTO bouwt hiermee aan een evenwichtigere personeelsopbouw.

Materiële lasten

Er is sprake van een structureel lichte stijging als gevolg van Scopeuitbreidingen voor de ICT-werkplek. In 2007 is de stijging groter als gevolg van de uitgaven die moeten worden gedaan ten behoeve diverse éénmalige projecten.

Afschrijvingen activa

Op de vaste activa worden op jaarbasis de volgende afschrijvingstermijnen toegepast:

Immateriële activa

+ Licentie                                                                                                   5jaar

Materiële vaste activa

+   Grond                                                                                                             –

+   Gebouwenenglasvezel                                                                      30jaar

+   Terreinen (bestrating)                                                                         10jaar

+   Machineseninstallaties                                                                       8jaar

+   Computerapparatuur                                                                       3–10 jaar

+   Overige bedrijfsmiddelen                                                                 4–5 jaar

In specifieke gevallen, waar een koppeling bestaat met de doorlooptijd en verkoopcontracten, kunnen afschrijvingstermijnen afwijken.

Dotaties aan voorzieningen

De dotaties voor 2007 worden pas vastgesteld op de balansdatum 2007,

na de waardering van de huidige voorziening.

Kasstroomoverzicht

 

(Bedragen x € 1 000)

 
   

2006

2007

2008 2009 2010 2011

2012

1.

Rekening courant RHB 1 januari (inclusief

       
 

deposito)

84 25043 405

23 848 25 735 19 417 15 356

6 434

2.

Totaal operationele kasstroom

6 267

59 757

51 95051 95051 95051 950

52 175

 

-/- totaal investeringen

  • 48 265
  • 60 000
  • 60 000 - 60 000 - 60 000 - 60 000
  • 60 000
 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

454

0000

 

3.

Totaal investeringskasstroom

-/- éénmalige uitkering aan moederdepartement +/+ éénmalige storting door moederdeparte-

-47 811

  • 60 000
  • 60 000 - 60 000 - 60 000 - 60 000
  • 60 000
         
 

ment

-

399

243 -

-

 

-/- aflossingen op leningen

-32 301

-79 713

  • 50 306 - 58 268 - 56 011 - 60 872
  • 58 609
 

+/+ beroep op leenfaciliteit

33 000

60 000

60 000 60 000 60 000 60 000

60 000

4.

Totaal financieringskasstroom

699

  • 19 314

9 937 1 732 3 989 - 872

1 391

5.

Rekening courant RHB 31 december (inclusief

       
 

deposito) (=1+2+3+4)

43 405

23 848

25 735 19 417 15 356 6 434

0

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Operationele kasstroom

In de operationele kasstroom zijn het resultaat en de betalingsmutaties verantwoord die het gevolg zijn van de reguliere bedrijfsvoering. De toename van de operationele kasstroom komt voort uit de toename van de omzet.

Investeringskasstroom

In de investeringen is rekening gehouden met de investeringen die zijn benodigd voor de vervangende huisvesting voor de locaties Soesterberg en Oirschot. Bovendien worden grootschalige investeringen voorzien in de datacenters.

Financieringskasstroom

Uitkeringen van het moederdepartement

Het negatieve eigen vermogen van 2006 en het voorziene negatieve eigen vermogen in 2007 zal binnen de regelgeving, door het moederdepartement in het volgend boekjaar worden gesuppleerd.

Aflossingen op leningen

Deze bedragen betreffen de aflossingen op de aangegane vermogensconversie en leningen om de investeringen te financieren.

Beroep op leenfaciliteit

Hieronder zijn de door de DTO bij het ministerie van Financiën geleende

bedragen verantwoord.

Doelmatigheidsparagraaf

De doelmatigheid van de DTO is eind 2006 getest door middel van een benchmark. Hieruit bleek dat de tarieven voor de werkplekdienst die de DTO in rekening bracht bij de defensieonderdelen te laag waren. Naar aanleiding van dit rapport zijn de tarieven verhoogd, waardoor er dit jaar weer uit wordt gegaan van een licht positief resultaat. De DTO is in de afgelopen jaren steeds goedkoper geworden, maar doordat er steeds meer aan het werkplekcontract is gekoppeld bleek het tarief te laag ten opzichte van de kosten en ten opzichte van hetgeen in de markt gebruikelijk was.

6.2 Dienst Vastgoed Defensie

Algemeen

De Dienst Vastgoed Defensie (DVD) is de vastgoedbeheerder van het ministerie van Defensie. De dienst heeft als oogmerk het vastgoed doelmatig en op maatschappelijk verantwoorde wijze in te richten en te beheren. De DVD geeft adviezen en treedt op als intermediair voor de waarborging van de ruimtelijke belangen van de klanten bij Defensie. De DVD staat de klanten bij in hun zorg voor de beschikbaarheid en bruikbaarheid van het vastgoed.

De begroting van baten en lasten

 

(Bedragen x € 1 000)

               
   
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Baten

             

Opbrengst moederdepartement

99 981

102 662

102 905

97 760

95 000

95 000

95 000

Opbrengst moederdepartement

             

gebruiksvergoeding

128 718

135 948

135 949

129 152

127 000

127 000

127 000

Opbrengst overige departementen

65

           

Opbrengst derden

187

159

159

159

159

159

159

Mutatie onderhanden werk

2 180

           

Vrijval voorzieningen

696

           

Rentebaten

756

 

3 700

4 900

     

Rentebaten huisvestingsactiviteiten

1 348

2 300

         

Bijzondere baten

3 085

100

100

100

100

100

100

Buitengewone lasten

             

Totaal baten

237 016

241 169

242 813

232 071

222 259

222 259

222 259

Lasten

             

Apparaatskosten

             

– personele kosten

69 338

73 396

74 000

70 000

68 000

68 000

68 000

– uitbesteding

3 234

6 633

6 000

5 000

4 500

4 000

4 000

– materiële kosten

12 220

16 248

16 000

16 000

16 000

16 000

16 000

– materiële kosten gebruiksvergoeding

141 345

135 948

136 000

129 200

127 000

127 000

127 000

Rentelasten investeringen DVD

1 407

1 443

1 500

1 400

1 400

1 400

1 400

Rentelasten huisvestingsactiviteiten DVD

1 315

2 300

3 700

4 900

     

Afschrijvingskosten

             

– materieel

1 445

1 852

1 900

2 000

2 000

2 000

2 000

– materieel huisvestingsactiviteiten

             

– immaterieel

             

Overige kosten

             

– dotaties

2 160

1 074

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

Voorzieningen

             

– buitengewone lasten

442

100

100

100

100

100

100

Totaal lasten

232 906

238 994

240 200

229 600

220 000

219 500

219 500

Saldo van baten en lasten

4 1102175

2 613

2 471

2 259

2 759

2 759

Toelichting begroting baten en lasten

Baten

Opbrengst moederdepartement

De stijging van de opbrengst wordt voornamelijk veroorzaakt door het overnemen van de dienstverlening Integrale Veiligheid Zorg (IVZ) van de defensieonderdelen. In de eerste jaren is bovendien nog sprake van een herordening van het gebruik van defensie vastgoed. In de loop van de jaren zal dit geleidelijk afnemen en stabiel worden.

Sinds 2006 is de DVD verantwoordelijk voor de instandhouding van het vastgoed. De defensieonderdelen betalen hiervoor een bedrag per m2 per gebouwencategorie dan wel per categorie werken en terreinen. Voor deze defensiebrede instandhouding wordt voorzien dat het bedrag zal afnemen en stabiliseren door het na herordening afstoten van gebouwen en terreinen.

De komende jaren lopen vier grote investeringen via de begroting van de DVD. De extra baten die dit oplevert lopen synchroon met de aflossingen (afschrijvingen). De aflossingen van deze projecten beginnen pas zodra het project volledig is opgeleverd. Voor het object Gilze Rijen is dit 2009, voor het object Woensdrecht is dit 2010 en voor het object huisvesting CKmar op Schiphol, alsmede het opleidingscentrum van het Commando Koninklijke marechaussee, is dit 2012.

Lasten

Personele lasten

Gezien de toename van de nieuwbouwwerkzaamheden met name tot en met 2008 wordt rekening gehouden met een capaciteitsstijging in de jaren tot en met 2008. Deze pieklast wordt opgevangen met tijdelijk personeel (inhuur- en uitzendkrachten) en uitbesteding. De op termijn dalende behoefte aan infrastructuur leiden tot een dalende capaciteitsbehoefte vanaf 2009.

Uitbesteding

De uitbesteding betreft werkzaamheden voor projecten die omwille van kwalitatieve of kwantitatieve redenen worden uitbesteed aan derden. Met de pieklast in de eerste jaren stijgt de uitbesteding om daarna weer te dalen naar een stabiel niveau.

Rentelasten

De rentelasten van de leningen voor huisvestingsactiviteiten betreffen de leningen voor de in aanbouw zijnde huisvesting CKmar op Schiphol, het opleidingscentrum van het CKmar, alsmede de aanpassing aan de objecten Woensdrecht en Gilze-Rijen. Deze complexen (of delen van complexen) worden langdurig verhuurd aan het ministerie van Defensie. Met het Commando Koninklijke marechaussee is overeengekomen dat de rente jaarlijks wordt vergoed en dat de bouwrente geen deel uitmaakt van de vergoeding voor het gebruik van deze huisvesting.

Afschrijvingen

De afschrijvingskosten stijgen licht onder andere als gevolg van investeringen door de DVD. De DVD past de lineaire afschrijvingsmethode toe.

De afschrijvingstermijnen zijn:

+   Terreinen

+   Gebouwen

+   Verhardingen

+   Automatiseringsmiddelen

+   Transportmiddelen

+   Overige activa

50 jaar

25 jaar

5 jaar

4–6 jaar

5–10 jaar

Dotaties voorzieningen

De dotaties hebben betrekking op de voorzieningen groot onderhoud,

garantieverplichtingen, wachtgelduitkeringen, contractrisico’s en

reorganisatie.

De dotatie aan voorzieningen in 2006 is een stuk lager dan in 2007. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de reorganisatie zo goed als volledig is afgerond, waardoor hiervoor geen voorziening meer benodigd is.

Kasstroomoverzicht

 

(Bedragen x € 1 000)

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari (inclusief
             

deposito)

38 627

9 79015 816

18 661

20 288

11 095

6 649

  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom
  • 25 789

8 027

7 000

6 000

5 000

4 000

4 000

-/- totaal investeringen

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

-4 462

  • 158 500
  • 110 900
  • 45 700
  • 26 400
  • 13 320

-3 600

360

150

150

150

150

150

150

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom

-4 102

  • 158 350

-110 750

-45 550-26 250-13 170

-3 450

-/- éénmalige uitkering aan moederdeparte-

             

ment

  • 2 417
     

-8 246

  • 2 537

-3 000

+/+ éénmalige storting door moederdeparte-

             

ment

             

-/- aflossingen op leningen

  • 1 002
  • 2 151

-4 305

-4 523

  • 6 097
  • 6 059
  • 6 000

+/+ beroep op leenfaciliteit

4 473

158 500

110 900

45 700

26 400

13 320

3 600

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

1 054

156 349

106 595

41 177

12 057

4 724

-5 400

  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december (inclusief
             

deposito) (=1+2+3+4)

9 79015 816

18 661

20 288

11 095

6 649

1 799

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom is het jaarlijkse totaal van het bedrijfsresultaat, de afschrijvingen, de mutaties in de voorzieningen en het netto werkkapitaal. Bij een afnemende werklast wordt een lichte daling voorzien. Hierbij is rekening gehouden met het effect van de eerder genoemde investeringen in 2007 en 2008.

Investeringskasstroom

De investeringskasstroom betreft voor het grootste deel leningen voor de in aanbouw zijnde huisvestingen. Het betreft hier de huisvesting voor het CKmar op Schiphol, het opleidingscentrum CKmar, alsmede de aanpassing aan de objecten Woensdrecht en Gilze-Rijen.

Financieringskasstroom

In de financieringskasstroom zit het goedgekeurde beroep op de leenfaciliteit voor de geplande investeringen, inclusief de huisvestingen die in aanbouw zijn.

Doelmatigheidsparagraaf

De tarieven worden continue vergeleken met de gangbare tarieven in de markt en indien noodzakelijk daaraan aangepast. Door dit te doen wordt de DVD gedwongen minimaal even doelmatig te opereren als hetgeen in de markt gangbaar is.

Momenteel wordt op het gebied van nieuwbouw een benchmark uitgevoerd. Voor instandhouding is een plan van aanpak voor een benchmark gereed. Met de uitvoering van deze benchmark wordt in de loop van 2007 gestart.

6.3 Paresto

Algemeen

De baten en lastendienst Paresto is een professionele cateringorganisatie die een hoogwaardig pakket aan cateringdiensten (exclusief hotelfaciliteiten) levert aan de gehele defensieorganisatie en aan (NAVO-)bondgeno-ten op Nederlands grondgebied. Dit gebeurt op een zo doelmatig, doeltreffend en klantgericht mogelijke wijze. Op basis van deze missie is een visie geformuleerd: continuïteit in dienstverlening en marktconform presteren door resultaatgerichte bedrijfsvoering.

Begroting van baten en lasten

 

(Bedragen x € 1 000)

               
   
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

BATEN

             

Opbrengst moederdepartement

127 326

125 933

128 886

129 742

130 555

131 471

132 056

Opbrengst overige departementen

             

Opbrengst derden

657

657

670

684

684

684

684

Rentebaten

412

300

300

300

300

300

300

Overige opbrengsten

2 764

3 400

3 500

3 525

3 500

3 600

3 600

Buitengewone baten

1 205

           

Totaal baten

132 364

130 290

133 356

134 251

135 039

136 055

136 640

LASTEN

             

Apparaatskosten

             

– personele kosten

73 055

72 880

72 674

72 477

72 371

72 450

72 130

– materiële kosten

53 509

55 375

58 607

59 674

60 543

61 430

62 335

Rentelasten

80

200

150

150

150

150

150

Afschrijvingskosten

             

– materieel

1 311

659

675

675

675

675

675

– immaterieel

             

Overige kosten

             

– dotaties

1 868

           

Voorzieningen

             

– buitengewone lasten

789

           

Totaal lasten

130 612

129 114

132 106

132 976

133 739

134 705

135 290

Saldo van baten en lasten

1 752

1 176

1 2501 275

1 3

1 35

1 35

Toelichting begroting baten en lasten

Baten

Opbrengst moederdepartement

De opbrengst moederdepartement bestaat uit werkgeversbijdragen en de

omzet zoals die gerealiseerd wordt uit de lopende bedrijfsvoering.

De omzet uit de bedrijfsvoering is onder te verdelen in omzet regulier, niet-regulier en de omzet logistieke ondersteuning. Voor 2007 is ingezet op een voorzichtige omzetstijging. Door het inzetten van omzetverho-gende instrumenten, zoals het stimuleren van de verkoop van marge-verhogende artikelen gaat de omzet de jaren daarna verder stijgen.

De omzet werkgeversbijdrage bestaat uit de aan de defensieonderdelen in rekening gebrachte bedragen ter dekking van de personele- en overige kosten die gemaakt worden om de service op locaties te kunnen bieden. Doordat de komende jaren de aandacht gericht is op productiviteitsverbetering en kostenverlagende maatregelen, gaat de werkgeversbijdrage, bij gelijkblijvende omstandigheden, de komende jaren dalen.

Opbrengst derden

De opbrengst derden betreft de omzet die als ziektekosten kunnen worden doorberekend aan ziektekostenverzekeraars. Deze vergoeden de catering-kosten van het Militair Revalidatie Centrum aan Paresto. Hier wordt uitgegaan van een gelijkblijvende omzet de komende jaren waarop alleen een correctie is toegepast voor prijsindexatie.

Overige opbrengsten

De overige opbrengsten betreffen de bonuskortingen van leveranciers. Bestelling en facturering zal over de gehele linie van Defensie openbaar geschieden, vanwege de administratieve en logistieke kostenbesparing die dat met zich meebrengt. Daarbij blijft de mogelijkheid bestaan bij specifieke leveranciers kortingen te bedingen. Die kortingen komen ten goede aan Paresto en worden deels in mindering gebracht op de subsidiefactuur. Door extra inspanningen te leveren op dit gebied wordt verwacht dat deze kortingen de komende jaren gaan stijgen.

Rentebaten

De rentebaten worden gevormd door het positieve saldo op de rekening courant en deposito’s, gebaseerd op de renteaanschrijving van het ministerie van Financiën.

Lasten

Personele kosten

Vanaf 2007 bestaat de formatieve sterkte van Paresto uit 1 638 vaste vte’n (eigen dienst en inhuur). De komende jaren zal gestreefd worden naar een optimalisatie van het personeelsbestand en de personeelsinzet waarbij minder gewerkt zal gaan worden met inhuur en meer met deeltijdcontracten. Het aantal vte’n gaat ook niet meer drastisch afnemen. Door het verhogen van de productiviteit wordt de verwachte omzetstijging voor de komende jaren opgevangen.

Materiële kosten

De materiële kosten worden voor 85% gevormd door de ingrediënten voor maaltijden en consumpties. De overige materiële kosten bestaan voornamelijk uit exploitatiekosten van de locaties en het servicekantoor, het onderhoud van ICT (waaronder kassa’s), infrastructuur en voertuigen.

Rentelasten

Rentelasten vloeien voort uit rentedragend, langlopend, vreemd

vermogen tegen het door het ministerie van Financiën bepaalde tarief.

Afschrijving materieel

De afschrijvingskosten betreffen ICT-middelen, infrastructuur van het

servicekantoor, kassa’s en overige materiële middelen (zoals bijvoorbeeld

voertuigen).

Kasstroomoverzicht van Paresto

 
                 

(Bedragen x € 1 000)

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari (inclusief deposito)

8 085

2 773

12 074

12 854

13 554

14 812

16 237

  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

-4 604

2 041

1 925

1 950

1 975

2 025

2 025

-/- totaal investeringen

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom

-884

-884

  • 900
  • 900

-700

-700

  • 600

-600

  • 600

-600

  • 600

-600

 

-/- éénmalige uitkering aan moederdepartement

+/+ éénmalige storting door moederdepartement

-/- aflossingen op leningen +/+ beroep op leenfaciliteit

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

-724 900

176

8 275 - 1 015 - 1 145 900 700

8 160-445

  • 1 250 -717 600 600
  • 650- 117
  • 600 600

0

  • 600
  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december (inclusief deposito) (=1+2+3+4)

2 773

12 074

12 854

13 554

14 812

16 237

17 662

In het overzicht van de kasstromen staan de meerjarige verwachting van de omvang en de besteding van de beschikbare investeringsruimte, alsmede de liquiditeitsverwachting in het algemeen centraal.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom is het jaarlijkse totaal van het bedrijfsresultaat, de afschrijvingen, de mutaties in de voorzieningen en mutaties in het netto werkkapitaal.

Investeringskasstroom

In de investeringskasstroom worden de investeringen en de desinvesteringen opgenomen. Het bedrag aan investeringen voor het jaar 2007 betreft voornamelijk het Food and Beverage-systeem.

Financieringskasstroom

In de financieringskasstroom wordt het beroep op de leenfaciliteit uit hoofde van de geplande investeringen in vaste activa opgenomen. De lening is rentedragend en heeft een looptijd die aansluit op de economische levensduur van de betreffende investering. Voorts is de aflossing op de reeds afgesloten en nog af te sluiten leningen begroot. De storting door het moederdepartement vanwege het negatieve resultaat uit 2005 heeft begin 2007 plaatsgevonden.

Doelmatigheidsparagraaf

Bij Paresto is nog niet echt sprake van een vergelijking met de markt. Dit is het gevolg van het feit dat Paresto nog maar kort bestaat. In 2008 vind bij Paresto een CDV-toets plaats, waaruit de doelmatigheid van Paresto moet blijken. Twee belangrijke indicatoren die iets zeggen over de doelmatigheid van Paresto zijn de bruto marge en de productiviteit. De bruto marge (verhouding omzet/ingrediëntkosten) dient de komende jaren te stijgen naar 19% en de productiviteit per medewerker zal moeten

stijgen naar ongeveer € 34 000. Deze indicatoren zijn momenteel 16% respectievelijk € 27 000.

  • 7. 
    BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Inleiding

De bedrijfsvoering zal in 2008 in het teken staan van een aantal onderwerpen. Het meerjarige Kwaliteitsprogramma Bedrijfsvoering zal worden voortgezet om de bedrijfsvoering (waaronder het financieel en materieel-beheer) te verbeteren. Daarbij is voor 2008 een aantal specifieke aandachtspunten onderkend op het gebied van financieel en materieelbeheer, personeelbeheer en sturing en beheersing. Ter oplossing van deze aandachtpunten zullen maatregelen worden genomen. Ook zal de controletoren worden gereorganiseerd.

Daarnaast zal de Algemene Rekenkamer in samenwerking met het ministerie van Defensie een bezwaaronderzoek uitvoeren. De uitkomsten van dit onderzoek zullen in het reguliere verbeterproces worden belegd.

Verbetering van de bedrijfsvoering

Waar in voorgaande jaren een Minimumprogramma van kracht was voor de verbetering van bedrijfsvoering, is in 2007 het Kwaliteitsprogramma Bedrijfsvoering als logisch vervolg daarop van start gegaan. Het doel van dit programma is om problemen te voorkomen (proactief) in plaats van achteraf op te lossen (reactief) en de problemen die er zijn structureel (en daarmee waar nodig meerjarig) te verbeteren. Risicoanalyse en risicomanagement spelen hierbij een belangrijke rol als onderdeel van het management control systeem.

In 2007 is begonnen met het structureel verbeteren van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Gezien de omvang van het programma, zal het enige jaren duren voordat de kwaliteit van alle aspecten in de bedrijfsvoering is geborgd. Het management control systeem is dan zodanig ingericht dat knelpunten in een vroeg stadium inzichtelijk zijn en tijdig kunnen worden opgelost.

Ook in 2008 zal de verbetering van de bedrijfsvoering in de structuur van het Kwaliteitsprogramma Bedrijfsvoering worden geadresseerd, maar waar nodig op onderdelen worden bijgesteld op basis van de ervaringen uit 2007.

In de volgende alinea’s wordt ingegaan op een aantal specifieke aandachtspunten voor 2008.

Financieel beheer

Op het gebied van het financieel beheer zullen er in 2008 twee grote veranderingen plaatsvinden.

In de eerste plaats zal per 7 januari FINAD, het eerste implementatieproject onder SPEER waarbij de financiële administratie wordt ondergebracht in SAP modules, live gaan. Als eerste zal een bedrijfsgroep van het CDC het spits afbijten, medio mei zal de rest van de organisatie volgen. Voor deze aanpak is gekozen om de aanwezige risico’s maximaal te beheersen, snelle initiële successen te behalen en draagvlak te behouden binnen de organisatie.

Daarnaast zal een deel van de activiteiten van het CBD (waaronder de staf) worden verplaatst naar Kerkrade. Er komt één factuuradres in Limburg waar alle facturen centraal worden gedigitaliseerd, geregistreerd en gearchiveerd. Om mogelijke problemen bij de verhuizing, voornamelijk op het gebied van kennis en ervaring, te voorkomen, zijn passende maatregelen genomen. Personeelswerving vindt in eerste instantie plaats binnen Defensie, er zijn echter ook al contacten gelegd met andere overheids-

organen in Limburg, die mogelijk geschikte kandidaten kunnen leveren. Er wordt een opleidingstraject opgezet voor de nieuwe medewerkers, aangevuld met de mogelijkheid voor training bij de bestaande betaal-kantoren. Voorts worden sleutelfunctionarissen aangesteld die de processen zo goed mogelijk zullen begeleiden en waar mogelijk bijsturen.

Materieelbeheer

Zowel wapen- als munitiebeheer blijven in 2008 veel aandacht krijgen. Naast intensieve voortzetting van de lopende verbeteracties wordt, in samenhang met het bezwaaronderzoek van de ARK, onderzocht wat de dieperliggende oorzaken zijn voor de geconstateerde tekortkomingen van het wapen- en munitiebeheer. Naar verwachting zullen de verbeteringen in 2008 worden doorgevoerd, zodat de resultaten eerst in 2009 merkbaar zullen zijn.

Voor de kortere termijn zijn de controlemaatregelen geïntensiveerd om een terugval in het beheer te voorkomen. In die periode maken zij deel uit van de reguliere bedrijfsvoering. Ook de invoering van een nieuw geautomatiseerd systeem (WMS Klasse V) zal een bijdrage leveren aan het munitiebeheer. Dit wordt echter pas op langere termijn voorzien vanwege aanloopproblemen die met name worden veroorzaakt door fouten in de conversie.

Personeelbeheer

In 2008 zal het Flexibel Personeelssysteem (FPS) worden ingevoerd. Het FPS heeft als doel om te voldoen aan enerzijds de kwantitatieve en kwalitatieve eisen van de krijgsmacht en anderzijds aan de wensen en ambities van de individuele personeelsleden. Het FPS moet daarbij de noodzakelijke flexibiliteit voor de personele vulling garanderen en voldoen aan de behoefte van de individuele militair voor diens ontwikkeling en vorming.

Het risico bestaat dat de grondhouding van het personeel voor een effectieve implementatie van het FPS momenteel nog niet aanwezig is. Een goede implementatie van het FPS stelt nieuwe eisen aan zowel medewerker als manager. In 2008 zullen hiermee de eerste ervaringen worden opgedaan. Hierbij, maar ook vooraf, zal blijvend aandacht worden gegeven aan de cultuuraspecten van deze grote veranderingen. De FPS-projectorganisatie van de HDP heeft hiervoor een communicatieplan uitgewerkt waarbij tevens de effecten regelmatig gemeten worden.

1 Hiermee is invulling gegeven aan de toezegging van de minister van Defensie gedaan tijdens het Algemeen Overleg met de vaste kamercommissie Defensie van 27 juni 2006 om de Kamer te zullen informeren over het functioneren van de Bestuursstaf.

Sturing en beheersing

In 2003 heeft Defensie gekozen voor een nieuw besturingsmodel dat in 2005 is geïmplementeerd. Hoewel de onderdelen nog moeten wennen aan hun nieuwe rollen, functioneert het model naar behoren en blijft Defensie op hoofdlijnen werken conform het besturingsmodel. De verbetering van de besturing bij Defensie blijft de aandacht houden van het topmanagement. Dit leidt in de komende periode onder meer tot maatregelen om de bestuurlijke drukte binnen de Bestuursstaf te verminderen en de kwaliteit van de besluitvorming te verhogen1. Daarnaast wordt de komende jaren verder aandacht besteed aan de kwaliteit van de informatievoorziening. De managementinformatie zal worden onttrokken aan geautomatiseerde systemen die deels al zijn ingevoerd (Peoplesoft) en deels de komende jaren worden ingevoerd (SAP). Hierbij worden basisadministraties aangelegd om informatie maar één keer op te hoeven slaan om voor verschillende doelen te kunnen gebruiken. Tenslotte wordt het met het besturingsmodel geïntroduceerde dienstverleningsconcept verder ontwikkeld.

Controletoren

In 2008 wordt de controletoren binnen Defensie gereorganiseerd. Daarbij zal de single auditgedachte verder worden doorgevoerd en zullen dubbelingen in de controletoren worden weggenomen. Het doel is daarbij om de controletoren te reduceren zonder aan kwaliteit in te boeten. Momenteel wordt onderzocht op welke wijze de reorganisatie plaats moet gaan vinden, wat de consequenties en risico’s zullen zijn en op welke wijze, indien nodig, deze kunnen worden ondervangen.

Bezwaaronderzoek Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer heeft naar aanleiding van het Rapport bij het Jaarverslag 2006 besloten om in 2007 bezwaaronderzoek uit te voeren naar de redenen waarom de onvolkomenheden die zij heeft onderkend niet worden opgelost.

Het bezwaaronderzoek zal door de Algemene Rekenkamer worden uitgevoerd in samenwerking met het ministerie van Defensie. Het onderzoeksplan van Defensie zal worden aangepast en uitgebreid, waarbij een nieuwe prioriteitsstelling in de onderzoekscapaciteit zal plaatsvinden. Begin 2008 zal de onderzoeksfase zijn afgerond. De maatregelen die voortkomen uit de onderzoeken zullen daarna in het reguliere verbeter-proces worden belegd.

  • 8. 
    BIJLAGEN

BIJLAGE 1

MOTIES EN TOEZEGGINGEN

Overzicht van de door de Staten-Generaal aanvaarde moties op het terrein van Defensie en door de bewindslieden van Defensie gedane toezeggingen in het vergaderjaar 2006–2007.

A. Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

 

Omschrijving van de motie

   

Vindplaats

   

Stand van Zaken

 

Eijsink c.s.over de instrumenten en middelen en over een jaarlijkse rapportage en analyse van de nieuwe organisatie voor integriteitszorg

Begrotingsbehandeling 2007, 17/18 oktober 2006, 30 800-X, nr. 16

Aangenomen op 24 oktober 2006 Wordt uitgevoerd.

Aasted Madsen-Van Stiphoutover het tot uiting laten komen van de competenties op het gebied van sociaal leiderschap in het bevorderingsbeleid

Begrotingsbehandeling 2007, 17/18 oktober 2006, 30 800-X, nr. 17

Aangenomen op 24 oktober 2006 Wordt uitgevoerd.

Veenendaal/Aasted Madsen-Van Stiphoutover maatregelen ter voorkoming van ongewenst gedrag en over het opstellen van een implementatieplan

Begrotingsbehandeling 2007, 17/18 oktober 2006, 30 800-X, nr. 18

Aangenomen op 24 oktober 2006 Wordt uitgevoerd.

Van Velzen/Eijsinkover vrijstelling van uitzending voor ouders in de krijgsmacht met kinderen tot 4 jaar

Kortenhorst/Herbenover spoedige ondertekening van het Memorandum of Understanding voor verdere deelname aan de ontwikkeling van de JSF (het zogenaamde PSFD MoU)

Begrotingsbehandeling 2007, 17/18 oktober 2006, 30 800-X, nr. 19

Begrotingsbehandeling 2007, 17/18 oktober 2006, 30 800-X, nr. 31

Aangenomen op 24 oktober 2006 Kan om operationele redenen niet uitgevoerd worden. Er vindt aanvullend onderzoek plaats naar wens van de mogelijkheid gebruik te maken.

Aangenomen op 24 oktober 2006 PFSD MoU getekend op 14 november 2006

Kortenhorst/Herbenover integratie van het innovatiebeleid in research en technologie op defensiegebied

Begrotingsbehandeling 2007, 17/18 oktober 2006, 30 800-X, nr. 32

Aangenomen op 24 oktober 2006 Wordt uitgevoerd.

Szaboover investeren in het waarborgen van het ambitieniveau van Defensie

Begrotingsbehandeling 2007, 17/18 oktober 2006, 30 800-X, nr. 39

Aangenomen op 24 oktober 2006

Herben/Kortenhorstover het Innovatieplatform

Begrotingsbehandeling 2007, 17/18 oktober 2006, 30 800-X, nr. 36

Aangenomen op 24 oktober 2006 Wordt uitgevoerd

Van der Staaij c.s.over voortzetting van het programma «De Uitdaging»

Knops/Eijsinkover de verdeling van extra middelen in het kader van de Commissie Posthumus

VAO «De Uitdaging», 4 juni 2007, 31 056, nr. 3

Wetgevingsoverleg over het jaarverslag 2006 d.d. 27 juni 2007 31 031-X, nr. 10

Aangenomen op 12 juni 2007 De coördinatie ligt bij de minister van Jeugd- en Gezinszaken; brief overde uitvoering volgt voor1september 2007

Aangenomen op 5 juli 2007

Boekestijn/Knopsover het expliciet vermelden van beleidsconclusies

Wetgevingsoverleg over het jaarverslag 2006 d.d. 27 juni 2007, 31 031-X, nr. 11

Aangenomen op 5 juli 2007

Boekestijn/Eijsinkover de verhoging van de kwaliteit van beleidsinformatie

Wetgevingsoverleg over het jaarverslag 2006 d.d. 27 juni 2007, 31 031-X, nr. 12 (gewijzigd)

Aangenomen op 5 juli 2007

Eijsink/Knopsover rapportage over de voortgang van het Bezwaaronderzoek van de Algemene Rekenkamer

Wetgevingsoverleg over het jaarverslag 2006 d.d. 27 juni 2007, 31 031-X, nr. 13

Aangenomen op 5 juli 2007

 

Omschrijving van de motie

   

Vindplaats

   

Stand van Zaken

 

Brinkman/Eijsinkover het terugbrengen van het Wetgevingsoverleg over het jaarverbedrag voor niet te controleren facturen naar 500 slag 2006 d.d. 27 juni 2007, 31 031-X, Euro                                                                                     nr. 16

Aangenomen op 5 juli 2007

Jacobi c.s.over een uitvoerig kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de voorgenomen toekomstige civiel-militaire taakuitvoering door de SAR

VAO SAR-helikopters d.d. 5 juli 2007, 30 800-X, nr. 104

Aangenomen op 5 juli 2007

B. Door bewindslieden gedane toezeggingen

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van Zaken

 

30 550-X, nr. 10 d.d. 26 juni 2006

De staatssecretaris zal op korte termijn de niet beantwoorde vragen inzake Paresto uit de lijst met vragen van de commissie over het Jaarverslag 2005 alsnog beantwoorden.

De minister zal de Kamer op middellange termijn 30 550-X, nr. 10 d.d. 26 juni 2006 informeren over de efficiëntie van interne processen en de vermindering of toename van de bureaucratie als gevolg van de reorganisaties.

Afgedaan

30 800-X, nr. 14 d.d. 4 oktober 2006

In behandeling

Gelijktijdig met de presentatie van het rapport van de commisie-Staal zal de staatssecretaris zijn appreciatie van het rapport «Kleur bekennen» naar de Kamer sturen.

30 300-X, nr. 59 d.d. 3 augustus 2006

Afgedaan 30 800-X, nr. 5 d.d. 29 september 2006

Er zal worden gezocht naar mogelijkheden om de 30 300-X, nr. 59 d.d. 3 augustus 2006

extra uitgave van de Boxer te accommoderen

binnen de defensiebegroting. De Kamer zal

daarover worden geïnformeerd, evenals over de

hoogte van de overschrijding. In de brief zal ook

de overschrijding bij de keuze voor de eventuele

alternatieven duidelijk worden aangegeven.

Afgedaan 26 396 nr. 63 d.d. 13 oktober 2006

De Kamer ontvangt voor de begrotingsbehandeling van dit najaar een brief met inzicht in de regelgeving die door Defensie als problematisch wordt ervaren, onder andere bij het uitvoeren van oefeningen binnen de nationale grenzen.

27 925-X, nr. 133 d.d. 23 augustus 2006

Afgedaan 30 800-X, nr. 7 d.d. 2 oktober 2006

De Kamer ontvangt op middellange termijn een 27 925-X, nr. 133 d.d. 23 augustus 2006

brief over het functioneren van de Defensie

bestuursstaf.

In behandeling

De Kamer ontvangt voor Prinsjesdag een financiële onderbouwing van de doelstellingen van «Nieuw Evenwicht» en informatie over de lange-termijn behoeftes die binnen de huidige en volgende begroting niet geaccommodeerd kunnen worden, alsook wat de eventuele realisatie van die behoeftes voor kosten met zich mee zouden brengen.

27 925-X, nr. 133 d.d. 23 augustus 2006

Afgedaan met brief van 11 augustus 2006 «Actualisering Prinsjesdagbrief 2003: financiële onderbouwing»

De Kamer ontvangt een grondig overzicht van het 26 396, nr. 58 d.d. 14 juli 2006 Boxerproject vóór de D-brief.

Afgedaan 26 396, nr. 63 d.d. 4 oktober 2006

In de komende notities veteranenzorg zal het percentage militairen uit de komende twee detachementen naar Uruzgan worden opgenomen dat vrijwillig naar Beukbergen is gegaan.

30 139, nr. 18 d.d. 9 oktober 2006

Afgedaan 30 139, nr. 29 d.d. 8 juni 2007

 

Omschrijving van de toezegging

   

Vindplaats

   

Stand van Zaken

 

De Kamer ontvangt vóór 1 december nadere informatie over de geestelijke gezondheidszorg.

30 139, nr. 18 d.d. 9 oktober 2006

Afgedaan 30 139, nr. 20 d.d. 6 februari 2007

De Kamer ontvangt schriftelijk antwoord op een 30 139, nr. 18 d.d. 9 oktober 2006

aantal meer technische vragen (de zgn.

«w-punten»).

Afgedaan 30 139, nr. 17 d.d. 4 oktober 2006

De Kamer ontvangt uiterlijk begin oktober 2006 30 139, nr. 18 d.d. 9 oktober 2006 een notitie waarin nader wordt ingegaan op de juridische aspecten inzake zorgplicht versus aansprakelijkheid.

Afgedaan 30 139, nr. 19 d.d. 11 oktober 2006

De resultaten van het onderzoek door het kennis- 30 139, nr. 18 d.d. 9 oktober 2006 en onderzoekscentrum zullen aan de Kamer worden aangeboden.

Afgedaan 30 139, nr. 17 d.d. 4 oktober 2006

In de notitie 2007 zal ook worden aangegeven op 30 139, nr. 18 d.d. 9 oktober 2006 welke wijze actief dienende militairen die eerder uitgezonden zijn geweest, bij activiteiten voor veteranen zijn betrokken.

Afgedaan 30 139, nr. 29 d.d. 8 juni 2007

In de jaarlijkse notitie veteranenzorg zal voortaan 30 139, nr. 18 d.d. 9 oktober 2006 een aantal kentallen, alsmede de stand van zaken van de uitvoering van de afgesproken actiepunten worden opgenomen.

Afgedaan 30 139, nr. 29 d.d. 8 juni 2007

De minister zal de Kamer schriftelijk informeren 30 800 X, nr. 3 d.d. 27 september 2006 over de beoogde vermindering van de bureaucratie bij Defensie en de gevolgen van de reorganisatie voor dit proces.

In behandeling

In volgende voortgangsrapportages inzake de deelname van Nederland aan de ISAF-missie in Afghanistan zal ook worden ingegaan op weder-opbouwprojecten, inclusief, in grote lijnen, de einddoelen daarvan.

27 925, nr. 236 d.d. 16 oktober 2006

Afgedaan 27 925, nr. 237 d.d. 20 oktober 2006 en 27 925, nr. 242 d.d. 21 december 2006

De Kamer ontvangt informatie over de wijze waarop ambtenaren van verschillende ministeries omgaan met vertrouwelijke informatie en wat voor regels daar op de diverse departementen voor gelden.

29 415 nr. 10 d.d. 5 oktober 2006

Afgedaan d.d. 9 mei 2007

De Kamer ontvangt een analyse van websites die 29 415 nr. 10 d.d. 5 oktober 2006 oproepen tot vernieling van militaire objecten, en van de mogelijkheden van strafrechtelijke vervolging van betrokken personen.

In behandeling

Na de verkiezingen in Bosnië in oktober en de evaluatie in november van de operatie Althea zal het kabinetsstandpunt over de toekomstige Nederlandse deelname aan Althea aan de Kamer worden gezonden.

21 501-28, nr. 36 d.d. 16 oktober 2006

Afgedaan 21 501-28, nr. 38 d.d. 14 februari 2007

Bij een volgende gelegenheid informeert de minister de Kamer over de Nederlandse participatie in EDA.

21 501-28, nr. 36 d.d. 16 oktober 2006

Afgedaan 21 501-02, nr. 713 d.d. 23 november 2006

 

Omschrijving van de toezegging

   

Vindplaats

   

Stand van Zaken

 

De staatssecretaris van Defensie zal de Kamer voor de begrotingsbehandeling een openbare brief sturen indien het mogelijk is om onderdelen van de Memorandum of Understanding in het openbaar naar de Kamer te sturen. De staatssecretaris zal voorts een verzoek doen aan zijn collega van EZ om iets meer informatie te geven over de betekenis van het onderhoud voor de civiele industrie. Daarbij gaat het om de kwantificatie daarvan, naast de kwalitatieve duiding dat er effect zal zijn voor de civiele industrie.

30 800-X en 26 488 nr. 23 d.d. 12 oktober 2006

Afgedaan,

deels voldaan met brief van 12 oktober

2006 «Inzicht in de kosten van (PSFD

MoU)»

deels voldaan met brief van 17 oktober 2006 «Overzicht van kosten verbonden aan het PSFD MoU»

De ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken zullen in NAVO-verband bezien of er mogelijkheden zijn voor de oprichting van een snelle reactie-eenheid die ingezet kan worden bij humanitaire rampen.

29 521 en 23 432, nr. 34 d.d. 28 november 2006

Afgedaan d.d. 30 december 2006

De Kamer wordt geïnformeerd over de verbete- 29 521 en 23 432, nr. 34 d.d. 28 ring van de militaire inlichtingencapaciteit, met november 2006 name voor wat betreft de meer «joint» vergaring van informatie en de betere uitwisseling van informatie tussen de krijgsmachtdelen.

Afgedaan 30 800 X, nr. 106 d.d. 2 juli 2007

De staatssecretaris van Defensie zal de Kamer voor 1 november 2006 informeren over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de pensioenen en de waardeoverdrachten.

30 800 X, nr. 42 d.d. 18 oktober 2006

Afgedaan 30 800 X, nr. 48 d.d. 6 december 2006

De staatssecretaris zegt de Kamer toe nog in 2006 30 800 X, nr. 42 d.d. 18 oktober 2006 met een concreet voorstel te komen over de vraag hoe moet worden omgegaan met mensen die op een boot zitten.

Afgedaan 30 800 X, nr. 54 d.d. 17 januari 2007

De staatssecretaris komt nog in 2006 inhoudelijk 30 800 X, nr. 42 d.d. 18 oktober 2006 terug op de vraag om precisering en een juridische basis van de onafhankelijkheid van vertrouwenspersonen. Ook komt hij nog in 2006 met een voorstel om te borgen dat de vertrouwenspersonen buiten de lijn worden geplaatst.

Afgedaan 30 800 X, nr. 51 d.d. 21 december 2006

De staatssecretaris komt nog in 2006 inhoudelijk 30 800 X, nr. 42 d.d. 18 oktober 2006 terug op de vraag om precisering en een juridische basis van de onafhankelijkheid van vertrouwenspersonen. Ook komt hij nog in 2006 met een voorstel om te borgen dat de vertrouwenspersonen buiten de lijn worden geplaatst.

Afgedaan 30 800 X, nr. 54 d.d. 17 januari 2007

De staatssecretaris zal de aanbeveling van de commissie Staal inzake een gedragscode voor de manier waarop mensen met elkaar omgaan overnemen. Daar wordt een programma voor opgezet, dat op 31 december gereed is. De Kamer zal daarover geïnformeerd worden.

30 800 X, nr. 42 d.d. 18 oktober 2006

Afgedaan 30 800 X, nr. 51 d.d. 21 december 2006

De staatssecretaris komt in de notitie Diversiteits- 30 800 X, nr. 42 d.d. 18 oktober 2006 beleid terug op etnische en culturele minderheden en homoseksuele werknemers. Deze wordt later dit jaar aan de Kamer gepresenteerd.

Afgedaan 30 420, nr. 40 d.d. 15 maart 2007

De minister zegt toe dat hij zo spoedig mogelijk 23 432, nr. 218 d.d. 24 januari 2007 met zijn appreciatie van de onderzoeksrapporten van Van den Berg en van de CTIVD zal komen.

Afgedaan, met brief «Kamerbrief rapporten CTIVD en commissie Van den Berg» van 18 juni 2007

 

Omschrijving van de toezegging

   

Vindplaats

   

Stand van Zaken

 

Vóór de zomer wordt de Kamer schriftelijk geïnformeerd over de afspraken die gemaakt zijn met de top van de VNO-NCW over de mogelijkheden om tijdelijke uitwisseling tussen krijgsmacht en bedrijfsleven te verwezenlijken.

30 800 X, nr. 72 d.d. 31 januari 2007

Afgedaan, met brief «Samenwerking Defensie met VNO-NCW» van 5 juli 2007

De staatssecretaris van Defensie zal de Kamer schriftelijk informeren over de verhoudingen tussen personeel en organisatie en de bestaande schaarste aan de personeelskant. Daarbij zal hij ook in beeld brengen hoe hoog de inhuur-percentages zijn en in welke categorieën vooral inhuur plaatsvindt.

30 800 X, nr. 72 d.d. 31 januari 2007

Afgedaan, met brief «Onderbezetting en inhuur» van 22 juni 2007

De minister van Defensie zal in de loop van het 30 800 X, nr. 72 d.d. 31 januari 2007

voorjaar de Kamer inzicht geven op welke manier

Defensie van plan is de geoefendheid, de

inzetbaarheid en de gereedbaarheid van de

verschillende krijgsmachtonderdelen op elkaar af

te stemmen.

Afgedaan 30 800 X nr. 93 d.d. 1 juni 2007

In de kabinetsreactie op het rapport van de Werkgroep NRF (Werkgroep Van Baalen) wordt ook ingegaan op de wijze waarop de Kamer kan worden geïnformeerd over door het kabinet afgewezen verzoeken om Nederlandse militaire inzet.

AO Irak, d.d. 4 april 2007

In behandeling.

De ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie AO Irak, d.d. 4 april 2007 sturen een notitie aan de Kamer (zoals op 3 april 2007 toegezegd aan de Eerste Kamer) ter uitwerking van de passage in het regeerakkoord over het volkenrechtelijk mandaat voor de inzet van Nederlandse militairen.

Op 22 juni 2007 door MinBuZa aangeboden aan de Kamer met als titel «Kamerbrief inzake rechtsgrondslag en mandaat van missies met deelname van Nederlandse militaire eenheden».

De NLR-studie over het NH-90 project zal de Kamer worden toegestuurd.

AO Materieel, d.d. 25 april 2007

Afgedaan 25 928, nr. 25 d.d. 2 juli 2007

De Kamer wordt geïnformeerd over de opbreng- AO Materieel, d.d. 25 april 2007

sten van de verkoop van Leopard tanks en over

de bestemming van de middelen die deze

verkoop oplevert (met name of deze terug naar

Defensie vloeien of dat ze naar de algemene

middelen gaan).

In behandeling

Bij de begroting presenteert het kabinet een visie AO Materieel, d.d. 25 april 2007 op de samenhang tussen de verschillende tactische voertuigen en het bredere CLAS-kader waarin deze visie past.

In behandeling

De Kamer ontvangt nog voor het zomerreces de AO Materieel, d.d. 25 april 2007

Hoofdlijnennotitie van het kabinet over het

defensiebeleid.

Afgedaan 30 800 X nr. 109 d.d. 13 juli 2007

De Kamer ontvangt in juni een brief over de stand AO Materieel, d.d. 25 april 2007

van zaken van het project NH-90. Met deze brief

zal de Kamer tevens worden geïnformeerd over

de resterende levensduur van de Lynx en over de

gevolgen van het eventueel uit het NH-90 project

stappen voor Nederland.

Afgedaan 25 928, nr. 25 d.d. 2 juli 2007

 

Omschrijving van de toezegging

   

Vindplaats

   

Stand van Zaken

 

De Kamer ontvangt op korte termijn een brief met AO Afghanistan d.d. 25 april 2007

informatie over de wederopbouwactiviteiten in

Afghanistan, de humanitaire situatie aldaar, de

justitiële hervormingen waar aan wordt gewerkt

en de salariëring van het Afghaanse leger en de

politie.

In behandeling

De staatssecretaris van Defensie zal de Kamer          AO Project «De Uitdaging» d.d. 29 mei

schriftelijk informeren over de mogelijke uitvoe- 2007 ring van taakstraffen bij Defensie.

In behandeling

Het project «De Uitdaging» zal niet worden               AO Project «De Uitdaging» d.d. 29 mei

stopgezet totdat andere projecten opgezet zijn die 2007 ook de doelgroep en de doelstellingen van «De Uitdaging» beslaan.

In behandeling

Voor 1 september 2007 wordt de Kamer geïnfor- AO Personeel d.d. 12 juni 2007 meerd; in samenwerking met de minister voor Jeugd- en Gezinszaken. De Kamer ontvangt binnen een week een overzicht van het extra personeel dat bovenfor-matief bij Defensie wordt ingehuurd.

Afgedaan, met brief «Onderbezetting en inhuur» van 22 juni 2007

De Kamer ontvangt voor het zomerreces het nieuwe Besluit Medezeggenschap. Daarbij wordt de Kamer geïnformeerd over het resultaat van de onderhandelingen met de centrales van overheidspersoneel. Tevens informeert de staatssecretaris de Kamer daarbij over zijn standpunt over het contact tussen de medezeggenschapsraad en de Kamer.

AO Personeel d.d. 12 juni 2007

Zoals toegezegd tijdens het WGO Jaarverslag en slotwet 2006, d.d. 27 juni 2007, zal uiterlijk september 2007 het nieuwe BMD aan de Kamer worden aangeboden.

In het jaarverslag wordt voortaan informatie opgenomen over de vermindering van regeldruk bij Defensie.

AO Personeel d.d. 12 juni 2007

In behandeling

De resultaten van de externe evaluatie van het veranderingsproces bij het CKmar worden met een appreciatie van de regering naar de Kamer gestuurd.

AO CKmar d.d. 12 juni 2007

In behandeling

De medezeggenschapsraad wordt betrokken bij Wetgevingsdebat MAW, d.d. 14 juni (de invoering van) het Flexibel Personeels-                2007

systeem (FPS).

In behandeling

De Kamer ontvangt een brief over de positie van Wetgevingsdebat MAW, d.d. 14 juni

reservisten in het Flexibel Personeelssysteem           2007

(FPS).

In behandeling

Het verslag van het rondetafelgesprek over veteranen zal de Kamer worden toegestuurd.

Wetgevingsdebat MAW, d.d. 14 juni 2007

De staatssecretaris zal bezien of de Kamer dit jaar Wetgevingsdebat MAW, d.d. 14 juni

nog kan worden geïnformeerd over het                      2007

veteranenconvenant.

In behandeling In behandeling

In de begroting wordt aangegeven hoe het staat Wetgevingsdebat MAW, d.d. 14 juni metdezij-instroom bij Defensie.                                   2007

Er komt in september een nulmeting van het personeelsbestand en vervolgens in juli en december telkens een halfjaarlijkse update. De Kamer wordt hierover geïnformeerd.

Wetgevingsdebat MAW, d.d. 14 juni 2007

In behandeling In behandeling

 

Omschrijving van de toezegging

   

Vindplaats

   

Stand van Zaken

 

De Kamer wordt vlak na het einde van het                 Wetgevingsdebat MAW, d.d. 14 juni

zomerreces geïnformeerd over de uitkomsten van 2007 het onderzoek naar de mogelijke vrijstelling van jonge vaders van uitzending en wordt daarbij tevens geïnformeerd over de wijze waarop de motie Van Velzen/Eijsink terzake wordt uitgevoerd. Daarin wordt tevens meegenomen een langetermijnvisie op de zorgplicht. Bij de uitvoering van de motie wordt de in het Coalitieakkoord opgenomen verlenging van het ouderschapsverlof tot 26 weken meegewogen als alternatieve optie.

In behandeling

De staatssecretaris reageert schriftelijk op de vraag van het lid Eijsink, of hij bereid is om de Algemene Rekenkamer regelmatig te laten onderzoeken of de Total Cost of Ownership (TCO) van bepaalde systemen overeenkomt met de geprognosticeerde TCO en deze informatie te koppelen aan het jaarlijks op te stellen Defensie materieelprojectenboek.

AO DMP, d.d. 26 juni 2007

In behandeling

De staatssecretaris reageert schriftelijk op de vraag van het lid Van Velzen over hoe wapen-beheersings- en wapenexportaspecten worden betrokken bij (de D-fase van) het DMP (zoals op pagina 9 van de DMP tekst van 2002 wordt vermeld).

AO DMP, d.d. 26 juni 2007

In behandeling

De tekst van het nieuwe DMP (aangepast op basis AO DMP, d.d. 26 juni 2007 van hetgeen schriftelijk en mondeling met de Kamer is gewisseld) zal de Kamer voor het einde van het zomerreces worden toegestuurd.

In behandeling

De staatssecretaris zal de Kamer een duidelijke AO DMP, d.d. 26 juni 2007 definitie doen toekomen van wat een strategisch project is (waarop dus het DMP van toepassing is) en wat een niet-strategisch of bedrijfsvoeringproject is (en het DMP dus niet op van toepassing is).

In behandeling

Wanneer (financiële) informatie vertrouwelijk aan AO DMP, d.d. 26 juni 2007

de Kamer wordt aangeboden zal duidelijker

worden aangegeven waarom dit nodig is.

Uitgangspunt voor de informatievoorziening aan

de Kamer blijft openbaarheid, alleen als de

positie van Defensie hierdoor wordt geschaad

geschiedt dit op basis van vertrouwelijkheid.

In behandeling

De E-(evaluatie) fase wordt in tweeën gesplitst. AO DMP, d.d. 26 juni 2007 Direct na beëindiging van een project wordt het projectverloop geëvalueerd en enkele jaren daarna wordt een evaluatie uitgevoerd over de ervaringen met het materieel.

In behandeling

In de A- t/m D- (en in voorkomend geval E-) brie- AO DMP, d.d. 26 juni 2007 ven wordt een duidelijke relatie gelegd met het visiedocument en wordt aandacht besteed aan de samenhang met andere projecten. Wanneer relevant worden in samenwerking met EZ in de brieven ook industriële participatie en de betrokkenheid van de Nederlandse kennisindustrie belicht.

In behandeling

 

Omschrijving van de toezegging

   

Vindplaats

   

Stand van Zaken

 

De B-, C- en D-fasen blijven bestaan en de Kamer AO DMP, d.d. 26 juni 2007

wordt apart over iedere fase geïnformeerd, tenzij

er een duidelijke aanleiding is om twee fasen te

combineren, dit zal dan ook duidelijk worden

gemotiveerd.

In behandeling

Er komt een jaarlijks materieelprojectenboek (naar analogie van het MIT/SNIP boek van Verkeer en Waterstaat en zoals omschreven in de notitie van de commissie Defensie van 14 december 2006)

AO DMP, d.d. 26 juni 2007

In behandeling

Bij het aantreden van een nieuw kabinet wordt een visiedocument aan de Kamer gepresenteerd met een strategische meerjarenvisie op het Defensiebeleid (zowel voor personeel als voor materieel).

AO DMP, d.d. 26 juni 2007

In behandeling

De Kamer ontvangt uiterlijk in september 2007 het nieuwe Besluit Medezeggenschap.

WGO Jaarverslag en slotwet 2006, d.d. In behandeling 27 juni 2007

De Kamer ontvangt uiterlijk dinsdag 3 juli 2007 WGO Jaarverslag en slotwet 2006, d.d. een schriftelijke reactie op de motie van de leden 27 juni 2007 Eijsink en Knops inzake de periodieke informatievoorziening aan de Kamer over de voortgang van het bezwaaronderzoek van de Algemene Rekenkamer.

Afgedaan 31 031 X nr. 20 d.d. 5 juli 2007

De Kamer ontvangt uiterlijk dinsdag 3 juli 2007 WGO Jaarverslag en slotwet 2006, d.d.

een schriftelijke reactie van de minister op de           27 juni 2007

motie van de leden Brinkman en Eijsink inzake de

hoogte van het bedrag voor niet te controleren

facturen.

Afgedaan 31 031 X nr. 20 d.d. 5 juli 2007

De Kamer wordt geïnformeerd over de resultaten WGO Jaarverslag en slotwet 2006, d.d.

van het onderzoek naar de vermiste crypto-               27 juni 2007

apparatuur.

In behandeling

Het salaris van de CDS over 2006 zal ter toetsing WGO Jaarverslag en slotwet 2006, d.d. worden voorgelegd aan de minister van Binnen- 27 juni 2007 landse Zaken

In behandeling

In het volgende jaarverslag wordt de Kamer              WGO Jaarverslag en slotwet 2006, d.d.

geïnformeerd over mogelijke verbeteringen van 27 juni 2007 de begrotingssystematiek voor missies.

In behandeling

De Kamer wordt in het jaarverslag geïnformeerd WGO Jaarverslag en slotwet 2006, d.d. over de voortgang van het bezwaaronderzoek          27 juni 2007

van de Algemene Rekenkamer. Als het onderzoek tussentijds belangwekkende feiten oplevert wordt de Kamer daar ook tussentijds over geïnformeerd.

In behandeling

In de evaluatie van de EUPOL-missie zullen de effecten van de inzet van de genderexpert worden meegenomen.

AO Afghanistan, d.d. 2 juli 2007

In behandeling

De Kamer wordt schriftelijk nader geïnformeerd AO Afghanistan, d.d. 2 juli 2007 over de voortgang die wordt geboekt op het gebied van transitional justice.

In behandeling

De Kamer wordt schriftelijk nader geïnformeerd AO Afghanistan, d.d. 2 juli 2007 over de budgetoverschrijdingen van de missie. Daarbij wordt gespecificeerd waar de middelen aan worden besteed.

In behandeling

 

Omschrijving van de toezegging

   

Vindplaats

   

Stand van Zaken

 

In de begroting zal gespecificeerd worden welke NO Veteranen, d.d. 2 juli 2007 middelen bestemd zijn voor de uitvoering van het plan van aanpak veteranenbeleid.

De staatssecretaris komt schriftelijk terug op de NO Veteranen, d.d. 2 juli 2007 vragen over de mogelijkheid om militairen voorafgaand aan missies een verplicht bloedonderzoek te laten ondergaan.

De Kamer ontvangt uiterlijk 1 januari 2008 het LOK-protocol.

NO Veteranen, d.d. 2 juli 2007

De Kamer wordt geïnformeerd over de bevindin- NO Veteranen, d.d. 2 juli 2007 gen van deskundigen over de vraag of wetgeving vereist of zinvol is op het gebied van militaire dienst- en oorlogsslachtoffers.

In de volgende veteranennota zal onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende missies en de gevolgen van het karakter van die missies voor de uitgezonden militairen. Tevens zal de stand van zaken van moties en onderzoeken worden meegenomen. Ook zal er in een apart hoofdstuk aandacht worden besteed aan het thuisfront.

NO Veteranen, d.d. 2 juli 2007

In behandeling

Afgedaan, met brief «Bloedafname en nulmeting in het kader van uitzendingen» van 24 augustus 2007

In behandeling In behandeling

In behandeling

De Kamer wordt schriftelijk geïnformeerd over de AO SAR-helikopters, d.d. 4 juli 2007 uitkomsten van het onderzoek naar en het overleg (met betrokken ministeries en regio’s) over de plaatsing van de SAR-helikopters en het convenant waarmee zorg wordt geborgd.

De Kamer ontvangt een notitie over wat is toegestaan op het gebied van het verhoren of ondervragen van of het voeren van gesprekken met gedetineerden. Daarbij wordt de vraag meegenomen of de Nederlandse troepen in Irak wel gevangenen hadden mogen horen en dat het om een zelfbeperking ging dat er slechts gesprekken werden gevoerd, of dat er vanwege het karakter van de missie cq. het mandaat niet verhoord mocht worden.

AO Vermeende mishandelingen, d.d. 4 juli 2007

In behandeling

In behandeling

BIJLAGE 2

TOEZICHTRELATIES EN ZBO’S/RWT’S

De ministeriële verantwoordelijkheid van de minister van Defensie beperkt zich tot één rechtspersoon met een wettelijke taak, de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK).

 
   

RWT

Functie

Naam organisatie

 

Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK).

De SZVK is namens het ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële Regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst; militairen vallen niet onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW).

X

BIJLAGE 3                                              OVERZICHTSCONSTRUCTIE VAN DE UITGAVEN VOOR VETERA-

NEN EN DE UITGAVEN VOOR ZORG EN NAZORG

Veteranen

De Kamer is toegezegd dat in de begroting zichtbaar zal worden gemaakt welke uitgaven er in het kader van het veteranenbeleid worden begroot. Dit is niet zichtbaar gemaakt door het aanmaken van een apart artikel-(onderdeel), maar door in een overzicht te verwijzen naar de uitgaven die binnen diverse artikelen voor het veteranenbeleid zijn begroot.

De uitgaven, gericht op pensioenen en uitkeringen waarop militairen aanspraak kunnen maken, ook als het gaat om veteranen, zijn onder het daarvoor bedoelde artikel ondergebracht. Deze lasten zijn in onderstaand overzicht niet apart in kaart gebracht als uitgaven in het kader van het veteranenbeleid.

Tot slot: onderstaand overzicht is exclusief kosten die niet tot meeruitgaven leiden, zoals de benodigde inzet van personeel van Defensie.

Begroot op het niet-beleidsartikel 90 Algemeen

Op het niet-beleidsartikel Algemeen zijn de volgende uitgaven begroot.

Nederlandse Veteranendag

In het veteranenbeleid is begrepen de organisatie van de jaarlijkse

Nederlandse Veteranendag.

Stichting Veteraneninstituut

De Stichting Veteraneninstituut (SVI) voert het veteranenbeleid uit namens de minister van Defensie. Er wordt gewerkt aan de invulling van een klant-leverancierrelatie met het Veteraneninstituut. Indien de inhoud hiervan afgesproken is, zal de uitgavenpost ten behoeve van de SVI verschuiven van het artikelonderdeel Subsidies en bijdragen naar het artikelonderdeel Overige (departementsbrede) uitgaven.

Stichting Veteranenplatform

De Stichting Veteranen Platform (SVP) bundelt sinds de oprichting in 1989 tientallen veteranenorganisaties in Nederland, dit met het oogmerk een samenwerkingsverband in stand te houden om zo gezamenlijk handelen mogelijk te maken ter behartiging van de belangen van alle veteranen. De SVP is daarmee een gesprekspartner van het ministerie van Defensie voor wat betreft veteranen.

Onderzoeken

Er worden diverse onderzoeken gefinancierd. Vanaf 2001 loopt in het Centraal Militair Hospitaal (CMH) in Utrecht bijvoorbeeld een onderzoek naar veteranen en uitgezonden actief dienende militairen met een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS). In het CMH loopt een grootschalig prospectief onderzoek naar gezondheidsklachten bij actief dienende uitgezonden militairen en veteranen. Dit onderzoek zal enige jaren in beslag nemen.

 

Niet-beleidsartikel 90Algemeen

 

Omschrijving (bedragen x € 1 000,-)

Bedragen

Nederlandse Veteranendag

Subsidie Stichting Veteranen Instituut

Subsidie Stichting Veteranen Platform

Inhuur voor het project Veteranen Registratiesysteem

Onderzoeken

Diverse uitgaven, zoals communicatie en lotgenotencontact

1 800 4 216 136 100 900 260

Totaal

7 412

Begroot op de diverse beleidsartikelen

Reüniefaciliteiten

Veteranenorganisaties maken éénmaal per jaar aanspraak op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de veteranen-organisaties zelf. Daarnaast organiseert ieder operationeel commando jaarlijks een veteranendag die gezien kan worden als een grote reünie. Vanwege de organisatorische onmogelijkheid om alle veteranen in één keer op te vangen, wordt ieder jaar een deelgroep uitgenodigd. De verdeling is zodanig dat iedere veteraan eens in de drie jaar voor een reünie die georganiseerd wordt door een defensieonderdeel wordt uitgenodigd.

 

Beleidsartikelen 21 CZSK, 22 CLAS, 23 CLSK en 24 CKmar

 

Operationele commando’s

Veteranendagen en reüniefaciliteiten

Commando zeestrijdkrachten Commando landstrijdkrachten Commando luchtstrijdkrachten Commando Koninklijke marechaussee

164 900 230 115

Totaal

1 409

Meerjarenbegroting (bedragen x € 1 000)

 

Uitgaven

2008

2009

2010

2011

2012

Veteranendag

1 800

1 800

1 800

1 800

1 800

Subsidie SVI

4 216

4 216

4 216

4 216

4 216

Subsidie SVP

136

136

136

136

136

Inhuur VRS

100

       

Medische onderzoeken

900

900

400

400

400

Diverse uitgaven

260

260

260

260

260

Defensieonderdelen

1 409

1 409

1 409

1 409

1 409

Totale uitgaven

8 821

8 721

8 221

8 221

8 221

Zorg en nazorg

Ook voor wat betreft de uitgaven voor zorg en nazorg is de Kamer toegezegd dat deze in de begroting zichtbaar zal worden gemaakt.

Diverse organisatiedelen houden zich bezig met de zorg en nazorg van actief dienenden, post-actieven en veteranen, zoals de gezondheidscentra, het Centraal Militair Hospitaal, de Maatschappelijke Dienst Defensie, de Geestelijke Verzorging en het Militair Revalidatie Centrum. Omdat de taken van deze organisatiedelen verder gaan dan alleen de zorg en nazorg is een exacte ontvlechting van de uitgaven niet mogelijk en deze blijft dan ook achterwege.

Begroot op het niet-beleidsartikel 90 Algemeen

Op niet-beleidsartikel 90 zijn de uitgaven voor de materiële zorgverlening opgenomen. Het betreft de invaliditeitspensioenen, de nabestaandenpensioenen, de sociale zorg (toegekende leef- en werkvoorzieningen en geneeskundige verstrekkingen), de uitvoering van het zorgloket militaire zorgstelsel en de Raad van toezicht zorg en onderzoek. In onderstaand overzicht zijn deze uitgaven apart inzichtelijk gemaakt.

 

Niet-beleidsartikel 90Algemeen

 

Omschrijving

Bedragen (x € 1 000)

Invaliditeitspensioen

Nabestaandenpensioen

Sociale zorg

De uitvoering van het zorgloket militaire zorgstelsel

De Raad van toezicht zorg en onderzoek (RZO)

73 735

28 586

6 638

2 000

80

Totale uitgaven

111 039

Zoals ook in de notitie Veteranenbeleid 2006 (30 139, nr. 16) is aangegeven geldt dat deze budgetten zijn gebaseerd op een reële inschatting van de te maken kosten, maar dat de financiën geen beperkende factor zijn bij het bieden van zorg en nazorg. Indien in de realisatie blijkt dat deze budgetten te laag zijn geraamd dan zal hiervoor compensatie worden gevonden.

Veteranennotitie 2008

Jaarlijks wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het veteranenbeleid. De Veteranennotitie 2008 zal vóór juni 2008 aan de Kamer worden voorgelegd. Conform de toezegging in het algemeen overleg over het veteranenbeleid van 2 juli jl. volgt hierna een overzicht van de onderwerpen die in de Veteranennotitie 2008 zullen worden behandeld.

Een groot deel van ons beleid en uitvoering is gericht op maatschappelijke erkenning van de veteraan en communicatie met en zorg voor veteranen en hun directe relaties. In de Veteranennotitie 2008 zullen onze inspanningen en voornemens op deze thema’s worden geschetst. Naast een kwalitatieve omschrijving van de voortgang in het veteranenbeleid zal

deze, waar mogelijk, worden ondersteund door kwantitatieve gegevens. In ieder geval komen daarbij de middelen die aan veteranen(beleid) worden besteed aan de orde.

De notitie bevat een weergave van de missies die in de voorafgaande periode door Nederlandse militairen zijn uitgevoerd. Waar mogelijk zal per missie worden geschetst welke gezondheidsrisico’s en maatregelen hieraan verbonden zijn en komen nieuwe en lopende onderzoeken naar bijvoorbeeld gezondheidsrisico’s aan de orde. Over de opleiding voorafgaande aan missies wordt een generiek overzicht gepresenteerd van de tijd die wordt besteed aan zingeving, ethische vraagstukken en cultuur en geschiedenis van het missiegebied. De internationale ontwikkelingen op het gebied van veteranen ontbreken niet in de Veteranennotitie 2008.

Voorts zal de voortgang op het terrein van de militaire geestelijke gezondheidszorg worden geschetst. Hierbij wordt eveneens weergegeven welke protocollen worden gehanteerd en worden de beleidsintensiveringen voor militaire dienst- en oorlogsslachtoffers beschouwd. Tevens zal nadrukkelijk aandacht worden besteed aan het thuisfront.

In overzichten zal een resumé worden gegeven van kamerbrieven over veteranenbeleid in het voorgaande jaar, de stand van zaken van de ingediende moties en de voortgang van lopende onderzoeken met een aan veteranen gerelateerde onderzoeksvraag.

BIJLAGE 4

OVERZICHTSCONSTRUCTIE VAN DE UITGAVEN VOOR DE DERDE HOOFDTAAK VAN DEFENSIE BINNEN DE DEFENSIEBEGROTING 2008.

Voorheen fungeerde Defensie bij nationale veiligheid vooral als vangnet voor civiele autoriteiten. In de afgelopen jaren heeft Defensie zich verder ontwikkeld tot een structurele veiligheidspartner van politie, brandweer, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) en gemeenten. Defensie heeft een toegevoegde waarde in de ondersteuning met specialistische en unieke capaciteiten, waarmee in het buitenland ervaring is opgedaan in het kader van crisisbeheersingsoperaties. Veel van de asymmetrische bedreigingen van de nationale veiligheid zijn vergelijkbaar met gevaren waarmee de krijgsmacht wordt geconfronteerd in missies elders in de wereld. De burger verwacht dat Defensie er ook binnen de landsgrenzen staat als de nationale veiligheid in het geding is. Daarom garandeert Defensie capaciteiten voor binnenlandse inzet, onder operationele aansturing van het civiele gezag. Met bindende afspraken kan de overheid haar slagkracht vergroten en onnodige duplicatie vermijden.

In dit overzicht zijn alleen de uitgaven opgenomen die direct en uitsluitend toegerekend kunnen worden aan de derde hoofdtaak («de handhaving van de nationale rechtsorde en de ondersteuning van civiele overheden, zowel nationaal als internationaal, bij rampenbestrijding en vredesop-bouw»). Mocht de situatie hierom vragen kunnen uiteraard alle aanwezige militaire capaciteiten voor nationale veiligheid worden ingezet.

Structurele nationale taken

Defensie voert structureel een aantal taken uit voor civiele overheden. Er hoeft voor deze taken geen apart verzoek om bijstand of steunverlening te worden ingediend. De structurele nationale taken van Defensie zijn vastgelegd in wet- of regelgeving of er zijn specifieke afspraken over gemaakt.

 

Uitgaven (bedragen x € 1 000)

   

2008

2009

2010

2011

2012

               

Explosievenruiming 15943

16 071

15 491

15 948

15 948

Kustwacht NL 5 200

5 255

5 169

5 165

5 165

Kustwacht NA&A 3664

3 469

3 469

3 469

3 469

Terrorismebestrijding 11700

11 700

11 700

11 700

11 700

Civiele taken CKmar 308 505

308 878

309 035

304 638

303 518

Militaire bijstand en steunverlening

Op 13 juli 2007 hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie en Defensie de bestuursafspraken inzake Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) ondertekend. Hiermee is vervolg gegeven aan het convenant Civiel-Militaire Bestuursafspraken (CMBA) uit 2005. Het CMBA behelst de gegarandeerde beschikbaarheid van militaire capaciteiten en de operationele aansturing daarvan onder civiel gezag, waarbij binnen ICMS een aanvullend pakket aan samen-werkingsafspraken is uitgewerkt, die hoofdzakelijk bestaan uit gegarandeerde specialistische defensiecapaciteiten.

 

Uitgaven (bedragen x € 1 000)

   

2008

2009

2010

2011

2012

           

Uitbreiding CMBA 5390

5 390

5 390

5 390

5 390

Bewaken objecten/gebieden 1240

1 240

1 240

1 240

1 240

Havenbescherming 10 200

7 750

7 100

3 350

3 350

Situationeel overzicht 2370

2 370

2 370

2 370

2 370

Rampenbestrijding 1050

1 050

1 050

450

450

CBRN-hulpverlening 10 300

21 880

34 780

30 820

23 280

BIJLAGE 5

LIJST MET AFKORTINGEN

AC

ACMS

AD

AE

AMB

AO

ARBO

AR(K)

AWACS

BE

BG

BMC4I

BMD

BMS

BOE

BPB

BS

C2 (SC)

CBD

CBRN

CDC

CDV

CIMIC

CIS

CKMAR

CLAS

CLSK

CMBA

CMH

CPA

CTF

CUP

CW

CZSK

DC HR

DDD

DDG

DHC

DIS

DIV

DLBE

DMO

DMP

DRC

DTO

DVD

DVO

EDA

EOD (D)

EOV

ERP

EU

Aanmeldcentrum

Avionic Control and Management System Algemene Dienst Aanhoudingseenheid Air Manoeuvre Brigade Algemeen Overleg Arbeidsomstandigheden Algemene Rekenkamer Airborne Early Warning and Control System Bijstandseenheid Battle Group / Bedrijfsgroep Battlefield Management Command, Control, Communication, Computerisation and Intelligence Besluit Medezeggenschap Defensie Battlefield Management System Bijzondere Organisatie Eenheid Beleids-, plannings- en begrotingsprocedure Bestuursstaf

Command and Control (Support Centre) Centraal Betaalkantoor Defensie Chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair Commando Dienstencentra Competitieve dienstverlening Civil-military cooperation Communicatie- en informatiesysteem Commando Koninklijke marechaussee Commando landstrijdkrachten Commando luchtstrijdkrachten Civiel-Militaire Bestuursafspraken Centraal Militair Hospitaal Comprehensive Peace Agreement Commander Task Force Capability Upgrade Programme Comptabiliteitswet Commando zeestrijdkrachten Dienstencentrum Human Resource Defence, Diplomacy and Development Duik- en Demonteer Groep (Commando zeestrijd-krachten)

Defensie Helikopter Commando Defensie Industrie Strategie Documentaire Informatievoorziening District Landelijke en Buitenlandse Eenheden Defensie Materieelorganisatie Defensiematerieel Proces Democratische Republiek Congo Defensie Telematica Organisatie Dienst Vastgoed Defensie Dienstverleningsovereenkomst Europees Defensie Agentschap Explosievenopruimingsdienst (Defensie) Elektronische Oorlogsvoering Enterprise Resource Planning Europese Unie

 

EUFOR

=

EUPM

=

EUPOL

=

EUSEC

=

EVDB

=

EZ

=

FARAC

=

FGBADS

=

FINAD

=

FPS

=

HDP

=

HF

=

HGIS

=

HQ

=

HR

=

HRF

=

ICMS

=

ICT

=

IDL

=

IED

=

IGV

=

INK

=

ISAF

=

ISTAR

=

IV

=

JSF

=

KFOR

=

KMA

=

LAN

=

LC

=

LCF

=

LOK

=

LOKKMAR

=

LOT

=

LPD

=

LSV

=

MALE

=

MARIN

=

ME

=

MECHBRIG

=

MILSATCOM

=

MIVD

=

MOU

=

MP

=

MPO

=

MRAT

=

MTADS

=

MTV

=

MULAN

=

NATO

=

European Force

European Union Police Mission (Bosnië-Herzegovina) EU Police (Afghanistan) EU Communications Security and Evaluation Agency

Europees Veiligheids- en Defensiebeleid Economische Zaken

Forces Armée de Republique Democratique du Congo

Future Ground Based Air Defence System Financiële administratie Flexibel Personeelssysteem Hoofddirectie Personeel High Frequency

Homogene Groep Internationale Samenwerking Headquarter Human Resource High Readiness Forces Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking Informatie- en Communicatietechnologie Instituut Defensieleergangen Improvised Explosive Device Infanterie Gevechtsvoertuig Instituut Nederlandse Kwaliteitszorg International Security Assistance Force Intelligence Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance Informatie Voorziening Joint Strike Fighter Kosovo Force

Koninklijke Militaire Academie Local Area Network Logistiek Centrum

Luchtverdedigings- en Commandofregat Lichamelijk onverklaarde klachten Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum Koninklijke marechaussee

Liasion and Observation Team Landing Platform Dock Luchtmobiel Speciaal Voertuig Medium Altitude Long Endurance Maritiem Research Instituut Nederland Mobiele eenheid Gemechaniseerde Brigade Militaire Satellietcommunicatie Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Memorandum of Understanding Militaire Politie Materieelprojectenoverzicht Medium Range Anti-Tank

Modernized Target Acquisition and Designation Sight

Mobiel Toezicht Vreemdelingen Meer Uitgebreid Local Arial Network North Atlantic Trust Organisation

NATRES                 =    Nationale Reserve

NAVO                     =    Noord-Atlantische Verdragsorganisatie

NBC                        =    Nucleair, biologisch enchemisch

NEC                        =    Network Enabled Capabilities

NIMCIS                   =    Nieuwe Generatie Mariniers Communicatie- en Informatiesysteem

NLDA                     =    Nederlandse Defensie Academie

NLMARFOR           =    Netherlands Maritime Force

NLR                        =    Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium

NRF                        =    Nato Response Force

NTM-I                     =    Nato Training Mission Iraque

NVW                       =    Nota van Wijziging

OAE                        =    Operation Active Endeavour

OC                          =    Operationeel Commando

OCMGD                 =    Opleidingscentrum Militair Geneeskundige Diensten

OD                          =    Operationele doelstelling

OG                          =    Operationeel Gereed

OGRV                     =    Object Grondverdediging

OIB                         =    Onderzoeken Interne Beheersing

OIV                         =    Operationele Informatievoorziening

OOV                        =    Openbare OrdeenVeiligheid

OPPLAN                 =    Operationeel Plan

OVR                        =    Officier Veiligheidsregio

P&O                        =    PersoneelenOrganisatie

PKC                         =    Plein/Kalvermarkt-complex

POMS                     =    Prepositional Organizational Material Sites

PRT                         =    Provincial Reconstruction Team (Afghanistan)

PSFD                      =    Production, Sustainment and Follow-on Development

PSO                        =    Peace Support Operations

PPS                         =    Publiek Private Samenwerking

PTSS                      =    Post Traumatisch Stress Syndroom

RCC                        =    Regional Control and Coördination

RHB                        =    Rijkshoofdboekhouding

RMC                       =    Regionaal Militair Commando

RWT                       =    Rechtspersoon met een wettelijke taak

SAR                        =    Search and Rescue

SBK                        =    Sociaal Beleidskader

SDD                        =    System Development and Demonstration

SFIR                        =    Stabilization Force Iraq

SHIRBRIG              =    Stand-by High Readiness Brigade

SMP                        =    Soldier Modernisation Programme

SNMG                    =    Standing NATO Maritime Group

SPEER                    =    Strategic Process and Enterprise Resource Planning Enabled Reengineering

SRF                         =    Strategic Reserve Force

SSR                        =    Security Sector Reform

SVI                          =    Stichting Veteraneninstituut

SVP                         =    Stichting Veteranenplatform

SZVK                      =    Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht

TITAAN                  =    Theatre Independent Tactical Army and Airforce Network

TNO                        =    Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek

UAV                        =    Unmanned Aerial Vehicle

UIM                        =    Unit Interventie Mariniers

UNIFIL                    =    United Nations Interim Force in Lebanon

UNMIS

UNTSO

VAO

VBTB

VIP

VN

VOSS

VTE

WGO

WMS

ZBO

United Nations Mission in Sudan

United Nations Truce and Supervision Organization

Verslag Algemeen Overleg

Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording

Very Important Person

Verenigde Naties

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem

Volletijdsequivalent

Wetgevingsoverleg

Warehouse Management System

Zelfstandig Bestuursorgaan

BIJLAGE6                                              TREFWOORDENREGISTER

In aanvulling op de inhoudsopgave zijn hieronder als trefwoord vermeld de onderwerpen die in de begroting zijn opgenomen als boxtekst/project. Voor de overige onderwerpen: zie de inhoudsopgave.

Aanpassing/renovatie Plein/Kalvermarkt-complex (PKC) ........................... 73

Afstoten twee M-fregatten naar Portugal ..................................................... 68

Battlefield Management System (BMS) ....................................................... 64

Chinook ........................................................................................................... 65

DIV-online ........................................................................................................ 74

ERP/MF (SPEER) ............................................................................................. 75

Herbelegging Frederikkazerne ...................................................................... 74

Herbelegging infrastructuur Vliegbases Soesterberg en Gilze Rijen ......... 72

Herinrichting Personele Functiegebied ........................................................ 75

Hoger Onderhoud Woensdrecht ................................................................... 73

Infrastructuur voorziening KMA (inmiddels onderdeel NDLA) .................. 72

Joint Logistiek Ondersteuningsschip ........................................................... 61

Nieuwbouw kantorencomplex Kromhout Kazerne ..................................... 72

Nieuwbouw LOKKmar ................................................................................... 73

Nieuwbouw Schiphol ..................................................................................... 72

Patrouilleschepen ........................................................................................... 62

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) ...................................... 64

Verkoop van Leopard 2A6- en 2A4-tanks aan Canada ................................ 68

Vervanging F-16 .............................................................................................. 66

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.