Voorstel van wet - Wijziging van de Gemeentewet en de Provinciewet in verband met een verruiming van de bevoegdheid van de raad en provinciale staten om tijdelijk ontheffing te verlenen van het vereiste van ingezetenschap voor wethouders en gedeputeerden - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 30480 - Verruiming van de bevoegdheid om tijdelijk ontheffing te verlenen van het vereiste van ingezetenschap voor wethouders en gedeputeerden i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Gemeentewet en de Provinciewet in verband met een verruiming van de bevoegdheid van de raad en provinciale staten om tijdelijk ontheffing te verlenen van het vereiste van ingezetenschap voor wethouders en gedeputeerden; Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 07-03-2006 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST95350 |
Kenmerk | 30480, nr. 2 |
Van | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (BVK) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2005–2006
30 480
Wijziging van de Gemeentewet en de Provinciewet in verband met een verruiming van de bevoegdheid van de raad en provinciale staten om tijdelijk ontheffing te verlenen van het vereiste van ingezetenschap voor wethouders en gedeputeerden
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met aanstellingen van wethouders van buiten de raad en gedeputeerden van buiten provinciale staten, wenselijk is de gemeenteraad en provinciale staten de bevoegdheid te geven om de ontheffingstermijn van een jaar van het vereiste van ingezetenschap telkens met maximaal een jaar te verlengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 36a, tweede lid, komt te luiden:
-
2.De raad kan voor de duur van een jaar ontheffing verlenen van het vereiste van ingezetenschap. De ontheffing kan in bijzondere gevallen, telkens met een periode van maximaal een jaar, worden verlengd.
ARTIKEL II
De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 35b, tweede lid, komt te luiden:
-
2.Provinciale staten kunnen voor de duur van een jaar ontheffing verlenen van het vereiste van ingezetenschap. De ontheffing kan in bijzondere gevallen, telkens met een periode van maximaal een jaar, worden verlengd.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,