Memorie van toelichting - Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2006

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 30300 A - Vaststelling begroting Infrastructuurfonds 2006.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2006; Memorie van toelichting  
Document­datum 20-09-2005
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST88441_2
Kenmerk 30300 A, nr. 2
Van Verkeer en Waterstaat (VW)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2005–2006

30 300 A                                Vaststelling van de begroting van de uitgaven en

de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2006

Nr.2                                                        MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave                                                                                            blz.

A.  ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN                  2

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)                                2

B.  BEGROTINGSTOELICHTING                                                                        3

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

De begrotingen die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begroting van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2006 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2006. Een toelichting op de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2006.

Met de vaststelling van deze wetsartikelen wordt de in de begrotingsstaat opgenomen begroting van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2006 vastgesteld. De in die begroting opgenomen productartike-len worden in onderdeel van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. Begrotingstoelichting).

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K. M. H. Peijs

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Inhoudsopgave                                                                                           blz.

  • 1. 
    Leeswijzer                                                                                                4
  • 2. 
    Infrastructuuragenda                                                                              7
  • 3. 
    Afkortingenlijst                                                                                      20
  • 4. 
    Productartikelen                                                                                    23
  • 5. 
    Verdiepingshoofdstuk                                                                         105
  • 6. 
    Conversietabel                                                                                     127
  • 7. 
    Bijlage: Overzichtconstructie Nota Ruimte: Noordvleugel              136
  • 1. 
    LEESWIJZER

Inleiding

Naast de beleidsbegroting van VenW, hoofdstuk XII van de rijksbegroting, kent VenW ook een Infrastructuurfonds. Met een apart fonds voor infrastructuur kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de wet op het Infrastructuurfonds, te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur. Zo mag het fonds jaarlijkse saldi («meer of minder uitgegeven in enig jaar») overhevelen – in tegenstelling tot de begroting van VenW: XII – waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet meteen leiden tot budgettaire knelpunten.

Het Infrastructuurfonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de begroting van VenW (artikel 39.01) en verder uit bijdragen vanuit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Deze bijdragen worden ondermeer ontvangen voor de investeringsimpuls in het kader van het regeerakkoord 1998, de Betuweroute, de HSL-Zuid, het Bereik-baarheidsoffensief Randstad (BOR) en, nieuw in deze begroting 2006, prijsbeleid en Zuidas. Tenslotte worden voor een aantal projecten de uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.

De onderliggende begroting van het Infrastructuurfonds kent overigens een andere indeling dan in voorgaande jaren. Dit heeft alles van doen met de keuze van VenW voor een nieuwe indeling van haar beleidsbegroting (XII), waar sprake is van nieuwe beleidsartikelen die meer dan voorheen gericht zijn op maatschappelijke doelen en relevantie. Hierop wordt uitgebreid ingegaan in de leeswijzer bij de begroting van VenW (XII). De nieuwe indeling van de productbegroting van het Infrastructuurfonds is hier op aangesloten. Zo is het eerdere onderscheid tussen «nat/droog» losgelaten en vervangen door de investeringssectoren zoals die ook in de Nota Mobiliteit worden gehanteerd.

Hiermee is de aansluiting tussen begroting en Nota Mobiliteit gemakkelijker te leggen (zie schema).

Wetstaat Hfdst. XII (beleidsartikelen)

Wetstaat IF

 
  • 1. 
    Integraal waterbeleid
  • 2. 
    Optimale veiligheid: in of door mobiliteit
  • 3. 
    Veiligheid: gericht op beheersing risico's
  • 4. 
    Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijden
  • 5. 
    Mainports en logistiek
  • 6. 
    Kwaliteit leefomgeving
  • 7. 
    Weer, klimaat, seismologie en ruimtevaart
  • 8. 
    IVW
   
  • 1. 
    Hoofdwatersystemen
 

\ » '

f

  • 2. 
    Hoofdwegennet
  • 3. 
    Spoorwegen
  • 4. 
    Regionale, lokale infra
  • 5. 
    Hoofdvaarwegennet
  • 7. 
    Megaprojecten Verkeer en Vervoer

\

 
  • 6. 
    Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer
  • 8. 
    Overige uitgaven
  • 9. 
    Bijdragen andere begrotingen Rijk

^

NoMo-invest. sectoren

J

Tenslotte geldt ook hier dat de nieuwe vormvoorschriften naar aanleiding van de evaluatie VBTB ertoe hebben geleid dat de begrotingsartikelen compacter en beter leesbaar zijn geworden. Dit heeft echter nadrukkelijk niet geleid tot een verlies aan informatie.

Bij de begroting 2007 zal getracht worden het (rijksbrede) format zoals dat bij de beleidsbegroting (XII) is gehanteerd, waar mogelijk ook te gebruiken bij het Infrastructuurfonds. Door de andere opzet van het fonds was dat voor dit begrotingsjaar nog niet mogelijk.

Leeswijzer

In de Infrastructuuragenda zijn de uitvoeringsprioriteiten beschreven. Hierbij is zo veel mogelijk de samenhang met de beleidsdoelstellingen in de begroting van VenW aangegeven (XII).

Vervolgens worden de productartikelen behandeld. Het bekende onderscheid hierbij naar (aparte artikelonderdelen voor) onder andere Aanleg en Beheer en onderhoud blijft. Nieuw is dat de tabel «Budgettaire gevolgen» nu een slag dieper gaat dan in voorgaande begrotingen, namelijk tot op het niveau van producten. Hierdoor wordt bijvoorbeeld niet alleen de categorie beheer en onderhoud nu verder opgedeeld naar de hierbij onderkende soorten van onderhoud, maar zijn ook de planstudieprojecten opgeknipt naar het moment van tracébesluit (voor en ná) en apart zichtbaar gemaakt. In een aantal gevallen, bijvoorbeeld bij beheer en onderhoud, is er sprake van een onderscheid naar basispakketten en servicepakketten. Met basispakket wordt grofweg bedoeld: «houden wat we hebben» en «goed rentmeesterschap». Het gaat over een activiteitenpakket dat een neerslag is van het beleid van de afgelopen decennia. Een en ander is doorvertaald in wetgeving, normen en criteria die VenW hanteert bij het bijhouden van haar areaal en het beheer daarvan. Bij servicepakketten moet gedacht worden aan de activiteiten die een bijdrage leveren aan de realisatie van nieuw beleid, bijvoorbeeld de ombouw van kruispunten tot rotondes of realisatie van vistrappen en/of ecoducten.

Tenslotte is er voor gekozen om, daar waar relevant, aparte artikelonderdelen op te nemen voor «Geïntegreerde contractvormen/PPS».

Onder de verschillende artikelen zijn tevens de bijbehorende projectoverzichten opgenomen. In eerdere jaren werden deze nog geheel als bijlage opgenomen. Het MIT/Projectenboek bevat vervolgens gedetailleerde toelichtingen bij de projecten. Dit Projectenboek wordt beschouwd als een «bijstuk» bij de begroting van het Infrastructuurfonds.

1 De begrotingsramingen vanaf 2005zijn geconverteerd zoals nader toegelicht in hoofdstuk 6 van deze begroting. Om bij de artikelen een globale horizontale vergelijking vanaf 2004 mogelijk temaken, is in de tabellen «budgettaire gevolgen van beleid» een geconverteerde stand van de realisatie 2004 opgenomen. Hiertoe zijn de cijfers waarbij een éénduidige relatie bestaat tussen de oude en nieuwe begrotingsindeling 1:1 overgeheveld en is het restant toegedeeld op grond van de geconventeerde stand 2005.

De begroting kent verder een verdiepingshoofdstuk, waarin de overzichten over de opbouw van beschikbare bedragen zijn opgenomen alsmede een conversietabel van de «oude» begrotingsindeling 2005–2010 naar de nieuwe begrotingsindeling 2006, waaruit direct te herleiden is waar budgetten vandaag komen waar zij naar toe zijn gegaan.1 De tabel is voorzien van een kwalitatieve toelichting. Afgesloten wordt met een overzichtsconstructie met betrekking tot de Noordvleugel.

Baten-lastendienst RWS & introductie producten met integrale kosten

Tot en met de begroting 2005werd bij de artikelen in het Infrastructuurfonds waarbij RWS optreedt als uitvoeringsorganisatie, een onderscheid gemaakt tussen uitgaven die nodig zijn om het product te maken

(productuitgaven) en alle direct aan een product toe te rekenen uitgaven van RWS om haar kerntaken uit te voeren, de productie voor te bereiden, aan te sturen en te controleren (directe uitvoeringsuitgaven). Daarnaast werden de niet direct aan een product toe te rekenen uitgaven van RWS verantwoord op de begroting VenW (voorheen artikel 22.02: de apparaatuitgaven van de algemene uitvoeringsuitgaven), bijvoorbeeld het management, RWS brede staven en activiteiten alsmede bijvoorbeeld de huur van panden in het kader van de stelselherziening Rijkshuisvesting.

Zoals uitgebreid in de Leeswijzer bij de begroting VenW (XII) is aangegeven wordt RWS met ingang van 1 januari 2006 een baten-lastendienst en zal binnen VenW sprake zijn van de introductie van producten, en het daarbij werken met integrale kosten.

Het onderscheid tussen productuitgaven en (directe en indirecte) uitvoeringsuitgaven is daarmee niet langer relevant. De projecten zullen tegen voorcalculatorische integrale kostprijzen worden opgenomen (= integrale kosten per project).

Een deel van deze projectkosten wordt als programmageld verantwoord op het Infrastructuurfonds; een ander deel wordt voorcalculatorisch geraamd en verantwoord en in de vorm van een bijdrage aan de baten-lastendienst overgeboekt naar de begroting van de baten-lastendienst RWS.

Mutaties in de projectsfeer worden in deze begroting toegelicht als deze financieel groter zijn dan 10% van het projectbudget of in absolute zin meer bedragen dan € 10 mln. of meer dan een jaar afwijken van de eerder afgesproken oplevering.

  • 2. 
    INFRASTRUCTUURAGENDA
  • 1. 
    Inleiding

Infrastructuur is één van de middelen die Verkeer en Waterstaat kan inzetten om de beleidsdoelstellingen te realiseren. Verkeer en Waterstaat financiert in dat kader niet alleen rijksinfrastructuur, maar geeft ook financiële bijdragen aan grote regionale/lokale infrastructuurprojecten.

De infrastructuuragenda 2006 bevat een korte en bondige weergave van de uitvoeringsprioriteiten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat op het gebied van infrastructuur. Het is een invulling met fysieke producten die voortvloeien uit de prioriteiten in de beleidsagenda. Met de agenda wordt allereerst inzicht geboden in de wijze waarop Verkeer en Waterstaat inhoudelijk op programmaniveau met infrastructuur wil omgaan. Het gaat hierbij om de algemene kaders op basis waarvan het programma concreet met infrastructuurprojecten wordt vormgegeven. Daarnaast wordt in deze agenda op projectniveau aandacht besteed aan te realiseren mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma. Het accent ligt op het uitvoeringsjaar 2006. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2006 worden opgeleverd en bij welke projecten in 2006 een begin wordt gemaakt met de uitvoering. Voor een nadere toelichting op deze en alle overige infrastructuurprojecten, wordt verwezen naar het MIT (Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport)/SNIP (Spelregels Natte Infrastructuur Projecten) Projectenboek 2006.

Bij het opstellen van de infrastructuuragenda is ernaar gestreefd zoveel

mogelijk overlap te voorkomen met:

+ de beleidsagenda (waarin de beleidsprioriteiten van Verkeer en

Waterstaat staan beschreven); + de toelichting op de productartikelen bij de begroting op het

Infrastructuurfonds (waarin gedetailleerde informatie op projectniveau

is opgenomen en waarin alle relevante wijzigingen in de projecten

worden weergegeven); + de toelichting op de beleidsartikelen bij de begroting hoofdstuk XII; + de toelichting in het MIT/SNIP projectenboek 2006.

  • 2. 
    Algemene kaders

2.1. Infrastructuur als instrument

Bij de rijksinfrastructuur wordt een onderscheid gemaakt tussen transportinfrastructuur (hoofdwegennet, spoorwegen en hoofdvaarwegennet) en hoofdwatersystemen. Dit sluit aan op de nieuwe indeling van het Infrastructuurfonds, waarbij ervoor gekozen is om de in de Nota Mobiliteit benoemde sectoren afzonderlijk zichtbaar te maken. Bij transportinfrastructuur wordt ernaar gestreefd om de bereikbaarheid te verbeteren binnen (wettelijke) kaders van verkeersveiligheid en kwaliteit van de leefomgeving. Voor hoofdwatersystemen (waterbeheren- en waterkeren-projecten) staat allereerst het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land centraal. Daarnaast wordt gestreefd naar het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik wordt gegarandeerd.

Drie elementen komen terug in de manier waarop Verkeer en Waterstaat

met de rijksinfrastructuur omgaat:

  • 1. 
    de bestaande infrastructuur wordt beheerd en onderhouden om een

bepaalde basiskwaliteit voor die infrastructuur in stand te kunnen houden. Hiervoor is het basispakket. Deze wordt onderscheiden van het servicepakket dat complementair is aan het basispakket;

  • 2. 
    om het gebruik van de beschikbare capaciteit van de bestaande infrastructuur te optimaliseren worden vervolgens benuttingsmaatre-gelen getroffen (voor hoofdwegen, spoorwegen en vaarwegen);
  • 3. 
    ten slotte wordt, indien voorgaande maatregelen ontoereikend zijn, de bestaande capaciteit uitgebreid door nieuwe infrastructuur aan te leggen. Het gaat hierbij zowel om uitbreidingen binnen de bestaande netwerken (bijvoorbeeld door verbreding van wegen) als om uitbreidingen van de netwerken zelf (in de vorm van volledig nieuwe tracés).

2.2 Verwerking besluitvorming Voorjaarsnota 2005/ Aanbestedingsresultaten

Eind 2004 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de tot en met 2010 berekende en verwachte positieve aanbestedingsresultaten. In totaliteit betreft dit een bedrag van € 1,4 miljard. Hieraan is – zoals gemeld in de kamerbeantwoording inzake de Voorjaarsnota (TK, 2004–2005, 30 105 A, nr. 3) – € 140 mln tot en met 2010 toegevoegd.

Hiervan wordt € 270 miljoen ingezet voor de versnelling van het wegenprogramma voor de periode tot en met 2010. De financiële ruimte die daardoor beschikbaar komt na 2010 wordt ingezet voor de Spoortunnel Delft. Er is voor gekozen om drie belangrijke wegenprojecten te versnellen. Deze drie trajecten kennen momenteel veel files en het lijkt uitvoeringstechnisch mogelijk om (onderdelen binnen) deze projecten te versnellen. Het gaat om:

 

Project

Budget

 

Versnelling

Uitvoering

A2 Amsterdam–Utrecht,

Aanleg één extra strook (naar 2x5)

€ 44 miljoen

2008-2010

De versnelling van de variant met 2x5 rijstroken wordt drie jaar versneld

A2 Tangenten Eindhoven

€ 89 miljoen

2006-2010

De oplevering wordt 1 jaar versneld

A4 Burgerveen–Leiden

€ 137 miljoen

2002-2011

Onderdelen worden 1 à 2 jaar versneld

Het voornemen is om in de periode tot en met 2010 op twee momenten te beoordelen in hoeverre het totaal van tot en met 2010 verwerkte verwachte aanbestedingsresultaten moet worden bijgesteld op basis van de gerealiseerde resultaten. Een dergelijke herijking vindt onder meer plaats op basis van analyse van de geprognosticeerde conjunctuurontwikkeling, de marktspanning en de impact van het werken met innovatieve contract-vormen. De eerste herijking wordt in 2006 betrokken bij de voorbereidingen voor de ontwerpbegroting 2007. Twee jaar later volgt een tweede herijking ten behoeve van de begrotingsvoorbereiding 2009. De herijkingen kunnen aanleiding zijn voor besluitvorming over in- of extensiveringen van het vastgestelde programma.

Na afloop van elk jaar worden de gerealiseerde aanbestedingsresultaten geconfronteerd met het in de begroting verwerkte resultaat. Mochten de aanbestedingsresultaten in enig jaar hoger uitvallen dan voor dat jaar geraamd, dan wordt het meerdere in beginsel binnen de betreffende sector (spoor, weg en water) aangewend voor het versnellen van het betreffende programma. Het omgekeerde kan zich natuurlijk ook

voordoen. Jaarlijkse plussen en minnen worden opgevangen binnen het bestaande programma. Mocht blijken dat dit niet langer haalbaar en/of wenselijk is (bijvoorbeeld omdat de uitvoering van amendementen vertraging oploopt), dan wordt de Tweede Kamer hierover in het kader van de begrotingscyclus geïnformeerd.

2.3 Aansturing Rijkswaterstaat en producten

+ Aansturing baten-lastendienst Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat wordt per 1 januari 2006 een baten-lastendienst. Jaarlijks worden in Service Level Agreements (SLA’s) afspraken met Rijkswaterstaat gemaakt over de binnen het onderhoud te leveren producten en diensten (basis- en service pakketten) en de beschikbaar te stellen middelen. Daarnaast worden met Rijkswaterstaat specifieke afspraken gemaakt over de inzet van middelen en capaciteit bij aanleg- en groot-onderhoudprojecten en adviestaken.

De wijze waarop de baten-lastendienst Rijkswaterstaat de prestaties realiseert is binnen de vigerende uitvoeringskaders vrij. Op deze manier kan Rijkswaterstaat dusdanig de markt inschakelen zodat de inzet van middelen wordt geoptimaliseerd en de met de omvorming tot baten-lastendienst beoogde efficiencyverbetering daadwerkelijk te realiseren.

+ Integrale budgetten

In vorige begrotingen is onderscheid gemaakt tussen de productuitgaven en directe uitvoeringsuitgaven. Een dergelijk onderscheid past niet binnen de aansturingsrelatie van een baten-lastendienst, hetgeen Rijkswaterstaat per 1 januari 2006 zal zijn. De projecten zijn tegen integrale kostprijzen (op basis van voorcalculatie) per project opgenomen.

In de Leeswijzer bij deze begroting is ook kort ingegaan op deze onderwerpen.

2.4 Programma tot en met 2020

Bij de begroting is een voorstel gedaan voor verlenging van de planperiode voor het MIT voor de periode 2011–2014, waarbij ook een doorkijk naar de periode 2015–2020 is verstrekt. In het MIT 2006 is een infrastructuurprogramma tot en met 2020 gepresenteerd, met daarin een onderscheid naar de status van verschillende MIT-periodes (MIT tot en met 2010 inclusief de verlenging 2011–2014 en de doorkijk MIT 2015–2020). Hiervoor wordt verwezen naar het MIT/SNIP Projectenboek 2006 en de MIT-projectoverzichten bij de artikelen.

  • 3. 
    Programma’s en projecten

3.1 Beheer en onderhoud

De kwaliteit van de bestaande transportnetwerken van hoofdwegen, spoorwegen en vaarwegen staat sterk onder druk. Gelet op de mobiliteitsgroei, de uitbreiding van de netwerken en de vervangingsbehoefte van kunstwerken en technische systemen is vastgesteld dat de onderhoudsbudgetten – ondanks reguliere groei – ontoereikend waren om een maatschappelijk verantwoord, veilig en betrouwbaar gebruik te garanderen.

Het kabinet heeft in 2004 besloten tot de uitvoering van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Beleid en Onderhoud Infrastructuur. Centrale vraagstelling van het IBO is hoe de besluitvorming over (beleid en uitvoering van) onderhoud van infrastructuur beter kan worden onderbouwd. Het IBO wordt naar verwachting in 2005afgerond.

Bij de begroting 2004 zijn de plannen van aanpak Beheer en Onderhoud aangeboden aan de Tweede Kamer. Hierbij is aangegeven dat er, ten behoeve van de begroting 2007, een Midterm review wordt uitgevoerd. Het doel van de Midterm review is om na te gaan of de aanpak van het wegwerken van de achterstanden verloopt conform de plannen van aanpak, de maatregelen en de inzet van middelen voldoende effectief zijn en of de verdeling van de middelen moet worden heroverwogen (fasering en omvang). Bij het opstellen en uitwerken van de Midterm review wordt aangesloten bij de resultaten van het IBO.

In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende maatregelen uit de plannen

van aanpak Beheer en Onderhoud uitvoeren/in uitvoering nemen:

Hoofdwegen

+ 420 km extra asfaltonderhoud

Spoorwegen

+ het uitvoeren van bovenbouwvernieuwing;

+ het uitvoeren van groot- en klein onderhoud;

+ het uitvoeren van STS-programma (ter voorkoming van passages stoptonende seinen);

+ het uitvoeren van het programma UPGE (plaatsen van geluidsschermen op emplacementen).

Rijkswaterwegen

Project

Start

evering

Amsterdam–Lemmer en IJsselmeer, baggeren Buiten-IJ

Amsterdam Rijnkanaal/Lek, baggeren en oevers

Amsterdam Rijnkanaal/Lek, renovatie Prins Bernhard en

Prinses Irenesluizen

Amsterdam Rijnkanaal, vervangen Sifon Zeeburg

Haringvlietsluizen, conserveren vizierschuiven en

renovatie

Noordzeekanaal, baggeren resterende gedeelte

Rotterdam–Duitsland, baggeren en oevers Waal

Rotterdam–Duitsland, baggeren Boven Merwede,

Beneden Merwede en Oude Maas

Rotterdam–België, baggeren voorhaven Kreekrak en

Antwerpskanaalpand

Rotterdam–België, renoveren hefdeuraadrijvingen en

Kreekraksluizen-complex

Rotterdam–België, renovatie Volkeraksluizen

Stuwen in de Lek

Maas, vervuild onderhoud voorhavens

Maas, renovatie diverse kunstwerken

20052006 2004                 2010

20052007

2006                 2007

20052010

20052009 20052009 2006                 2007

20052006

20052007

 

2006

2009

2006

2010

2004

2009

2006

2010

Voor een nadere toelichting over de stand van zaken Beheer en Onderhoud wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MT/SNIP Projectenboek 2006.

3.2 Aanleg en benutting

Hieronder is ingegaan op de mijlpalen die Verkeer en Waterstaat op de diverse projecten binnen de in de Infrastructuurfonds onderkende sectoren.

+ Hoofdwatersystemen

In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende mijlpalen realiseren:

 

Mijlpaal

 

Project

   

Start realisatie

+ Herstel Steenbekledingen Oosterschelde (waterkeren) + Rivierverruiming Roosteren (waterkeren) + Ruimte voor de Rivier (waterkeren)

Oplevering                   + Deltaplan grote rivieren (waterkeren)

+ Dijkversterking Flevoland (inclusief herstel steenbekledingen) (waterkeren)

+ Inrichting IJsselmonding (waterbeheren)

+ Onderzoek hydraulische randvoorwaarden (HR2006) (water-keren)

+ Vispassages Grave en Borgharen (waterbeheren)

Projectbesluit              + Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes)

(waterbeheren) + Peilbesluit Veerse Meer (waterbeheren) + Volkerak Zoommeer (waterbeheren)

+ Hoofdwegennet

Op het gebied van hoofdwegen wordt gewerkt aan de uitvoering van het zogenaamde Fileplan ZSM (zichtbaar, slim en meetbaar). In dit plan zijn maatregelen opgenomen, waarmee de fileproblematiek voor de gebruiker merkbaar en meetbaar moet verminderen en waarmee de betrouwbaarheid van het verkeerssysteem moet verbeteren. Centraal staat zowel het verminderen van het aantal files en het tijdverlies voor de weggebruikers, als het wegnemen van ergernissen bij die gebruikers. In het fileplan wordt voorzien in twee delen. Met het eerste deel (ZSM1) worden voornamelijk allerlei extra benuttingsmaatregelen getroffen. Basis voor deze maatregelen is de Spoedwet wegverbreding. Naast extra benuttingsmaatregelen is de wet ook van toepassing op een aantal projecten, die reeds in het MIT staan, en die versneld zullen worden aangepakt.

Aanvullend op ZSM-1 zijn in het kader van het Hoofdlijnenakkoord 2003 extra middelen beschikbaar gesteld om een aantal nieuwe knooppunten en een aantal ontbrekende schakels in de doorgaande verbindingen aan te pakken (ZSM-2).

In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende mijlpalen realiseren:

Mijlpaal

Project

Oplevering

+ A15Reconstructie aansluitingen bij Hardinxveld Giessendam– Sliedrecht

Start realisatie            + A2 Oudenrijn–Deil

+ A4 Dinteloord–Bergen op Zoom, onderdeel omlegging

Halsteren + A7 Zaanstad Purmerend + A7 Zuidelijke ringweg Groningen, fase 1 + A12 Utrecht–Maarsbergen

+ A12 Utrecht–West, benutting i.s.m. Woerden–Gouda + A74 Venlo + N31 Zurich–Harlingen + N57 Veersedam–Middelburg

Tracébesluit

A1 Barneveld–Deventer

A2 Deventer–Hengelo

Amsterdam–Utrecht (Holendrecht–Oudenrijn) 2 x 5 rijstroken

A2 Oudenrijn–Deil

A2 Passage Maastricht

A10 Tweede Coentunnel/Westrandweg

A12 Maarsbergen–Veenendaal

A28 Hattemmerbroek–Zwolle–Meppel en kortsluiting A28/A32

A74 Venlo

N9 Koedijk–De Stolpen

N50 Ewijk–Valburg–Grijsoord

N50 Ramspoel–Ens

N61 Hoek–Schoondijke

+ Spoorwegen

In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende mijlpalen realiseren:

Mijlpaal

Project

Oplevering                   + Emplacement Den Haag CS

+ Integrale spoorverdubbeling Amsterdam–Utrecht: station

Bijlmer, station Abcoude, station Breukelen, station Maarssen + Tweede perron Amsterdam Zuid/WTC + Pilot fluistertrein

+ Breda Centraal: 3e perron + sporenlayout + HSL Oost (kopgroep): keervoorzieningen Ede Wageningen en

Veenendaal centrum, blokverdichting en geluidsmaatregelen

Brug Westervoort + Vleuten–Geldermalsen: halte Vathorst, Utrecht Zuidzijde 7e

perron, Halte Utrecht Zuilen + Betuweroute

Start realisatie            + Baarn ontvlechting knooppunt

+ Breda Centraal: 3e perron + sporenlayout + Regionet: diverse onderdelen + Rotterdam Centraal + Utrecht Centraal

+ Regionale/lokale infrastructuur

In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende mijlpalen realiseren:

 

Mijlpaal

Project

Oplevering

+ Randstadrail op Zoetermeerlijn en Hofpleinlijn

Afgifte beschikking/ start realisatie

+ N201

+ Rijn Gouwelijn Oost

+ Tilburg Noordwest Tangent

Projectbesluit

+ Eindhoven Bose

+ Hilversum Mediapark (verwerking bijdrage in BDU)

+ Hoofdvaarwegennet

In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende mijlpalen realiseren:

 

Mijlpaal

Project

 
     

Oplevering

+ Vaarroute Ketelmeer fase 1

+ Verdrag verdieping Westerschelde (inclusief natuurherstel)

Start realisatie

+ Toekomstvisie Waal

Tracébesluit/ projectbesluit

+ Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis

+ Vaarweg Lemmer–Delfzijl (kunstwerken en verruimimgen) + Zuid-Willemsvaart (gedeelte Maas-Berlicum-Den Dungen) + Zuid-Willemsvaart, vervanging sluizen 4, 5en 6

Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIT/SNIP Projectenboek 2006.

3.3 PPS

Innovatieve vormen van aanbesteden en publiek-private samenwerking in de realisatie van infrastructuur heeft voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat een hoge waarde. Er wordt prioriteit gegeven aan het formuleren van werkvormen die zowel voor het bedrijfsleven als de overheid bijdragen aan een zoveel mogelijk integrale toepassing. Samen met VNO/NCW, Bouwend Nederland, ONRI, de banken en de ministers van Financiën, Economische Zaken en VROM heeft Verkeer en Waterstaat in de Taskforce PPS/infrastructuur gewerkt aan concrete instrumenten om PPS een duurzaam onderdeel van het verkeer- en vervoerbeleid te maken (Kamerbrief d.d. 25februari 2005). Dit betreft: + een handboek voor DBFM; + een modulair DBFM-modelcontract;

+ een praktische werkwijzer voor de vervlechting van tracé/m.e.r.- en aanbestedingsprocedures.

Door de taskforce zijn 12 projecten benoemd die op korte termijn in publiek-private samenwerking kunnen worden aangepakt (in willekeurige volgorde):

 

+ Tweede Coentunnel

+ Ring Utrecht

+ A4 Delft–Schiedam

+ Corridor A6/A9 Schiphol–Almere

+ A2 passage Maastricht

+ Ruimte voor de rivier

  • • 
    A15Maasvlakte-Vaarplein

+ Zuidas Amsterdam

  • • 
    Mainportcorridor A4/A15

+ Tweede Maasvlakte

+ A27 Utrecht (Lunetten)–Hooipolder

+ Zuiderzeelijn (afhankelijk van nadere

 

besluitvorming)

Voor een nadere toelichting op de manier waarop Verkeer en Waterstaat invulling geeft aan PPS wordt verwezen naar het MIT/SNIP projectenboek 2006.

Om de voortgang en bijdrage van DBFM-projecten in de begroting van Verkeer en Waterstaat meer zichtbaar te maken is besloten deze projecten in een apart begrotingsartikel op te nemen. Zo kan de omvang van de DBFM-portefeuille meer zichtbaar worden gemaakt en wordt recht gedaan aan de samenhang tussen aanleg en onderhoud.

3.4 Randvoorwaarden

Bij de infrastructurele investeringen door Verkeer en Waterstaat worden de (wettelijke) randvoorwaarden van milieu (met name geluid en lucht) en natuur en landschap (inpassing en ontsnippering) in acht genomen. Daarbij wordt zoveel mogelijk getracht kosteneffectieve en innovatieve maatregelen in te zetten.

+ Luchtkwaliteit

Nederland voldoet op dit moment in sommige gebieden niet aan de EU-normen voor fijn stof (PM10, geldig vanaf 1 januari 2005). Ook de EU-norm voor stikstofdioxide (NO2, geldig vanaf 1 januari 2010) wordt voor Nederland problematisch. Dit leidt tot risico’s voor de volksgezondheid en bemoeilijkt nieuwe ruimtelijke ingrepen zoals de aanleg van infrastructuur, bedrijventerreinen en woningbouw.

De problemen rond de luchtkwaliteit worden op een breed front aangepakt. Er is sprake van vele, parallel lopende ontwikkelingen. Daarom is het niet mogelijk om de consequenties voor het Infrastructuurprogramma op dit moment exact aan te geven. Voor projecten in de planstudiefase kan er sprake zijn van vertraging, aangezien er dikwijls aanvullende lucht-onderzoeken nodig zijn. Deze vertraging hoeft niet in alle gevallen tot eventueel latere realisatie van het project te leiden. Daarnaast zal bij een aantal projecten ook inhoudelijk worden nagegaan of deze gezien de luchtkwaliteitproblematiek (volgens planning) doorgang kunnen vinden. De huidige inzet is erop gericht de effecten op het Infrastructuurprogramma te minimaliseren of weg te nemen. Er wordt gewerkt aan het projectspecifiek doorrekenen van de omvang van het probleem en de bijdrage van (mogelijke) oplossingen. Op programmaniveau worden de (eventuele) consequenties, zowel op de korte als op de lange termijn, voor het Infrastructuurprogramma continu gemonitord.

De aanpak van de luchtkwaliteitproblematiek heeft absolute prioriteit. De samenwerking tussen de betrokken departementen richt zich op een zo spoedig mogelijke oplossing van de problematiek. Er wordt ingezet op verbetering van de luchtkwaliteit enerzijds en het zoveel mogelijk op koers houden van de uitvoering van het Infrastructuurprogramma en andere (rijks)projecten anderzijds. Om dit te bereiken is ingezet op de volgende sporen:

+ Nationale maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit

+ Aanpassing nationale regelgeving

+ Europees beleid

Voor een nadere toelichting omtrent de sporen wordt verwezen naar het

MIT/SNIP projectenboek 2006.

+ Innovatieprogramma Geluid en implementatie nieuwe geluids-maatregelen Bij de begroting 2004–2008 is een innovatieprogramma voor geluid aangekondigd, waarvoor in de periode 2004–2008 in totaal € 110 miljoen beschikbaar is gekomen. Het betreft € 70 miljoen aan middelem voor wegen en € 40 miljoen voor spoor. Daarnaast is ook een bedrag van € 200 miljoen beschikbaar gesteld tot en met 2010 voor de implementatie van geluidsmaatregelen bij wegen.

In 2006 worden de volgende producten geleverd/activiteiten ontplooid:

– Beproeving van stille dunne deklagen op rijkswegen als kostenbesparend alternatief voor ZOAB en tweelaags ZOAB.

– Proefvakken met het 3e generatiewegdek Rollpave.

– In gebruik nemen van een testterrein voor stille wegdekken.

– Stimulering van het gebruik van stillere autobanden in lijn met het gesloten convenant met de koplopers uit de branche.

– Beproeving van LL remblokken op goederenwagons (geluidsreductie circa 7 decibel).

– Prototypen van stiller gemaakte treinen van NS Reizigers

– Proef met prefab raildemper in combinatie met spoorvernieuwing op de Zeeuwse lijn.

– Inzet op aanscherping van Europese geluidsrichtlijnen voor banden en wegvoertuigen.

+ Meerjarenprogramma Ontsnippering

In 2006 zal Verkeer en Waterstaat enkele ontsnipperingsmaatregelen

opleveren. Te denken valt aan kleine faunatunnels onder de N34, de N69

en de A67. Verder zal in 2006 worden gestart met de realisatie van

ecoducten over de A1 (in Noord-Holland), A2 (in Limburg) en A27 (in

Noord-Holland).

4 Grote projecten

4.1 Afdekking risico’s grote spoorprojecten

De omvang van de post «afdekking risico’s spoor» wordt bepaald door de waardering van de onderliggende risico’s bij de Betuweroute en de HSL-Zuid, gerelateerd aan de kans dat deze risico’s optreden. In 2005is er voor € 97 miljoen aan verplichtingenruimte onttrokken aan de post «afdekking risico’s spoor» voor optredende risico’s bij de HSL-zuid. Dit leidt tot € 60 miljoen aan uitgaven in 2005en € 37 miljoen aan uitgaven in 2006. Met het oog op de ontwikkeling van het risicoprofiel is de post «Afdekking risico’s spoorprogramma» verder verlaagd met € 193 mln. Deze middelen zijn toegevoegd voor intensivering spoor in steden.

 

Afdekking risico’s spoorprogramma

           

Totaal

Stand begroting 20050

239

197

13

0

23

94

Fasering en onttrekking 2005(verwerkt bij

           

Voorjaarsnota)

-130

-4

38

14

17

  • 65

Onttrekking t.b.v. HSL

  • 60

-37

     
  • 97

Onttrekking a.g.v. verlaging risicoprofiel

-49

  • 66

-30

  • 14

-34

  • 193

Stand begroting 2006 0

0

90

143

0

6

239

4.2 TCI

Eind 2004 heeft de Tijdelijke Commissie Infrastructuur (TCI) haar rapport over besluitvorming over grote infrastructuurprojecten opgeleverd. Hierin zijn verschillende aanbevelingen gedaan voor verbetering en aanscherping van de huidige (besluitvormings)procedures. Zo is kritisch gekeken naar de onderbouwing van projecten. Projectbeheersing en risicomanagement moeten op een hoger plan komen en ook de informatievoorziening aan de Tweede Kamer zal worden verbeterd. Bij grote projecten zal met een structuurvisie worden gewerkt die in nauwe samenwerking met VROM tot stand zal komen. Daarin wordt aandacht besteed aan een heldere probleemanalyse en een kosten-batenanalyse. Elementen uit het de TCI-aanbevelingen zullen ook op de reguliere MIT-projecten van toepassing worden. Het Kabinet kan zich op hoofdlijnen vinden in de voorgestelde procedure voor grote projecten1, maar heeft aangegeven dat voor de uitwerking daarvan op onderdelen de voorkeur wordt gegeven aan andere instrumenten en oplossingen.

Ook op een aantal van de meer specifieke aanbevelingen bestaat verschil van opvatting tussen het Kabinet en de Tweede Kamer. Voor de Zuiderzee-lijn heeft het Kabinet, in lijn met de conclusies van de TCI, aangekondigd tot een geactualiseerde nut- en noodzaakdiscussie te komen in de vorm van een Structuurvisie. Over de uiteindelijke concrete gevolgen voor de werkwijze bij grote projecten zal najaar 2005nog overleg met de Tweede Kamer plaatsvinden.

1 Deze procedure wordt gemarkeerd door twee belangrijke go/no-go momenten: het Toelatingsbesluit en de Structuurvisie. Bij beide wordt de Tweede Kamer nauw betrokken.

De begroting op hoofdlijnen

De onderstaande tabellen geven de belangrijkste wijzingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletore begroting 2005. Het betreft hier tevens een aantal belangrijke technische mutaties. Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in het Verdiepingshoofdstuk.

 

Uitgaven (x € 1 000

)

 

Art.

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand 1e suppletore wet 2005

 

5 872 092

6 286 583

6 692 121

6 455 856

6 520 877

6 669 786

I Belangrijkste mutaties Infrastructuur-

             

fonds

 
  • 17 275

41 285

  • 58 024

83 928

101 002

128 942

  • 1. 
    Looncompensatie

Div.

7 2751 029

1 043

1 011

934

934

  • 2. 
    Prijscompensatie

Div.

25223

27 034

28 770

27 834

27 839

27 839

  • 3. 
    Inkooptaakstelling

11, 12, 15- 2 497

  • 6 104
  • 6 144
  • 6 144
  • 6 144
  • 4. 
    Naar VWS: Valys-regeling

13

 
  • 10 000
  • 10 000
     
  • 5. 
    Naar BDU

14

   
  • 91 000
     
  • 6. 
    A’dam Zuidas

13

     

15000

25000

60 000

  • 7. 
    Vorming baten-lastendienst RWS

Div.

134 651

123 759

120 721

119 911

119 812

118 418

  • 8. 
    Aanbestedingsresultaat Betuweroute

13, 15, 17

  • 30 000
  • 15 000
  • 14 000

17 000

10 000

2 000

  • 9. 
    Beleidsvoorbereiding naar H12

11,15

  • 25664
  • 25265
  • 24 716
  • 25199

-25050

  • 25124
  • 10. 
    Saldering BLS ontvangsten

11,12,15

  • 63 610
  • 62 069
  • 58 170
  • 60 323
  • 61 186
  • 59 786
  • 11. 
    Aanpassing kasprognose Betuwe-
             

route

17

  • 80 000

55000

25000

     
  • 12. 
    Aanpassing kasprognose HSL

17

  • 26 691

119 600

  • 11 645-92 713
  • 20 176
  • 13 384
  • 13. 
    Diverse kasschuiven

11,12

  • 33 700

12 000

44 000

22000

24 000

27 700

  • 14. 
    Kasritmeproblematiek IF

11,12,13,15

26 741

  • 176 600
  • 68 355

52 713

  • 3 928
  • 11 176
  • 15. 
    Aanpassing ontvangstenraming

12

 
  • 5 706

6 432

12 838

9 901

7 665

  • 16. 
    Waalsprong

16

48 500

         
  • 17. 
    Diverse budgettair neutrale mutaties

Div.

           

II Overige mutaties

 
  • 23 673

24 640

11 187

5 227

9 217

13 973

Totale mutaties

 
  • 40 948

65 925

  • 46 837

89 155

110 219

142 915

Stand ontwerpbegroting 2006

 

5 831 144

6 352 508

6 645 284

6 545 011

6 631 096

6 812 701

ad 1          Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.

ad 2          Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.

ad 3          Deze mutatie op basis van de Ministerraad besluitvorming

betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).

ad 4          Deze mutatie betreft de doorwerking van amendement nr. 40

(van de leden Dijksma en van Ham) waarmee ook voor de jaren 2006 en 2007 de dekking ongedaan wordt gemaakt van het aantal te bereizen kilometers in de Valys- regeling (bovenregionaal vervoer van gehandicapten).

ad 5In voorgaande jaren zijn op projecten kleiner dan € 225mln.

gelden tot een bedrag van € 91 mln. niet uitgegeven en aangewend voor financiering van de grotere regionaal lokale infrastructuur projecten. De projecten kleiner dan € 225mln. waarop indertijd de onderuitputting is opgetreden zijn inmiddels via de GDU+ onderdeel gaan uitmaken van de BDU. Derhalve wordt de € 91 mln. vanuit het artikel lokale infrastructuur teruggeboekt ten gunste van de BDU.

ad 6          Deze mutatie betreft de bijdrage uit het FES voor Amsterdam

Zuidas.

ad 7          Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-

lastendienst RWS (zie Leeswijzer).

ad 8          Met brief met kenmerk FEZ/2004/1530 is de Tweede Kamer

geïnformeerd over het positieve aanbestedingsresultaat op de Betuweroute van in totaal € 117 mln., die o.a. ingezet wordt voor overwegen/emplacementen, station Breda, Ziekteverzuim OV (art 39.02 Hoofdstuk XII) en de sluizen Zuid Willemsvaart.

ad 9          In het kader van de conversie van de begroting van hoofdstuk

XII en het Infrastructuurfonds naar een meer transparante beleidsbegroting c.q. productbegroting worden de meer beleidsgerichte uitgaven op de daarvoor bedoelde artikelen verantwoord. In lijn hiermee worden met deze mutatie, gelden verbonden aan de beleidsvoorbereiding overgeboekt naar de artikelen 31 «Integraal waterbeleid» en 34 «Betrouwbare netwerken en acceptabele bereikbaarheid reistijd realiseren».

ad 10 Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van het agentschap ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan agentschap) kan worden verlaagd.

ad 11 Deze mutatie betreft een aanpassing van het kasritme van de Betuweroute, dat is aangepast op basis van de liquiditeitsprognose van ProRail.

ad 12 Dit betreft een aanpassing van het kasritme voor de HSL-zuid op basis van de meest recente projectraming, welke wordt opgevangen binnen de totale infrastructuurfondsproblematiek.

ad 13 Deze kasschuif is een aanpassing aan de projectplanning van

het programma Zwakke Schakels Kust, het innovatieprogramma Geluid en van de projecten RW12 Veenendaal en CRAAG.

ad 14 Deze mutatie is aangebracht ten behoeve van de oplossing van de kasritmeproblematiek op het Infrastructuurfonds. In de jaren 2006 en 2007 betreft de problematiek met name het project HSL, het spoorprogramma en waterkeren waar begrotingsgelden eerder dan voorzien noodzakelijk zullen zijn.

ad 15Door de actualisering van de ontvangstenraming wordt de uitgavenraming voor hetzelfde bedrag gecorrigeerd.

ad 16 Dit betreft de compensatie van de planschade Veur-Lent die is ontstaan door het interveniëren in de ontwikkeling van de Waalsprong (VINEX locatie).

ad 17 Deze post bestaat uit de volgende budgettair neutrale mutaties: – A12/Nootdorpboog (uit artikel 13 naar artikel 12) – Amendement nr. 8 (van Hijum) (van artikel 14 naar artikel 12) – Motie Slob: HSL (uit artikel 13 naar artikel 17) – Risico’s Maaswerken (uit artikel 11 naar artikel 16) – Verantwoording HSL Oost (uit artikel 17 naar artikel 13) – Verantwoording Infraprovider (uit artikel 17 naar artikel 13) – Onttrekking aan post «Afdekking risico’s spoorprogramma’s»

(artikel 13) en toevoeging aan projectbudget HSL-zuid (artikel

17)

  • 3. 
    Afkortingenlijst

A.

AGRS AHOB AMVB ATB

Actief GPS Referentiesysteem Automatische Halve Overweg Bomen Algemene Maatregel van Bestuur Automatische treinbeveiligingssystemen

B.

BDU

BERZOB

B&O

BISK

BKL

BLS

BPRW

BOR

Brede doeluitkering

Bereikbaarheid Zuid-Oost Brabant over water

Beheer en onderhoud

Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur

Basis kustlijn

Baten-Lastenstelsel

Beheerplan voor de rijkswateren

Bereikbaarheidsoffensief Randstad

C.

CS

  • Centraal station

D.

DBFM

DGG

DGP

DGR

DRIP

DUU

Design-Build-Finance-Maintenance Directoraat-generaal goederenvervoer Directoraat-generaal personenvervoer Deltaplan grote rivieren Dynamische route informatie panelen Directe uitvoeringsuitgaven

E.

EISR

ETCS

EU

Economische Impactstudie Railgoederenvervoer European Train Control System Europese Unie

F.

FES FTE

Fonds economische structuurversterking Full-time equivalent

G.

GDU GIS GPS GVB

Gebundelde doeluitkering Geluidsisolatieproject Schiphol Global Positioning System Grootschalige Verwerking Baggerspecie

H.

ha

HBR

H&I

HSA

HSL

Hectare

Havenbedrijf Rotterdam Herstel & Inrichting High Speed Alliance Hogesnelheidslijn

I.

ICES

IF IPG

Interdepartementale Commissie voor Economische

Structuurversterking

Infrastructuurfonds

Innovatieprogramma Geluid

IPL

IRMA

IVM

Innovatieprogramma luchtkwaliteit INTERREG Rijn en Maasactiviteiten Integrale Verkenning Maas

K.

KRW

  • (Europese) Kaderrichtlijn Water

M.

MER MHW MIT MJPO

Milieu Effect Rapportage Maatgevend hoogwater

Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport Meerjarenprogramma ontsnippering

N.

NAP

NBW

NS

NSP

NURG

NV

NVVP

Nieuw Amsterdams Peil Nationaal Bestuursakkoord Water Nederlandse Spoorwegen Nieuwe sleutelprojecten Nadere uitwerking Rivierengebied Naamloze vennootschap Nationaal verkeers- en vervoersplan

O.

OV

Openbaar vervoer

P.

PAGE

PKB

PMR

PPS

PU

PVVP

Plan van aanpak goederen emplacementen

Planologische kernbeslissing

Project mainportontwikkeling Rotterdam

Publiek private samenwerking

Productuitgaven

Provinciaal verkeers- en vervoersplan

R.

RIT

ROBEL

RVVP

RW

RWS

Rail Infra Trust

Rotterdam–België

Regionaal verkeers- en vervoersplan

Rijkswegen

Rijkswaterstaat

S.

SOIT

SNIP

SUBBIED

SVB

SVV

Subsidieregeling openbare inland terminals Spelregelkader natte infrastructuurprojecten Subsidieregeling Baggeren bebouwd gebied Stimulering verwerking baggerspecie Structuurschema verkeer en vervoer

T.

TEN TCI

  • Transeuropese netwerken
  • Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten

U.

UWO

  • Uitwerkingsovereenkomst

V.

VBS

  • Verkeersbegeleidende Systemen

VenW VINEX VNK VROM

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Vierde nota ruimtelijke ordening extra

Veiligheid Nederland in kaart

Ministerie van Volkshuisvesting ruimtelijke ordening en

milieubeheer

W.

WB21

WST

WTC

Waterbeheer 21e eeuw Westerscheldetunnel World trade centre

Z.

ZSM ZZL

Zichtbaar, slim en meetbaar Zuiderzeelijn

  • 4. 
    PRODUCTARTIKELEN 11. Hoofdwatersystemen

a. Relatie producten en beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Hoofdwatersystemen verantwoord. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII). Het infrastructuurfondsartikel Hoofdwatersystemen is gerelateerd aan het volgende beleidsartikel: + artikel 31: Integraal Waterbeleid.

Het watersysteem omvat het geheel van oppervlaktewater, waterbodems, oevers, waterkeringen, technische infrastructuur en de biologische component alsmede de grondwatermassa in één of meer watervoerende lagen.

Het op orde krijgen en houden van dit watersysteem is van vitaal belang voor alle functies in het landelijk en het stedelijk gebied (zoals de veiligheid, economie, wonen, landbouw, recreatie en natuur) en daarmee voor een veilig en bewoonbaar Nederland.

Het Rijk is als één van de centrale spelers in de vormgeving en implementatie van het integrale waterbeleid verantwoordelijk voor het tot stand brengen van een gezamenlijke aanpak van de nationale waterproblema-tiek. Structurele ontwikkelingen als klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling, verstedelijking en toename van economische waarden maken een dergelijke aanpak noodzakelijk.

In het MIT/SNIP-projectenboek 2006 is per aanlegproject beschreven welk probleem met het betreffende project wordt opgelost. Uitgangspunt voor de besluitvorming over de projecten is het SNIP-spelregelkader. Hierin zijn de belangrijkste beslismomenten van de infrastructuurprojecten vastgelegd. De onzekerheidsmarge van de raming neemt af naarmate het project verder wordt uitgewerkt.

b. Budgettaire gevolgen van de uitvoering

 
                 

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x €

 
  • 11. 
    Hoofdwatersystemen

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Verplichtingen

536 335

623 371

302 259

371 585

567 856

636 621

656 811

Uitgaven

469 766

557 450

473 648

516 258

590 764

637 267

632 061

11.01 Watermanagement

67 747

76 406

70 353

68 924

79 157

82 104

81 860

11.01.01 Basispakket watermanagement

67 747

76 406

70 353

68 924

79 157

82 104

81 860

11.02 Beheer en onderhoud

197 134

204 929

191 857

181 706

197 491

187 215

190 784

11.02.01 Basispakket B&O waterkeren

103 141

106 336

115 551

102 883

111 222

100 816

101 318

11.02.05Basispakket B&O integraal

             

waterbeheer

63 547

95 464

70 395

55 021

53 031

54 571

66 139

11.02.08 Groot variabel onderhoud

             

waterbeheer

3 446

3 129

5911

23 802

33 238

31 828

23 327

11.03 Aanleg

197 103

264 179

200 802

206 861

243 071

258 127

261 191

11.03.01 Realisatieprogramma waterkeren

103 509

133 782

91 116

90 370

112 933

159 552

187 290

11.03.02 Realisatieprogramma water-

             

beheer

93 594

130 397

109 686

116 491

130 138

98 575

73 901

11.05Verkenning en planstudie

7 782

11 936

10 636

58 767

71 045

109 821

98 226

11.05.01 Verkenningenprogramma

             

hoofdwatersystemen

   

1 000

       

11.05.02 Planstudieprogramma water-

             

keren

4 029

4 794

3 167

51 967

64 810

103 928

92 334

11.05.03 Planstudieprogramma water-

             

beheer

3 753

7 142

6 469

6 800

6 235

5893

5892

Van totale uitgaven:

             

– Bijdrage aan baten-lastendienst

 

332 292

309 674

269 387

294 244

296 314

308 623

– Restant

 

225158

163 974

246 871

296 520

340 953

323 438

– waarvan op 1 januari 2006 juridisch

             

verplicht

 

100%

49%

25%

6%

3%

1%

11.09 Ontvangsten

             

Ontvangsten

83 063

12 617

6 156

1 293

966

66

66

c. Het actuele programma

11.01 Watermanagement

Watermanagement betreft de regulering van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en de regulering van de kwaliteit van het water. De volgende activiteiten worden uitgevoerd: + peilbeheer en bediening van objecten; + monitoring en informatieverstrekking; + crisisbeheersing en -preventie.

De areaalgegevens rondom watermanagement zijn opgenomen in onderstaande tabel

Basispakkett

Areaaleenheid

Omvang

Watermanagement

Km2 water

65250

11.01.01 Basispakket Watermanagement

Het watermanagement van het hoofdwatersysteem wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken. Voor het jaar 2006 gelden de volgende prestatieafspraken:

 

Basispakket

 

Prestatie-indicator

 

Eenheid Waarde 2006

         

Calamiteitenorganisatie (in samenhang met Hebben en uitvoeren van plannen en verkeersmanagement)

Betrouwbare en toegankelijke informatie

Peil, stuw en kwaliteitsbeheer

Wel/Niet:                    Ja

houden van oefeningen voor calamiteiten op      – Plannen                   Ja

het gebied van scheepvaart, waterkwaliteit,         – Oefenen                  Ja

wateroverlast en bij watertekort.                             – Uitvoeren

In- en externe informatievoorziening volgens      Ja/Nee                        Ja

afgesproken beschikbaarheid en kwaliteit

Hebbenennakomen van afspraken over              Ja/Nee                        Ja

waterverdeling en waterkwaliteit

Na afloop van het uitvoeringsjaar zal Rijkswaterstaat in de verantwoording aangeven of deze prestaties ook inderdaad zijn gerealiseerd.

De bekostiging van deze prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per eenheid areaal:

Areaaleenheid

Tarief in € 1 000

Totaalbudget 2006 in 000

Km2 water

65250

1,171

76 408

Bij het bepalen van dit tarief is gekeken naar de belangrijkste factoren die de kosten van het onderhoud bepalen. De belangrijkste component van watermanagement is personeel.

11.02 Beheer en onderhoud

11.02.01 Basispakket Beheer en onderhoud Waterkeren

Het beheer en onderhoud van de waterkeringen wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken. Deze prestatieafspraken geven aan op welk kwaliteitsniveau beheerd en onderhouden zal worden.

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem in die conditie te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie waterkeren:

  • 1. 
    kustlijnhandhaving (cf basiskustlijn zandige kust niveau 1990);
  • 2. 
    beheer en onderhoud stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen (cf Wet op de waterkering)

Naast het uitvoeren van beheer en onderhoud worden op dit artikelonderdeel de voorbereidingskosten ten behoeve van beheer en onderhoud waterkeren verantwoord.

Ad 1. Handhaven kustlijn

Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks gecompenseerd moet worden. Vanaf 2001 wordt ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil wordt gehouden en het effect van de zeespiegelstijging te niet gedaan.

Ook zijn er activiteiten zoals bestortingen, onderhoud van dammen en strandhoofden, eveneens met het doel om structurele kusterosie te bestrijden.

Voor het jaar 2006 geldt de volgende prestatieafspraak:

Basispakke

restatie-indicator

Eenheid

aarde 2006

Suppleren zand voor kustlijn

Uitvoeren vastgesteld suppletieprogramma Aantal m3 per jaar

12 000 000

Bij het basispakket is uitgegaan van de volgende hoeveelheden te suppleren zand voor de kustlijn.

Suppleren voor

Strand

Onderwater

Strand (zwakke schakels)

2 630 6 400 2 270

4 380 7 600

2 150 9 850

  • Is eerste schatting en in voorbereiding. Besluitvorming vindt plaats door de bewindslieden in het najaar voorafgaand aan het uitvoeringsjaar

Op het beleidsartikel 31 van de begroting van Verkeer en Waterstaat (HXII) is een overzicht terug te vinden, wat inzicht geeft in de suppletie en de overschrijding van de kustlijn vanaf 1991.

Hieronder is indicatief aangegeven waar de suppletie en in welke hoeveelheden in de afgelopen jaren suppleties hebben plaatsgevonden.

Suppletie overzicht 1991-2004

8,71 min m3M^»:«

22,90 min m3 SSSSSÏZZ

25,12 min m3 ^Xfsiisx-^^x^

13,02 min m3 E

17,21 min m3 Ktxszt/sMt

[kustvak/lengte(km)] [totaal '91-'04] Maasvlakte/2 8,97 min m3 III           III

2004 2002 2000 1998 1996 1994 1992

8,97 min m3                                        M                     2003 2M1 1999 1997 1995 1993 1"1

Voorne „ ?* 0,16 min mW Goeree/18j5_\ Schouwen/17                 . 2,18 min m3!^^

6,24 min m3 ESH^P^P^ip Noord-Beveland/2,5 f Walcheren/30                    1,93 min m3

11,54 min m3

Zeeuwsch-Vlaanderen/14,5 2.75 min m3

Ad 2. Beheer en onderhoud stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen

+ Stormvloedkeringen

Ter beveiliging van ons land tegen de zee is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Het Rijk heeft vier stormvloedkeringen in beheer: de Stormvloedkering Oosterschelde, de Stormvloedkering Nieuwe Waterweg (de Maeslantkering), de Hartelke-ring en de Stormvloedkering Hollandsche IJssel. Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen, het onderhoud aan het besturingssysteem en periodieke inspecties. Bij de stormvloedkeringen wordt apart aandacht besteed aan conserveringen en aan informatietechnologie ten behoeve van de besturing (m.n. ten behoeve van de Maeslantkering). Informatietechnologie kent een minder lange levensduur dan de «harde» infrastructuur. De benodigde middelen voor vervanging liggen hoog.

+ Rijkswaterkeringen

Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt ongeveer 480 km primaire waterkeringen. Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Wet op de Waterkering vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Het betreft hier met name waterkeringen die bescherming bieden aan bovenregionale gebieden en waterkeringen waarvoor het achterland onvoldoende financiële draagkracht heeft. Buiten de eerder genoemde stormvloedkeringen gaat het om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland. De uitgaven voor de noodzakelijke 5-jaarlijkse toetsing van de Rijkswaterkeringen (in het kader van de Wet op de Waterkering om te voldoen aan de wettelijke functie-eisen) behoren ook tot de activiteiten.

Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt Rijkswaterstaat een aantal niet-primaire waterkeringen. Dit zijn waterkeringen die niet onder de Wet op de Waterkering vallen omdat ze geen bescherming hoeven te bieden tegen het buitenwater, maar wel aan een bepaald veiligheidsniveau moeten voldoen. Het betreft hier onder andere de zeereep (de eerste duinen die grenzen aan het strand welke niet tot de dijkring behoort) en de Waddenzeekust voor Texel.

Voor het jaar 2006 gelden de volgende prestatieafspraken:

 
           

Basispakket

 

Pre

statie-indicator

 

Waarde 2006

           

Primaire waterkeringen Groei naar 100% voldoen aan de normen 85% wet op waterkeringen (alle bekende maatregelen uitvoeren)

Beheer en onderhoud zonder beperkingen 100% uitvoeren

Na afloop van het uitvoeringsjaar zal RWS in de verantwoording aangeven of deze prestaties ook inderdaad zijn gerealiseerd. Om de met de uitvoeringsflexibiliteit beoogde efficiency te bereiken zal gebruik gemaakt worden van een palet aan prestatiebestekken en andere geïntegreerde contractvormen. Daarbij zullen verschillende soorten werkzaamheden worden gecombineerd in één integraal contract met één prijs.

De bekostiging van de prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per eenheid areaal.

 
             

Basispakketten

   

Areaaleenheid

   

Omvang Tariefin Totaal-€1000 budget 2006 in € 1 000

             

Infraprovider Dijken primaire waterkeringeninkm 480 55,048 26423

Stormvloedkeringen 4 8537 34147 Niet primaire waterkeringeninkm 268 22,754 6098 Suppleren voor kustlijnzorg in m3 12 000 000 0,004 48883

  • in voorgaande begrotingen was steeds sprake van 291km primaire keringen. Het aantal km niet-primaire kering werd niet genoemd. Tijdens een inventarisatie van het areaal in 2004 zijn de nu opgenomen aantal km vastgesteld.

Een nadere toelichting op het totstandkomen van het tarief, de prestatieindicator en een nadere toelichting op de verschillende componenten van het basispakket beheer en onderhoud is terug te vinden in het MIT-projecten-boek 2006.

11.02.05 Basispakket Beheer en onderhoud Waterbeheren

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem in die conditie te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie integraal waterbeheer. Daarbij valt te denken aan:

+ beheer en onderhoud van rijkswateren ten behoeve van maatgevend hoogwater (MHW);

+ beheer en onderhoud van stuwende en spuiende kunstwerken, oevers

en bodems; + beheer en onderhoud van rijkswateren ten behoeve van waterkwaliteit; + beheer en onderhoud van oevers en bodems; + Vergunningverlening en handhaving.

Vergunningverlening en handhaving zijn gericht op het voldoen aan de nationaal vastgestelde uitvoeringskaders, toetskaders, wettelijke eisen, Europese richtlijnen (Kader Richtlijn Water) en internationaal gemaakte afspraken. Hieronder valt de in 2006 vast te stellen zwemwaterrichtlijn. Vergunningverlening en handhaving vinden plaats op basis van een risicoanalyse. De handhaving omvat een minimaal afgesproken aantal bedrijfsbezoeken en opvolgingsacties. Voor risicovolle (berekend risico voor water en omgeving) bedrijven zijn de vergunningen actueel zodat de handhaving op dat punt optimaal kan zijn. Prioritaire stoffen (waarover zeer ernstige zorg bestaat op basis van de huidige kennis van hun gevaareigenschappen) zijn in de vergunning afgedekt. Bij vergunningverlening wordt altijd getoetst aan de Vogel- en habitatrichtlijn.

Het kabinet heeft besloten tot de vorming van een «Kustwacht Nieuwe Stijl» per 1 maart 2006. Deze kustwacht nieuwe stijl wordt thans nader uitgewerkt, waarbij de ministeriële verantwoordelijkheid van de betrokken ministers voor handhaving op hun gebied gehandhaafd blijft. Deze kustwacht beschikt over materiaal (vaar- en vliegtuigen) en personeel, en heeft daarnaast ook trekkingsrecht op het gebruik van andere vaartuigen van Defensie en VenW. Beleid en begroting worden onder regie van VenW in de ministerraad vastgesteld, de directeur Kustwacht bij defensie wordt operationeel verantwoordelijk. De mogelijkheid van één rijksbrede civiele rederij wordt nader onderzocht.

Naast het uitvoeren van beheer- en onderhoudsmaatregelen omvat het basispakket ook een aantal activiteiten ter voorbereiding van beheer en onderhoud. Het gaat daarbij om onder andere het opstellen van normen en richtlijnen, het voorbereiden van kaders waardoor de realisatie op een verantwoorde en efficiënte wijze kan plaatsvinden en het uitvoeren van audits.

Door de specialistische diensten van Rijkswaterstaat wordt regelmatig onderzocht hoe het beheer en onderhoud nog doelmatiger, efficiënter, veiliger of met minder hinder voor het verkeer en vaarweggebruikers uitgevoerd kan worden.

Het beheer en onderhoud van het hoofdwatersysteem wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken. Deze prestatieafspraken geven aan op welk kwaliteitsniveau beheerd en onderhouden zal worden. Voor 2006 zijn de prestatie afspraken nog in ontwikkeling.

De bekostiging van de prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per vergunning.

Basispakketten

Areaaleenheid

Tarief in € 1 000

Totaalbudget 2006 in € 1 000

Beheer en onderhoud waterbeheren

Vergunningen

2 773

17 81549 400

mvang

11.02.08 Groot variabel onderhoud Waterbeheren

+ Impuls 2003

Voor de Hoofdwatersystemen is het plan van aanpak van toepassing van achterstallig onderhoud. In dit plan is een aantal projecten genoemd. Deze projecten hebben invloed op de afgesproken prestaties. Projecten hebben een lange looptijd en worden pas na 2006 gerealiseerd.

 

Projecte

n

Netwerk

   

Doorlooptijd

Start uitvoering

   

Stuwen Lek Haringvliet

HWS HWS

2004-2010 2004-2009

2006 2005

Om (verkeers)overlast zo veel als mogelijk tot een minimum te beperken, zullen de werkzaamheden goed afgestemd worden, zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma alsmede met werkzaamheden vanuit hoofdwatersystemen.

11.03 Aanleg

11.03.01 Realisatie Waterkeren

Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten uitgevoerd. Deze projecten hebben betrekking op:

  • 1. 
    rivierverruiming;
  • 2. 
    dijkversterking en herstel en onderzoek steenbekleding;
  • 3. 
    overige onderzoeken en kleine projecten;
  • 4. 
    resterende werkzaamheden Deltaplan Grote Rivieren;
  • 5. 
    Zwakke schakels kust;
  • 6. 
    hoogwaterbeschermingsprogramma.

In artikel 16 van deze begroting (megaprojecten niet verkeer en vervoer) wordt ingegaan op de grote projecten Ruimte voor de Rivier (16.2) en Maaswerken (16.3).

Ad 1. Rivierverruiming

Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden projecten uitgevoerd met als doel rivierverruiming om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen. Andere projecten die in het kader van de rivierverruiming worden uitgevoerd betreffen de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Over deze laatste projecten is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Doel van deze overeenkomst is het realiseren van 7 000 ha (nieuwe) natuurontwikkeling door aankoop en inrichting. De realisatie van de natuurontwikkeling moet uiterlijk 2015afgerond zijn. Voorbeelden van projecten die worden uitgevoerd om deze doelstelling te realiseren zijn de projecten Hemelrijkse Waard, Batenburg en het Lexkesveer. In totaal is € 119 mln beschikbaar gesteld. Naast deze projecten wordt een grootschalige rivierverruiming voorbereid in het project Ruimte voor de Rivier en voor de Maas zijn de meeste rivierverruimende maatregelen ondergebracht in het project Maaswerken (zie artikel 16 IF).

Ad 2. Dijkversterking en herstel en onderzoek steenbekleding De verbetering van de dijken van de Noord-Oostpolder en Flevoland langs het IJsselmeer en het Markermeer wordt in 2005afgerond. De verbetering bestaat uit verhoging en/of versterking van de waterkering of uit vervanging van de bestaande steenbekleding. Ook het programma herstel en onderzoek steenbekleding Westerschelde en Oosterschelde valt onder dit onderdeel.

Ad 3. Overige onderzoeken en kleine projecten

De volgende onderzoeken zijn voor 2006 gepland:

+ veiligheid Nederland in kaart (VNK) met dit project worden de kansen op en de gevolgen van overstromingen van de dijkringen in Nederland in kaart gebracht volgens een nieuwe methode. De sterkte van kunstwerken, inzicht in zwakke plekken in de dijkring en het omgaan met onzekerheden in kennis vormen belangrijke onderdelen van het project;

+ sterkte en belasting waterkeringen, waarbij onder andere het inzicht in de golfvoortplanting verbeterd wordt;

+ hydraulische randvoorwaarden 2006 de wet op de waterkering stelt (o.a.) dat Verkeer en Waterstaat verantwoordelijk is voor het uitbrengen van hydraulische randvoorwaarden en andere instrumenten die door waterkeringbeheerders worden gebruikt bij de vijfjaarlijkse toetsing van de veiligheid van de primaire waterkeringen en die worden gebruikt bij het ontwerp van die waterkeringen.

Ad 4. Resterende werkzaamheden Deltaplan Grote Rivieren De werken langs de grote rivieren met als doel om bij een afvoer bij Lobith van 15000 m3/sec voldoende veiligheid te bieden, zijn grotendeels voltooid. In het kader van bescherming tegen hoge buitenwaterstanden zijn langs de kust en in het benedenrivierengebied nog enkele werken in uitvoering. Daarnaast wordt nog een aantal subsidies verstrekt en bijdragen verleend in het kader van de afronding van het Deltaplan grote rivieren.

Ad 5. Zwakke Schakels Kust

Voor toelichting van de Zwakke Schakels Kust wordt verwezen naar

paragraaf 11.05.02.

Ad 6. Hoogwaterbeschermingsprogramma

Er worden een aantal subsidies verstrekt en bijdragen verleend in het kader van het hoogwaterbeschermingsprogramma. Onder dit programma vallen onder andere de werkzaamheden die voortkomen uit toetsingen als ook de verbeteringen van de steenbekledingen. Voor meer detailinformatie over projecten wordt verwezen naar het MIT/SNIP-projectenboek dat als bijstuk bij de begroting wordt ingediend.

11.03.02 Realisatieprogramma Waterbeheren

Onder waterbeheren vallen de volgende projecten:

  • 1. 
    projecten Herstel en Inrichting watersystemen. Per 2006 is hier het gehele herstel en inrichting-programma opgenomen;
  • 2. 
    saneren van waterbodems incl SUBBIED (Subsidieregeling Baggeren bebouwd gebied), GVB (landelijke proef grootschalige verwerking baggerspecie) en SVB (stimulering verwerking baggerspecie);
  • 3. 
    gemalen IJmuiden en Gouda.

Daarnaast wordt binnen dit programma het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) verantwoord.

Ad 1. projecten Herstel en Inrichting watersystemen

Het programma Herstel & Inrichting (H&I) is gericht op het ecologisch

herstel van de Rijkswateren en bestaat voornamelijk uit verbetering van

de hydromorfologie van de watersystemen (ontwikkeling van door water

gevormde structuren in waterlopen en de hiermee samenhangende

omgevingen). De prioriteit ligt bij de realisatie van de doelen van de

Kaderrichtlijn Water (KRW) en met name bij de doelstellingen voor

beschermde gebieden. Zolang deze doelstellingen niet zijn vastgesteld

wordt gewerkt aan de volgende maatregelen:

+ het creëren van langsverbindingen (dit zijn verbindingen in de

stroomrichting van het watersysteem); + het beschermen en creëren van natuurlijke land-waterovergangen en

dwarsverbindingen; + het creëren van natuurlijke stromingspatronen; + het herstellen van natuurlijke peildynamiek (meren, zoetwatergetijde).

In 2005wordt het programma van Herstel en Inrichtingsprojecten verder ingevuld voor de jaren 2006–2010, dat moet bijdragen aan de doelen uit de Vierde nota Waterhuishouding en anticiperen op de doelen van de Kaderrichtlijn Water.

Ad 2. Saneren van waterbodems

Hiervoor worden projecten uitgevoerd die te maken hebben met waterbodemsaneringen en met het bergen en verwerken van vervuilde baggerspecie (o.a. depot Hollandsch Diep, projecten uit het saneringsprogramma rijkswateren en diverse subsidieregelingen (SUBBIED en SVB).

De landelijke proef grootschalige «verwerking baggerspecie» (GVB) is in 2004 gestart. Het saneren van vervuilde waterbodems wordt uitgevoerd onder de noemer saneringsprogramma rijkswateren. Het programma geeft een overzicht van het waterbodemonderzoek en de waterbodemsaneringen die zijn geprogrammeerd in de wateren waarvoor de Minister van Verkeer en Waterstaat waterkwaliteitsbeheerder is op grond van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren.

Ad 3. Gemalen IJmuiden en Gouda

In het kader van bestrijding van wateroverlast wordt gewerkt aan de realisatie van twee gemalen te Gouda en IJmuiden. De verwachting is dat deze nog in 2005worden afgerond.

+ Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)

Op 2 juli 2003 is het Nationaal Bestuursakkoord Water ondertekend door het Rijk, Provincies, Gemeenten en Waterschappen met als doel samen de waterproblematiek in Nederland aan te pakken. Het akkoord heeft tot doel om in de periode tot 2015het watersysteem in Nederland op orde te krijgen en daarna op orde te houden. Het gaat daarbij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat. Om deze problemen te bestrijden zijn maatregelen nodig met als uitgangspunt het eerst vasthouden, dan bergen en vervolgens afvoeren van water. Het kabinet heeft een eenmalige impuls van € 100 miljoen beschikbaar gesteld om een snelle start van de uitvoering van maatregelen tegen wateroverlast te bevorderen.

De «Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast» die hiertoe met de NBW-partijen is opgesteld is met ingang van 1 april 2004 opengesteld. Op 1 juli 2004 is het volledige budget vastgelegd in beschikkingen aan 67 gemeenten en waterschappen. In de gehonoreerde aanvragen zijn 302 projecten opgenomen. De 302 projecten zullen allemaal uiterlijk in 2007 gestart zijn en naar verwachting in 2010 zijn gerealiseerd. De nadruk in de projecten ligt op het vasthouden en bergen van overtollig water. De gemeente Almelo heeft als eerste subsidiënt haar uitvoeringsplan uitgevoerd. De definitieve vaststelling van subsidies is daarmee gestart.

11.05 Verkenningen en planstudies

11.05.01 Verkenningenprogramma Hoofdwatersystemen

De volgende verkenningen vinden plaats binnen het artikel hoofdwatersystemen:

+ Herinrichting Waals Nederlandse Grensmaas:

In het watersysteem Bovenmaas, dat gezamenlijk met België (Wallonië) wordt beheerd, spelen problemen met betrekking tot inrichting, welke betrekking hebben op waterbeheersing en ecologie. In de verkenning zal een aantal oplossingsrichtingen worden bezien.

+ Gefaseerde kustuitbreiding Delflandse kust:

Uitwerking van de motie Geluk (29 200 XII nr. 53) naar de mogelijkheden voor een kustuitbreiding tussen Hoek van Holland en Scheveningen. In samenwerking met de provincie Zuid-Holland richt de verkenning zich op het benoemen van voorwaarden waaraan voldaan moet worden om kustuitbreiding haalbaar te maken en nadrukkelijk niet op de realisatie van een eventuele kustuitbreiding.

De eerste fase van de verkenning is in januari 2005aan de Tweede Kamer gerapporteerd (TK 29 800 XII, nr. 55). Hierbij is aangegeven onder welke financiële randvoorwaarden kustuitbreiding met PPS mogelijk is. De tweede fase van de verkenning zal zich in een parallel proces richten op nut en noodzaak en het verkrijgen van maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak. De verwachting is dat de Tweede Kamer medio 2006 over het eindresultaat van de verkenning kan worden geïnformeerd.

+ Integrale verkenning Maas (IVM)

In de 2e helft van de 21e eeuw worden als gevolg van de klimaatverandering hogere afvoeren van de Maas verwacht. De Integrale Verkenning Maas (IVM) is eind 2000 gestart met als doel voorbereid te zijn op deze hogere afvoeren. Uitgangspunt is het handhaven van het huidige wettelijke beschermingsniveau met een overstromingskans van 1:1250 per jaar in het bedijkte deel van de Maas en 1:250 per jaar in het onbe-dijkte deel. De bedoeling is dit in de periode na de voltooiing van de Maaswerken te realiseren door het geleidelijk scheppen van extra ruimte voor de rivier. Dit zal zoveel mogelijk worden gekoppeld aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In de tweede fase zal in overleg met de regio door nadere selectie een concrete lijst van verruimingsprojecten voor de Maas worden opgesteld. Met de Vlaamse rivierbeheerder worden mogelijke maatregelen op de Vlaamse oever verkend. De tweede fase zal worden afgerond met een advies van de regionale stuurgroep aan de Staatssecretaris van VenW in het najaar van 2005.

+ Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas (Nood-overloopgebieden) Het systeem van de Nederlandse grote rivieren is in 2015uitgelegd op het veilig kunnen afvoeren van een afvoer die één maal per 1250 jaar voorkomt. Echter de kans dat er rivierafvoeren zullen optreden die groter zijn, is niet uitgesloten. De overstromingen die dan kunnen optreden, hebben grote gevolgen. Derhalve heeft de Regering in haar standpunt van december 2003 besloten om naast de optie noodoverloopgebieden ook nog 4 andere opties te onderzoeken: internationale afstemming, structurele normverhoging, organisatorische maatregelen en compartimentering. In haar Tussenbesluit van mei 2005heeft het Kabinet besloten af te zien van 2 van de 3 noodoverloopgebieden en de verkenning naar het noodoverloopgebied Beerse Overlaat en de andere 4 opties, door te zetten. De verwachting is dat de Tweede Kamer in het voorjaar 2006 over het eindresultaat van de verkenning kan worden geïnformeerd.

+ Natuurontwikkelingsschets Eems

De verwachting is dat de druk van economisch gerichte activiteiten op de morfologie van het Eems-estuarium, zoals scheepvaart, verdiepingen en schelpenwinning, in de toekomst verder zal toenemen. Dit zal waarschijnlijk met negatieve effecten op de natuur gepaard gaan. In het natuurontwikkelingsplan wordt een pakket van concrete, locatiespecifieke herstel en inrichtingsmaatregelen beschreven die bijdragen aan de doelen voor de Kaderrichtlijn Water.

11.05.02 Planstudieprogramma waterkeren

De volgende planstudies vinden plaats binnen het programma water-keren.

+ Zwakke Schakels Kust

De bescherming tegen overstromingen vanuit de zee is geregeld in de Wet op de Waterkering, waarin normen zijn opgenomen waaraan de zeeweringen moeten voldoen. Echter, naar aanleiding van signalen over een sterkere golfbelasting op de kust, is in 2003 door de waterschappen nogmaals gekeken naar de sterkte van de zeeweringen. De inzichten hebben geleid tot tijdelijke maatregelen zoals diverse zandsuppleties. Daarnaast is er gesignaleerd dat er op 10 locaties langs de kust zogenoemde zwakke schakels zijn, waarvoor binnen een periode van 20 jaar dijkversterking nodig is. Op 8 van deze 10 locaties ligt tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde prioritaire zwakke schakels: kop van Noord-Holland (Den-Helder–Callantsoog), Hondsbossche en Pettemer Zeewering, Noordwijk, Scheveningen, Kijkduin–Hoek van Holland, Flaauwe Werk, Zuidwestkust Walcheren en West Zeeuws Vlaanderen. Voorne en de Helderse zeewering in Den Helder zijn de twee zwakke schakels waar alleen een dijkversterking nodig is. Voor de prioritaire zwakke schakels heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat een beschikking aan de betreffende kustprovincies van in totaal € 9,67 mln. gegeven voor het maken van integrale planstudies. Vanaf 2004 zijn de provincies gestart met de planstudies, waarbij Rijkswaterstaat een bijdrage levert aan de totstandkoming van de integrale planstudie. Daarnaast is voor technische ondersteuning een kenniscoördinatiepunt ingesteld.

De planstudies worden medio 2007 afgerond. De besluitvorming over de financiering van de versterkingsplannen is vervroegd. In het voorjaar van 2006 zullen de drie kustprovincies op basis van de op te stellen voorkeursalternatieven gezamelijk een voorstel voor prioritering aanleveren.

Uitvoering zal plaatsvinden van 2007 t/m 2020. Om in 2007 voortvarend met de uitvoering een start te kunnen maken is in deze begroting voor de periode 2007–2010 een bedrag van € 96 mln. versneld beschikbaar gesteld; totaal blijft tot en met 2020 voor het programma Zwakke Schakels kust een bedrag van € 743 mln. gereserveerd. Deze middelen worden geprogrammeerd binnen het jaarlijks vast te stellen Hoogwaterbeschermingsprogramma.

+ Extra spuicapaciteit Afsluitdijk

In verband met de uitbreiding van de spuicapaciteit wordt in het IJssel-meergebied een planstudie uitgevoerd. Met deze planstudie wordt de MER gemaakt op basis waarvan het dijkversterkingsplan conform de Wet op de waterkering wordt opgesteld. Nader onderzoek is vereist voor zowel de MER als ook ter voorbereiding van de realisatie. Verwacht wordt dat de planstudie naar de uitbreiding van de spuicapaciteit in de Afsluitdijk eind 2006 gereed is. De start van de realisatie is voorzien in 2008.

11.05.03 Planstudieprogramma waterbeheren

De volgende planstudies vinden plaats binnen het programma water-beheren.

+ Natuurlijk Peilbeheer Veerse Meer

Het huidige tegennatuurlijke peilbeheer in het Veerse Meer brengt delen van het watersysteem uit evenwicht. Het peilbeheer is vrijwel volledig afgestemd op de afwateringsfunctie voor de landbouw in de winter en de recreatieve functie in het voorjaar en de zomer. Hierdoor komt de ecologische kwaliteit nauwelijks tot ontwikkeling en worden ook de recreatieve potenties nauwelijks benut. Een natuurlijker peilbeheer geeft de natuur de kans om een situatie te ontwikkelen die meer past bij een watersysteem met (beperkt) getij. Rijkswaterstaat en de provincie Zeeland voeren een planstudie/MER uit naar een meer natuurlijk peilbeheer. De planstudie is in 2007 gereed.

+ Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes) Op 11 maart 2005ondertekenden de bewindslieden Minister K. Peeters (Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Vlaanderen), Minister K. Peijs (Verkeer en Waterstaat Nederland), Minister C. P. Veerman (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Nederland) en Staatssecretaris M. H. Schultz van Haegen (Verkeer en Waterstaat, Nederland) het derde Memorandum van Overeenstemming, waarbij namens beide regeringen de besluiten van de Ontwikkelingsschets Schelde-estuarium zijn vastgesteld. Met de uitkomsten van deze Nederlands-Vlaamse verkennende studie is een start gemaakt met de planstudiefase naar een samenstel van maatregelen om de veiligheid, toegankelijkheid en natuurlijkheid van het estuarium te verbeteren. In het Memorandum is afgesproken dat wij ons krachtig zullen inspannen om de noodzakelijke wettelijke procedures voor de verdieping in 2007 af te ronden, zodat de gewenste vaardiepte in 2009 kan worden verwezenlijkt.

Intussen wordt gewerkt aan de totstandkoming van verdragen om de uitvoering van deze projecten veilig te stellen, en om de hechte samenwerking van de laatste jaren met het Vlaamse Gewest rond beleid en beheer ten aanzien van het estuarium te bestendigen. Het is de bedoeling deze verdragen in 2006 ter ratificatie aan de Staten-Generaal aan te bieden.

+ Volkerak-Zoommeer

Begin jaren ’90 werd in toenemende mate in de zomer blauwalgenbloei aangetroffen. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van hoge nutriëntenconcentraties en de lange verblijftijd van het water. De blauwalgenbloei leidt tot veel overlast voor verschillende gebruiksfuncties (oever- en verblijfsrecreatie, wonen, natuur, landbouwwater). Er zullen twee alternatieven onderzocht worden: zoet doorspoelen en zout doorspoelen. De planstudie is medio 2006 gereed.

11.09 Ontvangsten

Op het ontvangstartikel wordt het volgende verantwoord:

especificeerde ontvangsten op de producten van dit productartikel (x

20052006                2007

2008

2009

2010

 

Inrichting Veluwe randmeer

989

1 419

1 193

866

Projectbureau Deltanatuur

100

100

100

100

Vergroten spuicapaciteit

275

     

Overige aanleg ontvangsten, incl. EU-bijdragen mbt

       

IRMA

11 253

4 637

   

66

66

Totaal Ontvangsten Aanleg

12 617

6 156

1 293

966

66

66

d. projectoverzichten

 
   

Waterkeren (Hoofdwatersystemen)

 
 

Totaal MIT/SNIP

   

Budget in mln

Oplevering MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2004

20052006 2007 2008 2009

2010 later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

             

(Deltaplan grote rivieren)

             

Maatregelen i.r.t. rivierverruiming Projecten (inter)nationaal

NURG Participatie

118 17

119 36 14 7 7 7 7 7 33 17 21222224

2015

2015

Projecten landsdeel Oost

Doorlatend maken spoorbrug Oosterbeek

51

51

47

4

     

Projecten landsdeel Zuid

Keent

17

14

 

21752

 

2010

2008

Dijkversterking Projecten landsdeel West

Flevoland en Noordoostpolder

93

93

7518

 

200

200

Herstel steenbekleding Projecten (inter)nationaal

Onderzoek Hydraulische randvoorwaarden (HR 2006) Onderzoek Veiligheid Nederland in Kaart (VNK)

87431 12 12 10 2

 

2006 2006 20052004

Noordoostpolder en Flevoland

59

59

30

17 11

 

2006

2006

Projecten landsdeel Zuid

Oosterschelde* Westerschelde

479 433

437

218

9 11 24 30 20 23 2526 30

65340 28 64

2015 201

201

Hoogwaterbescherming Projecten (inter)nationaal

Hoogwaterbeschermingsprogramma 1een2etoetsing*                                          394

Hoogwaterbeschermingsprogramma overige projecten*                                         134

 

12

18

26

2520

25

267

2020

2

7

10

1515

8

77

2020

Zwakke Schakels Nederlandse Kust

Zeewering Den Helder*

1

 

0

1

         

2005

Overig

Kleine projecten

21

21

13

4

4

         

Totaal categorie 0

2 484

 

1 042

134

91

88

103

105134

78

 

Begroting (IF 11.03.01)1

     

134

91

90

113

160 187

   
  • Nieuw in realisatie

1 Dit is inclusief de planstudie Extra spuicapaciteit Afsluitdijk.

 

Waterbeheren (Hoofdwatersystemen)

                 

Realisatie IF 11.03.02

                 
 
   

Totaal

         

Oplevering

 

MIT/SNIP

     

Budget in

mln

MIT/SNIP

   

t/m

             

Projectomschrijving huidig

vorig 2004 20052006

2007

2008

2009

2010

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

Projecten (inter)nationaal

Proef Grootschalige Verwerking

                 

Baggerspecie (GVB)

22

23 2 4 4 5 7

     

2008

2008

Sanering waterbodems

401

408 53 29 27

19

25

20

26

202

divers

divers

Stimuleringsregeling hergebruik

                 

baggerspecie (SVB)

11

31 2 1 1 1 1 1 4

 

2009

 

Subsidie baggeren bebouwd gebied

                 

(SUBBIED)

123

103 52527

22

2519

   

2010

2009

Projecten landsdeel Oost

Inrichting IJsselmonding

13

11 8 4 1

         

2006

2005

Integrale inrichting Veluwe randmeer

                 

(IIVR)

39

38 4 6 2

5

5

5

5

7

2011

2011

Projecten landsdeel West

Natte natuurprojecten IJsselmeer-

                 

gebied

30

2516 5 6

3

       

2007

2004

Depot Hollandsch Diep

78

82 13 6 12

2518

4

   

2008

2007

Haringvliet De Kier

3535 4 10 6

10

4

1

   

2006

2006

Klein Profijt

2

2 2

         

20052004

Uitbreiding gemaalcapaciteit

                 

IJmuiden

49

49 44

         

200

200

Projecten landsdeel Zuid

Aanleg baggerdepots (voorheen

                 

Depot Koerogspolder)

22

32 16 4 2

         

2007

2007

Doorlaatmiddel Veerse Meer

20

20 19 1

         

2004

2004

Vispassages Grave en Borgharen

77142

         

2006

2005

Overig

Nieuwe projecten Herstel en Inrichting

                 

(H&I, excl. B&O-deel)

403

2253 13 6

17

1

26

28

29

n.v.t.

 

Nationaal Bestuursakkoord Water

100

1 11 14

10

30

23

11

     

Totaal categorie 0 (IF 11.03.02) 1 355

191 130 110

117

130

99

74

504

   

Begroting (IF 11.03.02)

 

130 110

117

130

99

74

     

Hoofdwatersystem Verkenningen IF 11.05.0 Lopende verkenningen

 

Locatie

Probleem

Indicatie modaliteit

Referentiekader

Gereed

Landsdeel (inter)nationaal)

Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas (Noodoverloopgebieden)

Veiligheid

Waterbeheren

Kabinetsstandpunt Noodoverloopgebieden december 2003

2006

Landsdeel Noord

Natuurontwikkelingsplan Eems

Natuur

Waterbeheren

Kaderrichtlijn Water

2007

Landsdeel West

Gefaseerde kustuitbreiding Delflandse kust

Kustuitbreiding

Waterkeren

Motie Geluk (TK 29 200 XII nr. 53)

2006

Landsdeel Zuid

       

Herinrichting Waals Nederlandse Grensmaas

Integrale Verkenning Maas (IVM)

Waterbeheersing en Kaderrichtlijn Water

Duurzame hoogwaterbescherming

Waterbeheren

Waterkeren

Afspraak tussen Nederland en België/ Wallonië

Kabinetsstandpunt Ruimte voor de Rivier december 2000

2007

2005

 
                   

Waterkeren (Hoofdwatersystemen) Planstudie IF 11.05.02

 

Bedragen in mln

Raming kosten Budget

           

Uitvoering

Projectomschrijving

Taak-min. max. stellend

20052006

2007

2008

2009

2010

later

Periode

CATEGORIE 1

Projecten (inter)nationaal

Extra spuicapaciteit Afsluitdijk Overige steenzetting Zwakke Schakels Nederlandse Kust

250 377

742

pb

uo

uo

     

2008-2013 2009-2015

2007-2020

Totaal categorie 1

1 369

             

Legenda

pb          projectbesluit

uo          uitvoeringsopdracht (beschikking)

 

Waterbeheren (Hoofdwatersystemen) Planstudie IF 11.05.03

   
     

Bedragen in mln

Raming kosten Budget Planning

Uitvoering

Projectomschrijving

taak-min. max. stellend 20052006 2007 2008 2009 2010 later

Periode

CATEGORIE 1

Projecten (inter)nationaal

Volkerak Zoommeer

40 59 pb

2007-2010

Projecten landsdeel Zuid

«Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes); Nederlands aandeel *)» Peilbesluit Veerse Meer Speciedepot Maasdal 1)

30 pb uo pm pb 35pb

2007–2012

2007–2010

na 2010

Totaal categorie 1

65

 
  • Nieuw in planstudie.

1 Exclusief 5miljoen kosten grondverwering, die in 2004 zijn betaald.

Legenda

pb          projectbesluit

uo          uitvoeringsopdracht (beschikking)

  • 12. 
    Hoofdwegennet

a.  Relatie producten en beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII). Het infrastructuurfondsartikel hoofdwegen is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen: + artikel 32: Bereiken van een optimale veiligheid in of als gevolg van

mobiliteit; + artikel 34: Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd; + artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.

In het MIT-projectenboek 2006 is per aanlegproject beschreven welk probleem met het betreffende project wordt opgelost. Uitgangspunt voor de besluitvorming over de projecten is het MIT-spelregelkader. Hierin zijn de belangrijkste beslismomenten van de projecten vastgelegd.

b.  Budgettaire gevolgen van uitvoering

 

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000)

         
         
  • 12. 
    Hoofdwegennet

2004

20052006

2007

2008

2009

2010

Verplichtingen

3 478 578

2 379 467

2 125 087

2 387 305

2 934 954

2 592 898

2 797 942

Uitgaven

1 588 635

2 030 225

2 542 951

2 784 881

2 918 362

2 686 220

2 797 975

12.01 Verkeersmanagement

45 140

62 441

54 292

49 664

50 129

51 394

51 936

12.01.01 Basispakket verkeersmanage-

             

ment

45 140

62 441

54 292

49 664

50 129

51 394

51 936

12.02 Beheer en onderhoud

610 828

721 590

836 106

818 545

789 396

763 446

826 699

12.02.01 Basispakket B&O infrastr.

             

Hoofdwegen

540 146

641 262

677 447

608 867

703 147

688 793

751 050

12.02.02 Service pakket B&O infrastr.

             

Hoofdwegen

70 682

80 328

158 659

209 678

86 249

74 653

75 649

12.03 Aanleg, benutting en planstudie na

             

tracebesluit

866 204

919 653

1 172 628

1 353 268

1 189 341

850 963

806 894

12.03.01 Realisatieprogramma hoofdwe-

             

gen

647 811

617 653

724 703

859 537

719 740

485 461

439 444

12.03.02 Planstudieprogramma na

             

tracebesluit

218 393

302 000

447 925

493 731

469 601

365 502

367 450

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

37 968

111 921

117 978

126 991

139 961

133 959

113 958

12.04.01 Geïntegreerde contractvormen/

             

PPS

37 968

111 921

117 978

126 991

139 961

133 959

113 958

12.05Verkenning en planstudies voor

             

tracebesluit

28 49 214 620

361 947

436 413

749 3

886 48

998 488

12.05.01 Verkenningen

 

700

700

       

12.05.02 Planstudieprogramma vóór

             

tracebesluit

28 495213 920

361 247

436 413

749 3

886 458

998 488

Van totale uitgaven:

             

– Bijdrage baten-lastendienst

 

1 063 6451 189 339

1 170 903

1 121 113

1 05 910

1111 936

– Restant

 

966 580

1 353 612

1 613 978

1 797 249

1 630 310

1 686 039

– waarvan op1januari 2006 juridisch

             

verplicht

 

100%

39%

14%

13%

8%

5%

12.09 Ontvangsten

             

Ontvangsten

152 215

5 300

32 764

26 403

94 527

22 001

7 665

c. Het actuele programma

12.01 Verkeersmanagement

12.01.01 Basispakket verkeersmanagement

De reikwijdte van verkeersmanagement

Verkeersmanagement streeft naar goed gebruik van de beschikbare

infrastructuur en draagt bij aan het bereiken van een voorspelbare en

betrouwbare reistijd van deur tot deur. Hieraan wordt invulling gegeven

door in intensieve samenwerking met de regionale partners (publiek en

privaat) activiteiten te verrichten op het gebied van:

+ voorlichting over Rijkswegen;

+ reistijd- en route-informatie;

+ gedisciplineerd en sociaal weggedrag;

+ hulpverlening bij pech en ongevallen (incidentmanagement);

+ verkeersgeleiding bij grote drukte.

Bij het verder vormgeven van verkeersmanagement wordt onderscheid

gemaakt tussen twee toepassingsgebieden te weten:

+ het onder «normale» omstandigheden zorgen dat de wegen in een

gebied zo goed mogelijk worden gebruikt. De reguliere ochtend- en

avondspits zijn daarbij de meest aansprekende tijdsperioden; + het onder «niet normale« omstandigheden zorgen dat de afwijkingen

zo goed mogelijk worden gereguleerd. Hierbij valt te denken aan

evenementen, wegwerkzaamheden en incidenten.

Vanuit de vijf regionale verkeerscentrales en de landelijke verkeerscentrale (VCNL) wordt voor beide toepassingsgebieden een pro-actieve sturing voorgestaan. Het benodigd instrumentarium voor deze sturing van het verkeer is in ontwikkeling. Hierbij wordt, in lijn met de bevindingen van de Commissie Luteijn, getracht om te werken binnen bestuurlijk afgedekte samenwerkingsgebieden. Het streven is om het Rijkswegennet in samenhang met het regionaal wegennet te besturen.

Na de succesvolle implementatie van incident management in de afgelopen jaren worden in 2006 verdergaande maatregelen op dit gebied onderzocht. Vooral de zwaardere ongevallen (met vrachtauto’s of meerdere personenauto’s) krijgen daarbij prioriteit. Dit type ongevallen veroorzaakt immers vaak langdurige overlast voor de weggebruikers. De verdergaande maatregelen kunnen onder andere bestaan uit het versnellen van het politieonderzoek en het versneld vrijmaken van de weg.

Tot nu toe wordt gewerkt in een twintigtal samenwerkingsverbanden (grote en middelgrote stedelijke agglomeraties). Bij een aantal heeft dit reeds geleid tot pakketten van maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn het KAN-gebied (Arnhem-Nijmegen), SIRE-gebied (regio Eindhoven), Haaglanden en het Stadsgewest Rotterdam.

De investeringen in de het hoofdwegennet nemen de komende jaren flink toe als gevolg van een impuls aan het beheer en onderhoud, het programma Zichtbaar, Slim en Meetbaar (ZSM) en een intensivering van de droge aanlegprojecten. Het is belangrijk dat de planningen van al deze werkzaamheden goed op elkaar worden afgestemd. Voor de jaren 2006 tot en met 2008 zijn alle werkzaamheden met capaciteitsbeperking tot gevolg in kaart gebracht. De hinder voor de

weggebruiker zal toenemen, met name in 2007. Er wordt naar gestreefd de projecten met minimale verkeershinder uit te voeren, uitgaande van de huidige werkplanning, conform afgesproken beleidsdoelstellingen en binnen de beschikbare budgetten. Als blijkt dat er onacceptabele verkeershinder dreigt te ontstaan, wordt overwogen om de planning aan te passen.

Specificatie bedieningsareaal

 
 

Eenheid

t/m 2004

t/m 2005

t/m 2006

         

Verkeerssignalering

Km

997,3

999,3

1 047,6

Verkeerscentrales

stuks

7

6

6

Spits- en plusstroken

stuks

19

27*

47*

Doelgroepstroken, incl.

       

busvoorzieningen

stuks

36

38

38

  • Een en ander afhankelijk van de voortgang van de planning i.v.m. de luchtproblematiek (zie ook bij art 12.03.01)

NB Door herdefiniëring wijken de kengetallen licht af van de getallen in de vorige ontwerpbegroting.

12.01.02 Servicepakket verkeersmanagement

In deze begrotingsperiode is er geen servicepakket verkeersmanagement afgesproken.

12.02 Beheer en onderhoud

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het Rijkswegennet (en de onmiddellijke omgeving daarvan) in die staat te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie (het faciliteren van vlot, veilig en comfortabel vervoer van personen en goederen onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu).

De areaalgegevens voor rijkswegen zijn opgenomen in de volgende tabel.

 

Specificatie areaal rijkswegen

     

2006

   

Soort beheer en onderhoud

rijbaanlengte (in km) rijbaanlengte (in km) zwart onderhoud (in km2) zwart onderhoud (in km2) – groen onderhoud (in km2)

hoofdrijbanen

verbindingswegen en op- en afritten

hoofdrijbanen

verbindingswegen en op- en afritten

5789 5820

1 747 1 750

70 71

151

186 188

5820 1 750

71

1 188

12.02.01 Basispakket Beheer en onderhoud

Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het wegennet is betrouwbaarheid van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales, verkeersvoorzie-ningen, het landschap en het milieu rond de Rijkswegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd indien de infrastructuur preventiefbeheerd en

onderhouden wordt. Dit in tegenstelling tot correctiefonderhoud, waarbij de beheerder geconfronteerd wordt met functieverlies en de gebruiker ongewild voor onaangename verrassingen wordt geplaatst.

Naast het uitvoeren van beheer en onderhoud worden op dit artikel ook de voorbereidingskosten ten behoeve van beheer en onderhoud van Rijkswegen verantwoord. Dit behelst onder andere het opstellen van normen en richtlijnen, het voorbereiden van kaders waardoor de realisatie op een verantwoorde en efficiënte wijze kan plaatsvinden en het uitvoeren van audits. Door de specialistische diensten van Rijkswaterstaat wordt regelmatig onderzocht hoe het beheer en onderhoud nog doelmatiger, efficiënter, veiliger of met minder hinder voor het verkeer uitgevoerd kan worden.

Het beheer en onderhoud van het hoofdwegennet wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken. Deze prestatieafspraken geven aan op welk kwaliteitsniveau het hoofdwegennet beheerd en onderhouden zal worden.

Voor het jaar 2006 gelden de volgende prestatieafspraken:

 

Basispakke

t

Prestatie indicator

Eenheid

Waarde 2006

Voorzieningenniveau Infrastruc- Voldoen van wegen aandeafgesproken normen                             %areaal                                          85%

tuur

Waarborg voor verkeersveilig- Bij het (tijdelijk) niet voldoen aan de normen van de wegen,         aantal malen                                        1 heid, doorstroming en viaducten, aquaducten, bruggen en tunnels worden binnen         niet voldaan publiekvriendelijk werken maximaal 24 uur na constatering maatregelen genomen om        binnen afge-de verkeersveiligheidtewaarborgen                                                   sproken tijd

Na afloop van het uitvoeringsjaar zal RWS in de verantwoording

aangeven of deze prestaties ook inderdaad zijn gerealiseerd.

Om de met de uitvoeringsflexibiliteit beoogde efficiency te bereiken zal

gebruik gemaakt worden van een palet aan prestatiebestekken en andere

geïntegreerde contractvormen. Daarbij zullen verschillende soorten

werkzaamheden worden gecombineerd in één integraal contract met één

prijs.

De bekostiging van de prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per eenheid areaal.

 
               

Basispakket

 

Areaaleenheid

 

Omvang

 

Tarief in € 1 000

Totaalbudget 2006 in € 1 000

               

Beheer, onderhoud en ontwikkeling Oppervlakte wegdek

in km2 86 7878 677 477

Een nadere toelichting op het totstandkomen van het tarief, de prestatieindicator en een nadere toelichting op de verschillende componenten van het basispakket beheer en onderhoud is terug te vinden in het MIT-projectenboek 2006.

12.02.02 Servicepakket Beheer en Onderhoud

+ Impuls 2003

De ontwikkeling van de budgetten voor beheer en onderhoud heeft in het verleden geen gelijke tred gehouden met de areaaluitbreidingen, het toegenomen gebruik van elektronica, de aangescherpte eisen en de extra slijtage die het gevolg is van het intensiever gebruik. Dit leidt tot een geleidelijke overgang van preventief naar correctief onderhoud. In het hoofdlijnenakkoord is daarom bij de begroting 2004 besloten tot een impuls aan Beheer en Onderhoud Rijkswegen (zie hiervoor het «Plan van Aanpak Beheer & Onderhoud», gevoegd bij de begroting 2004). Met de impuls beheer en onderhoud worden de meest urgente onderhouds-achterstanden aangepakt. Het in 2006 vanuit de impuls beschikbare budget zal grotendeels ingezet worden voor het vervangen van verhardingen.

 

Jaar

 

Gerealiseerd (km’s)

Planning (km’s)

Vermindering achterstand (%)

         

2004 139 + 41* 2005139

2006                                              420

2007                                              561

4,8% + 1,4%

4,8%

14,5%

19,4%

Totaal 180 1120

45,0%

  • Versnelde aanpak glad wegdek

Om verkeersoverlast zo veel als mogelijk tot een minimum te beperken, zullen deze werkzaamheden goed afgestemd worden, zowel onderling als met de werkzaamheden die voortkomen uit het aanleg- en Fileplan ZSM-programma alsmede de werkzaamheden van andere wegbeheerders (zie ook de toelichting onder 12.01.01 Basispakket verkeersmanagement).

+ Servicepakket meer vlot

Het servicepakket meer vlot beoogt een aantal kleinschalige verbeteringen voor het goederenvervoer te realiseren. Daarbij moet gedacht worden aan zaken als uitbreiding parkeervoorzieningen voor vrachtauto’s en aanpassing verkeerslichten ten behoeve van doorstroming vrachtverkeer.

+ Servicepakket meer veilig

Onder dit pakket worden enkele kleine verbeteringen uitgevoerd, zoals het iets verder doortrekken van strepen. Dergelijke zaken kunnen «meeliften» met reguliere onderhoud.

+ Servicepakket meer kwaliteit leefomgeving

Binnen dit servicepakket worden bijdragen geleverd aan het meerjarenprogramma ontsnippering. De ontsnipperingswerken worden uitgevoerd in samenspraak met alle betrokkenen. Hiermee ontstaat een realistisch, uitvoerbaar ontsnipperingsprogramma dat aansluit op en afgestemd is met de ontsnipperingsmaatregelen van andere overheden. Een voorbeeld van een ontsnipperingsproject is het plaatsen van een ecoduct of een dassentunnel.

12.03 Aanleg, benutting en planstudie na tracébesluit

Op dit hoofdproduct worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn

voor:

+ de uitvoering van nieuwbouwprojecten. Deze projecten zijn vooral gericht op structurele capaciteitsuitbreiding van het hoofdwegennet en dragen bij aan het vergroten van de verkeersveiligheid;

+ de voorbereiding van de uitvoering van deze projecten.

De aan deze indeling gekoppelde verzameling projecten wordt aangeduid als het uitvoeringsprogramma, respectievelijk het voorbereidingsprogramma. De fase van voorbereiding van de uitvoeringbegint na vaststelling van een tracébesluit en wordt ook aangeduid als «planstudie na tracé-besluit». Indien daadwerkelijk tot realisatie van het project wordt overgegaan, zal deze doorschuiven naar de realisatiefase.

Binnen dit artikelonderdeel gaat het concreet om uitgaven als:

+ de budgetten benodigd voor de daadwerkelijke realisatie (voorheen de ProductUitgaven);

+ de personele, materiële, automatiserings- en uitbestedingsuitgaven ten behoeve van voorbereiding, administratie en toezicht (voorheen de Directe UitvoeringsUitgaven en een gedeelte van de voormalige apparaatsuitgaven van de Algemene Uitvoeringsuitgaven (art 22.02 Hoofdstuk XII);

+ gereserveerde rijksbijdragen aan projecten.

In het MIT wordt per (nieuwbouw)project het integraal taakstellende budget voor de uitgaven gepresenteerd, dus inclusief de bijdrage aan de baten-lastendienst.

12.03.01 Realisatieprogramma hoofdwegennet

Nieuwbouwprogramma

In de tabel hieronder is de output van het nieuwbouwprogramma in 2005 en 2006 opgenomen. Een nadere inhoudelijke toelichting per project is te vinden in het MIT/SNIP-projectenboek.

 

RW

Wegvak

 

Openstel- In Maand ling in Jaar

Aantal km

Totaal

aantal

rijstroken

Totaal

aantal

rijbanen

       
   

2 Oudenrijn-Everdingen

2005Jan

2

6

2

15Aansluiting Vondelingenplaat

2005 Juli

nvt

nvt

nvt

15Europaweg

2005 Dec

nvt

nvt

nvt

50 Eindhoven-Oss, gedeelte Uden-Oss

2005 Dec

8,5

4

2

33 Spijk-Eemshaven

2005Aug

6

2

1

15Reconstructie aansluitingen Hardinxveld–

       

Giessendam en Sliedrecht

2006 Dec

nvt

nvt

nvt

Van één project, Rijksweg 2 Tangenten Eindhoven, dat op dit moment in de fase van «voorbereiding van de uitvoering» verkeert, start naar verwachting in 2006 de uitvoering. Dit project is dus niet meer opgenomen in de planstudietabel, maar staat in het realisatieprogramma.

Hieronder volgt een korte toelichting op een aantal bovenstaande projecten. In het MIT staan de integrale budgetten genoemd (inclusief de bijdrage aan de baten-lastendienst): + Rw15Aansluiting Vondelingenplaat: Het taakstellende budget is

verhoogd (met € 16 mln.) als gevolg van hogere uitvoeringskosten.

Compensatie heeft volledig plaatsgevonden uit het budget van RW15

Europaweg. + Rw15Europaweg: Het taakstellende budget is verlaagd en deze

verlaging is overgeheveld naar RW15Aansluiting Vondelingenplaat

(zie hierboven).

Amendementen

In het aanlegprogramma zijn drie amendementen in deze begroting

verwerkt ten behoeve van vergroting van de capaciteit en veiligheid van

het hoofdwegennet. Dit betreft

+ het amendement nr. 8 IF van Van Hijum (gedeeltelijk, ad € 110 mln);

+ het amendement nr. 19 IF van Hofstra (ad € 60 mln);

+ en amendement nr. 38 IF van Hermans (ad € 60 mln).

De amendementen Van Hijum en Hermans zijn deels toegevoegd aan het ZSM II programma (ten behoeve van RW 12 Maarsbergen–Veenendaal) en voorshands is amendement Hofstra expliciet in het programma benoemd als project.

Versnelling programma

Uit de in de begroting verwerkte verwachte aanbestedingsmeevallers is een versnelling van het aanlegprogramma gefinancierd in de periode 2007 tot en met 2010. De hierdoor ontstane vrijval in het aanlegprogramma Hoofdwegennet wordt na 2010 aangewend ten behoeve van de financiering van de spoortunnel Delft (motie Mastwijk c.s. 29 800 XII, nr. 88). Deze versnelling is bedoeld voor de volgende wegen: + A4 Burgerveen–Leiden (€ 137 mln); + A2 Tangenten Eindhoven (€ 89 mln); + A2 Amsterdam–Utrecht (€ 44 mln).

Fileplan ZSM

Het programma fileplan ZSM omvat een aantal maatregelen die de doorstroming verbeteren. ZSM staat voor zichtbaar, slim en meetbaar ofwel een pakket infrastructuurmaatregelen op de grootste knelpunten op het hoofdwegennet hoofdzakelijk in de Randstad en overige belangrijke knelpunten waarmee op de korte termijn een oplossing geboden kan worden.

«Fileplan ZSM» omvat alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en uitvoering van het programma Fileplan ZSM . De middelen worden ingezet om de capaciteit gedurende de spits te vergroten en de doorstroming te bevorderen.

Het programma ZSM bevat projecten van structurele aard, semi-perma-nente aard en tijdelijke aard. Verkeersveiligheid is hierbij een belangrijke randvoorwaarde.

De maatregelen zijn te onderscheiden in:

+ maatregelen ter beperking van structurele files, zoals plus-, spits- en bufferstroken, aanpassingen in knooppunten, reguliere weguitbreidingen en toeritdoseerinstallaties;

+ maatregelen ter bestrijding van incidentele files, zoals de DRIP’s (dynamische route informatie panelen), verbetering van netwerk-management.

+ ZSM Fase I

Het programma ZSM Fase I bestaat uit Spoedwetprojecten en projecten die onder de tracéwet worden uitgevoerd in de periode 2003 t/m 2010, inclusief budget ten behoeve van flankerende maatregelen die de structurele inbedding van de resultaten van de Spoedwet Wegverbreding en het totale programma Fileplan ZSM moeten verankeren. Het gaat daarbij zowel om maatregelen die de snelle besluitvorming over infrastructuurprojecten bevorderen (uniformiteit, transparantie en eenduidigheid van de beslisdocumenten) als om verkeersmaatregelen die de daadwerkelijke doorstroming bevorderen en de ergernissen van weggebruikers beperken.

De spoedwet wegverbreding gaat uit van een netwerk waarin de elementaire schakels voor zover mogelijk zijn gevrijwaard van files. Deze elementaire schakels zijn de wegen rondom de grote steden en belangrijke knooppunten in het wegennet. Filevorming op deze knooppunten leidt direct tot slechter functioneren van het gehele wegennet. Wordt het verkeer op deze elementaire schakels in beweging gehouden, dan gaat de prestatie van het totale wegennet fors vooruit. Files op de ringen rondom stedelijke agglomeraties ontstaan mede doordat verkeer dat de ringen af wil, vastloopt in knelpunten op uitgaande wegen. Het oplossen van deze terugslaande files levert een aanzienlijke bijdrage aan de effectiviteit van het gehele wegennetwerk. Spitsstroken worden daarom in de uitgaande richtingen ingezet voor het «leegtrekken» van de ringen rondom stedelijke agglomeraties en knooppunten. Door op deze gerichte wijze de files aan te pakken verdwijnen uiteraard niet alle files, maar wordt de doorstroming op het wegennet wel sterk verbeterd.

+ ZSM Fase II

Met het ZSM Fase II-pakket is een vervolg op ZSM Fase I-pakket gekomen. De spoedwet wegverbreding maakt het mogelijk om op korte termijn een aantal belangrijke knelpunten aan te pakken om vervolgens met de projecten van het programma ZSM fase II die de (langere besluitvormingsweg van de) tracéwet volgen een samenhangend pakket van maatregelen te realiseren. Bij de keuze van de projecten is de filetop 50 uitgangspunt geweest. Hiermee worden die wegen als eerste aangepakt die tot de grootste knelpunten van het wegennet worden gerekend. Deze beleidsintensivering uit het Hoofdlijnenakkoord van dit kabinet voor de aanpak van de files maakt het mogelijk om een aantal van de ontbrekende schakels in de doorgaande verbindingen en een aantal knooppunten aan te pakken. Voor de tweede fase van het programma ZSM (tracéwetprocedure) zullen de volgende projecten uitgevoerd worden:

De capaciteit van de betreffende wegen zal hiermee verder toenemen en de betrouwbaarheid van het netwerk zal voor de automobilist verder stijgen.

+ Luchtproblematiek

Na recente uitspraken van de Raad van State over spoedwetprojecten (A1 Hoevelaken–Barneveld, A2 Den Bosch–Eindhoven en de A27 Utrecht Noord–Eemnes) en diverse streek- en bestemmingsplannen, is duidelijk geworden dat op basis van het huidige Besluit luchtkwaliteit geen instemmende besluiten over wegenprojecten kunnen worden genomen in situaties waar de normen voor luchtkwaliteit worden overschreden. Besluiten over weginfrastructuurprojecten, inclusief de projecten van het programma Fileplan ZSM, kunnen pas genomen worden, nadat de regelgeving is aangepast. Het Kabinet heeft via een AMVB luchtkwaliteit de regelgeving aangepast en zal begin 2006 met een wettelijke regeling komen. Op basis van deze AMVB zullen naar verwachting weer rechtsgeldige besluiten genomen kunnen worden. Het wachten op deze aangepaste regelgeving voor de luchtkwaliteit heeft tot vertraging geleid in de besluitvorming van alle weginfrastructuurprojecten, waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden. Vertraging in de besluitvorming hoeft niet per definitie te leiden tot vertraging in de uitvoering. Mogelijkheden om de uitvoering te versnellen worden optimaal benut. Naast deze regelgeving zal Verkeer en Waterstaat inzetten op het versterken van het EU-bronbeleid en op het uitvoeren van generieke maatregelen op nationaal niveau ter verbetering van de luchtkwaliteit. Hier wordt in artikel 36 van Hoofdstuk XII meer specifiek op ingegaan.

12.03.02 Planstudieprogramma na tracébesluit

Projecten in deze fase zijn:

+ Rijksweg 7: Zuidelijke Ringweg Groningen fase 1;

+ Rijksweg 35: Zwolle–Almelo, inclusief omlegging Ommen (Rijksweg

34), exclusief gedeelte Wierden–Almelo; + Rijksweg 4: Burgerveen–Leiden; + Rijksweg 57: Veerse dam–Middelburg;

+ De projecten Spoedwet wegverbreding/fileplan ZSM Fase II;

+ Innovatieprogramma geluid en lucht, inclusief maatregelen geluid.

12.04 Geïntegreerde contractvormen

In dit artikelonderdeel zijn opgenomen:

+ exploitatiebudget Westerscheldetunnel. Na de opening van de tunnel in maart 2003 is de bijdrage van de veren op de Westerschelde omgezet naar een bijdrage ten behoeve van de exploitatie van deze tunnel.

+ tunnel de Noord en de Wijkertunnel: dit betreffen aflossingsverplichtingen voor Tunnel de Noord en de Wijkertunnel;

+ de A59, waarbij het bedragen betreft van een beschikbaarheids-vergoeding in het kader van het PPS project Rosmalen – Geffen;

+ de N11, waarbij het betalingen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in het kader van het PPS-project Alphen a/d Rijn– Bodegraven betreft.

12.05 VERKENNING EN PLANSTUDIE VOOR TRACEBESLUIT

12.05.01 Verkenningen

Hier zijn een tweetal mutaties te onderkennen.

Enerzijds betreft dit een nieuwe gebiedsgerichte verkenning te Utrecht. Deze heeft betrekking op de problematiek op de A2/A12 Zuidwest Ring Utrecht en de A27 Oost Ring Utrecht.

Daarnaast is de verkenning op de A27 Breda-Utrecht vervallen omdat deze is afgerond en wordt opgevolgd door de planstudie A27 Lunetten– Hooipolder.

12.05.02 Planstudieprogramma vóór tracébesluit

Algemeen

De Raad van State heeft recent een uitspraak gedaan met betrekking tot de luchtkwaliteitproblematiek waardoor er vertraging in planstudies is opgetreden. De noodzakelijke luchtonderzoeken worden zo snel mogelijk uitgevoerd. Er wordt naar gestreefd de consequenties voor de opleveringstermijnen zo beperkt mogelijk te houden (zie ook 12.03.01).

In het kader van het MIT 2005en het Verlengde MIT zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd in de brief van 10 december 2004 en verwerkt in deze begroting.

Specifiek betreft het de volgende projecten In het MIT staan de integrale budgetten genoemd, inclusief de bijdrage aan de baten-lastendienst):

Rijksweg

Traject

oelichti

6 7 9 10

Amsterdam-Amersfoort (Muiderberg-Hoevelaken)

Eemnes–Barneveld

Amsterdam–Utrecht

Tangenten–Eindhoven

Leenderheide–Budel Maasbracht–Geleen

Grathem–Urmond

Urmond–Kerensheide–Hoensbroek

Delft–Schiedam

Schiphol–Amsterdam–Almere (inclusief Hollandse brug) Hollandse brug

Zuidelijke Ringweg Groningen

Koedijk–De Stolpen

Coentunnel

12                  Maarsbergen–Veenendaal

13/16            Rotterdam

15Maasvlakte-Vaanplein 50                  Ramspol–Ens

27                  Utrecht–Breda

28                  Hattemerbroek–Zwolle–Meppel

In de doorkijk van het MIT 2015–2020 is de planstudie A1 Amsterdam–Amersfoort opgenomen als vervolg op de bestaande planstudie A1 Eemnes–Barneveld. De scope van die studie wordt aangepast op basis van de Nota Mobiliteit en betreft nu het traject Muiderberg–Hoevelaken.

De studie is vervallen onder deze naam. Eemnes–Hoevelaken is opgenomen in de planstudie A2 Amsterdam–Amersfoort. Hoevelaken–Barneveld is geen knelpunt in de Nota Mobiliteit.

Dit betreft een voortzetting van de planstudie Rijksweg 2 Holendrecht–Oudenrijn met een mogelijke wijziging van de scope.

Dit project is overgegaan naar de realisatie en vervalt daarmee in de planstudie-tabel.

De spitsstrook is opgenomen in ZSM Fase II.

De planstudies A2 Grathem–Urmond en A2 Urmond–Kerensheide–Hoensbroek worden voortgezet onder de naam Maasbracht–Geleen waarbij de scope is aangepast.

Dit project is opgenomen in de planstudie Rw 2 Maasbracht–Geleen. Dit project is deels opgenomen in de planstudie Rijksweg 2 Maasbracht–Geleen. Als gevolg van bestuurlijk overleg is het budget voor dit project verhoogd van € 468 mln naar € 475mln. Met toevoeging van de bijdrage aan de baten-lastendienst is het budget € 511 mln.

Dit betreft een nieuwe planstudie waarin de Rijksweg 6/9 toltunnel en de Rijksweg 9 Badhoevedorp–Holendrecht zijn opgenomen.

De Hollandse brug is opgenomen in de planstudie A6/A9 Schiphol–Amsterdam– Almere.

Dit betreft fase 2. De planstudie is vervangen door een gebiedsgerichte verkenning.

De oplevering verschuift van 2008 naar 2009 als gevolg van tegenvallende procedures.

Het budget is opgehoogd van € 1 113 mln. naar € 1 126 mln. uit het budget ZSM. Het Coenplein is daarmee onderdeel van het project Coentunnel. Met toevoeging van de bijdrage aan de baten-lastendienst is het budget € 1 196 mln. Dit project is opgenomen in ZSM Fase II. Er is € 50 mln. voor 2010 beschikbaar uit amendement Van Hijum en € 60 mln uit het amendement Hermans. Dit project is opgenomen in de doorkijk MIT 2015–2020. Mogelijkheden voor versnelling naar de periode 2011–2014 worden onderzocht. Naar aanleiding van het bestuurlijk overleg is het project geheel opgenomen in categorie 1.

Het budget is verhoogd van € 41 mln naar € 70 mln als gevolg van scopewijziging op basis van bestuurlijk overleg. Met toevoeging van de bijdrage aan de baten-lastendienst is het budget € 79 mln.

Dit betreft een nieuwe planstudie voor het traject Utrecht (Lunetten)–Hooipolder. Dit project is opgenomen in ZSM fase II.

12.09 Ontvangsten

Op dit artikel wordt ontvangen:

Gespecificeerde ontvangsten op de producten van dit producartikel (x € 1 000)

20052006

2007

2008

2009

2010

rw 2 Holendrecht-Oudenrijn

rw 2 Everdingen-Deil-Zaltbommel-Empel

rw 4 Burgerveen-Leiden

rw 15Reconstructie aansluitingen

rw 31 Leeuwarden-Drachten

rw 35Zwolle-Almelo combiplan

Diverse ontvangsten

 
 

1 594

18 814

24 127

 

2 400

 

67 300

2 200

2 900

   

3 100

5800

   
   

3 400

3 100

 

20 070

4 189

 

18 901

3 100

7 665

Totaal ontvangsten aanleg

5 300

32 764

26 403

94 527

22 001

7 665

d. projectoverzichten

 
                           

Hoofdwegennet

 
                           
   
   

Totaal

               

Oplevering

 

MIT/SNIP

           

Budget in

mln

MIT/SNIP

     

t/m

                 

Projectomschrijving

huidig

vorig

2004

20052006

2007

2008

2009

2010

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

Projecten landsdeel Noord

Rw31 Leeuwarden-Drachten

124

112

11

22

33

29

29

     

2008

2008

Rw37 Hoogeveen-Holsloot-Emmen-

                       

Duitse grens1

167

158

88

25

26

16

12

     

2007

2006

Projecten landsdeel Oost

Rw2 Everdingen-Deil-Zaltbommel-

                       

Empel

453

378

21

25

52

89

87

76

76

27

2010

2010

Rw35Wierden-Almelo

94

82

15

21

23

17

13

5

   

2008

2008

Projecten landsdeel West

Rw2 Holendrecht-Oudenrijn

1 152

992

115

54

111

176

232

197

189

78

2012

2012

Rw2 Knpt. Oudenrijn-knpt. Ever-

                       

dingen, incl. 2e brug o/d Lek bij

                       

Vianen en verzorgingsplaats1

119

119

111

8

           

20052004

Rw14 Wassenaar-Leidschendam

                       

(Verlengde Landscheidingsweg incl.

                       

aansluiting Hubertusviaduct)

399

382

264

27

43

46

19

     

2008

2007

Rw15Aansluiting Vondelingenplaat

104

86

89

13

2

         

2005

2004

Rw15Europaweg (Dintelhavenbrug,

                       

Calandtunnel en 3 aansluitingen)1

591

600

513

34

28

16

       

2005

2005

Rw15Reconstructie aansluitingen bij

                       

H-Giessendam en Sliedrecht1

184

178

136

30

13

52006

2006

Projecten landsdeel Zuid

Maatregelenpakket Limburg* 2

6

 

4

12

12

12

18

19

       

Rw2 Rondweg Den Bosch

330

294

14

28

71

7

6

51

26

 

2010

2010

RW 2 Tangenten Eindhoven*

650

 

17

17

29

75

138

124

149

101

2010

2011

Rw50 Eindhoven-Oss1

445433

379

48

18

         

2005

2005

Rw73/74 Venlo–Maasbracht ism rw74,

                       

N68 en OTR

932

828

131

182

236

290

93

     

2007

2007

Dynamisch Verkeersmanagement1

28

130

 

28

           

nvt

nvt

Kleine projecten/Afronding projecten

54

76

 

39

15

         

nvt

nvt

Verkeersveiligheid infrastructuur-

                       

pakket hoofdwegennet en project N33

                       

Assen–Zuidbroek* 3

6513

13

13

13

13

         

Totaal categorie 0

5 956

 

1 904

618

725

859

719

485

440

206

   

Begroting (IF 12.03.01)

     

618

725

859

719

485440

     
  • Nieuw in realisatie.

1   Project Trans Europese Netwerk (TEN) zoals afgegeven in Beschikking nr. 1692/96/EG van het Eur. Parlement en de Raad van 23 juli 1996.

2   Betreft invulling van het amendement van Van Hijum (29 800 A, nr. 8) à € 60 mln en € 5mln BLD-bijdrage: aanleg spitsstrook A2 St. Joost-Urmond en aanpassing aansluiting Nuth op A76.

3   Betreft invulling van het amendement Hofstra (29 800 A , nr. 19) à € 60 mln en € 5mln BLD-bijdrage, verdeeld over «Verkeersveiligheid Infrastructuurpakket Hoofdwegennet» (€ 10 mln) en het project N33 Assen–Zuidbroek (€ 50 mln en € 5mln BLD-bijdrage) naar aanleiding van de motie Hofstra (29 800 A, nr. 28).

 
             

Planstudie IF 12.03.02 (na tracébesluit)

en 12.05.02 (voor tracébesluit)

   
         
 

Raming

         

Bedrag in mln

kosten

Budget

   

Planning

Uitvoering

   

taak-

       

Projectomschrijving

min.

max. stellend

20052006

2007 2008 2009 2010 later periode

CATEGORIE 1 (na tracébesluit)

Projecten (inter)nationaal

Innovatieprogramma Geluid en

           

Lucht, incl. maatregelen geluid

 

298

     

2004-2010

Spoedwet Wegverbreding /

           

Fileplan ZSM

 

1 324

     

2004-2010

Projecten landsdeel Noord

Rw7 Rondweg Sneek

 

87

pr

   

2009-2013

Rw7 Zuidelijke Ringweg

           

Groningen, fase 1

 

127

pr

   

2006-2009

Projecten landsdeel Oost

Rw35Zwolle-Almelo in

           

combinatie met rw34 en

           

exclusief gedeelte rw35

           

Wierden-Almelo9

 

198

pr

   

2007-2013

Projecten landsdeel West

Rw4 Burgerveen-Leiden7, 8

 

685tb

pr

 

2002-2011

Projecten landsdeel Zuid

Rw4 Dinteloord-Bergen op

           

Zoom, omlegging Halsteren

 

72

pr

   

2006-2007

Rw57 Veersedam-Middelburg

 

166

pr

   

2006-2010

CATEGORIE 1 (voor tracébesluit)

           

Tracé/-projectbesluit t/m 2006

           

Projecten landsdeel Noord

Rw31 Zurich-Harlingen

 

34

tb

pr

 

2006-2008

Rw28 Hattemmerbroek-Zwolle-

           

Meppel en kortsluiting A28/

           

A3215

   

tn

tb

pr

2008-2009

Rw34 omleiding Ommen in

           

combinatie met rw35Zwolle-

           

Almelo9

   

tb

pr

 

2007-2010

Rw50 Ewijk-Valburg-Grijsoord10

 

305tn

tb

pr

2008-2011

Projecten landsdeel West

Rw1/Rw6/Rw9, benutting14

 

471

 

wab

pr

2007-2008

Rw2 Amsterdam-Utrecht

           

(Holendrecht-Oudenrijn) 2x5

           

rijstroken

 

44

 

tb

pr

2008-2010

Rw2 Oudenrijn-Deil1'3-6

 

196

 

tb/pr

 

2006-2011

Rw7 Zaanstad-Purmerend,

           

benutting14

     

wab/pr

 

2006-2007

Rw9 Velsen-Badhoevedorp,

           

benutting14

     

wab/pr

 

2007

Rw9 Koedijk-De Stolpen

 

75tb

pr

2007-2009

Rw10 Tweede Coentunnel/

           

Westrandweg

 

1 196

 

tb

pr

2007-2012

Rw12 Den Haag-Gouda, benut-

           

ting3-11

 

115wab

pr

 

2005-2009

Rw12 Maarsbergen-

           

Veenendaal15-16

     

tb

pr

2008-2010

Rw12 Utrecht-Maarsbergen en

           

Veenendaal-Ede"' "

 

368

wab

pr

 

2006-2009

Rw12 Utrecht west benutting

           

ism Woerden-Gouda3, 11

 

120

wab

pr

 

2006-2008

Rw50 Ramspol-Ens

 

79

 

tb

pr

2007-2009

Projecten landsdeel Zuid

Rw61 Hoek-Schoondijke

 

124

 

tb/pr

 

2008-2010

               

Planstudie IF 12.03.02 (na tracébesluit)

en 12.05.02 (voor tracébesluit)

         
         
 

Raming

           

Bedrag in mln

kosten

 

Budget Planning

   

Uitvoering

     

taak-

       

Projectomschrijving

min.

max.

stellend 20052006 2007

2008

2009 2010

later

periode

Rw74 Venlo ism rw73 zuid, N68

             

en Oosttangent Roermond

   

tb pr

     

2007-2008

Tracé-/projectbesluit na 2006

             

Projecten landsdeel Noord

Rw31 Leeuwarden

   

185tn tb

pr

   

2011-2014

Projecten landsdeel Oost

Rw18 Varsseveld-Enschede

   

54

 

tb/pr

 

na 2009

Projecten landsdeel West

Rw4 De Hoek-Prins Clausplein2

137

730

tb

pr

   

2011-2014

Rw4 Delft-Schiedam

   

511

tb

pr

 

2009-2013

Rw4/9 Knooppunt Badhoeve-

             

dorp3

   

122

     

2007-2008

Rw10 Zuidas (hoofdweg-

             

gedeelte)1

     

tb/pr

   

2011-2014

Rw11 Leiden/Zoeterwoude-

             

Alphen a/d Rijn

   

tb

pr

     

Rw13/16 Rotterdam

   

31

 

tb

pr

2011-2020

Rw15Maasvlakte – Vaanplein

   

1 270 tb

pr

   

2008-2015

Schiphol-Amsterdam-Almere

             

(inclusief Hollandse Brug)13

     

tb/pr

   

2011-2017

Projecten landsdeel Zuid

N62* 17

   

80

     

2011-2014

Rw2 Leenderheide-Budel15

   

tb

pr

   

na 2009

Rw2 Passage Maastricht

   

297 tb pr

     

2008-2013

Rw4 Dinteloord-Bergen op

             

Zoom, exclusief Omlegging

             

Halsteren17

   

100

tb

pr

 

na 2010

Rw27 Utrecht (Lunetten) –

             

Hooipolder*

       

tb

pr

2011-2014

Rw61 Sluiskil

   

tb/pr

     

2008-2010

Totaal categorie 1

   

8 734

       

CATEGORIE 2

Projecten landsdeel Oost

Rw12 Ede-Duitse grens

 

245tb pr

 

na 2014

Projecten landsdeel West

Rw1 Amsterdam-Amersfoort

             

(Muiderberg-Hoevelaken)12

         

tb

na 2014

Projecten landsdeel Zuid

Rw2 Maasbracht-Geleen

     

tb

pr

 

na 2014

CATEGORIE 3

             

Projecten landsdeel Oost

Rw1 Barneveld-Deventer

116

361

tn tb

pr

   

na 2020

Rw1 Deventer-Hengelo

58

128

tn tb

pr

   

na 2020

Projecten landsdeel Zuid

Rw2 Den Bosch-Eindhoven

57

162

   

tb

pr

na 2020

Nieuw in planstudie.

Financiering uit FES-budget Noordvleugel waarover in 2006 deels wordt besloten.

Prioriteit voor Den Haag-Leiden.

Project in het kader van Bereikbaarheidsoffensief Randstad.

Project volgt geen Tracèwetprocedure.

Tracèbesluit is gesplitst in Oudenrijn-Everdingen en Everdingen-Deil.

Betreft ingetrokken deel van het tracèbesluit bij Leiden en Leiderdorp.

Exclusief het aan HSL-zuid overgedragen deel van de uitvoering van het gebundelde gedeelte van de verbreding van rw 4.

Gedeelte rw35Wierden-Almelo (€ 94 mln) is overgegaan naar het realisatieprogramma.

6

7

8

9

13 14 15

Taakstellend budget betreft gedeelte Ewijk-Valburg. Valburg-Grijsoord is ZSM II.

Spoedwet Wegverbreding.

Betreft aangepaste planstudie A1 Eemnes-Barneveld.

Hierin is opgenomen rw9 Badhoevedorp-Holendrecht en rw6/9 Toltunnel.

Budget van € 471 mln voor onder andere benuttingsprojecetn A1/A6/A9 CRAAG, A9 Velsen-Badhoevedorp en A7 Zaanstad-Purmerend.

ZSM II

ZSM II, uit amendement Van Hijum 8 is € 50 mln beschikbaar en uit amendement Hermans € 60 mln.

Financiering via kasschuif VERA.

Legenda

tn           trajectnota of projectnota

tb / pb tracèbesluit / projectbesluit wab wegaanpassingsbesluit pr           procedures rond

 

Geïntegreerde contractvormen Hoofdwegen IF 12.04

 
 

Totaal MIT/SNIP

         

Budget in € mln

Oplevering MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2004

20052006

2007

2008

2009

2010

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

Projecten landsdeel West

Aflossing tunnels

Rw11 Alphen a.d. Rijn – Bodegraven,

betaling PPS-constructie

311 7

300 70

6

51 1

51 6

52

14

52 27

52 21

53

 

2004

2004

Exploitatie Westerscheldetunnel Rw59 Rosmalen-Geffen, PPS

282 267

249

36

47 13

47 14

47 14

47 14

47 14

47 14

147

2005

2005

Totaal categorie 0

93542

112

118

127

140

134

114

147

   

Begroting (IF 12.04)

     

112

118

127

140

134

114

     
 

Hoofdwegennet Verkenningen IF 12.05.01 A. Lopende verkenningen

 

Locatie

Probleem

Referentiekader

Gereed

Landsdeel Oost

Aansluiting A15(Ressen)–A12 (Zevenaar)

Bereikbaarheid

Bestuur overleg

2006

Landsdeel West

Gebiedsgerichte verkenning Utrecht (netwerkanalyse)

Bereikbaarheid

Nota Mobiliteit

2006

10

11

12

16

17

 

B. (Mogelijk) te starten verkenninge

n

Hieronder worden verkenningen gepresenteerd die mogelijk tot realisatie van een infrastructureel project zullen leiden in de periode 2015–2020. Voor de periode 2015–2020 is een overzicht met potentiële knelpunten beschikbaar (mede op basis van de Nota Mobiliteit), die mogelijk op termijn tot een infrastructurele oplossing komen. Voor deze potentiële knelpunten wordt het reguliere MIT-proces (verkenning, planstudie, realisatie) doorlopen. Per knelpunt zal eerst – via een nieuwe MIT-verkenning, een bestaande planstudie waarvan de scope wordt gewijzigd of een netwerkanalyse – de nut en noodzaak van een infrastructurele oplossing worden bekeken. Vervolgens worden voor die periode prioriteiten bepaald en zal een concrete programmering worden gemaakt, die past binnen de financiële randvoorwaarden. Daar waar ten opzichte van deze algemene toelichting aanvullende dan wel andere afspraken aan de orde zijn wordt dit toegelicht.

Locatie

Probleem

Toelichting

Landsdeel Noord

A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Veiligheid, (netwerkanalyse)                                                 milieu

Landsdeel Oost

A12 Ede–Arnhem

A73 Nijmegen–Boxmeer

Landsdeel West

A7 Amsterdam–Hoorn A8/A9 Amsterdam–Alkmaar A12 Den Haag–Gouda A12 Gouda–Utrecht A13 Den Haag–Rotterdam A16 Rotterdam–Moerdijk A20 Rotterdam–Gouda A20 Maassluis–Rotterdam A27 Utrecht–Almere A28 Utrecht–Amersfoort A44 Burgerveen–Leiden

Landsdeel Zuid

A2 Utrecht–Den Bosch A58 Breda–Roosendaal Bereikbaarheid Venlo

Bereikbaarheid Capaciteit

Bereikbaarheid Bereikbaarheid Bereikbaarheid Bereikbaarheid Bereikbaarheid Bereikbaarheid Bereikbaarheid Bereikbaarheid Bereikbaarheid Bereikbaarheid Bereikbaarheid

Bereikbaarheid Bereikbaarheid Bereikbaarheid

Tijdens het bestuurlijk overleg MIT eind 2004 (TK 29 800 A, nr. 17) is afgesproken dat er door middel van een gebiedsgerichte verkenning een evaluatie zal worden gestart naar de effecten van de 1e fase van de Zuidelijke Ringweg bij Groningen en de getroffen OV-maatregelen. Deze verkenning komt in plaats van de planstudie A7 Zuidelijke Rindweg Groningen, 2e fase. Over de uitvoering van de verkenning worden nog nadere afspraken gemaakt tussen Verkeer en Waterstaat en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Op basis van de uitkomsten van de verkenning zal een besluit worden genomen over het vervolgtraject. Naar verwachting is de verkenning in 2009 gereed.

Het gaat hier om een verkenning naar het mogelijk op termijn ontstaan van knelpunten in de bereikbaarheid van de Tradeport Venlo. In overleg met betrokken partijen wordt bepaald welke partij de verkenning zal trekken.

  • 13. 
    Spoorwegen

a.  Relatie producten en beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.

Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII) bij beleidsartikelen: – artikel 32: Bereiken van een optimale veiligheid in of als gevolg van

mobiliteit; – artikel 34: Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd; – artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.

In het MIT-projectenboek 2006 is per aanlegproject beschreven welk probleem met het betreffende project wordt opgelost. Uitgangspunt voor de besluitvorming over de projecten is het MIT-spelregelkader. Hierin zijn de belangrijkste beslismomenten van de projecten vastgelegd.

b.  Budgettaire gevolgen van uitvoering

 

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000)

         
         

13 Spoorwegen

2004

20052006

2007

2008

2009

2010

Verplichtingen

1 328 300

3 551 130

2 532 363

1 311 315

1 764 337

940 449

1 235 216

Uitgaven

1 532 660

1 528 012

1 775 840

2 021 937

1 910 975

1 942 617

1 911 973

13.01 Railverkeersleiding

75 569

76 573

75 970

76 370

76 370

76 370

76 370

13.02Onderhoud en vervanging

1 036 996

959 582

927 542

881 935

838 468

766 287

791 976

13.02.01 Regulier onderhoud

421 984

390 482

412 042

400 435374 968

363 787

316 776

13.02.02 Grote onderhoudsprojecten

362 134

335100

409 000

371 000

348 000

283 000

354 700

13.02.03 Rentelasten

252 878

234 000

106 500

110 500

115 500

119 500

120 500

13.03 Aanleg

400 647

460 627

718 358

918 809

841 681

826 419

692 587

13.03.01 Realisatieprogramma personen-

             

vervoer

363 585

410 675

645 061

854 179

801 565

819 655

692 587

13.03.02 Realisatieprogramma goederen-

             

vervoer

10 616

23 506

46 851

38 184

13 670

6 764

 

13.03.03 Uitgaven leenfaciliteit versnelde

             

aanleg

26 446

26 446

26 446

26 446

26 446

   

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

   

44 374

128 784

115348

115784

116 553

13.05 Verkenningen en planstudies

19 448

31 230

9 596

16 039

39 108

157 757

234 487

13.05.01 Planstudieprogramma personen-

             

vervoer

11 755

17 319

6 487

903

35000

145648

192 207

13.05.02 Planstudieprogramma goederen-

             

vervoer

5630

11 849

1 047

13 071

2 046

10 046

40 217

13.05.03 Verkenningenprogramma

2 063

2 062

2 062

2 065

2 062

2 063

2 063

Van totale uitgaven:

 

1 528 012

1 775 840

2 021 937

1 910 975

1 942 617

1 911 973

– Apparaatsuitgaven

 

1 7251 129

903

     

– Restant

 

1 526 287

1 774 711

2 021 034

1 910 975

1 942 617

1 911 973

– waarvan op1januari 2006 juridisch

             

verplicht

 

100%

85%

40%

33%

29%

28%

13.09 Ontvangsten

31 650

10 096

38 200

80 000

101 000

123 000

131 000

- HSA

   

15000

65000

87 000

109 000

131 000

– Overig

31 650

10 096

23 200

15 000

14 000

14 000

 

c. Het actuele programma

13.01 Spoorverkeersleiding

De middelen voor spoorverkeersleiding worden vanaf 2005verantwoord op het infrastructuurfonds.

De verkeersleiding stuurt het treinverkeer en levert actuele reisinformatie. De uitvoering van verkeersleiding is georganiseerd in vier regio’s met in totaal zeventien posten. Verkeersleiding is ook verantwoordelijk voor het afhandelen van calamiteiten op het spoor en het zo snel mogelijk herstellen van het treinverkeer.

13.02 Onderhoud en vervanging

De prioriteit binnen betrouwbaarheid gaat uit naar onderhoud en vervanging. Het betreft hier vervangingsinvesteringen, de beheer- en onderhoudskosten van de in uitvoering zijnde of gerealiseerde aanlegprojecten en de effecten van groei.

Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor het onderhoud spoor wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding. De door ProRail te ontvangen gebruiksvergoeding wordt in mindering gebracht op de door het Rijk te subsidiëren uitgaven. Dit is al verwerkt in het Overzicht budgettaire gevolgen van uitvoering.

In bepaalde segmenten van het goederenvervoer per spoor zou – bij gelijkblijvende kwaliteit van treinpaden – onverkorte toepassing van de nieuwe systematiek voor de vaststelling van de gebruiksvergoeding tot een grote vraaguitval kunnen leiden. Een dergelijke vraaguitval zou eveneens negatieve gevolgen kunnen hebben voor de rentabiliteit van de Betuweroute. VenW verleent derhalve voor het jaar 2006 een bijdrage aan ProRail om het voor ProRail mogelijk te maken de stijging van de gebruiksvergoeding 2006 specifiek voor goederenvervoer per spoor te verlagen. Afhankelijk van het definitief te verstrekken bedrag, zal dit bij 1e suppletore begroting 2006 definitief worden verwerkt.

In het onderhoudsbudget wordt een onderscheid gemaakt tussen «regulier onderhoud», «grote onderhoudsprojecten» en «rentelasten». Voor de opbouw van deze posten wordt verwezen naar het MIT-projec-tenboek.

13.03 Aanleg Spoorwegen

13.03.01 Realisatie programma aanleg personenvervoer

Aanbestedingsresultaten

ProRail heeft aangegeven een bedrag van € 200 mln. aan additioneel aanbestedingsresultaat aanleg spoor te verwachten in de periode 2005–2012, waarvan € 140 mln. in de periode tot en met 2010. Dit heb ik u gemeld in de kamervraagbeantwoording inzake de Voorjaarsnota (TK, 2004–2005, 30 105 A, nr. 3). In het nu voorliggende MIT is dit verwerkt door enerzijds de budgetten van de projecten Vleuten–Geldermalsen, Nootdorpboog en Uitgeest de Kleis te verlagen (totaal € 20 mln.). Het restant is technisch verwerkt op het project 2e fase Betrouwbaar Benutten.

NSP-Zuidas: extra perroncapaciteit Amsterdam Zuid/WTC (2e eilandperron)

De Zuidas is mede van invloed op de afwikkeling van het treinverkeer op het «verkeersplein» Amsterdam. Om te voorkomen dat de Zuidas uit het oogpunt van betrouwbaarheid en capaciteit een knelpunt gaat vormen na de opening van de Utrechtboog en de spooruitbreiding Amsterdam– Utrecht is het nodig dat in 2007 een tweede eilandperron op het station Zuid/WTC beschikbaar is. Hiermee wordt tevens gewaarborgd dat zich zolang de eindsituatie voor de Zuidas nog niet gereed is, geen nieuwe knelpunten op de Zuidas voordoen. Nadere uitwerking van het project heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van het projectbudget tot € 45 mln.

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

Onderstaande projecten zijn in dienst gesteld. De afzonderlijke projecten

zijn afgesloten en de resterende werkzaamheden zijn opgenomen onder

de post Nazorg gereed gekomen lijnen en halten:

+ Houten Castellum;

+ Hemboog;

+ Flevolijn Gooiboog;

+ Groningen Sauwerd;

+ Halte Tilburg Reeshof.

Kleine projecten

Het project Binckhorst is geheel afgerond.

Geluid

Het projectbudget is verlaagd met € 110 mln. Deze gelden zijn toegevoegd aan artikel 13.02.01 om zo via het getoetste Beheerplan jaarlijks aan ProRail budget beschikbaar te stellen voor de aanpak van geluidsoverlast op emplacementen.

NSP Breda

Het project is overgegaan van planstudie- naar realisatiefase. Het projectbudget is verhoogd van € 18 mln. naar € 37 mln. In de toetsbrief van het Rijk van december 2003 was reeds een stijging gemeld, waarbij de kosten voor het basisstation werden geraamd op circa € 30 mln. Naast de kosten van het basisstation is besloten om gezamenlijk met de spoor-sector te investeren in een derde perron en een sobere uitbreiding van de sporenlay-out om de aanlanding van de HSA-treinen mogelijk te maken zonder dat het nodig is om in de bestaande (stop)treindiensten te schrappen.

Investeringen in Spoor

In de 1e suppletore begroting 2005(TK 2004–2005, 30 105A, nr. 2) is een bedrag van € 128 mln. voor investeringen spoor gemeld. Hierbij dient nog rekening te worden gehouden met de als gevolg van de Motie-Slob hiervan bestemde € 23 mln. (zie ook TK, 2004–2005, 30 105 A, nr. 3). In het Beheerplan 2006 zal door de sector nadere invulling worden gegeven aan de voor investeringen in spoor nog beschikbare middelen. In de afweging terzake zal rekening worden gehouden met onder meer het vanaf 2007 wegvallen van de leenfaciliteit ter financiering van kleine uitbreidingsinvesteringen.

Intensivering Spoor in Steden

Op het gebied van geluid en veiligheid bestaan knelpunten in de steden.

Momenteel vindt samen met VROM een inventarisatie plaats van deze

knelpunten en de kosten die gemoeid zijn met het helpen oplossen hiervan. VenW is voornemens om een bijdrage te leveren om de steden tegemoet te komen in het oplossen van prioritaire knelpunten. Op basis van de inventarisatie zal bekeken worden op welke wijze de VenW-bijdrage kan worden ingezet. De in deze begroting voor oplossing beschikbaar gestelde middelen ad € 300 mln. (in de periode 2006–2020) ontstaan door versnelde aflossing van schuld bij ProRail (Kamerstukken II, 2004–2005, 30 105 A, nr. 2) en door verlaging van post «afdekking risico’s spoorprogramma».

Traject-Oost

In juni 2001 is de Trajectnota/MER fase HSL-Oost afgesloten met een

standpuntbepaling. Hierin is besloten het project HSL-Oost niet door te

zetten, maar het huidige spoor tussen Utrecht en Arnhem beter te

benutten door diverse maatregelen op het traject uit te voeren onder de

naam Traject Oost. In het Standpunt worden 15deelprojecten genoemd.

Het betreffen deelprojecten die op korte termijn gereed zouden moeten

zijn, de zogenaamde kopgroep, en deelprojecten die op langere termijn

gereed moeten zijn, het zogenaamde peloton.

In de begroting 2005waren de gereserveerde gelden nog opgenomen

onder het artikel van de hoge snelheidslijnen, maar omdat HSL-Oost niet

meer tot de zogenaamde grote projecten wordt gerekend is het project nu

ondergebracht onder het reguliere aanlegprogramma Personenvervoer.

De kopgroep gelden zijn opgenomen in het realisatieprogramma en de

pelotongelden in het planstudie programma.

Het planstudiebudget is naar beneden bijgesteld door een overheveling

van gelden naar Rijkswegenprogramma inzake inpassingmaatregelen A12

Utrecht–Maarsbergen.

Afdekking risico’s spoorprogramma

Aan de post «afdekking risico’s spoorprogramma» voor grote projecten is € 97 mln. onttrokken en toegevoegd aan het projectbudget HSL-Zuid. Verder is met het oog op de ontwikkeling van het risicoprofiel de reservering verlaagd met € 193 mln. Deze middelen zijn binnen dit artikel ingezet voor intensivering Spoor in Steden.

Naast bovenstaande posten is voor een aantal andere projecten, na het inventariseren van de resterende werkzaamheden en risico’s, de projectbudgetten bijgesteld.

13.03.02 Realisatieprogramma aanleg goederenvervoer

Aslasten cluster II

In het voorjaar van 2003 is begonnen met de werkzaamheden op de trajecten Arnhem–Deventer en Amsterdam–Amersfoort–Deventer– Oldenzaal. Het aslastenprogramma wordt ook in 2006 voortgezet. Het strekt ertoe dat huidige snelheidsbeperkingen in verband met lokaal beperkte draagkracht van de spoorbaan en met name van kunstwerken in bestaande spoorwegen komen te vervallen. Dat leidt tot een grotere capaciteit van de spoorinfrastructuur, ten gunste van zowel reizigers- als goederenvervoer.

PAGE (plan van aanpak goederen emplacementen) De uitvoering van het PAGE project is in 2002 van start gegaan. Voor elf locaties worden maatregelenplannen opgesteld en uitgevoerd. Uitvoering loopt door tot 2008.

De eerste concrete maatregelen zijn uitgevoerd (emplacementen Venlo en Rotterdam IJsselmonde). Maatregelen op emplacementen Almelo en Sittard zijn in uitvoering.

Stamlijn Noordwesthoek Maasvlakte

Dit project betreft de aansluiting van de Noordwesthoek van de Maasvlakte op het spoorwegnet. De realisatie van deze verbinding is van groot belang voor zowel de ontwikkeling van het goederenvervoer per spoor als voor de positie van de Rotterdamse haven. In dit gebied zullen zich diverse bedrijven vestigen die aangegeven hebben een deel van hun vervoer via het spoor te willen afwikkelen.

Inmiddels is de eerste fase van dit project, de spoorverbinding met de nieuwe chemieterminal, voltooid en is deze spoorverbinding in gebruik genomen. De tweede fase betreft de verbinding met de Euromaxterminal. In 2006 wordt met de aanleg van dit traject begonnen. Deze moet in 2007 zijn gerealiseerd.

Sloelijn

De Sloelijn is de spoorverbinding voor goederenvervoer die het havengebied van Vlissingen-Oost (het Sloegebied) verbindt met de spoorlijn Vlissingen-Roosendaal. De bestaande Sloelijn niet-geëlektrificeerd, voldoet niet aan huidige milieueisen (onder andere geluid) en heeft een te beperkte capaciteit. In 1998 is een Tracéwetprocedure gestart, het tracébesluit is begin 2004 genomen.

Onderdeel van het Sloelijnproject is ook de planbeschrijving Zeeuwse Lijn, dit betreft inpassingsmaatregelen voor geluid op het traject Vlissingen–Roosendaal. In 2006 wordt met deze inpassingsmaatregelen een aanvang gemaakt.

Tenslotte zijn binnen het aanlegprogramma spoorwegen de volgende

mutaties te onderkennen:

+ Pilot fluistertrein: De budgetverlaging van € 7 mln. naar € 5mln. De

uitvoering van deze pilot valt goedkoper uit dan in eerste instantie

werd gedacht. + Sloelijn: De budgetophoging van € 51 mln. naar € 66 mln. wordt

voornamelijk veroorzaakt door het opnemen in het projectbudget van

de uitgaven die voor derden worden gedaan (hier staan eveneens

bijdragen van derden tegenover).

13.03.03 Rente en aflossing leenfaciliteit versnelde aanleg

Door een leenfaciliteit aan de Nederlandse Spoorwegen is in de periode van 1991 tot en met 1993 een versnelde realisatie van spoorweginfrastructuur ten behoeve van personenvervoer mogelijk gemaakt. Aanvankelijk bedroeg de leenfaciliteit € 272 mln., maar uiteindelijk heeft de NS € 245 mln. voorgefinancierd. De rente- en aflossingsverplichting komt vanaf 1994 ten laste van de begroting van het infrastructuurfonds en bedraagt jaarlijks € 26 mln. t/m 2008.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De publiekprivate samenwerking komt bij de onderdelen Infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand. Eind 2001 zijn de contracten met de Infraprovider en de Vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de Infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw geldt dat de HSL-zuid-onderdelen

gefaseerd worden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de Infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering in het noordelijk deel wordt per september 2005verwacht.

Op 1 april 2006 wordt de infrastructuur tussen Rotterdam en de belgische grens aan HSA beschikbaar gesteld. Op 1 oktober 2006 volgt de infrastructuur tussen Rotterdam en Amsterdam.

13.05 Verkenningen en planstudies

13.05.01 Planstudie spoor personen

Op dit artikelonderdeel worden uitgaven geraamd van door ProRail uit te voeren planstudies en de voor de planstudieprojecten gereserveerde middelen.

NSP Breda

Het project is overgegaan van de planstudie- naar de realisatiefase.

NSP Zuidas: deel station Amsterdam Zuid/WTC Vanwege toedeling van de kosten die zijn gemoeid met een sober en doelmatig basisstation op basis van het globale plan voor de OV-terminal ZuidAs is het projectbudget omhoog bijgesteld.

NSP Zuidas: Amsterdam Zuid/WTC/4 sporig+keerspoor Op basis van benuttings- en verkeersonderzoek is de infrastructuurfunctionaliteit nader bepaald. Herijking van de raming heeft geleid tot een opwaartse bijstelling van het projectbudget. Daarnaast is vooruitlopend op de besluitvorming over het al dan niet ondergronds aanleggen van het spoor rond Amsterdam Zuidas in de raming rekening gehouden met een grotere lengte van het benodigde 4-sporige trajectdeel tussen Zuid/WTC en de keersporen.

Traject-Oost

Zie de toelichting bij het realisatieprogramma.

13.05.02 Planstudie spoor goederen

Op dit artikelonderdeel worden uitgaven geraamd van door ProRail uit te voeren planstudies en de voor de planstudieprojecten gereserveerde middelen.

Wijzigingen Planstudies

Aslasten cluster III

Op basis van herprioritering binnen het spoorgoederenprogramma is de start van de uitvoering van cluster III verschoven naar 2007. Door de eerdere uitvoering van het derde cluster zijn de kosten nauwkeuriger te ramen, waardoor het budget kan worden bijgesteld van € 46 mln. naar € 30 mln.

Roosendaal–Antwerpen (VERA)

De voor VERA gereserveerde financiële middelen zijn in het kader van de besluitvorming over de verdieping van de Westerschelde verder naar achteren geschoven (2014–2020). De realisatie van VERA is onzeker. Werkzaamheden aan het OntwerpTracéBesluit liggen al enige tijd stil.

Realisatie op basis van de huidige informatie (Trajectnota) wordt, naar mate de tijd vordert, steeds moeilijker.

IJzeren Rijn

Goederenverbinding Antwerpen- Roergebied (IJzeren Rijn). Op 24 mei 2005heeft het Arbitragetribunaal uitspraak gedaan in het geschil tussen België en Nederland inzake de IJzeren Rijn.

13.05.03 Verkenningen

Op dit artikelonderdeel worden de activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement en capaciteitsstudies verantwoord welke door ProRail worden uitgevoerd.

Wijzigingen Verkenningentabel

Uit het eindbeeldonderzoek Rotterdam België (ROBEL) is geconcludeerd dat de vervoersprognoses en de omgevingshinder langs de bestaande spoorlijn geen spoedige aanleg (niet vóór 2020) van een compleet nieuwe goederenspoorlijn tussen Rotterdam en Antwerpen noodzakelijk maken. De vervoersontwikkeling op deze as zal periodiek geanalyseerd worden om te kunnen bepalen wanneer er wel (onderdelen van) zo’n spoorlijn nodig is. Voor de omgevingshinder langs de bestaande spoorlijnen bestaan saneringsregelingen. Bovendien is regelgeving in de maak om de omgevingshinder (geluid, risico’s) aan plafonds te binden. Met de provincies en gemeenten is in bestuurlijk overleg wel een voorlopige voorkeur voor een tracé afgesproken. De provincies hebben aangegeven met het oog op de toekomst dat tracé in hun streekplannen vast te leggen. Hiermee is de verkenning afgerond.

13.09 Ontvangsten

Op het ontvangstartikel wordt het volgende verantwoord:

 

Gespecificeerde ontvangsten op de producten van dit productartikel (x € 1

       
           
         

2006

2007

2008

2009

2010

Bijdragen TEN CAU ProRail EAT taakstelling Bijdragen Sloelijn HSA

       

5000 11 000

7 200 15000

12 000

3 000

65000

14 000 87 000

14 000 109 000

131 000

Totaal

       

38 200

80 000

101 000

123 000

131 000

d. projectoverzichten

 
   

r

                     

Spoorwegen Personenve

 
                           
   
   

Totaal

               

Oplevering

Bedragen in mln

MIT/SNIP

             

Budget

MIT/SNIP

     

t/m

                 

Projectomschrijving

huidig

vorig

2004

20052006

2007

2008

2009

2010

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

Projecten (inter)nationaal Benutten

                       

BB21 (ontw. Bev21,

                       

VPT+,VPT2, 25KV, ontw. +

                       

implement. GSM-R)

271

270

212

40

16

3

       

divers

divers

Geluid (emplacementen en

                       

innovatieve ontwikkelin-

                       

gen)1

86

197

21

8

12

17

12

10

6

 

divers

divers

Kleine projecten2

33

4

   

4

11

7

7

4

 

divers

divers

Stationsstallingen (kwaliteit)

82

82

     

21

20

20

21

 

divers

divers

2e fase Betrouwbaar

                       

Benutten

914

1 088

   

123

140

141

152

118

240

divers

divers

Amsterdam-Utrecht-

                       

Maastricht/Heerlen

                       

Integrale spooruitbreiding

                       

Amsterdam–Utrecht

965

964

658

120

81

54

36

17

   

2006

2006

Stations en stations-

                       

aanpassingen

                       

Kleine stations 3)

76

80

3

6

7

4

10

10

10

26

divers

divers

Overige projecten/lijndelen enz.

                     

Afdekking risico’s spoor-

                       

programma’s

239

594

 

0

90

143 0 6 0

     

AKI-plan en veiligheids-

                       

knelpunten4

340

340

138

30

30

33

41

30

30

8

divers

divers

Investeringen in Spoor*

10527

20

30

28

 

divers

 

Intensivering Spoor in

                       

steden*

300

   

49

82

37

21

41

7

63

divers

 

Nazorg gereedgekomen

                       

lijnen/halten

50

41

17

10 7 7 5 4

   

divers

divers

Ontsnippering

71

71

       

7

7

7

50

divers

divers

Traject Oost (perronverbre-

                   

2004/

 

dingen)7

Projecten Landsdeel Oost

29

 

2

8

10

54

     

2006

 

Utrecht-Arnhem-Zevenaar

                       

Arnhem West vrije kruising

63

62

     

2

10

151521

2010

2010

                     

2007/

2007/

Arnhem 4e perron

172

172

21

4

8

152524

27

48

2010

2010

Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)

2524

 

27772

   

2009

2007

Projecten Landsdeel West Amsterdam–Den Haag–

                       

Rotterdam–Dordrecht

                       

Rotterdam Zuid–Dordrecht:

                       

4/6-sporig5

382

382

366

8

53

       

1997

1997

Rotterdam/Den Haag–

                       

Utrecht

                       

Woerden-Harmelen:

                       

4-sporig fase 2

149

155

112

21

11

3

2

     

2005

2005

Amsterdam-Utrecht-

                       

Maastricht/Heerlen

                       

Vleuten – Geldermalsen 4/6

                   

2005

2005

sp. (incl. Randstadspoor)6

941

951

18

48

23

94

113

135

141

369

e.v.

e.v.

Amsterdam/Schiphol–Den

                       

Helder/Hoorn

                       

Spoorwegen Personenvervoer

                   

Realisatie IF 13.03.01

                   
 
   

Totaal

           

Oplevering

Bedragen in mln

MIT/SNIP

         

Budget

MIT/SNIP

     

t/m

             

Projectomschrijving huidig

vorig

2004

20052006 2007 2008

2009

2010

later

huidig

vorig

Uitgeest de Kleis (Regionet

                   

1e fase)

24

27

19

3

2

     

2005200

Haarlemmermeer-Almere

                   

Extra perroncapaciteit

                   

Amsterdam Zuid (2e

                   

eilandperron)

4

51

 

14

24 7

     

2006

2006

Stations en stations-

                   

aanpassingen

                   

Amsterdam CS spoor 10/1579

78

68 3 4 2 2

     

2004

2004

Amsterdam Zuidas; deel

                   

stationsstalling (t.b.v. NSP)

2

2

 

1

1

     

2006 2006/

2006

Breda Centraal (t.b.v. NSP)*

37

18

   

512 9 9 2

 

2009

 

Den Haag Centraal (t.b.v.

                   

NSP)

82

82

 

4

1530 2

8

   

2008

2008

Den Haag emplacement

21

21

 

3

10 4 4

     

2006

2006

Fietsenstalling Amsterdam

               

2007/

2006/

CS

27

27

 

1

338

8

3

1

2011

2010

Rotterdam Centraal (t.b.v.

                   

NSP)

161

160

 

5

154550

3511

 

2009

2009

Transfercapaciteit Amster-

                   

dam CS

12

12

       

12

 

2007

2007

OV-terminal stationsgebied

               

2009/

 

Utrecht (VINEX/NSP)

253

252

 

3

10 30 61

71

65

13

2011

2010

Overige projecten/lijndelen

                   

enz.

                   

Hanzelijn

890

885

14

9

33 58 125

139

156

356

2012/ 2013

2012/ 2013

Nootdorpboog

47

55

28

11 4 2 2

     

2005200

Regionet (inclusief

                   

verkeersmaatregelen

                   

Schiphol)

171

170

   

3 353540

30

28

divers

divers

Totaal categorie 0

7 144

 

1 697

411

645854 802

820

693

1 223

   

Begroting (IF 13.03.01)

     

411

645854 802

820

693

     
  • Nieuw in realisatie.

1   Inclusief de toegevoegde middelen ad 60 mln. i.h.k.v. Strategisch Akkoord 2002.

2   Het betreft de projecten: knelpunt Baarn en Hilversum Larenseweg. De resterende middelen worden gereserveerd voor kleine projecten in de Noordvleugel.

3   Er is een beschikking afgegeven voor de stations Tilburg Reeshof, Almere Oostvaarders, Arnhem Zuid en Ypenburg Haaglanden. Tot en met 2006 zal een beschikking worden afgegeven voor Helmond. Omstreeks 2006 zal een nadere invulling van het programma plaatsvinden.

4   Opgenomen is het programma tot en met 2010 alsmede de middelen vanuit NaNOV voor verdiepte ligging spoor bij Almelo.

5   Dit project bestaat uit 3 delen; Rotterdam Zuid – Dordrecht deel NS-R; Trajectdeel Barendrecht; en Wisselcomplex Kijfhoek.

6   Inclusief de halten Vathorst, def. Halte Leidsche Rijn west en Leidsche Rijn Centrum. Door de regio is voorfinanciering aangeboden.

7   Voorheen HSL-Oost (Utrecht-Arnhem-Duitse grens).

 

Spoorwegen Goederenvervoer Realisatie IF 13.03.02

           
     
 

Totaal MIT/SNIP

 

Budget in

mln

Oplevering MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig vorig

t/m 2004 20052006 2007 2008 2009

2010

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

Projecten (inter)nationaal

Aslasten cluster II PAGE risico reductie

Pilot Fluistertrein1

4543

19 19

57

17 11 10 4 2 1 52 4 53 4 1

   

2009

divers

2006

2009

divers

2006

Projecten landsdeel West

Spoorontsluiting NW Hoek Maasvlakte Verbindingssporen ECT

22 21 3 4 8 5 2 13 12 10 3

   

2007 2007 2005200

Projecten landsdeel Zuid

Sloelijn

66 51

1 4 24 24 7 6

   

2009

2008

Totaal categorie 0

170

40 24 47 38 14 7

       

Begroting (IF 13.03.02)

 

24 47 38 14 7

       

Project gefinancierd uit milieudrukgelden.

 
   

Geïntegreerde contractvormen spoor IF 13.04

 

T MIT/

otaal SNIP

     

Budget in mln

Oplevering MIT/SNIP

Projectomschrijving huidig

vorig

t/m 2004

20052006 2007

2008 2009

2010

later

huidig vorig

Reeks Infraprovider (IP): beschikbaarheidsvergoeding (13.04) 3024 Reeks Infraprovider (IP): onderhoud (13.02) 25

3 024

 

44 129 11

115116 11

117 1

2 503 20

 

Totaal categorie 0 (incl.

reeks Infraprovider) 3 049

 

0

0 45130

116 117

118

2 523

 

Begroting (IF 13.04 en 13.02)

   

0 45130

116 117

118

   

Spoorwegen Personenvervoer Planstudie IF 13.05.01

         
   

Bedragen in mln

Raming kosten

Budget

Planning

Uitvoering

Projectomschrijving

min. max.

taakstellend 20052006

2007 2008 2009 2010 later

Periode

CATEGORIE 1

Projecten (inter)nationaal

Traject Oost (diverse maatrege-len)3

 

461

 

divers

Projecten Landsdeel West

Amsterdam Zuidas: deel station (t.b.v. NSP)

Amsterdam Zuidas WTC/4-sporig + keersporen2

Rijswijk–Schiedam incl. spoorcorridor Delft1

 

91 288 270

 

2008–2013

2008–2014

pm

Totaal categorie 1

 

1110

   

1   De totale Rijksbijdrage bedraagt € 345mln: € 75mln via VROM en € 270 mln via V&W.

2   Inclusief € 100 mln FES bijdrage.

3   Voorheen HSL-Oost (Utrecht-Arnhem-Duitse grens).

 

Spoorwegen Goederenvervoer Planstudie IF 13.05.02

 

Bedragen in € mln

Raming kosten

Budget

     

Planning

Uitvoering

Projectomschrijving m

in. max.

taakstellend

20052006

2007

2008 2009

2010 later

Periode

CATEGORIE 1

Tracè-/projectbesluit na 2005 Projecten (inter)nationaal

Goederenroute Rotterdam– Noord-Nederland (GoeNoord) Aslastencluster III Roosendaal/Antwerpen (VERA)

 

62

30

186

pr

uo

pb/uo

 

2009-2013 2007-2012 2014-2020

Projecten landsdeel Oost

Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNOV)

 

119

     

uo

2010-2015

Projecten landsdeel Zuid

Goederenverbinding Antwerpen–Roergebied (IJzeren Rijn)

 

pm

       

pm

Totaal categorie 1

 

397

         

Legenda

tb/pb tracèbesluit/projectbesluit

pr           procedures rond

uo          uitvoeringsopdracht (beschikking)

Verkenningen IF 13.05.03 A. Lopende verkenninge

 

Locatie Probleem Indicatie modaliteit

Referentiekader

Gereed Landsdeel (inter)nationaal)

Overdracht spoor- Toegankelijkheid

aansluitingen spoornet Spoor goederen

Motie (TK 27 482, nr 55)

2006

 

B. (Mogelijk) te starten verkenningen

     
   

Locatie Probleem Indicatie modaliteit Toelichting

Landsdeel West

Railservice centra Waalhaven en Maasvlakte (vervolgfase)

Spooraansluiting Tweede Maasvlakte

Capaciteitstekort             Spoorgoederen               De groei van het containervervoer via rails vanaf het

Rotterdamse havengebied kan leiden tot capaciteitsknelpunten op de beide Railservice centra. Onderzocht zal worden of, en zo ja wanneer, er op korte dan wel middellange termijn capaciteitsknelpunten zullen ontstaan en welke maatregelen genomen kunnen worden om deze knelpunten op te heffen. Ontsluiting                        Spoorgoederen               Bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte is het van belang dat

Europese                                                                      dealdaarteontwikkelen industriële activiteitenenoverslag-

spoorwegennet                                                           activiteiten ophet Europese spoorwegnet worden aangeslo-

ten. Onderzocht zal worden op welke wijze een dergelijke aansluiting het beste kan worden gerealiseerd.

  • 14. 
    Regionaal, lokale infra

a.  Relatie producten en beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Regionale/lokale infra verantwoord. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII) bij beleidsartikel 34.3 Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd/decentrale netwerken.

b.  Budgettaire gevolgen van de uitvoering

 

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000)

 

14 Regionaal/lokale infra

2004

20052006

2007

2008

2009

2010

Verplichtingen

750 230

63 056

225 977

280 991

314 262

251 919

294 925

Uitgaven

750 230

230 614

327 108

457 349

327 839

251 884

294 893

14.1 Grote regionaal/lokaleprojecten

14.1.1 Verkenningen

14.1.2 Planstudieprogramma reg/lok

14.1.3 Realisatieprogramma reg/lok

14.2 Regionale mob fondsen

14.2.1 Rijksbijdrage

14.2.2 Terugsluisopbrengsten

738 910

6 155

732 755

11 320

11 320

167 923

6 563

161 360

62 691

20 830

41 861

235 567

5 992

229 575

91 541

49 680

41 861

429 298

5 576

423 722

28 051

28 051

327 839

20 765 307 074

251 884

15 540 236 344

294 893

83 034 211 859

Van totale uitgaven:

– Bijdrage aan baten-lastendienst – Restant

– waarvan op 1 januari 2006 juridisch verplicht

 

3 759 226 855

100%

3 254 323 854

80%

3 125 454 224

57%

3 341 324 498

100%

3 274 248 610

86%

3 274 291 619

76%

14.03 Ontvangsten

Ontvangsten

7 090

           

c. Het actuele programma

14.1 Grote regionale/lokale projecten

In dit onderdeel worden alleen de aanlegprojecten behandeld waarvan de kosten van de meest kosten effectieve oplossing hoger zijn dan de grenswaarden in de «oude» GDU+ (respectievelijk € 112,5mln. en € 225 mln.). Voor de beschikbare bedragen per project wordt verwezen naar de projectoverzichten regionale/lokale infra onder d projecten overzichten.

Met de subsidieverlening voor de projecten die boven bovengenoemde grenswaarde uitkomen worden de volgende doelen nagestreefd: + het verminderen van de congestieproblematiek op de weg. Met name de bereikbaarheid van de mainports en de achterlandverbindingen is daarbij van groot belang. Onder deze categorie valt onder meer de realisatie van belangrijke verbindingen, stadsgewestelijke OV-verbindingen, de aanleg en verbetering van wegen van het onderliggende wegennet, bijvoorbeeld die de doorstroming van het openbaar vervoer bevorderen;

+ de verbetering van het openbaar vervoer op netwerkniveau. Het kan daarbij gaan om projecten die leiden tot snelheidsverhoging van de voertuigen, lagere exploitatiekosten en/of hogere vervoerwaarde (meer reizigers);

+ het verbeteren van de verkeersveiligheid.

Ter afwikkeling van Demonstratieproject Duurzaam veilig vinden in 2005 en 2006 nog uitgaven plaats voor het project West Zeeuws Vlaanderen.

14.1.1 Verkenningen

Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIT. Een voorgenomen project zal, na een zorgvuldige probleemanalyse door de regio, eerst in het RVVP (Regionaal Verkeers- en vervoersplan)/PVVP (provinciaal verkeer en vervoersplan) worden opgenomen. Op basis van de uitkomsten van de door de regio uitgevoerde verkenning wordt besloten of het betreffende project al dan niet in de planstudietabel wordt opgenomen. Opname in de planstudietabel betekent een erkenning door Verkeer en Waterstaat van het verkeer- en vervoerprobleem.

14.1.2.  Planstudieprogramma regionaal lokaal

Van een project dat in de planstudietabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt.

Wijzigingen projecten in planstudieprogramma:

+ het project N 201 is overgeheveld van het planstudieprogramma naar

het realisatieprogramma; + het project Hilversum Mediapark is niet meer opgenomen, omdat dit

project onder het regime (en de daarbij behorende financieringswijze)

van de Brede Doeluitkering (BDU) (Hoofdstuk XII artikel 39) valt; + de benaming van project 229, doortrekking A 73, wordt gewijzigd in 2e

stadsbrug Nijmegen.

14.1.3.  Realisatieprogramma regionaal lokaal

Dit artikelonderdeel bevat de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote infrastructuurprojecten die door derden worden aangelegd. Momenteel zijn dit vooral projecten voor openbaar vervoer, met name over rails. In de realisatietabel staan de 4 grote projecten, waarvan 3 reeds in uitvoering zijn: de Noord/Zuidlijn (metro in Amsterdam), Beneluxmetro (metro in Rotterdam) en Randstadrail (light-rail Rotterdam/Den Haag). Het 4e project de N201 zal binnenkort in uitvoering komen.

Wijzigingen projecten in realisatieprogramma:

+ De N 201 is opgenomen in de realisatietabel. Door toevoeging van het

overschot Mediapark (€ 25mln) en de prijscompensatie is de bijdrage

verhoogd tot € 166 mln.

14.2 Regionale mobiliteitsfondsen

Het programma rond de regionale mobiliteitsfondsen valt uiteen in vier

onderdelen:

+ fondsen (bestaand) in het kader van het amendement Dijsselbloem;

+ fondsen (nieuw en bestaand) in het kader van de impuls voor

regionale bereikbaarheid; + fondsen (bestaand) in het kader van het amendement Van Hijum; + fondsen in het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad.

In 14.2.1 zal worden ingegaan op de reguliere rijksbijdragen, die de komende jaren nog worden gedaan in de regionale mobiliteitsfondsen. Concreet geldt dit voor middelen uit de amendementen Van Hijum en Dijsselbloem en middelen uit de impuls voor regionale bereikbaarheid. In 14.2.2 wordt specifiek ingegaan op de compensatie van drie BOR-regio’s naar aanleiding van het niet doorgaan van de proef met het spitstarief.

14.2.1 Rijksbijdrage

+ Fondsen (bestaand) in het kader van het amendement Dijsselbloem. Als gevolg van het amendement Dijsselbloem is in 2001 in totaal € 136 mln. gereserveerd voor acht regionale mobiliteitsfondsen in de zuidelijke en oostelijke provincies en kaderwetgebieden. Zeven regio’s hebben aan alle voorwaarden voldaan en hebben de rijksbijdrage van maximaal € 17 mln. ontvangen. Het Knooppunt Arnhem–Nijmegen heeft € 11,32 mln. aan rijksbijdrage ontvangen en moet nog een stortingsverzoek doen voor het resterende bedrag (€ 5,68 mln.). De verwachting is dat deze laatste bijdrage in 2005aan het Knooppunt Arnhem–Nijmegen zal worden gedaan.

+ Fondsen (nieuw en bestaand) in het kader van de impuls voor

regionale bereikbaarheid. In het kader van de besteding van het Kwartje van Kok geeft Verkeer en Waterstaat een gerichte impuls voor regionale bereikbaarheid van in totaal € 360 mln. tot en met 2010. In 2003 is met een aantal regio’s afgesproken dat een deel van deze impuls (€ 55 mln.) zal worden ingezet voor netwerk/pakketmaatregelen in de betreffende regio’s. De financiering van deze maatregelen verloopt via de regionale mobiliteitsfondsen. Omdat het Samenwerkingsverband Noord-Nederland nog geen regionaal mobiliteitsfonds heeft zal daar een bestaand fonds worden omgebouwd of een nieuw fonds worden opgericht. De middelen (€ 10 mln. voor de Regio Twente, € 10 mln. voor het Knooppunt Arnhem–Nijmegen, € 25 mln. te verdelen over de regio’s Rotterdam en Den Haag en € 10 mln. voor het Samenwerkingsverband Noord-Nederland) zullen in de periode 2005–2007 beschikbaar worden gesteld, onder de bestaande voorwaarden van de regionale mobiliteitsfondsen.

+ Fondsen (bestaand) in het kader van het amendement Van Hijum. Met het amendement Van Hijum wordt € 140 mln beschikbaar gesteld voor de verbetering van het (onderliggende) wegennet. Besloten is een deel van deze middelen (€ 15mln voor het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en € 15mln voor Gelderland/Overijssel) in te zetten voor kansrijke netwerk/pakketmaatregelen. Financiering hiervan zal verlopen via de regionale mobiliteitsfondsen, onder de bestaande voorwaarden. De middelen komen beschikbaar in de periode 2006–2007.

14.2.2 Terugsluis opbrengsten

Voor de uitvoering van het BOR zijn ten behoeve van de vier betrokken regio’s (Noordelijke Randstad en de regio’s Rotterdam, Haaglanden en Utrecht) regionale mobiliteitsfondsen ingesteld. Het kabinet heeft hiervoor een bedrag van maximaal € 454 mln. beschikbaar gesteld onder de

voorwaarde dat de regio minimaal eenzelfde bijdrage levert (50%-50% cofinanciering). De voeding van de vier fondsen heeft in 2000 en 2001 plaatsgevonden, conform de afspraken uit het BOR en het feit dat de regio eerst haar bijdrage heeft geleverd. In het kader van het BOR is daarnaast een bedrag – gelijk aan de toenmalig geraamde opbrengst van het spitstarief op het hoofdwegennet – in de periode 2002–2010 in de begroting opgenomen, de zogenaamde terugsluisopbrengsten. Omdat de proef met het spitstarief niet is doorgegaan, is in dit kader € 81,6 mln gereserveerd om drie BOR-regio’s financieel te compenseren (Noordelijke Randstad, Rotterdam en Haaglanden). De betreffende regio’s zullen in 2005het eerste deel van deze compensatie ontvangen. Per ontvangende partij gaat het om een bedrag van € 13,6 mln. In 2006 volgt dan het tweede deel van de compensatie.

d. projectoverzichten

Regionale/lokale infrastructuur Planstudie IF 14.01.02

Bedragen in mln

Raming kosten Budget

Planning Uitvoering

Projectomschrijving

taak-min. max. stellend

20052006 2007 2008 2009 2010 later

Periode

CATEGORIE 1 Projectbesluit t/m 2006 Projecten landsdeel West

Hilversum Mediapark Rijn Gouwelijn Oost1

Projecten landsdeel Zuid

Eindhoven BOSE3

Tilburg Noordwest Tangent*

Projectbesluit na 2006 Projecten landsdeel Oost

Nijmegen 2e stadsbrug2

Projecten landsdeel Zuid

Maaskruisend verkeer, Maas-tricht4

 
 

25pn 140 pb

pb pr/uo

pr

uo

   

vanaf 2008 2006–2010

nt* 5

95400 50

1152,5 pb

pb pr/uo

 

pr

 

uo

2010-2012 2006-2008

 

250 300 50-70

 

pb

pr

uo

 

2009-2011

               

36          272

pb

pr           uo

2010-2012

Totaal categorie 1

267,5-287,5

Voor alle projecten geldt: het is afhankelijk van de uitkomsten van de planstudie en de beschikbare middelen of een project in aanmerking kan komen voor een rijksbijdrage. * Nieuw in planstudie.

1   Rijksbijdrage komt beschikbaar vanaf 2010.

2   Er is nog geen taakstellende Bijdrage bepaalde (min. € 50 mln–max. € 70 mln). De naam van het project is gewijzigd van «doortrekking A73» in «2e stadsbrug».

3   Er is € 50 mln gereserveerd uit envelop Regionale Bereikbaarheid; voorwaarde van de TK is dat de regio met een analyse komt van nut, noodzaak, draagvlak en oplossing.

4   Er is nog geen taakstellende bijdrage bepaald.

5   De rijksbijdrage bedraagt € 2,5mln op basis van de MKE in het kader van bijdrage «groot regionaal project». De rijksbijdrage kan als gevolg van nadere besluitvorming nog worden aangepast.

Legenda

pn          projectnota

pb          projectbesluit

pr           procedures rond

uo          uitvoeringsopdracht (beschikking)

Regionale/lokale infrastructuur Realisatie IF 14.01.03

Totaal MIT/SNIP

Oplevering Budget in € mln              MIT/SNIP

t/m huidig vorig 2004 20052006 2007 2008 2009 2010 later huidig vorig

Projectomschrijving

CATEGORIE 0

Projecten landsdeel West

Beneluxmetro (VINEX)1, 3 Duurzaam Veilig West-Zeeuws Vlaanderen N201

Noord-Zuidlijn Noord-WTC1, 2

RandstadRail, 1e fase Zuidtangent kerntraject fase 2

660

6 166

660

140 1 132 1 128

846 93

844 93

617

22

409 92

23

20

2002 2002

51 4          38

60

43 1

26

135244 32         150

20           31           46

145146         142

138           55           19

 

1 2010

2010

2010/

 

35 2011

2011

 

2006/

2006/2008

2008

2002

2002

                       

Overig

Afrekening Decentralisatie GDU+ 2004 Experimenteerfonds

21 76

55

2

21 4

4

4

4

4

5

49

Totaal categorie 0

 

3 000

 

1 345

161

230

424

307

236

212

85

Begroting (IF 14.01.03)

       

161

230

424

307

236

212

 

1   (Deels) investeringsimpuls 1994.

2   (Deels) investeringsimpuls 1998.

3   Exclusief € 4,3 mln bodemsanering.

  • 15. 
    Hoofdvaarwegennet

a.  Relatie product en beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel Hoofdvaarwegennet is gerelateerd aan de volgende beleids-artikelen:

+ artikel 33: veiligheid gericht op de beheersing van veiligheidsrisico’s; + artikel 34: betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden; + artikel 35: mainports en logistiek;

+ artikel 36: bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.

In het MIT/SNIP-projectenboek 2006 is per aanlegproject beschreven welk probleem met het betreffende project wordt opgelost. Uitgangspunt voor de besluitvorming over de projecten is het SNIP-spelregelkader. Hierin zijn de belangrijkste beslismomenten van de projecten vastgelegd.

b.  Budgettaire gevolgen van de uitvoering

 

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000)

 
     
  • 15. 
    Hoofdvaarwegennet

2004

20052006

2007

2008

2009

2010

Verplichtingen

545 613

392 777 405 090

484 455

592 374

586 252

615 050

Uitgaven

398 492

450 076 452 210

536 417

587 278

592 605

642 193

15.01 Verkeersmanagement

79 800

79 828

73 558

74 983

75 801

80 391

80 969

15.01.01 Basispakket verkeersmanage-

             

ment

79 800

79 828

73 558

74 983

75 801

80 391

80 969

15.02 Beheer en onderhoud

221 766

244 993 265 062

354 558

403 642

399 093

380 129

15.02.01 Basispakket B&O hoofd-

             

vaarwegen

162 714

167 983 137 774

211 606

259 945

243 258

235 259

15.02.02 Servicepakket B&O hoofd-

             

vaarwegen

31 578

37 500

37 500

37 500

37 500

37 500

37 500

15.02.04 Groot variabel onderhoud

             

hoofdvaarwegen

27 474

39 510

89 788

105 452

106 197

118 335

107 370

15.03 Aanleg en planstudie na tracebe-

             

sluit

90 150

113 176

92 504

70 491

61 443

62 208

56 269

15.03.01 Realisatieprogramma hoofd-

             

vaarwegen

86 327

108 376

84 584

54 011

39 843

32 208

27 469

15.03.02 Planstudieprogramma na

             

tracebesluit

3 823

4 800

7 920

16 480

21 600

30 000

28 800

15.05 Verkenning en planstudies voor

             

tracebesluit

6 776

12 079

21 086

36 38 46 392

0 913

124 826

15.05.01 Verkenningen

6 776

12 079

6 446

6 265

7 482

7 883

7 826

15.05.02 Planstudieprogramma vóór

             

tracebesluit

0

0

14 640

30 120

38 910

43 080

117 000

Van totale uitgaven:

             

– Bijdrage aan baten-lastendienst

 

297 708 272 456

341 872

390 240

390 446

408 354

– Restant

 

152 368 179 754

194 545

197 038

202 159

233 839

– waarvan op1januari 2006 juridisch

             

verplicht

 

100%

47%

35%

26%

23%

17%

15.09 Ontvangsten

             

Ontvangsten

52 892

19 749

22 732

13 523

12 623

12 923

14 323

c. Het actuele programma

15.01 Verkeersmanagement

Activiteiten rond verkeersmanagement worden uitgevoerd ten behoeve

van meer vlot en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet.

Het gaat om de volgende activiteiten:

+ verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;

+ monitoring en informatieverstrekking;

+ vergunningverlening en handhaving;

+ crisisbeheersing en -preventie.

De areaalgegevens rondom verkeersmanagement zijn opgenomen in onderstaande tabel:

Verkeersmanagement Bediende objecten in aantallen

Begeleide vaarweg in km

1 372,5 1081

in voorgaande begrotingen was steeds sprake van 193 bediende objecten. Vanwege de nieuwe vereenvoudigde aansturing is gekozen voor een vereenvoudigde definitie van het aantal bediende objecten. Zo worden alleen sluizen en beweegbare bruggen opgenomen. Afzonderlijke stuwen en pompgemalen vallen niet meer onder de definitie. Bovendien wordt bijv. een brug over een sluis samen als 1 object gezien (voorheen: 2)

15.01.01 Basispakket verkeersmanagement

Het verkeersmanagement van het hoofdvaarwegennet wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken.

Voor het jaar 2006 geldt de volgende prestatieafspraak:

Basispakke

estatie indicator

Eenheid

aarde 2006

Bedienen van sluizen en beweegbare Uitvoeren van in toelichting genoemde                 % waaraan voldaan 100%

bruggen                                                         afspraken conform het Vaarplan ONTWERP wordt aan afgespro-

BPRW 2005–2008.                                                       ken bedieningstijden

De bekostiging van deze prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per eenheid areaal:

 

Basispakket

         

Areaaleenheid

O

mvang

T arief in € 1 000

Totaalbudget 2006

         

Verkeersmanagement

Begeleide vaarweg in km

1 372,58,229

11 294

 

Bediende objecten

108 576,509

62 263

Bij het bepalen van dit tarief is gekeken naar de belangrijkste factoren die de kosten van het verkeersmanagement bepalen. De belangrijkste component van verkeersmanagement is personeel.

15.02 Beheer en Onderhoud

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdvaarwegennetwerk in een dusdanige staat te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie (het faciliteren van vlot, veilig, duurzaam en comfortabel vervoer van goederen onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig verkeersmanagement maar ook watermanagement ten behoeve van het hoofdwatersysteem).

Naast het uitvoeren van beheer en onderhoud worden op dit artikel de voorbereidingskosten ten behoeve van beheer en onderhoud vaarwegen verantwoord.

Areaaleenheid

Beheer, onderhoud en ontwikkeling

Vaarweg (in km)

4 378

15.02.01 Basispakket Beheer en onderhoud

Een absolute voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegen-net is betrouwbaarheid van de infrastructuur van «waterbak» (baggeren), kunstwerken en verkeersvoorzieningen. Deze kan alleen worden gegarandeerd indien de infrastructuur preventiefbeheerd en onderhouden wordt. Dit in tegenstelling tot correctiefonderhoud, waarbij de beheerder geconfronteerd wordt met functieverlies en de gebruiker ongewild voor onaangename verrassingen wordt geplaatst.

Het beheer en onderhoud van het hoofdvaarwegennet wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken. Deze prestatieafspraken geven aan op welk kwaliteitsniveau het hoofdwegennet beheerd en onderhouden zal worden.

Voor het jaar 2006 gelden de volgende prestatieafspraken:

 

Basispakket

Prestatie indicator

Eenheid

   

Waarde 2006

Voorzieningenniveau Infrastructuur

Toegangsgeulen zeehavens voldoen het

% waarin voldaan

95%

 

gehele jaar aan de normen voor het

wordt aan profiel

 
 

vaarwegprofiel

   
 

Onderhoud aan de vaarwegmarkeringen is

% van de vaarweg-

85%

 

zodanig dat voor een afgesproken percen-

markeringen dat

 
 

tage wordt voldaan aan de IALA normen en

voldoet

 
 

de SIGNI-normen.

   

Na afloop van het uitvoeringsjaar zal RWS in de verantwoording

aangeven of deze prestaties ook inderdaad zijn gerealiseerd.

Om de met de uitvoeringsflexibiliteit beoogde efficiency te bereiken zal

gebruik gemaakt worden van een palet aan prestatiebestekken en andere

geïntegreerde contractvormen. Daarbij zullen verschillende soorten

werkzaamheden worden gecombineerd in één integraal contract met één

prijs.

De bekostiging van de prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per eenheid areaal.

 

Basispakketten

 

Areaaleenheid

Omvang

Tarief in € 1 000

Totaalbudget 2005 in € 1 000

   

Beheer en onderhoud

Vaarweg

4 377,8

31 471

137 774

Een nadere toelichting op het totstandkomen van het tarief, de prestatieindicator en een nadere toelichting op de verschillende componenten van het basispakket beheer en onderhoud is terug te vinden in het MIT/SNIP-projectenboek 2006.

15.02.02 Servicepakketten Beheer en Onderhoud

Overdracht Brokx-Nat

De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd hoe dit proces zal worden afgerond (TK stuk 28 600 XXII nr. 17). Bij elke overeenstemming over de overdracht zal apart worden bezien of de overdrachtsovereenkomst kan worden gesloten.

Fries-Groningse kanalen

De rijksbijdrage voor het onderhoud van de Fries-Groningse kanalen is vastgelegd in een convenant dat gesloten is met de provincies Friesland en Groningen.

De bijdrage betreft de vaarweg Lemmer-Delfzijl (Pr. Margrietkanaal en van Starkenborghkanaal) alsmede het van Harinxmakanaal en het Winschoter-diep. Deze laatste 2 vaarwegen worden niet gerekend tot het hoofdvaar-wegennet.

De rijksbijdrage is in de negentiger jaren vastgesteld op basis van een preventief onderhoudsniveau (geen achterstalligheid). Er is een jaarlijkse indexering afgesproken.

Naar aanleiding van het rapport Commissie-Brinkman «Anders gestuurd, beter bestuurd» is er een advies om het Harinxmakanaal en het Win-schoterdiep te financieren via het provinciefonds. De vaarweg Lemmer– Delfzijl zou in rijksbeheer moeten komen. In 2005zal de wenselijkheid van centralisatie of overheveling conform het advies van de CommissieBrinkman nader worden bezien.

15.02.04 groot variabel onderhoud

+ Impuls 2003

De ontwikkeling van de budgetten voor beheer en onderhoud heeft in het verleden geen gelijke tred gehouden met de kosten van beheer en onderhoud. Ongewild leidt dit tot een geleidelijke overgang van preventief naar correctief onderhoud, waarbij geprioriteerd is naar vaarwegklasse. In het hoofdlijnenakkoord is daarom bij de begroting 2004 besloten tot een impuls aan Beheer en Onderhoud Rijkswaterwegen (zie hiervoor het «Plan van Aanpak Beheer & Onderhoud», gevoegd bij de begroting 2004). Voor de Hoofdvaarwegen geldt ook het plan van aanpak voor het inlopen van achterstallig onderhoud. In dit plan is een aantal projecten genoemd. Deze projecten hebben invloed op de afgesproken prestaties.

 

Projecte

n

Uitvoeringsperiode

Amsterdam Rijnkanaal baggeren en renoveren sluizen en

 

oevers

2004-2009

Amsterdam-Lemmer/IJsselmeer

2004-2010

Baggeren IJssel

2008-2011

Vervanging vaartuigen

2004-2010

Kanaal Gent–Terneuzen, baggeren en oevers

2004-2010

Maas: baggeren en kunstwerken

2004-2010

Noordzeekanaal baggeren

2004-2009

Rotterdam–België/Zeeland: renovatie o.a. Volkeraksluizen en

 

baggeren

2004-2010

Rotterdam–Duitsland: baggeren en oevers

2004-2009

Wrakkenberging

2010

Natte bruggen

2005-2010

Amsterdam Rijnkanaal baggeren en renoveren sluizen en

 

oevers

2004-2009

Om verkeersoverlast zo veel als mogelijk tot een minimum te beperken, zullen de werkzaamheden goed afgestemd worden, zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma alsmede met werkzaamheden vanuit hoofdwatersystemen.

15.03 Aanleg en planstudie na tracébesluit

15.03.01 Realisatieprogramma hoofdvaarwegen

Op dit hoofdproduct worden de uitgaven verantwoord die samenhangen met de realisatie van aanleg hoofdvaarwegprojecten.

Naar verwachting komen de volgende projecten in 2006 gereed: + de 1e fase van de verdieping van de vaargeulen in het Ketelmeer; + de verbreding van de toegang naar de Beatrixsluis in het Lekkanaal; + de landschappelijke inpassing van de 2e sluis te Lith; + de brugverhogingen voor vierlaags containervaart op de Maas te Roosteren en Echt.

Ten opzichte van de begroting 2005zijn bij de projecten de volgende

mutaties te melden:

+ het project vaargeul Ketelmeer is vertraagd naar 2006 in verband met vergunningenproblematiek: het verkrijgen van de vergunningen duurt langer dan verwacht;

+ vaarweg Lemmer Delfzijl: In 2004 is de planstudie goedgekeurd en deze maatregelen zijn (inclusief het bijbehorende budget) toegevoegd aan het gelijknamige lopende realisatieproject;

+ als gevolg van verwachte meevallende aanbestedingen zijn de projectbudgetten in totaal met circa € 21 miljoen neerwaarts bijgesteld. Een nadere toelichting op projectniveau staat vermeld in het MIT/SNIP-projectenboek;

+ Walradar Noordzeekanaal: Hiervoor was € 6 mln. gereserveerd. De wens om recente technologische ontwikkelingen (o.a. de invoering van een automatisch identificatiesysteem) zo goed mogelijk in dit project te betrekken, heeft geleid tot een hoger bedrag dat benodigd is voor de investering in de walradar voor het Noordzeekanaal. Met het gemeentelijk havenbedrijf Amsterdam is afgesproken dat deze één derde deel

van de investeringskosten voor haar rekening neemt, en het Rijk twee derde deel. Vanuit het project Walradarsystemen is daarom € 5mln toegevoegd aan het projectbudget; + over de planstudie Lemmer–Delfzijl is eind 2004 een planstudiebesluit genomen en dit project is overgeheveld naar het realisatieprogramma.

15.03.02 Planstudieprogramma ná tracébesluit

Er zijn een tweetal projecten die in de planstudiefase zitten en waarvoor wel al een tracébesluit is genomen. De budgetten die hier zijn opgenomen zijn benodigd voor de planstudies plus de uitvoering van de projecten. Het betreft de volgende projecten: + Maasroute, modernisering fase 2

De groei van het goederenvervoer over water alsmede de schaalvergroting leiden tot lange wachttijden bij de sluizen. Tevens vormt het huidige vaarwegprofiel een knelpunt voor een efficiënte verkeersafwikkeling. In studie is het behouden, respectievelijk vergroten van het vervoersaandeel van de binnenvaart in de Maasroute-corridor door: 1) het realiseren van een volwaardige klasse Vb vaarweg (diepgang 3,5 m) op de verbreding Weurt-Ternaaien, waarmee de economische groei door vervoer over water wordt bevorderd; 2) het realiseren van doorvaarthoogtes van 9,10 m op het traject Weurt–Born; 3) het verminderen van de wachttijden bij de sluizen door capaciteits- en/of beschikbaarheidsuitbreiding.

Naar verwachting zal in 2005voor enkele projectonderdelen (waar onder verhoging van de bruggen bij Weurt) een uitvoeringsbesluit worden genomen.

+ Sluis Ternaaien

De scheepvaartverbinding tussen de Maasroute en het Albertkanaal (B) bestaande uit het sluiscomplex Ternaaien heeft een te kleine schut-capaciteit, waardoor lange wachttijden voor de scheepvaart ontstaan. Bovendien is de betrouwbaarheid kwetsbaar.

In studie is het vergroten van de schutcapaciteit door de bouw van een vierde sluiskolk. Het project zal door Nederland en België gezamenlijk worden gefinancierd. Bijdrage van Nederland aan de realisatie van de door België te bouwen vierde sluiskolk is € 8 mln. (prijspeil 2004) plus een bijdrage aan de planstudiekosten. De Europese Commissie subsidieert de planstudie voor 50%. Geplande start van uitvoering is 2008.

15.05 Verkenningen en planstudie vóór tracébesluit

15.05.01 Verkenningen

De besluitvorming over de verkenning Bereikbaarheid Zuid-Oost Brabant (BERZOB) loopt nog. Wel zijn enkele no-regret maatregelen in voorbereiding genomen (zie planstudie voor projectbesluit). Daarnaast zijn de volgende verkenningen gestart: + er is een verkenning gestart naar de verkeerssituatie bij de splitsing

Hollands Diep-Dordtse Kil, gericht op het in kaart brengen van de

mogelijke veiligheidsproblemen die zich daar voordoen; + er is een verkenning gestart naar de 2e sluiskolk Eefde, om te bezien of

uitbreiding van de kolkcapaciteit nodig is; + in 2006 zullen ook verkenningen starten naar de sluiscapaciteit bij de

Kreekrak- en Volkeraksluizen en naar de ligplaatscapaciteit op een

aantal locaties in Nederland.

15.05.02 Planstudieprogramma vóór tracé-/projectbesluit

Over de voortgang van het planstudieprogramma voor tracébesluit is het

volgende te melden:

+ in 2006 wordt een standpunt of tracé-/projectbesluit verwacht voor de planstudies betreffende de Waal, de Zuid-Willemsvaart, de vaarweg Meppel–Ramspol (Zwartsluis), het Burgemeester Delenkanaal, de Bovenloop–IJssel en de 3e kolk Beatrixsluis;

+ rond de planstudie Wilhelminakanaal vinden nog onderhandelingen met de regio plaats over de voorkeursvariant en de kostenverdeling tussen Rijk en regio;

+ de verkenning Bereikbaarheid Zuid-Oost-Brabant heeft geresulteerd in versneld onderzoek naar de no-regret maatregelen ten behoeve van de vervanging sluizen 4, 5en 6 naar klasse IV, aanpassing Erpsebrug en bijbehorende passageplaatsen en zwaaikommen. Start uitvoering is voorzien in 2006, met oplevering in 2010. Deze maatregelen worden gefinancierd door de regio Noord-Brabant en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Ondertekening van een realisatieconvenant is voorzien in juni 2006.

15.09 Ontvangsten

Op het ontvangstartikel wordt het volgende verantwoord:

 

Gespecificeerde ontvangsten op de producten van dit productartikel (x € 1 000)

 
     

20052006

2007

2008

2009

2010

Investeringen in Schelderadarketen

VBS-tarief

Overige aanleg ontvangsten

   

9 157 8 123 2 469

8 936 8 123 5673

5 400 8 123

4 500 8 123

4 800 8 123

6 200 8 123

Totaal Ontvangsten Aanleg

   

19 749

22 732

13 523

12 623

12 923

14 323

d. projectoverzichten

 
                     

Vaarwegen

 
                     
   
   

Totaal

         

Oplevering

 

MIT/SNIP

     

Budget in

mln

MIT/SNIP

     

t/m

           

Projectomschrijving

huidig

vorig

2004

20052006 2007 2008

2009

2010

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

Projecten (inter)nationaal

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1;

                 

verbetering tot klasse Va

201

90

73

8 13 18 18

20

21

30

2012

2006

Verbeteren vaargeul IJsselmeer

                 

Amsterdam-Lemmer

16

1511 2 1 1 1

     

2010

2010

Walradarsystemen

68

56

2

54 56

56

3

n.v.t.

n.v.t.

Projecten landsdeel Oost

Verruiming Twentekanalen

62

55

11

24 15 6 6

     

2008

2007

Vaarroute Ketelmeer (excl.

                 

EU-bijdrage)

16

14

1

12 3

     

2006

2005

Projecten landsdeel West

Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en

                 

uitbreiding ligplaatsen

19

17 6 2 3 8

     

2007

2005

Renovatie Noordzeesluizen IJmuiden

232

229

209

12 6

     

200

200

Walradar Noordzeekanaal*

13

7

 

4 54

     

2008

 

Projecten landsdeel Zuid

Maasroute fase 1, brugverhogingen

                 

Roosteren en Echt

20

18 4 4 9 3

     

2007

2006

Maasroute fase 1, voorhavens en

                 

wachtplaatsen

72

72

69

3

     

2004

2004

Tweede Sluis Lith

57

57

55

2

     

2002

2002

Verdrag verdieping Westerschelde,

                 

incl. natuurherstel

177

175162

10 5

     

2006

2006

Zuid-Willemsvaart; renovatie

                 

middendeel klasse II

Overig

Kleine projecten

 

59

55

27

7 20 2

3

   

2008

2008

 

71

51

50 9 1 4 3 4

   

n.v.t.

n.v.t.

TBBV/SBV

34

34

26

8

     

n.v.t.

n.v.t.

Totaal categorie 0

1117

 

706

108 84 54 40

32

27

65

   

Begroting (IF 15.03.01)

     

108 84 54 40

32

27

     
  • Nieuw in realiastie.
 

Hoofdvaarwegen

Planstudie IF 15.03.02 (na tracébesluit) en IF15.05.02 (voor tracébesluit)

         
         

Bedragen in mln

Raming kosten

Budget

     

Planning

Uitvoering

Projectomschrijving min.

max.

taakstellend

20052006

2007

2008 2009

2010 later

Periode

CATEGORIE 1 (na tracébesluit)

Projecten landsdeel Zuid

Bouw 4e sluiskolk Ternaaien Maasroute, moderinisering fase 2, verruiming tot klasse Vb

 

8 542

uo

 

uo

 

2008 e.v. 2005 e.v.

Totaal categorie 1 na tracè-besluit (IF 15.03.02)

 

550

         

CATEGORIE 1 (voor tracèbesluit) Tracé-/projectbesluit t/m 2006

Projecten landsdeel Oost

Vaarweg Meppel–Ramspoel (keersluis Zwartsluis) Waal, toekomstvisie

 

26-41 170

pb uo

 

pr µo

 

2009-2012 2006-2012

Projecten landsdeel West

Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis

 

80-92

tb

   

uo

2011-2014

Projecten landsdeel Zuid

Wilhelminakanaal Tilburg2 Zuid-Willemsvaart, gedeelte Maas-Den Dungen + afbouw Den Dungen-Veghel Zuid-Willemsvaart; vervanging sluizen 4, 5en 6*

Tracè-/projectbesluit na 2006

 

62

312 30

pb

tb tn/pb

uo

pr uo

uo

 

2007-2011

2008 e.v. 2007-2010

Projecten landsdeel Oost

Bovenloop IJssel Twentekanaal

 

42 33

     

uo uo

2011-2013 2011-2013

Projecten landsdeel West

Amsterdam-Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg1

De Zaan1

Vaarroute Ketelmeer, fase 2

 

12

pm

12

     

uo pb

2011-2013 2012-2014 2011-2013

Projecten landsdeel Zuid

Burgemeester Delenkanaal Oss1

 

pm

tn

pb

uo

 

na 2008

Totaal categorie 1 voor tracébesluit (IF 15.05.02)

 

767-797

         

Totaal categorie 1

1 317-1 347

         
  • Nieuw in planstudie

1   Rijksbijdrage is afhankelijk van onderhandelingen en planstudie.

2   Projectbesluit genomen in 2005. Projectbudget kan als gevolg van nadere besluitvorming nog worden aangepast.

Legenda

tn           trajectnota of projectnota

tb/pb tracèbesluit/projectbesluit

pr           procedures rond

uo          uitvoeringsopdracht (beschikking)

 

Hoofdvaarwegen Verkenningen IF15.05.01 A. Lopende verkenningen

 

Locatie

Probleem

Referentiekader

Gereed

Landsdeel West

Verkenning Verkeerssituatie Splitsing Hollands Diep–Dordtse Kil

Veiligheid

Risico-atlas vaarwegen

2006

Landsdeel Oost

Verkenning Sluis Eefde

Capaciteit

Nota Mobiliteit

2006

B. (Mogelijk) te starten verkenningen

 
   

Hieronder worden verkenningen gepresenteerd die mogelijk tot realisatie van een infrastructureel project zullen leiden in de periode 2015–2020. Voor de periode 2015–2020 is een overzicht met potentiële knelpunten beschikbaar (mede op basis van de Nota Mobiliteit), die mogelijk op termijn tot een infrastructurele oplossing komen. Voor deze potentiële knelpunten wordt het reguliere MIT-proces (verkenning, planstudie, realisatie) doorlopen. Per knelpunt zal eerst – via een nieuwe MIT-verkenning, een bestaande planstudie waarvan de scope wordt gewijzigd of een netwerkanalyse – de nut en noodzaak van een infrastructurele oplossing worden bekeken. Vervolgens worden voor die periode prioriteiten bepaald en zal een concrete programmering worden gemaakt, die past binnen de financiële randvoorwaarden. Daar waar ten opzichte van deze algemene toelichting aanvullende dan wel andere afspraken aan de orde zijn wordt dit toegelicht.

Locatie

Probleem

Toelichting

(Inter)nationaal

Innovatieproject verkeersmanagement vaarwegen (RIS/ Centrale bediening)

Landsdeel Noord

Sluis Lemmer (kolk en ligplaatsen) Vaarweg Lemmer– Delfzijl (fase 2)

Landsdeel Oost

Bruggen en vaarwegprofiel Twentekanalen Ligplaatsen Kampen Ligplaatsen Driel Verkenning IJssel (fase 2)

Landsdeel West

Ligplaatsen vaarweg Amsterdam–Rijnkanaal en vaarweg Amsterdam–Lemmer Verkenning Zeepoort IJmond

Bereikbaarheid en veiligheid

Capaciteit en veiligheid Capaciteit

Capaciteit

Capaciteit en veiligheid Capaciteit en veiligheid Capaciteit

Capaciteit en veiligheid Capaciteit

Landsdeel Zuid

Bruggen Born–België Capaciteit Kreekraksluizen               Capaciteit

Ligplaatsen Engelen Capaciteit en veiligheid Ligplaatsen Krammer- Capaciteit en veiligheid sluis

Deze verkenning is een vervolg op de planstudie Lemmer- Delfzijl, fase 1.

Het betreft hier de ligplaatsen Lelystad, Diemen, Breukelen en Oranjesluizen.

Het project Zeepoort IJmond bevond zich tot 2005in de MIT-planstudiefase (categorie 2), waarbij verschillende oplossingsvarianten zijn onderzocht. Uiteindelijk is een nieuwe oplossingvariant («Grote groene Kolk») ontwikkeld. In bestuurlijk overleg afgesproken om uiterlijk in 2008 te bezien of de groei aan de verwachtingen voldoet en welke maatregelen dan nodig zijn. De huidige MER procedure wordt daarmee (voorlopig) afgesloten.

Er bestaat mogelijk een capaciteitsknelpunt. Eventuele investeringen en uitvoeringstermijn zijn mede afhankelijk van afspraken met Vlaanderen, op basis van het Schelde-Rijn Verdrag.

 

B. (Mogelijk) te starten

verkenninge

n

Westsluis bij

Capaciteit

 

Terneuzen

   

Sluis St Andries

Capaciteit

 

Verkenning Zuid-

Capaciteit

Het gaat hierbij om een eventuele verdere verruiming van de vaarweg naar

Willemsvaart

 

(beperkt) klasse IV.

(beperkt) klasse IV

   

Volkeraksluizen

Capaciteit

Er bestaat mogelijk een capaciteitsknelpunt. Eventuele investeringen en uitvoeringstermijn zijn mede afhankelijk van afspraken met Vlaanderen, op basis van het Schelde-Rijn Verdrag.

  • 16. 
    Megaprojecten niet-verkeer en vervoer

a.  Relatie producten en beleid

In dit productartikel worden de producten van het Project Mainportontwik-keling Rotterdam beschreven. De doelstelling van het onderliggende beleid is terug te vinden in de begroting van Verkeer en Waterstaat (XII). Het projectartikel is gerelateerd aan Beleidsartikel 35Mainports en logistiek.

Vervolgens worden in dit productartikel de producten van de megaprojecten Ruimte voor de Rivier en Maaswerken beschreven. Deze projecten zijn gerelateerd aan Beleidsartikel 31 Integraal waterbeleid.

b.  Budgettaire gevolgen van de uitvoering

 

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 00

 
  • 16. 
    Megaproj. niet-Verkeer en Vervoer

2004

20052006

2007

2008

2009

2010

Verplichtingen

48 263

100197

79 934

69 726

141 929

250 789

283 505

Uitgaven

46 333

109 725

86 054

71 215

148 482

257 342

281 363

16.01 Project Mainportontwikkeling R’dam

16.01.02 Realisatieprogramma PMR

16.02 Ruimte voor de Rivier

16.03 Maaswerken

1 76 4 898

1 7654 898

28 858 61 622

15710 43 205

16 798

16 798

6 024

63 232

13 787 13 787 27 316 30 112

14 138

14 138

100 203

34 141

13 134

13 134

206 821

37 387

11 234

11 234

254 051

16 078

Van totale uitgaven:

– Bijdrage aan baten-lastendienst – Restant

– waarvan op1januari 2006 juridisch verplicht

 

20 620 89 105

100%

10 181 75 873

2%

12 981 58 234

3%

21 731 126 751

1%

36 769 220 573

0%

33 308 248 055

0%

16.09 Ontvangsten

Ontvangsten

000000

0

c. Het actuele programma

16.01 Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR)

Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam heeft een dubbele doelstelling: het versterken van de positie van de mainport Rotterdam en het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond. In drie deelprojecten, te weten «Bestaand Rotterdams Gebied» (uitgevoerd door gemeente Rotterdam), «750 hectare natuur- en recreatiegebied» (uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland) en «Landaanwinning» (uitgevoerd door Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR)) wordt deze dubbele doelstelling verwezenlijkt. Verkeer en Waterstaat is in het kader van de grote projecten procedure aangewezen als coördinerend projectministerie voor de Planologische Kernbeslissing Plus (PKB-plus) van het Project Mainportont-wikkeling Rotterdam. Eind 2003 heeft het Kabinet de bereidheid uitgesproken te participeren in de financiering.

Zo spoedig mogelijk na de afronding van de onderhandelingen met de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf over de financiering en risicoverdeling van dit project wordt een Basisrapportage in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten aan de Tweede Kamer uitgebracht.

Met de ondertekening van het Bestuursakkoord in juli 2004 is een eerste procedurele stap gezet in de aanloop naar de start uitvoeringsfase. In januari 2005heeft de Raad van State vier van de acht in de Planologische Kernbeslissing-Plus (PKB+) opgenomen concrete beleidsbeslissingen vernietigd. Na het herstel van de door de Raad van State gesignaleerde gebreken in 2005wordt in 2006 een nieuw deel 3 van de PKB+ opgesteld en in behandeling gebracht. Gedurende 2007 wordt de reguliere beroepsprocedure doorlopen.

Daarnaast worden in 2005de Uitwerkingsovereenkomsten (UWO’s) gesloten op basis van het Bestuursakkoord, rekening houdend met de uitkomsten van het due diligence onderzoek ten behoeve van een deelneming van het Rijk in het Havenbedrijf Rotterdam en met de uitkomsten van het tussen de Tweede Kamer en het kabinet gevoerde overleg. Op basis van de PKB-plus, EU-richtlijnen en het Publiek programma van Eisen wordt de uitvoering voorbereid. De daadwerkelijke aanlegwerkzaamheden van de landaanwinning starten in 2008.

Op dit artikel worden de met ingang van 2004 door V&W te verantwoorden projectkosten van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) ondergebracht. Dit betreft zowel de kosten die worden gemaakt ter voorbereiding van en vooruitlopend op de daadwerkelijke uitvoeringsfase als de kosten die direct samenhangen met (de organisatie van) de realisatiefase van het project.

Daarnaast zijn de kosten voor de natuurcompensatie (nulmeting Zee-reservaat) tevens op dit artikel ondergebracht. De bekostiging hiervan vindt plaats uit de FES-middelen. Met het oog op de nog lopende onderhandelingen wordt in deze begroting geen inzicht geboden in de voor dit project geraamde budgetten.

Verkeer en Waterstaat voert Project Mainportontwikkeling Rotterdam niet uit als een project onder eigen regie en eigen verantwoordelijkheid en is derhalve belast met de coördinatie van Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Daarbij staat de beheersing van de afzonderlijke deelprojecten (Landaanwinning; inclusief Natuurcompensatie, 750 ha en Bestaand Rotterdams Gebied) centraal.

16.02 Ruimte voor de rivier

Op 15april 2005heeft het kabinet het ontwerp van de Planologische kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB deel 1) vastgesteld. In juni 2005 is de inspraak gestart. Deel 3 zal naar verwachting voorjaar 2006 worden vastgesteld.

Met deze PKB wil het kabinet twee doelstellingen bereiken: 1. het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. Dit houdt in dat de veiligheid langs de Rijntakken en het benedenstroomse deel van de bedijkte Maas (vanaf Hedikhuizen uiterlijk in 2015in overeenstemming moet worden gebracht met de wettelijke vereiste norm. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de maatgevende Rijnafvoer van 16 000 m3/sec bij Lobith en 3 800 m3/sec bij Borgharen, zoals die in 2001 zijn vastgesteld en de verhoging van de toestroom van de zijrivieren;

  • 2. 
    een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Daarmee wordt het rivierengebied economisch, ecologisch en landschappelijk versterkt.

De PKB bevat een besluit over de voor 2015uit te voeren maatregelen én de plaats waar ze getroffen moeten worden. Hierbij wordt bovendien een doorkijk naar de verdere toekomst gegeven. Om flexibiliteit in te bouwen is gekozen voor een programmatische aanpak. De kosten van het basispakket zijn geraamd op € 2 212 mln.

Parallel aan de PKB-procedure worden planstudies naar de zogenaamde lopende projecten voortgezet (zoals onder meer de dijkteruglegging Veur-Lent) en wordt gestart met een aantal koploperprojecten die nog nader bepaald zullen worden. In het Kabinetsstandpunt (eind 2000) is aangegeven dat lopende projecten met kracht zullen worden voortgezet. De Tweede Kamer wordt twee maal per jaar middels een voortgangsrapportage over het project geïnformeerd in het kader van de procedureregeling grote projecten.

Het budget voor het realiseren van Ruimte voor de Rivier is in deze begroting opgehoogd met € 300 mln., hierbij is rekening gehouden met een bedrag van € 100 mln. aan projectgebonden opbrengsten en EU-middelen.

16.03 Maaswerken

Op dit onderdeel worden de uitgaven van de Maaswerken verantwoord. Na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas, in december 1993 en januari 1995, is het Deltaplan Grote Rivieren gepresenteerd. Hier zijn de Maaswerken voor de onderdelen Zandmaas en Grensmaas uit voortgekomen. Het project de Maaswerken bestaat derhalve naast bovengenoemde onderdelen uit de Maasroute. De Maasroute draagt bij aan een verbeterde bevaarbaarheid tussen Ternaaien en het Maas-Waalkanaal en wordt dan ook verantwoord onder Hoofdvaarwegennet, onderdeel Aanleg. Belangrijkste doelstelling van de onderdelen Zandmaas en Grensmaas is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord Brabant tegen hoog water van de Maas.

Over dit project wordt gerapporteerd in het kader van de procedureregeling grote projecten. De zevende voortgangsrapportage is in april 2005aan de Tweede Kamer gezonden.

Ten opzichte van de begroting 2005is er een bedrag van € 107 mln. toegevoegd aan het totale projectbudget ten behoeve van de dekking van waarschijnlijk optredende risico’s in dit project. Een uitgebreide beschrijving van deze risico’s is terug te vinden in de halfjaarlijkse voortgangsrapportages.

Hieronder wordt nader in gegaan op de doelstellingen van de projectonderdelen Zandmaas en Grensmaas.

Het project Zandmaas kent de volgende doelstellingen:

+ hoogwaterbescherming, op zodanige wijze dat de bevolking achter de

kaden van de Zandmaas (die aangelegd zijn in het kader van het

Deltaplan Grote Rivieren) een beschermingsniveau van 1:250 jaar in

2015wordt geboden; + het in de periode tot 2015realiseren van beperkte natuurontwikkeling

in de Zandmaas.

Het project Grensmaas kent de volgende doelstellingen:

het door rivierverruiming verlagen van de hoogwaterstanden in de Maas met als maatstaf dat uiterlijk in 2017 de gebieden, die door de op basis van de Deltawet Grote Rivieren aangelegde kades zijn beschermd, een beschermingsniveau van 1:250 hebben; het tot ontwikkeling brengen van tenminste 1000 ha natuur binnen het Grensmaasgebied in de periode tot 2018. Dit gekoppeld aan het ecologisch herstel van de rivier zoals vastgelegd in de intentieverklaring voor het Maasdal in Limburg van 26 november 1992; het winnen van tenminste 35miljoen ton grind voor de nationale behoefte.

Prestatieindicatoren               Zandmaas                                   Grensmaas

Hoogwaterbescherming        70% in 2008/100% in 2015100% in 2017

Natuurontwikkeling                beperkt                                          tenminste 1000 ha

Delfstoffen                                                                                       Tenminste 35mln. ton

d. projectoverzichten

 

Project Mainportontwikkeling

Rotterdam

           

Planstudie IF 16.01.01

     
       

Bedrag in € mln

   

Raming Budget kosten

       

Planning

Uitvoering

Projectomschrijving

   

min. max. taakstellend

20052006

2007

2008

2009

2010 later

periode

CATEGORIE 1

Projecten (inter)nationaal

Project Mainportontwikkeling

Rotterdam

pm

pr

 

uo

   

2006-2020

Totaal categorie 1

   

pm

           

Legenda

uo          uitvoeringsopdracht (beschikking)

pr           procedures rond

 

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Realisatie IF 16.01.02

                     
     
 

Totaal MIT/SNIP

         

Budget in

mln

Oplevering MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2004

20052006

2007

2008

2009

2010

later

huidid

vorig

CATEGORIE 0

Projecten (inter)nationaal

Uitvoeringsorganisatie1

750 ha

Groene verbinding

Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)

11 2

10 28

21 27

510

2

41 2

1

1 2

1

1 2 7 1

1 2 7 1

1 2 7 1

pm pm pm pm

pm

pm

2011

pm

2004 pm

2011 pm

Landaanwinning

Voorfinanciering FES natuurcompensatie Voorfinanciering FES visonderzoek

2 30

2

 

1 1 12

10

4

3

1

pm

2006 pm

2006 pm

Totaal categorie 0

79

 

2

517

14

14

13

11

pm

   

Begroting (IF 16.01.02)

     

517

14

14

13

11

     

1 Als gevolg van uitspraak van Raad van State van 26 januari 2005inzake de PKB+ is een hersteltraject gestart. De kosten hiervan zijn opgenomen onder uitvoeringsorganisatie.

 
                     

Ruimte voor de Rivier Realisatie IF 16.02.02

 
   
 

Totaal MIT/SNIP

           

Budget in mln

Oplevering MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig vorig

t/m 2004

20052006

2007

2008

2009

2010 later

huidig vorig

CATEGORIE 0

Ruimte voor de Rivier

Uitvoering PKB en lopende projecten

Projecten (inter) nationaal

                 

Realisatiekosten

2008 1 821

 

48

 

1

8

197

254 1 409

 

Projecten landsdeel Oost

Hondsbroeksche Pleij

48 47

13

1

2

10

14

8

   

Planstudie

Projecten (inter) nationaal

Projectburo en planstudie lopende projecten

58 57

41

12

4

1

       

Projecten landsdeel Oost

Dijkteruglegging Lent Toegangsdam stuw Amerongen Bato’s erf

  • Aansluiting Sliedrechtse Biesbosch
  • Zuiderklip
  • Batenburg

51

 

1

1

2

   

EU en projectgebonden ontvangsten

100

           

100

 

Totaal categorie 0

2 219

54

62

6

27

100

207

254 1 509

 

Begroting (IF 16.02.02)

   

62

6

27

100

207

254

 

Maaswerken

Realisatie IF 16.03.01 en IF 16.03.02

 
   
 

Totaal MIT/ SNIP

 

Budget

in

mln

             

Oplevering MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2004

20052006

2007

2008

2009

2010

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

Projecten landsdeel Zuid

Grensmaas Zandmaas

131 516

71 471

49 131

1 42

1 62

1 29

1 33

9 28

4 12

65 179

2022 2015

2022 2015

Totaal categorie 0

647

 

180

43

63

30

34

37

16

244

   

Begroting (IF 16.03.01 en IF 16.03.02)

     

43

63

30

34

37

16

     

17 Megaprojecten verkeer en vervoer

a. Relatie product en beleid

In dit productartikel worden eerst de producten van de Westerschelde-tunnel (WST)beschreven. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel is nu gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen van de begroting van Verkeer en Waterstaat (HXII) beleidsartikel 32 (veiligheid in mobiliteit) en beleidsartikel 34 (betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden).

In het productartikel 17.2 zijn de producten van de Betuweroutebeschreven. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel is gerelateerd aan beleidsartikel 35Mainports en logistiek.

Vervolgens zijn in het productartikel 17.3 de producten van de Hogesnelheidslijnen beschreven alsmede de producten van spoorwegen en rijkswegen van werken die qua planning en bouw met de aanleg van de Hogesnelheidslijnen zijn verbonden. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (hoofdstuk XII). Het productartikel nu is met name gerelateerd aan beleidsartikel 34 betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden. De relatie met de Infraprovider is beschreven in artikel 13.4 (van het Infrastructuurfonds) Geïntegreerde contractvormen.

In productartikel 17.4 worden de uitgaven voor anders betalen voor mobiliteit verantwoord. Ontwikkeling voor anders betalen voor mobiliteit is afhankelijk van de besluitvorming in de Nota Mobiliteit, inclusief de uitvoeringsagenda.

Tenslotte worden binnen dit artikel de producten van het project Zuiderzeelijn verantwoord. Het productartikel Zuiderzeelijn is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in beleidsartikel van de begroting van Verkeer en Waterstaat (XII) 34 betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijden.

b. Budgettaire gevolgen van de uitvoering

 
                 

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x €

 

17 Megaprojecten verkeer en vervoer

2004

20052006

2007

2008

2009

2010

Verplichtingen

462 442

358 743

243 729

19 461

9 757

216 563

222 311

Uitgaven

1 538 896

869 808

644 583

206 382

12 978

216 563

222 311

17.01 Westerscheldetunnel

595

7 785

         

17.02 Betuweroute

496 468

329 673

325561

167 827

5319

2 301

 

17.03 Hoge snelheidslijn

1 037 786

512 855

311 605

38 555

1 816

   

17.03.01 Realisatie HSL-zuid

818 519

435 855

300 605

37 555

1 816

   

17.03.02 Realisatie HSL-zuid spoorwegen

34 07 9 000

2 000

       

17.03.03. Realisatie HSL-zuid hoofdwegen

185192

68 000

9 000

1 000

     

17.04 Anders betalen voor mobiliteit

0

8 000

2 398

       

17.05Zuiderzeelijn

4 097

11 495

5019

0

5843

214 262

222 311

Van totale uitgaven:

             

– Bijdrage aan baten-lastendienst

 

89 265

59 023

19 551

565

0

0

– Restant

 

780 543

585 560

186 831

12 413

216 563

222 311

– waarvan op1januari 2006 juridisch

             

verplicht

 

100%

94%

94%

75%

0%

0%

17.09 Ontvangsten

             

Ontvangsten

63 514

38 751

33 988

       

c. Het actuele programma

17.01 Westerscheldetunnel

Op 14 maart 2003 is de Westerscheldetunnel voor het publiek opengesteld. Op 10 december 2004 is de eindevaluatie in het kader van de procedureregeling Grote Projecten aan de kamer aangeboden. Er resteren nu alleen nog uitgaven die voortvloeien uit claimafhandeling en nadeelcompensatie.

17.02 Betuweroute

De bouw van de Betuweroute vordert gestaag. De Betuweroute kan ruwweg opgedeeld worden in twee delen namelijk de havenspoorlijn en het A15deel. Het gedeelte Havenspoorlijn, het bestaande stuk spoor tussen de Maasvlakte en de Waalhaven in het Rotterdamse Havengebied is dubbelsporig gemaakt en wordt geëlektrificeerd, emplacementen zijn uitgebreid en knelpunten opgeheven.

Het project Betuweroute behelst de aanleg van een 160 kilometer lange, tweesporige lijn die exclusief bestemd en ontwikkeld is voor goederenvervoer. De route wordt aangelegd tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens bij Zevenaar–Emmerich. De stroom containershuttles per spoor naar het Europese achterland groeit sterk. Goederenvervoer per spoor is belangrijk voor de bereikbaarheid van de Nederlandse industrie en zeehavens. De Betuweroute wordt aangelegd om in de toenemende vraag naar goederenvervoer over spoor te voorzien.

De havenspoorlijn is op 10 juli 2004 officieel in dienst genomen, zij het voorlopig nog met dieseltractie en beveiligingssysteem ATB-EG. Het geëlektrificeerd in dienst nemen met het beveiligingssysteem ETCS level 2 is gepland in december 2006.

Voor driekwart van de totale lengte wordt de Betuweroute tegen de A15 aangelegd. Op deze wijze kan de goederenspoorlijn zo goed mogelijk in het bestaande landschap worden ingepast en worden dorpen en steden zoveel mogelijk ontzien. De onderbouw van de A15-lijn is nagenoeg gereed. Alle grote bovenbouwcontracten zijn inmiddels opgedragen aan de aannemers.

De verwachte indienststellingsdatum van de gehele Betuwelijn is december 2006.

Middels voortgangsrapportages die halfjaarlijks in het kader van de procedureregeling Grote Projecten worden opgesteld, wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de risico’s en de beheersmaatregelen.

1996

De planning van de aanleg van de Betuweroute ziet er als volgt uit:

1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

HAVENSPOORLIJN

Maasvlakte - Kijfhoek

planologische inpassing

conditionering

bouw Maasvlakte - Waalhaven

bouw Waalhaven - Kijfhoek

A15 - LIJN

Kijfhoek - Zevenaar grens

tracébesluit

planologische inpassing conditionering bouw

Financiering Betuweroute:

Van de Europese Unie worden voor het project Betuweroute bijdragen (onder andere TEN-gelden) ontvangen. Deze bijdragen worden jaarlijks aangevraagd bij de Europese Unie en in fasen uitgekeerd. In de totale financiering van het project wordt thans uitgegaan van een bedrag van € 167 mln.

De op dit productartikel opgenomen bedragen zijn voor het totale project als volgt opgebouwd:

reguliere SVV middelen;

bijdrage uit het FES;

bijdrage private financiering voorgefinancierd uit FES;

bijdrage van de Europese Unie;

bijdrage Gelderland;

bijdrage VROM ten behoeve van geluidsmaatregelen Calandbrug;

bijdrage ProRail.

Tot en met 2004 is door de Europese Unie € 121 mln. betaald. De bijdrage van de Europese Unie (onder andere TEN-gelden) wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de door het ministerie van Verkeer en Waterstaat ingediende aanvragen.

Een toelichting op de reeds gedane uitgaven en de verdere planning en organisatie van het project is opgenomen in de voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer in het kader van de procedureregeling grote projecten.

17.03 Hogesnelheidslijn-zuid

Binnen dit productartikel wordt een drietal producten gerealiseerd voor de Hogesnelheidslijn-Zuid.

17.03.01 Hogesnelheidslijn-zuid

Op 29 april 1997 is de Planologische Kernbeslissing HSL-Zuid door het kabinet goedgekeurd en op 15april 1998 is het Tracébesluit genomen door de ministers van VenW en VROM. In december 1999 is het boor-tunnelcontract gegund, in juli 2000 zijn de 5contracten voor de civiele onderbouw gegund, en begin 2001 ook het contract railaansluitingen. Langs het tracé zijn de bouwwerkzaamheden in volle gang. Voor de ontwikkeling van de HSL-stations wordt gestreefd naar aparte lokale vormen van publiekprivate samenwerking. Dit wordt nader uitgewerkt in de Nieuwe Sleutelprojecten.

Vanaf begin 2002 wordt de risico-analyse per kwartaal zeer secuur geactualiseerd. In de reguliere voortgangsrapportages worden de belangrijkste risico’s nader toegelicht. Ook wordt daar aangegeven met welke maatregelen de risico’s zo veel als mogelijk worden beheerst. De planning van de aanleg van de HSL-Zuid is weergegeven in het onderstaande balkenschema, en is conform de 16e Voortgangsrapportage.

 

Zuidelijk deel

Bouw infrastructuur Civiele onderbouw

Aansluitingen op bestaand spoor

Spoortechnische bovenbouw

Testfase

Aansluiting met België gerealiseerd

Gereed voor commercieel vervoer

Aanpassing Rijksweg A16

Noordelijk deel

Bouw infrastructuur Civiele onderbouw Aansluitingen op bestaand spoor Spoortechnische bovenbouw

Testfase

Gereed voor commercieel vervoer

Aanpassing Rijksweg A4

Vervoer

Productie en toelating V250 materieel Ombouw en toelating Thalys materieel Proefbedrijf HSA

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

                   

I

       

I

         

I

         

I

       

I I

I

 

T

V

H V

I

           
             

I

       

I I

           

I

         

I

       

E

I

               
                 

I

   

I

I

   

I

   

I

I

17.03.02 Hogesnelheidslijn-Zuid: spoorwegen personenvervoer

Dit product betreft de realisatie van de aansluiting van station Breda CS via bestaand spoor op het hogesnelheidsspoor. De gelijktijdige realisatie van deze aansluiting is door de Minister toegezegd aan de gemeente Breda.

17.03.03 Hogesnelheidslijn-Zuid: hoofdwegen

Bij de verbreding en verlegging van de A16 (Moerdijk–Galder) en de A4 (Burgerveen–Leiden) bestaan grote raakvlakken met de planning en bouw van de HSL-Zuid. Daarom is besloten dat de verbreding en verlegging van de A16 en het deel van de A4 waar deze parallel loopt met de HSL-Zuid, worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de projectorganisatie HSL-Zuid.

Financiering HSL

De in dit productartikel opgenomen bedragen zijn als volgt opgebouwd:

+ reguliere SVV-middelen;

+ een bijdrage uit het FES;

+ de bijdrage uit private financiering;

+ de bijdragen van de Europese Unie;

+ ontvangsten derden.

De ontvangsten van de HSA worden verantwoord op artikel 13 van deze begroting.

17.04 Anders betalen voor mobiliteit

In de nota mobiliteit deel 1 is aangegeven dat het kabinet een andere manier van betalen voor het gebruik van de weg als een kosteneffectief middel ziet om de bereikbaarheid te verbeteren. In het najaar van 2004 is het Platform Anders Betalen voor Mobiliteit gestart om tot een maatschappelijk gedragen voorstel te komen voor de implementatie van een andere manier van betalen voor gebruik van de weg. Het voorstel van het Platform is een belangrijke bijdrage voor het kabinetsstandpunt over anders betalen voor mobiliteit in de nota mobiliteit deel 3, inclusief de uitvoeringsagenda.

Het kabinetsstandpunt zal meer richting geven aan dit dossier, waardoor de opdracht van Verkeer en Waterstaat voor 2006 hieromtrent verhelderd wordt.

Hierop vooruitlopend is binnen het FES € 100 mln. gereserveerd voor dekking van de initiële van de voorfase van prijsbeleid.

17.05 Zuiderzeelijn

Na het TCI debat heeft de Tweede Kamer tijdens het AO van 29 juni 2005 ingestemd met het Plan van Aanpak voor de Structuurvisie fase. De Structuurvisie fase is gericht op zorgvuldige besluitvorming in 2006 in samenhang met het Noordvleugelprogramma.

De Structuurvisie Zuiderzeelijn heeft als primair doel om de besluitvorming over nut en noodzaak van het project te faciliteren. Een tweede doel van de Structuurvisie is het vaststellen van de kaders waarbinnen verdere uitwerking in een latere fase dient plaats te vinden (dit zijn selectie van alternatieven en bijbehorende uitwerkingswijze) indien besloten wordt om na het besluit over nut en noodzaak met het project door te gaan. De Structuurvisie bevat een integrale afweging van alle belangen in het licht van de beoogde maatschappelijke projectdoelen.

De Structuurvisie Zuiderzeelijn moet licht werpen op actualiteit van de probleemstelling, de doelstelling van het project, de mogelijke alternatieven en de samenhang met andere plannen en projecten binnen de ruimtelijke hoofdstructuur en in de betreffende regio’s (Noord-Nederland en Noordvleugel van de Randstad). Deze samenhang is mede bepalend voor het maatschappelijk rendement van het project en de ruimtelijke ontwikkeling in de regio’s.

De scope van de Structuurvisie bestaat primair uit de vier bekende alternatieven (MZB, HSL, IC & HZL+) en de HZL++, en wordt definitief vastgesteld op basis van de probleemanalyse die een brede insteek heeft en aansluit bij de nationale beleidsnota’s Nota Ruimte, Nota Mobiliteit en Pieken in de Delta.

Het Rijk heeft voor de realisatie van een snelle verbinding met het Noorden € 2,73 mld. (prijspeil 2002, netto contante waarde 2010) gereserveerd. De bijbehorende kasstromen staan gereserveerd in de periode 2004–2016.

17.09 Ontvangsten

De op dit artikel geraamde ontvangsten betreft de EU-bijdrage voor de HSL en de Betuweroute en voor € 5mln. ontvangsten van derden. Zie voor een verdere uitsplitsing de projectoverzichten onder d.

d. projectoverzichten

 

Betuweroute Realisatie IF 17.02.01

 
 
 

Totaal MIT/SNIP

           

Oplevering Budget in mln MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2004

20052006

2007

2008

2009

2010 later huidig vorig

CATEGORIE 0

Betuweroute

               

2006 2006

Reguliere SVV-middelen

FES-middelen

Privaat

Financiering Prorail

Bijdrage Gelderland

Bijdrage VROM

EU-ontvangsten

708

2 814

828

97

8

14

167

869

2 814

828

97

8

14

169

213

2 911

538

8

14

121

85266 -97 290

33 33

19 27

137 31

5

2

 

Totaal categorie 0

4 636

 

3 805

330

326

168

5

2

 

Begroting (IF 17.02.01)

     

330

326

168

5

2

 

Hogesnelheidslijn (HSL) Realisatie IF 17.03

 
 

Totaal MIT/SNIP

     

Budget in mln

Oplevering MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2004

20052006

2007 2008 2009 2010 later

huidig vorig

CATEGORIE 0

HSL-Zuid (IF 17.03.01)

5 687

5 471

4 910

436

301

 

2006/ 2006/ 2007 2007

– Reguliere SVV middelen (incl. FES

BOR) – Fes regulier – Privaat – EU-ontvangsten – Ontvangsten derden – Risicoreservering

2 604

1 711

936

176

50

210

2 526

1 686

936

176

34

113

2 375

1 764

513

163

45

50

31

47

251

6

5

95

158

  • 101

172

7

65

38 2 0 0

 

HSL-Zuid spoorwegen (17.03.02) HSL-Zuid hoofdwegen (17.03.03)

115 997

113 925

104 919

9 68

2 9

1

 

Totaal categorie 0 (excl. reeks Infraprovider)

6 799

 

5 933

512

312

39 2 0 0

 

Begroting (IF 17.03)

     

512

312

39 2 0

 

y^^T* P^FTTh rn

             

Planstudie IF 17.05.01

 

Bedrag in € mln

Raming Budget kosten

       

Planning

Uitvoering

Projectomschrijving

min. max. taakstellend

20052006

2007

2008

2009

2010 later

periode

CATEGORIE 1

Projecten (inter)nationaal

Zuiderzeelijn1

2 851

 

tn2

ot

tb/pr

 

pm

Totaal categorie 1

2 851

           

1   Betreft geïndexeerde waarde van de rijksbijdrage à € 2,73 mld (prijspeil 2002).

2   Afhankelijk van de uitkomst van de besluitvorming voorjaar 2006 op basis van de Structuurvisie ZZL. Legenda

tn           trajectnota of projectnota

ot           ontwerp-tracébesluit of ontwerp-projectbesluit

tb/pb tracébesluit/projectbesluit pr           procedures rond

  • 18. 
    Overige uitgaven

a.  Relatie produkten en beleid

Artikel 18 bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen. Bij elk onderdeel zal het verband met het artikel uit de begroting van Hoofdstuk XII worden vermeld. Vanaf 2005worden de kosten voor bodemsanering (18.2) toegerekend aan de projecten waar zich bodemverontreiniging voordoet. Met de aan Railinfrabeheer (18.5) verstrekte lening worden middelen beschikbaar gesteld om de doelstellingen die betrekking hebben op het onderhoud van het spoor, zoals beschreven in artikel 34 Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijden van de begroting van V&W (Hoofdstuk XII), uit te voeren .

b.  Budgettaire gevolgen van de uitvoering

 

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 00

 
  • 18. 
    Overige uitgaven

2004

20052006

2007

2008

2009

2010

Verplichtingen

52 555

49 896

49 500

47 088

46 211

46 597

29 932

Uitgaven

58 250

55 234

50 114

50 845

48 333

46 598

29 932

18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen

   

mem

mem

mem

mem

mem

18.02 Bodemsanering

1 448

 

0000 0

18.03 Intermodaal vervoer

908

7 181

3 087

3 757

2 121

0

0

18.04Gebiedsgerichte aanpak (Noord-

             

vleugel)

92

1 100

1 000

1 000

0

0

0

18.05Railinfrabeheer

49 860

40 119

40 215

40 226

40 124

40 293

23 898

18.07 Modaliteitsonafhankelijke kennis en

             

expertise

5942

6 834

5812

5862

6 088

6 305

6 034

18.07.01 Nationale basisinformatie-

             

voorziening en ov. uitgaven

5942

6 834

5812

5862

6 088

6 305

6 034

Van totale uitgaven:

             

– Bijdrage aan baten-lastendienst

 

6 790

5785

5835

6 061

6 278

6 034

– Restant

 

48 444

44 329

45010

42 272

40 320

23 898

– waarvan op1januari 2006 juridisch

             

verplicht

 

100%

9%

11%

12%

8%

13%

18.09 Ontvangsten

             

Ontvangsten

49 860

40 119

40 21540 226

40 124

40 293

23 898

18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

             

Ontvangsten

228 135142 23

5 mem

mem

mem

mem

mem

c. Het actuele programma

18.01 Saldo van afgesloten rekeningen

Dit begrotingsartikel is technisch van aard.

18.02 Bodemsanering

Op dit artikel zijn uitgaven verantwoord voor bodemsanering bij de aanleg van projecten in het kader van de investeringsimpuls (1994) en de ontsluiting van VINEX locaties. Vanaf 2005zijn er geen middelen meer beschikbaar.

18.03 Intermodaal vervoer

In dit produktartikel worden de produkten van Intermodaal Vervoer beschreven. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn opgenomen in Hoofdstuk XII van de begroting van Verkeer en Waterstaat. Het produktartikel heeft betrekking op beleidsartikel 35, Mainport en logistiek.

Realisatie van de doelen is in belangrijke mate afhankelijk van andere factoren, zoals het gedrag van verladers, vervoerders en consumenten en bestuurlijke afspraken ten aanzien van het ruimtelijk beleid. Een aantal acties is afhankelijk van afspraken op Europees niveau, waarbij de effectiviteit van een deel van de acties ook wordt bepaald door de beschikbaarheid en toegankelijkheid van internationale netwerken. Het effect van deze beleidsdoelstelling is dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke gebieden verbetert.

Terminalbeleid

Uit de Economische Impact Studie Railgoederenvervoer (EISR) studie blijkt dat er een behoefte bestaat aan enkele grote terminals op de primaire assen van het spoornetwerk, voornamelijk ten behoeve van het faciliteren van de overslag van weg naar spoor en omgekeerd, maar ook ten behoeve van het accommoderen van innovatieve mogelijkheden als «trailers-on-trains». Nieuwe industriegebieden, zoals Maasvlakte II, dienen te worden ontsloten.

De groei van het containervervoer via rails vanaf het Rotterdamse havengebied kan leiden tot capaciteitsknelpunten op de Railservicecentra. Onderzocht zal worden of, en zo ja, wanneer er op korte dan wel middellange termijn capaciteitsknelpunten zullen ontstaan en welke maatregelen genomen kunnen worden om deze knelpunten op te heffen.

18.03.01 Realisatieprogramma intermodaal vervoer

SubsidieregelingOpenbare Inland Terminals (SOIT) Doel van de Subsidieregeling Openbare Inland terminals was het bieden van de mogelijkheid om de capaciteit van het infrastructurele netwerk optimaal te benutten. Door het verstrekken van subsidies aan de openbare overslagterminals is het terminalnetwerk versterkt en is een modal shift gestimuleerd. Met behulp van deze subsidies zijn nieuwe openbare overslagterminals gerealiseerd en is de capaciteit van bestaande overslagterminals vergroot. De SOIT is tussentijds geëvalueerd en de Minister heeft in 2003 besloten de regeling niet in zijn huidige vorm te verlengen.

De looptijd van de Subsidieregeling Openbare Inland terminals is per 1 januari 2004 verstreken.Nieuwe aanvragen kunnen derhalve niet meer worden ingediend. De afwikkeling van de reeds ingediende aanvragen vindt in 2005plaats en zal afhankelijk van de planning en uitvoering van de gehonoreerde projecten naar verwachting doorlopen naar 2008.

Prestatiegegevens

Omdat uit een in 2004 ter beschikking gekomen evaluatieonderzoek is gebleken dat de doelstelling van een landelijk dekkend terminalnet is bereikt, is de eerder gebruikte prestatie-indicator komen te vervallen.

Ten behoeve van de subsidieregeling SOIT zijn tien projecten in uitvoering genomen en dus verplicht. Van die tien zijn er inmiddels zes gerealiseerd. Voor 2 projecten wordt nog formeel een beschikking geslagen. Dit betreft

het restant van de SOIT regeling en is bestuurlijk gebonden en beleidsmatig gereserveerd. De verkenningen en planstudies ten aanzien van Railservicecentra zijn niet vastgelegd in verplichtingen.

18.04 Gebiedsgerichte aanpak (Noordvleugel)

De Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit stellen de uitvoering van het beleid centraal waardoor de prioriteit komt te liggen bij praktisch uit te voeren gebiedsgerichte plannen. Het kabinet heeft er voor gekozen om de uitvoering van projecten een viertal gebieden in Nederland via een samenhangend programma te organiseren. Dit om de gecoördineerde rijksinzet in te vullen, waarbij het kabinet een selectie van inrichtingsop-gaven financieel en inhoudelijk op hoofdlijnen integraal afweegt. Binnen de programma’s is er voor gekozen om te focussen op een beperkt aantal projecten die samenhang vertonen en bij de besluitvorming «in elkaar haken». In de Nota Ruimte worden deze gebieden aangeduid: de Noordvleugel en de Zuidvleugel van de Randstad, Zuidoost Brabant/ Noord Limburg en het Groene Hart. Elk programma wordt door een ander ministerie gecoördineerd, waarbij de Minister van V&W verantwoordelijk is voor het programma Noordvleugel. De overzichtsconstructie van het Noordvleugelprogramma is bijgevoegd.

De samenhang tussen infrastructuur en overige ruimtelijke ontwikkelingen doet zich vooral in de Noordvleugel sterk voor. De projecten die in het Noordvleugelprogramma zijn opgenomen zijn deels ruimtelijke ontwikkelingsprojecten (verstedelijking) die door VROM worden getrokken, en deels infrastructurele projecten waarvoor V&W verantwoordelijk is. Het gaat om de volgende projecten: + Mainport Schiphol (mn. landzijdige ontsluiting luchthaven): zie HXII,

art. 35.1 + Planstudie weg Schiphol–Almere: zie IF 12 + Zuiderzeelijn: zie IF 17.05 + NSP Amsterdam Zuidas: zie IF 13 + Verkenning Utrecht: zie IF 12.05.01 + De projecten «Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer», «Almere» en

«Verstedelijking Utrecht» drukken op de VROM begroting (HXI).

Op dit artikel worden de coördinatiekosten van het programma Noordvleugel verantwoord. In totaal staat hiervoor in de periode 2005tot en met 2007 ca. € 3 mln ter beschikking.

18.05 Railinfrabeheer

De aandelen van Railinfrabeheer B.V. (als onderdeel van Rail Infra Trust (RIT)) zijn per 1 juli 2002 overgedragen aan de Staat der Nederlanden. Railinfrabeheer B.V. kan met ingang van 1 januari 2001 niet meer voorzien in de financiering van de investeringen door het aantrekken van leningen op de kapitaalmarkt.

Daarom was de mogelijkheid geschapen dat Prorail gebruik kon maken van zogenaamde schatkistleningen via een lening van het ministerie van Financiën aan Verkeer en Waterstaat

Op dit artikel wordt de rente over en aflossing van deze schatkistleningen verantwoord die in de periode 2001/2002 zijn verstrekt aan Prorail. Het betreft hier de leningen die door het Ministerie van Financiën aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat beschikbaar zijn gesteld om vervolgens door Verkeer en Waterstaat aan Prorail te worden uitgeleend.

In totaal is op deze wijze € 806 mln via Verkeer en Waterstaat aan Prorail beschikbaar gesteld (€ 483 mln in 2001 en € 323 mln in 2002). De aflossingen vinden plaats in 2011 en 2012. De uitgaven betreffen de betalingen van rente (en aflossing) van Verkeer en Waterstaat aan Financiën en de ontvangsten betreffen de betalingen van rente (en aflossing) Prorail aan Verkeer en Waterstaat.

18.07 Modaliteitsafhankelijke kennis en expertise

18.07.01 Nationale basisinformatievoorziening en overige uitgaven

De nationale basisinformatievoorziening heeft betrekking op het verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens voor een limitatief aantal informatiebestanden betreffende de waterstaatkundige toestand van het land, het verkeer te water en het wegverkeer. Het gaat om taken die wettelijk bij Rijkswaterstaat zijn neergelegd en gelden als standaard voor gebruik in Nederland. Deze producten zijn gewaarmerkt als potentiële authentieke registraties.

Voorbeelden van nationale basisinformatie zijn:

+ Informatiebestanden betreffende de geometrische infrastructuur in Nederland zoals het NAP-peilmerkennet waarmee belangrijke hoogte(laagte)verschillen worden beoordeeld of het Actief GPS Referentiesysteem (AGRS.nl) dat de basis vormt voor een betrouwbaar en uitermate nauwkeurig gebruik van GPS in Nederland. + Opstellen van waterstandsverwachtingen en geven van stormvloedwaarschuwingen aan beheerders van waterkeringen en anderen aan de hand van berekeningen met atmosferische modellen en water-bewegingsmodellen, gekoppeld aan meetgegevens uit verschillende automatische meetnetten. De overige uitgaven betreffen de uitgaven voor grensoverschrijdende netwerkoverleg.

d. projectoverzichten

 
   

Intermodaal vervoer Realisatie IF 18.03.01

 

Totaal MIT/SNIP

 

Oplevering Budget in mln MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig vorig

t/m 2004 20052006 2007 2008

2009 2010 later huidig vorig

Multi- en modaalvervoer

Regionale terminals

21 21

13 2 2 2 2

divers divers

Totaal categorie 0

21

13 2 2 2 2

 

Ruimte voor planstudies

 

51 2

 

Begroting (IF 18.03.01)

 

7342

 
  • 19. 
    Bijdragen andere begrotingen rijk

a.  Relatie produkten en beleid

Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord, die ten laste van de begroting van Verkeer en Waterstaat komen. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel is gerelateerd aan artikel 39 Bijdragen aan het Infrastructuurfonds.

Daarnaast wordt op dit artikel de bijdrage ten laste van het Fonds Economische Structuurversterking (FES) verantwoord.

b.  Budgettaire gevolgen van uitvoering

 

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000)

       
       

19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

2004

20052006 2007

2008

2009

2010

Ontvangsten

5737 296

5 496 449 6 246 2456 484 483

6 293 167

6 432 813

6 635 749

19.09 Ten laste van begroting VenW

19.10 Ten laste van het FES

4 116 936 1 620 360

4 031 120 4 745 454 4 553 080 1 465 329 1 500 791 1 931 403

4 560 854 1 732 313

4 666 661 1 766 152

4 762 777 1 872 972

c. Het actuele programma

19.09 Ten laste van begroting VenW

Niet van toepassing.

19.10 Ten laste van het FES

In de volgende tabel wordt de bijdrage uit het FES (art 19.10) uitgesplitst naar de verschillende categorieën van projecten.

 
     

Uitsplitsing bijdrage FES (x € 1 000)

   

20052006

2007

2008

2009

2010

Betuweroute

 

197 503

         

HSL-Zuid

 

362 081

71 640

       

Impuls f 1,9 mld

 

90 595

31 492

4 764

     

12 mld impuls

 
  • 149 359

509 682

1 095 312

974 542

1 067 053

1 064 020

Bor

 

640 039

444 761

316 825237 178

230 839

343 039

FES-bruggetje

 

150 694

185 607

260 891

284 563

226 369

193 912

Voorfinanciering GIS

       
  • 32000
  • 33 000
  • 34 000

Fileplan ZSM

 

162000

246 000

246 000

246 000

246 000

246 000

BISK/Proces en systeem

innovatie

2 7752 610

2 610

2 030

3 890

 

A2 Maastricht

 

9 000

9 000

5000

5000

   

Amsterdam Zuid-as

       

15000

25000

60 000

Totaal art 19.10

 

1 465 329

1 500 791

1 931 403

1 732 313

1 766 152

1 872 972

  • 5. 
    VERDIEPINGSHOOFDSTUK 11. HOOFDWATERSYSTEMEN
 

Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000)

         
     

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 429 772

336162

363 740

536 969

638 549

659 354

Nieuwe mutaties 193 599

  • 33 903

7 845

30 887

  • 1 928
  • 2 543

Stand ontwerpbegroting 2006 623 371

302 259

371 585

567 856

636 621

656 811

   

Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000)

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 565 876

531 587

548 737

562 090

639 197

632 756

Nieuwe mutaties –8426 –

57 939

  • 32 479

28 674

  • 1 930
  • 695

Stand ontwerpbegroting 2006 557 450

473 648

516 258

590 764

637 267

632 061

   

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

Uitgaven

20052006

2007

2008

2009

2010

1 Looncompensatie

974

117

120

121

111

109

2 Prijscompensatie

2 516

2 350

2 484

2 736

3 020

2 906

3 Correctie prijscomp. Ruimte voor de Rivier

         

-730

4 Rente Deltaplan Grote Rivieren

8 000

         

5Oplossing kasritmeprobl. IF

-4 907

  • 33 967
  • 43 271

27 662

15 269

6 883

6 Inkooptaakstelling

 

-429

  • 1 023
  • 1 597
  • 1 597
  • 1 597

7 Vanuit Maaswerken splitsing WB21

637

229

594

583

64

  • 78

8 Vanuit Ruimte voor de Rivier splitsing WB2

1 145

174

  • 543
  • 549
  • 502

238

9 Wijziging aanbestedingsmeevallers

4 210

250

6 780

6 760

6 470

8 200

10 Proses

         

-4 545

11 Kasschuif Zwakke Schakels Kust

   

32000

22000

24 000

18 000

12 Beleidsvoorbereiding naar hoofdstuk XII

  • 13 084
  • 12 685- 12 136
  • 12 619
  • 12 470
  • 12 544

13 Saldering BLS ontvangsten

-33 755

  • 33 755
  • 35661

-35661

-35661

-35661

14 Vorming baten-lastendienst RWS

26 838

19 777

18 177

19 238

19 67520 124

15Risico’s Maaswerken

       
  • 20 309
  • 2000

Totaal

-8 426

  • 57 939
  • 32 479

28 674

  • 1 930
  • 695

ad 1          Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.

ad 2          Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.

ad 3          Dit betreft een correctie van de toegekende prijsindexering bij

begroting 2005.

ad 4          Deze mutatie heeft betrekking op de rentekosten in het kader

van het Deltaplan Grote Rivieren voor de Gemeente Rotterdam.

ad 5Deze mutatie is aangebracht ten behoeve van de oplossing van de kasritme-problematiek op het Infrastructuurfonds. In de jaren 2006 en 2007 betreft deze problematiek met name het project HSL, het spoorprogramma en waterkeren waar begrotingsgel-den eerder dan voorzien noodzakelijk zullen zijn. Deze benodigde kasschuiven worden opgevangen via de artikelen 11, 12 en 15.

ad 6          Deze mutatie op basis van de Ministerraad besluitvorming

betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).

ad 7 en 8 Mutatie betreft de afronding van de ontvlechting van de

programma’s Ruimte voor de Rivier, Maaswerken en WB21.

ad 9          Met deze mutatie wordt de in de Voorjaarsnota 2005opgeno-

men verwerking van de taakstelling aanbestedingsmeevallers op de desbetreffende sectoren meer in overeenstemming gebracht met de te verwachten realisatie van deze meevallers. Per saldo zijn deze aanpassingen ten opzichte van de Voorjaarsnota 2005budgettair neutraal.

ad 10 De mutatie vloeit voort uit de financiering van de kosten voor de toegankelijkheidsprojecten verbandhoudende met de verdieping van de Westerschelde en de Memorandum of Understanding met het Belgische Vlaanderen. Deze kosten worden verantwoord op artikel 15waarbij de financiering gevonden is binnen het Infrastructuurfonds.

ad 11 Deze kasschuif is een aanpassing aan de projectplanning van het programma Zwakke Schakels Kust.

ad 12 In het kader van de conversie van de begroting hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds naar een meer transparante beleidsbegro-ting c.q. productbegroting worden de meer beleidsgerichte uitgaven op de daarvoor bedoelde artikelen verantwoord. In lijn hiermee worden met deze mutatie, gelden verbonden aan de beleidsvoorbereiding overgeboekt naar de artikelen 31 «Integraal waterbeleid». en 34 «Betrouwbare netwerken en acceptabele bereikbaarheid reistijd realiseren».

ad 13 Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van de baten-lastendienst ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan de baten-lastendienst) kan worden verlaagd.

ad 14 Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-lastendienst Rijkswaterstaat (zie leeswijzer).

ad 15Uit dit artikel wordt uit de jaren 2009 en 2010 in totaal ca. € 22,3 mln. overgeboekt naar artikel 16 ten behoeve van de Maaswerken.

 

Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000)

         
     

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 46372

38 111

36 954

36 627

35727

35727

Nieuwe mutaties –33755

  • 31 955
  • 35661

-35661

-35661

-35661

Stand ontwerpbegroting 2006 12617

6 156

1 293

966

66

66

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

 
 

Ontvangsten

20052006

2007

2008

2009

2010

1     Hogere ontvangsten Maaswerken

2     Saldering BLS-ontvangsten

-33 755

1 800 - 33 755

  • 35661

-35661

-35661

-35661

Totaal

-33 755

-31 955

-35 661

-35 661

-35 661

-35 661

ad 1          In 2006 wordt een hogere ontvangst met betrekking tot het

project Maaswerken verwacht. Analoog daaraan worden de uitgaven met eenzelfde bedrag verhoogd.

ad 2          Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-

lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van de baten-lastendienst ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan baten-lastendienst) kunnen worden verlaagd.

12 HOOFDWEGENNET

 
             

Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerp-begroting (x

€ 1

000)

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 1411 970

2 156 574

2 382 096

2 790 415

2 574 209

2 702132

Nieuwe mutaties 967 497

  • 31 487

5209

144 539

18 689

95810

Stand ontwerpbegroting 2006 2379 467

2 125 087

2 387 305

2 934 954

2 592 898

2 797 942

Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1

   

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 1989 564

2 523 826

2 733 060

2 817 157

2 620 871

2 702132

Nieuwe mutaties 40661

19 12

51 821

101 20

65 349

95 843

Stand ontwerpbegroting 2006 2030 225

2 542 951

2 784 881

2 918 362

2 686 220

2 797 975

Uitgaven

20052006

2007

2008

2009

2010

1 Looncompensatie

2 511

336

346

317

284

284

2 Prijscompensatie

9 464

11 727

12 685

12 554

11 699

11 699

3 A12/Nootdorpboog

   

3 900

3 900

   

4 Taakstelling voorlichting

  • 150
  • 150
  • 150
  • 150
  • 150
  • 150

5 Oplossing kasritmeproblematiek IF

  • 10 849
  • 62 373
  • 40 510

14 640

  • 18 587

9 146

6 Inkooptaakstelling

 
  • 1 371

-3 305

     

7 Correctie amendement 8 (van Hijum)

15000

10 000

10 000

10 000

15000

 

8 Wijziging aanbestedingsmeevallers

   
  • 6 000
  • 5000
  • 1 000
  • 1 000

9 Kasschuif IPG

-9 700

       

9 700

10 Kasschuif

  • 24 000

12000

12000

     

11 Prijsbeleid

-8 000

         

12 Aanpassing ontvangstenraming

 
  • 5706

6 432

12 838

9 901

7 665

13 Saldering BLS Ontvangsten

  • 21 151
  • 21 410
  • 21 500
  • 21 426
  • 22 689
  • 22 689

14 Vorming baten-lastendienst RWS

87 536

76 072

77 923

73 532

70 891

73 188

  • 15. 
    Overheveling VERA-HWN
         

8 000

Totaal

40 661

19 125

51 821

101 205

65 349

95 843

ad 1          Deze mutatie betreft de loonbijstelling tranche 2005.

ad 2          Deze mutatie betreft de prijsbijstelling tranche 2005.

ad 3          Deze mutatie betreft de overboeking naar 12.2 Hoofdwegennet

in verband met de overeenkomst inzake de aansluiting A12/Veenweg in de gemeente Nootdorp en het opheffen van de AHOB Veenweg in relatie tot de aanleg van de Nootdorpboog.

ad 4          Dit betreft taakstelling op voorlichting, hetgeen resulteert in

mindere dan wel meer sobere communicatie over aanleg-

projecten. Hiermee wordt invulling gegeven aan de geparkeerde taakstelling voorlichting op artikel 40 in de begroting van VenW (XII).

ad 5Deze mutatie is aangebracht ten behoeve van de oplossing van de kasritmeproblematiek op het Infrastructuurfonds. In de jaren 2006 en 2007 betreft de problematiek met name het project HSL, het spoorprogramma en waterkeren waar begrotingsgelden eerder dan voorzien noodzakelijk zullen zijn. Deze benodigde kasschuiven worden opgevangen via de artikelen 11, 12 en 15.

ad 6          Deze mutatie op basis van de Ministerraad besluitvorming

betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).

ad 7          De invulling van het amendement van Hijum (versterking

onderliggend wegennet) vindt plaats op dit artikel.

ad 8          Met deze mutatie wordt de in de Voorjaarsnota 2005opgeno-

men verwerking van de taakstelling aanbestedingsmeevallers op de desbetreffende sectoren meer in overeenstemming gebracht met de te verwachten realisatie van deze meevallers. Per saldo zijn deze aanpassingen ten opzichte van de Voorjaarsnota 2005budgettair neutraal.

ad 9          Kasschuif als gevolg van een actualisering van de planning van

het Innovatieprogramma Geluid.

ad 10 Kasschuif als gevolg van het actualiseren van de planning van de projecten RW12 Veenendaal en CRAAG.

ad 11 Ten behoeve van Prijsbeleid, anders betalen voor mobiliteit,

worden gelden overgeboekt vanuit de artikelen 12 «Hoofdwegennet» en 18 «Overige uitgaven» naar artikel 17 «Megaprojecten verkeer en vervoer».

ad 12 Door de actualisering van de ontvangstenraming wordt de uitgavenraming voor hetzelfde bedrag gecorrigeerd.

ad 13 Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van de baten-lastendienst ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan de baten-lastendienst) kan worden verlaagd.

Ad 14 Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-lastendienst Rijkswaterstaat (zie leeswijzer).

Ad 15In overleg met de regio is het goederenspoorproject VERA doorgeschoven naar 2014. De hiervoor tijdelijk vrijvallende middelen worden omgezet voor de wegenprojecten: N62 (Tractaatweg) en de A9 Zuid (Noord-Brabant).

 

Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerp-begroting (x

^1

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 26451 59880

41 471

103 115

34 789

22 689

Nieuwe mutaties –21151 –27116

  • 15 068

-8 588

  • 12 788
  • 15 024

Stand ontwerpbegroting 2006 5300 32 764

26 403

94 527

22 001

7 665

 
           

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

 

Ontvangsten 20052006

2007

2008

2009

2010

1     Aanpassen ontvangstenplanning –5706

2     Saldering BLS-ontvangsten –21151 –21410

6 432 - 21 500

12 838 - 21 426

9 901 - 22 689

7 665 - 22 689

Totaal –21151 –27116

  • 15 068

-8 588

  • 12 788
  • 15 024

ad 1          Betreft de actualisering van de ontvangstenraming. De

uitgavenraming wordt voor hetzelfde bedrag gecorrigeerd.

ad 2          Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-

lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van de baten-lastendienst ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan de baten-lastendienst) kunnen worden verlaagd.

13 SPOORWEGEN

 
             

Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 0

 

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand1esuppl wet 2005 2226 636

2 399 206

1 252 758

930 012

899 760

1 666 924

Nieuwe mutaties 1324 494

133 157

58 557

834 325

40 689

  • 431 708

Stand ontwerpbegroting 2006 3551 130

2 532 363

1 311 3151 764 337

940 449

1 235 216

Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1

 

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand1esuppl wet 2005 1542 507

1 807 096

1 868 290

1 753 021

1 684 908

1 654 924

Nieuwe mutaties –14495

  • 31 256

153 647

157 954

257 709

257 049

Stand ontwerpbegroting 2006 1528 012

1 775 840

2 021 937

1 910 9751 942 024

1 911 973

   

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

Uitgaven

20052006

2007

2008

2009

2010

  • 1. 
    Loonbijstelling 2005

1 970

361

345335318

318

  • 2. 
    Prijsbijstelling 2005

699

6 818

6 926

6 08

6 391

6 391

  • 3. 
    A12/Nootdorpboog
   

-3 900

-3 900

   
  • 4. 
    Aanbestedingsres. Betuweroute

10 000

20 000

8 000

7 000

10 000

2000

  • 5. 
    Naar VWS
 
  • 10 000
  • 10 000
     
  • 6. 
    Gebruiksvergoeding

-9 473

         
  • 7. 
    Randstadrail
 

1 488

2 977

2 977

2 977

2 977

  • 8. 
    Monitoringssysteem HSL
   

400

400

400

400

  • 9. 
    Oplossing kasritmeprobl. IF

27 165

  • 64 659

25 033

9 356

720

  • 12 259
  • 10. 
    Motie Slob tbv HSL
 
  • 10 000
  • 13 000
     
  • 11. 
    Toevoeging HSL-oost

8 344

10 162

5082

4 930

96 119

88 669

  • 12. 
    Desaldering Sloelijn

1 800

7 200

3 000

     
  • 13. 
    Toevoeging IP
 

44 374

128 784

115348

115784

116 553

  • 14. 
    Afdekking risico’s spoorprogramma’s
  • 60 000
  • 37 000
       
  • 15. 
    Van FES: A’dam Zuidas
     

15000

25000

60 000

  • 16. 
    Overheveling VERA-HWN
         

-8 000

Totaal

  • 14 495
  • 31 256

153 647

157 954

257 709

257 049

ad 1          Deze mutatie betreft de loonbijstelling tranche 2005

ad 2          Deze mutatie betreft de prijsbijstelling tranche 2005.

ad 3          Deze mutatie betreft de overboeking naar 12.2 Hoofdwegennet

in verband met de overeenkomst inzake de aansluiting A12/Veenweg in de gemeente Nootdorp en het opheffen van de AHOB Veenweg in relatie tot de aanleg van de Nootdorpboog.

ad 4          Met brief met kenmerk FEZ/2004/1530 is de Tweede Kamer

geïnformeerd over het positieve aanbestedingsresultaat op de Betuweroute van in totaal € 117 mln., die ingezet o.a. wordt voor overwegen/emplacementen, station Breda en de sluizen Zuid Willemsvaart.

ad 5Deze mutatie betreft de doorwerking van amendement nr. 40

(Dijksma en van Ham) waarmee ook voor de jaren 2006 en 2007 de dekking ongedaan wordt gemaakt van het aantal te bereizen kilometers in de Valys-regeling (bovenregionaal vervoer van gehandicapten).

ad 6          Omdat de decentrale vervoerders een verbruiksvergoeding gaan

betalen aan ProRail, kan de subsidie van het rijk aan ProRail worden verminderd. Hiertegenover staat dat afgesproken is dat decentrale vervoerders gecompenseerd worden voor de gebruiksvergoeding die ze aan ProRail betalen.

ad 7          Omdat de Infrastructuur van RandstadRail met ingang van 1 juli

2006 wordt gedecentraliseerd wordt hiervoor geen gebruiks-vergoeding meer aan ProRail betaald. Daarom moet de subsidie aan ProRail worden verhoogd. De gereserveerde compensatie (op art 34 van Hoofdstuk XII) aan decentrale overheden, wordt nu overgeheveld naar artikel 13 in het Infrastructuurfonds.

ad 8          Deze mutatie betreft de overboeking uit artikel 34 van Hoofdstuk

XII in verband met de monitoring van de Concessieovereenkomst van HSL-vervoer.

ad 9          Deze mutatie is aangebracht ten behoeve van de oplossing van

de kasritmeproblematiek op het Infrastructuurfonds. In de jaren 2006 en 2007 betreft de problematiek met name het project HSL, het spoorprogramma en waterkeren waar begrotingsgelden eerder dan voorzien noodzakelijk zullen zijn. Deze benodigde kasschuiven worden opgevangen via de artikelen 11, 12 en 15.

ad 10 In gevolge van motie Slob wordt in verband met de indexerings-problematiek HSL een bedrag van in totaal € 23 mln. overgeboekt naar de HSL-Zuid.

ad 11 De bedragen die gereserveerd staan voor de HSL-Oost worden overgeboekt vanuit artikel 17 (Megaprojecten verkeer en vervoer).

ad 12 Op het ontvangsten deel van dit artikel ontstaan hogere ontvangsten met betrekking tot het project Sloelijn, welke evenredig aan het uitgavenartikel worden toegevoegd.

ad 13 De bedragen die gereserveerd staan voor de Infraprovider zijn overgeboekt vanuit artikel 17 (Megaprojecten verkeer en vervoer).

ad 14 In 2005is er voor de jaren 2005en 2006 totaal € 97 mln.

onttrokken aan de post «Afdekking risico’s spoorprogramma’s» t.b.v. de onderbouw HSL.

ad 15Dit betreft de bijdrage uit het FES voor Amsterdam Zuidas ten

behoeve van een grotere lengte van het benodigde 4-sporige trajectdeel tussen Zuid/WTC en de keersporen.

Ad 16 In overleg met de regio is het goederenspoorproject VERA doorgeschoven naar 2014. De hiervoor tijdelijk vrijvallende middelen worden ingezet voor de N62 (Tractaatweg) en de A9 Zuid (Noord-Brabant).

 

Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 00

 

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand 1e supplwet 20058 296 16 000

12000

14 000

14 000

 

nieuwe mutaties 1800 22200

68 000

87 000

109 000

131 000

Stand ontwerpbegroting 2006 10096 38 200

80 000

101 000

123 000

131 000

 
           

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

 

Ontvangsten 20052006

2007

2008

2009

2010

1     Ontvangsten Sloelijn 1800 7200

2     Overheveling HSA-reeks 15000

3 000 65000

87 000

109 000

131 000

Totaal 1800 22200

68 000

87 000

109 000

131 000

ad 1          Op het ontvangsten deel van dit artikel ontstaan hogere

ontvangsten met betrekking tot het project Sloelijn, welke evenredig aan het uitgavenartikel worden toegevoegd.

ad 2          Betreft de overheveling van de HSA reeks welke in navolging

van de IP-reeks overgeboekt is vanuit artikel 17.

14 REGIONALE EN LOKALE INFRASTRUCTUUR

 
   

Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 0

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 200582 613 238 44

289 677

322 491

26 681

293 690

Nieuwe mutaties –19557 –

12 567

-8 686

-8 229

  • 13 762

1 235

Stand ontwerpbegroting 2006 63056 225 977

280 991

314 262

251 919

294 925

Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1

 

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 250 508

337 711

557 071

336 103

265 681

293 693

Nieuwe mutaties –19894

  • 10 603
  • 99 722

-8 264

  • 13 797

1 200

Stand ontwerpbegroting 2006 230 614

327 108

457 349

327 839

251 884

294 893

   

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

Uitgaven

20052006

2007

2008

2009

2010

1 Looncompensatie

31 4 4 4 4

4

2 Prijscompensatie

797

1 610

2 124

1 539

1 006

1 006

3 Inkooptaakstelling

 
  • 15- 33
     

4 Amersfoort via BDU

  • 6 000
  • 2000
       

5Naar BDU

   
  • 91 000
     

6 Correctie Amendement 8 (van Hijum)

  • 15000
  • 10 000
  • 10 000
  • 10 000
  • 15000
 

7 Naar artikel 17 tbv Noordvleugel

 

-384

  • 1 000
     

8 Vorming baten-lastendienst RWS

278

182

183

193

193

190

Totaal

  • 19 894
  • 10 603
  • 99 722

-8 264

  • 13 797

1 200

ad 1          Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.

ad 2          Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.

ad 3          Deze mutatie op basis van de Ministerraad besluitvorming

betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).

ad 4          Het project Amersfoort CSG zal via de BDU betaald gaan

worden, derhalve overheveling naar artikel 39 in de begroting van Hoofdstuk XII.

ad 5In voorgaande jaren zijn op projecten kleiner dan € 225mln.

gelden tot een bedrag van € 91 mln. niet uitgegeven en aangewend voor financiering van de grotere regionaal lokale infrastructuur projecten. De projecten kleiner dan € 225mln. waarop indertijd de onderuitputting is opgetreden zijn inmiddels via de GDU+ onderdeel gaan uitmaken van de BDU. Derhalve wordt de € 91 mln. vanuit het artikel lokale infrastructuur teruggeboekt ten gunste van de BDU.

ad 6          De invulling van het amendement van Hijum (versterking

onderliggend wegennet) vindt plaats op artikel 12.

ad 7          Deze mutatie betreft een overboeking naar artikel 18 «Overige

uitgaven» ten behoeve van de projectorganisatie Noordvleugel.

ad 8          Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-lasten-

dienst Rijkswaterstaat (zie leeswijzer).

15 HOOFDVAARWEGENNET

 
   

Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 0

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 330 360 448 378

453 697

563 133

575 632

608 118

Nieuwe mutaties 62417 –

43 288

30 758

29 241

10 620

6 932

Stand ontwerpbegroting 2006 392 777 405 090

484 455

592 374

586 252

615 050

Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1

 

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 442 237

449 552

514 617

562 038

576 984

634 716

Nieuwe mutaties 7839

2 658

21 800

25240

15621

7 477

Stand ontwerpbegroting 2006 450 076

452 210

536 417

587 278

592 605

642 193

   

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

Uitgaven

20052006

2007

2008

2009

2010

1 Looncompensatie

1 752

207

224

231

214

216

2 Prijscompensatie

2 558

2 381

2 734

2 981

2 999

3 113

3 Inkooptaakstelling

 
  • 697
  • 1 776

-4 547

  • 4 547

-4 547

4 Proses

     

1 000

5000

3 000

5 Oplossing kasritmeproblematiek IF

4 032

  • 15 601

-9 607

1 055

  • 1 340

-3 655

6 Sluizen Zuid Wilemsvaart

 

5000

15000

10 000

   

7 Wijziging aanbestedingsmeevallers

-4 210

  • 250

-780

  • 1 760
  • 5 470

-7 200

8 Saldering BLS Ontvangsten

-8 704

-8 704

  • 1 009

-3 236

  • 2 836
  • 1 436

9 Beleidsvoorbereiding naar hoofdstuk XII

  • 6 580
  • 6 580
  • 6 580
  • 6 580
  • 6 580
  • 6 580

10 Vorming baten-lastendienst RWS

18 991

26 902

23 594

26 096

28 181

24 566

Totaal

7 839

2 658

21 800

25240

15621

7 477

ad 1          Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.

ad 2          Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.

ad 3          Deze mutatie op basis van de Ministerraad besluitvorming

betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).

ad 4          De mutatie vloeit voort uit de financiering van de kosten voor de

toegankelijkheidsprojecten verbandhoudende met de verdieping van de Westerschelde en de Memorandum of Understanding

met het Belgische Vlaanderen. Deze kosten worden verantwoord op artikel 15waarbij de financiering gevonden is binnen het Infrastructuurfonds.

ad 5Deze mutatie is aangebracht ten behoeve van de oplossing van de kasritmeproblematiek op het Infrastructuurfonds. In de jaren 2006 en 2007 betreft de problematiek met name het project HSL, het spoorprogramma en waterkeren waar begrotingsgelden eerder dan voorzien noodzakelijk zullen zijn. Deze benodigde kasschuiven worden opgevangen via de artikelen 11, 12 en 15.

ad 6          Met brief met kenmerk FEZ/2004/1530 is de Tweede Kamer

geïnformeerd over het positieve aanbestedingsresultaat op de Betuweroute van in totaal € 117 mln., die o.a. ingezet wordt voor overwegen/emplacementen, station Breda en de sluizen Zuid Willemsvaart.

ad 7          Met deze mutatie wordt de in de Voorjaarsnota 2005opgeno-

men verwerking van de taakstelling aanbestedingsmeevallers op de desbetreffende sectoren meer in overeenstemming gebracht met de te verwachten realisatie van deze meevallers. Per saldo zijn deze aanpassingen ten opzichte van de Voorjaarsnota 2005budgettair neutraal.

ad 8          Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-

lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van het agentschap ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan agentschap) kan worden verlaagd.

ad 9          In het kader van de conversie van de begroting van hoofdstuk

XII en het Infrastructuurfonds naar een meer transparante beleidsbegroting c.q. productbegroting worden de meer beleidsgerichte uitgaven op de daarvoor bedoelde artikelen verantwoord. In lijn hiermee worden met deze mutatie, gelden verbonden aan de beleidsvoorbereiding overgeboekt naar de artikelen 31 «Integraal waterbeleid» en 34 «Betrouwbare netwerken en acceptabele bereikbaarheid reistijd realiseren».

ad 10 Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-lastendienst Rijkswaterstaat (zie leeswijzer).

 
             

Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000)

 

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 200527 491

30 474

13 70

13 897

14 797

14 797

Nieuwe mutaties –7742

-7 742

-47

  • 1 274
  • 1 874

-474

Stand ontwerpbegroting 2006 19749

22 732

13 523

12 623

12 923

14 323

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

 

Ontvangsten

20052006

2007

2008

2009

2010

1     Scheldevaart

2     Hogere ontvangsten Proses

3     Saldering BLS Ontvangsten

962 -8 704

962 -8 704

962 - 1 009

962

1 000

-3 236

962 - 2 836

962 - 1 436

Totaal

-7 742

-7 742

-47

  • 1 274
  • 1 874

-474

ad 1          Betreft de overheveling van de Scheldevaartontvangsten uit de

begroting van VenW (XII) naar het Infrastructuurfonds.

ad 2          Betreft hogere ontvangsten van Vlaanderen ten behoeve van

Proses.

ad 3          Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-

lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van de baten-lastendienst ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan de baten-lastendienst) kunnen worden verlaagd.

16 MEGAPROJECTEN NIET VERKEER EN VERVOER

 
   

Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 0

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 200564 649

73 29

6 988

146 921

234 649

276 847

Nieuwe mutaties 35548

6 639

3 738

-4 992

16 140

6 658

Stand ontwerpbegroting 2006 100 197

79 934

69 726

141 929

250 789

283 505

Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1

 

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 200568 290

79 41

6 988

146 921

234 649

276 847

Nieuwe mutaties 41435

6 639

5 227

1 561

22 693

4 516

Stand ontwerpbegroting 2006 109 725

86 054

71 215148 482

257 342

281 363

   

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

Uitgaven

20052006

2007

2008

2009

2010

1 Prijscompensatie

267

242

278

595

946

946

2 Extra ontvangsten 2004 Maaswerken

 

1 800

       

3 Kasschuif

-8 000

4 000

4 000

     

4 Correctie Prijscompensatie RvR

         

730

5 Maaswerken splitsing WB21

  • 637
  • 229
  • 594
  • 583
  • 64

78

6 Ruimte voor de Rivier splitsing WB21

  • 145
  • 174

543

549

502

  • 238

7 Waalsprong

48 500

         

8 Uitvoeringsorganisatie PMR

1 450

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

9 Risico’s Maaswerken

       

20 309

2000

Totaal

41 435

6 639

5 227

1 561

22 693

4 516

ad 1          Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.

ad 2          De extra ontvangsten op artikel 11 worden ingezet ten behoeve

van het project Maaswerken in 2006.

ad 3          Dit betreft een kasschuif als gevolg van een actualisatie van het

project Maaswerken.

ad 4          Dit betreft bij begroting 2005te weinig toegekende prijsindexe-

ring. Deze wordt alsnog toegevoegd uit artikel 11 «Hoofdwatersystemen».

ad 5en 6 Dit betreft de afronding van de ontvlechting van de programma’s Ruimte voor de Rivier, Maaswerken en WB21.

ad 7          Dit betreft de compensatie van de planschade Veur-Lent die is

ontstaan door het interveniëren in de ontwikkeling van de Waalsprong (VINEX locatie).

ad 8          Deze mutatie betreft de financiering van de uitvoerings-

organisatie PMR.

ad 9          Uit artikel 11 wordt in de jaren 2009 en 2010 in totaal ca. € 22,3

mln. overgeboekt naar dit artikel ten behoeve van de Maaswerken.

17 MEGAPROJECTEN VERKEER EN VERVOER

 
             

Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 0

 

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 200522 320

102 004

181 01

221 869

446 908

439 183

Nieuwe mutaties 106 423

141 725

  • 161 554
  • 212 112
  • 230 345
  • 216 872

Stand ontwerpbegroting 2006 358 743

243 729

19 461

9 757

216 563

222 311

Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1

 

20052006

2007

2008

2009 2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 952 975

500 141

349 395

225 090

446 908 439 183

Nieuwe mutaties –83167

144 442

  • 143 013
  • 212 112

-230 345-216 872

Stand ontwerpbegroting 2006 869 808

644 583

206 382

12 978

216 563 222 311

   

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

Uitgaven

20052006

2007

2008

2009

2010

1 Prijsbijstelling

3 853

1 859

1 498

879

1 734

1 734

2 Loonbijstelling

151

       

3 Aanpassing kasprognose HSL

  • 26 691
  • 119 600
  • 11 645-92 713
  • 20 176

-13 384

4 Aanpassing kasprognose Betuweroute

  • 80 000

55000

25000

     

5Aanbestedingsmeevaller Betuweroute

  • 40 000
  • 40 000
  • 37 000
     

6 Toevoeging FES

 

13 120

       

7 IP-reeks naar artikel 13

 
  • 44 374
  • 128 784
  • 115348
  • 115784

116 553

8 Motie Slob tbv HSL

 

10 000

13 000

     

9 HSL-Oost naar artikel 13

-8 344

  • 10 162
  • 5082

-4 930

-96 119

  • 88 669

10 Prijsbeleid

8 000

2 398

       

11 Toevoeging HSL projectbudget

60 000

37 000

       

Totaal

  • 83 167

144 442

  • 143 013
  • 212 112

-230 345-216 872

ad 1          Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.

ad 2          Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.

ad 3          Dit betreft een aanpassing van de kasritme voor de HSL-zuid op

basis van de meest recente projectraming, welke wordt opgevangen binnen de totale infrastructuurfondsproblematiek.

ad 4          Deze mutatie betreft een aanpassing van het kasritme van de

Betuweroute, die is aangepast op basis van de liquiditeitsprognose van ProRail.

ad 5Met brief met kenmerk FEZ/2004/1530 is de Tweede Kamer

geïnformeerd over het positieve aanbestedingsresultaat op de Betuweroute van in totaal € 117 mln., die o.a. ingezet wordt voor overwegen/emplacementen, station Breda en de sluizen Zuid Willemsvaart.

ad 6          Deze mutatie betreft de toevoeging van in het FES beschikbare

middelen voor prijscompensatie voor de HSL-Zuid.

ad 7          Vanwege de aard van de uitgaven worden de bedragen die

gereserveerd staan voor de Infraprovider voortaan verantwoord op artikel 13 (Spoorwegen).

ad 8          In gevolge van motie Slob wordt in verband met de indexerings-

problematiek HSL een bedrag van in totaal € 23 mln. vanuit artikel 13 overgeboekt naar de HSL-Zuid.

ad 9          De bedragen die gereserveerd staan voor de HSL-Oost worden

overgeboekt naar artikel 13 (Spoorwegen).

ad 10 Ten behoeve van Prijsbeleid, anders betalen voor mobiliteit,

worden gelden overgeboekt vanuit de artikelen 12 «Hoofdwegennet» en 18 «Overige uitgaven».

ad 11 In 2005is er voor de jaren 2005en 2006 totaal € 97 mln.

onttrokken aan de post «Afdekking risico’s spoorprogramma’s» (artikel 13) voor de onderbouw HSL.

 

Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x €

           

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 200548 71

 

38 988

6 000

87 000

109 000

131 000

Nieuwe mutaties –10000

 
  • 5000
  • 65000
  • 87 000
  • 109 000
  • 131 000

Stand ontwerpbegroting 2006 38751

 

33 988

000

0

Specificatie nieuwe

mutaties (x € 1 000)

Ontvangsten

20052006

2007

2008

2009

2010

1     Bijstelling ontvangstenraming Betuweroute

2     Overheveling HSA-reeks

  • 10 000

10 000 - 15000

  • 65000
  • 87 000
  • 109 000
  • 131 000

Totaal

  • 10 000
  • 5000
  • 65000
  • 87 000
  • 109 000
  • 131 000

ad 1          Betreft een actualisatie van de ontvangstenraming voor de

Betuweroute.

ad 2          Betreft de overheveling van de HSA-ontvangsten die in

navolging van de IP-uitgaven overgeboekt wordt naar artikel 13.

18 OVERIGE UITGAVEN

 
   

Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 0

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 48797

48 241

45206

45314

45678

29 535

Nieuwe mutaties 1099

1 259

1 882

897

919

397

Stand ontwerpbegroting 2006 49896

49 500

47 088

46 211

46 597

29 932

Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1

 

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005 54135

51 253

48 963

47 436

45 679

29 535

Nieuwe mutaties 1099

  • 1 139

1 882

897

919

397

Stand ontwerpbegroting 2006 55234

50 114

50 845

48 333

46 598

29 932

     

S

pecificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

Uitgaven

20052006

2007

2008

2009

2010

1

Loonbijstelling

22 3 4 3 3

3

2

Prijsbijstelling

69

47

41

42

44

44

3

Inkooptaakstelling

 

-3

-7

     

4

Prijsbeleid

 
  • 2 398
       

5

Grensoverschijdende netwerkoverleg

505

502

502

502

502

 

6

Noordvleugel

 

386

1 000

     

7

Vorming baten-lastendienst RWS

503

324

342

350

370

350

Totaal

1 099

  • 1 139

1 882

897

919

397

ad 1          Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.

ad 2          Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.

ad 3          Deze mutatie betreft de rijksbrede verwerking van de in de

begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).

ad 4          Ten behoeven van Prijsbeleid, anders betalen voor mobiliteit,

worden gelden overgeboekt vanuit de artikelen 12 «Hoofdwegennet» en 18 «Overige uitgaven» naar artikel 17 «Megaprojecten verkeer en vervoer».

ad 5Deze mutatie betreft de uitgaven voor grensoverschrijdende netwerkoverleg.

ad 6          Deze mutatie betreft een overboeking vanuit artikel 14 «Regio-

nale en lokale infrastructuur» ten behoeve van de projectorganisatie Noordvleugel.

ad 7          Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-

lastendienst Rijkswaterstaat (zie leeswijzer).

 
           

Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x €

 

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005182 354 40 21

40 226

40 124

40 293

23 898

Nieuwe mutaties

Stand ontwerpbegroting 2006 182 354 40 215

40 226

40 124

40 293

23 898

19 BIJDRAGEN ANDERE BEGROTINGEN RIJK

19.09 TEN LASTE VAN BEGROTING VERKEER EN WATERSTAAT

 

Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000)

         
       

19.09 Ten laste van begroting VenW

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005

4 000 220

4 646 036

4 551 141

4 440176

4 525 110

4 622 694

Nieuwe mutaties

30 900

99 418

1 939

120 678

141 551

140 083

Stand ontwerp-begroting 2006

4 031 120

4 745 454

4 553 080

4 560 854

4 666 661

4 762 777

Voor de toelichting wordt verwezen naar het gestelde onder artikel 39 in de Verdiepingsbijlage bij de begroting van VenW (XII).

19.10 TEN LASTE VAN HET FONDS ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING

 

Opbouw ontvangsten vanaf

de

vorige

ontwerpbegroting (x € 1 000)

       

19.10 Bijdragen van het Fonds Economische Structuurversterking

20052006

2007

2008

2009

2010

Stand eerste Suppl. Wet 2005

     

1 456 329 1 478 671

1 926 403

1 712 313

1 741 152

1 812 972

Nieuwe mutaties

     

9 000 22 120

5000

20 000

25000

60 000

Stand ontwerp-begroting 2006

     

1 465329 1 500 791

1 931 403

1 732 313

1 766152

1 872 972

Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000)

 

Uitgaven

20052006

2007

2008

2009

2010

1     HSL-Zuid

2     Ondertunneling A2 Maastricht

3     Amsterdam Zuidas

9 000

13 120 9 000

5000

5000 15000

25000

60 000

Totaal

9 000

22 120

5000

20 000

25000

60 000

ad 1          Deze mutatie heeft betrekking op de toevoeging van in het FES

beschikbare middelen voor prijscompensatie voor de HSL-Zuid.

ad 2          In de begroting 2004 van VROM zijn gelden toegevoegd vanuit

het FES voor de ondertunneling A2 Maastricht. In het kader van de motie de Nerée zijn deze uitgaven naar VenW geschoven, maar de ontvangsten zijn abusievelijk bij VROM blijven staan. Met deze mutatie worden ook de VROM ontvangsten uit het FES naar de begroting van VenW gebracht. Per saldo heeft dit geen wijzigingen in het Infrastructuurfonds tot gevolg.

ad 3          Dit betreft de bijdrage uit het FES voor Amsterdam Zuidas ten

behoeve van een grotere lengte van het benodigde 4-sporige trajectdeel tussen Zuid/WTC en de keersporen.

  • 6. 
    CONVERSIETABEL

In deze paragraaf wordt de relatie tussen de budgetten uit de «oude» begroting 2005en die uit de onderliggende nieuwe begroting 2006 inzichtelijk gemaakt. Dit inzicht is meerjarig voor de periode t/m 2010 en op basis van de laatste door de Kamer geautoriseerde begrotingsstand (eerste suppletore begroting 2005).

Af te leiden valt waar het begrotingsgeld in de oude structuur was geraamd en waar dit in de huidige structuur is terug te vinden («was-wordt»). Voor de volledigheid is ook een tabel opgenomen waarbij het omgekeerde getoond wordt («wordt-was»), waardoor in een oogopslag kan worden bezien uit welke oude budgetten het nieuwe is opgebouwd. Bij deze laatste tabel worden de uitgaven niet meer herhaald.

Toelichting

Er is niet direct sprake van een fors gewijzigde indeling. De artikelen worden compacter gepresenteerd, zonder te raken aan Wet en Besluit Infrastructuurfonds. In de Leeswijzer is al ingegaan op de relatie met de nieuwe beleidsbegroting van VenW (XII) en het feit dat nu binnen de artikelen meer inzicht wordt geboden dan in de oude situatie.

Bij de oude indeling was (op het niveau van de wetstaat) eerst een onderverdeling naar droge en natte infra, megaprojecten, algemene uitgaven en bijdragen andere begrotingen Rijk. Daarbinnen was een verdere opsplitsing naar sectoren, projecten of overige items.

In de nieuwe indeling is dit ontdaan van de opsmuk en meer overzichtelijk gemaakt door een herkenbare indeling naar de diverse sectoren (NoMo). Dit heeft onder andere geleid tot een apart artikel voor de vaarwegfunctie. Nieuw is verder de introductie van een apart artikel Mega’s niet-Verkeer en Vervoer (PMR, Ruimte voor de Rivier, Maaswerken) naast de Megaprojecten voor Verkeer en Vervoer. De afzonderlijke megaprojecten zijn in de nieuwe begrotingsindeling als apart artikelonderdeel verwerkt.

In de navolgende tabel is op hoofdlijnen aangegeven waar de oude artikelen in de nieuwe situatie neerslaan.

 

Oude indeling (wetstaat)

01 Droge infra

02 Natte infra

03 Megaprojecten

04 Algemene uitgaven

05 Bijdragen tlv andere begr.

 

01.01 Rijkswegen

02.01 Waterkeren

03.01 Wester-

04.01 Voordelig/

05.01 Bijdragen tlv

 

01.02 Railwegen

02.02 Waterbehe-

scheldetunnel

nadelig saldo

begroting VenW

 

01.03 Reg./lokale

ren en vaarwegen

03.02 Betuwe-

04.02 Bodem-

05.04 Bijdragen tlv

 

infra

en vaawegen

route 03.03 HSL

03.05Betaald rijden

03.06 Zuiderzee-lijn

03.07 Project Mainportontw. Rotterdam (PMR)

sanering

04.03 Intermodaal

vervoer

04.05Garanties

04.06 Prijsbijstelling Fes

04.07 Regionale Mob.fondsen

04.08 Rail-infra-beheer

Fes

Nieuwe indeling

4 4 4 4 4

(wetstaat)

         

11 Hoofdwatersystemen

 

02.01, 02.02

     

12 Hoofdwegennet

01.01

       

13 Railwegen

01.02

       

14 Regionaal, lokale infra

01.03

   

04.07

 

15Hoofdvaarwegennet

 

02.02

     

16 Megaprojecten

 

02.01

03.07

   

niet-Verkeer en

         

Vervoer

         

17 Megaprojecten

   

03.01 t/m 03.06

   

Verkeer en Vervoer

         

18 Overige uitgaven

     

04.01, 04.02, 04.03, 04.05, 04.08

 

19 Bijdragen andere

       

05.01, 05.04

begrotingen Rijk

         

WAS:

UITGAVEN

Instr.

20052006

2007

2008

2009

2010

01 DROGE INFRASTRUCTUUR

 

01.01

Rijkswegen

01.01.01

aanleg: verkenn. en planst.

01.01.02

aanleg: realisatie

01.01.03

BenO: voorbereiding

01.01.03

BenO: voorbereiding

01.01.04

BenO: realisatie

01.01.04

BenO: realisatie

01.01.04

BenO: realisatie

01.01.04

BenO: realisatie

01.01.04

BenO: realisatie

01.01.05

Bediening

01.01.06

Basisinformatie

01.01.06

Basisinformatie

01.01.06

Basisinformatie

01.01.06

Basisinformatie

01.02

Railwegen

01.02.01 G

aanleg: verkenn. en planst.

01.02.01 P

aanleg: verkenn. en planst.

01.02.02 G

aanleg: realisatie

01.02.02 P

aanleg: realisatie

01.02.04

BenO: realisatie

01.02.05

Prorail: verkeersleiding

01.02.06

leenfaciliteit

01.03

Regionale/lokale infra

01.03.01

aanleg: verkenn. en planst.

01.03.02

aanleg: realisatie

01.03.03

Duurzaam Veilig

17 274

9 548

8 655

8 799

8 832

8 868

1 194 545

1 624 299

1 841 768

1 949 170

1 782 773

1 820 228

31 834

37 204

31 242

32 505

33 666

34 574

695217

823 163

822 090

786 011

753 495

795567

17 299 32 099

17 120 25681

16 928 24 484

17 48517 9517 992 25565             26 579             27 371

01.03.05GDU

 

26 957

8 565

4 812

2 102

2 103

2 103

25706

40 478

46 106

15640

16 699

48 106

565 763

718 988

812 274

804 484

843 679

752 599

822 066

937 050

903 083

828 780

746 858

776 547

75569

75569

75569

75569

75569

75569

26 446

26 446

26 446

26 446

   

4 891

4 186

4 122

4 178

4 082

4 085

156 839

240 536

523 949

331 925

261 599

289 608

4 868

1 361

       

21 421

         

02 NATTE INFRASTRUCTUUR

02.01                      Waterkeren

02.01.01                 aanleg: verkenn. en planst.

02.01.01                 aanleg: verkenn. en planst.

02.01.02                 aanleg: realisatie

02.01.03                 BenO: voorbereiding 02.01.03                 BenO: voorbereiding

02.01.03                 BenO: voorbereiding

02.01.04                 BenO: realisatie 02.01.04                 BenO: realisatie 02.01.04                 BenO: realisatie 02.01.04                 BenO: realisatie

02.01.04                 BenO: realisatie

02.01.05                 Ruimte voor de Rivier

02.01.06                 Maaswerken

02.02                      Waterbeheren en vaarwegen

02.02.01                 aanleg: verkenn. en planst.

02.02.01                 aanleg: verkenn. en planst.

02.02.01                 aanleg: verkenn. en planst.

02.02.02                 aanleg: realisatie

02.02.02                 aanleg: realisatie

02.02.03                 BenO: voorbereiding

5 558

119 026 12 310

94 229

13 216 51 637

13 591

226 128 24 416

4 444

2 102

3 945

89 431           114 010           162 977

11 96512 71512 887

101 543

8 139

79 882

8 038

77 004

6 174             26 657             99 251

57 504             26 594             34 583

8 141

187 817           170 313           157 294

22 945             24 203             25168

3 252

266 619 12 890

62 874

205 498 17 064

8 139

150 970 26 048

3 522

273 675 12 899

61 953

252 738 13 922

8 139

208 484 25784

 
   

WORDT:

UITGAVEN

Art. Ond.

 

product

20052006

2007

2008

2009

2010

 

12.05

Verkenn. en planst. voor tb

12.05.02

17 274

9 548

8 655

8 799

8 832

8 868

 

12.03

Aanleg, benutting en planst. ná tb

12.03.01

1 194 545

1 624 299

1 841 768

1 949 170

1 782 773

1 820 228

 

12.01

Verkeersmanagement

12.01.01

3 200

3 200

3 200

3 200

3 200

3 200

 

12.02

BenO

12.02.02

28 634

34 004

28 042

29 30530 466

31 374

 

12.01

Verkeersmanagement

12.01.01

7 1657 1657 1657 1657 165 7 16

 

12.02

BenO

12.02.01

591 169

581 936

562 863

651 784

630 268

671 340

 

12.02

BenO

12.02.02

20 400

20 400

20 400

20 400

20 400

20 400

 

12.02

BenO

12.02.03

29 821

167 000

185000

60 000

49 000

50 000

 

12.04

Geïntegreerde conctractvormen

12.04.00

46 662

46 662

46 662

46 662

46 662

46 662

 

12.01

Verkeersmanagement

12.01.01

17 299

17 120

16 928

17 48517 9

17 992

 

12.01

Verkeersmanagement

12.01.01

19 76

1 593

14 81

1518

16 176

16 692

 

12.02

BenO

12.02.01

9 630

7 704

7 3457 669

7 974

8 211

 

15.01

Verkeersmanagement

15.01.01

1 100

1 100

1 100

1 100

1 100

1 100

 

18.07

Modaliteitsonafh. Kennis/expertise

18.07.01

1 604

1 284

1 224

1 278

1 329

1 368

 

13.0

5Verkenn. en planst.

13.05.02

7 769

46

2 0454545 4

 

13.05

Verkenn. en planst.

13.05.01

19 188

8 519

2 767

2 057

2 058

2 058

 

13.03

Aanleg

13.03.02

25706

40 478

46 106

15640

16 699

48 106

 

13.03

Aanleg

13.03.01

565 763

718 988

812 274

804 484

843 679

752 599

 

13.02

Onderhoud en vervanging

13.02.01

822 066

937 050

903 083

828 780

746 858

776 547

 

13.01

Railverkeersbegeleiding

13.01.01

75569

75569

75569

75569

75569

75569

 

13.03

Aanleg

13.03.03

26 446

26 446

26 446

26 446

   
 

14.01

Grote reg./lokale projecten

14.01.02

4 891

4 186

4 122

4 178

4 082

4 085

 

14.01

Grote reg./lokale projecten

14.01.03

156 839

240 536

523 949

331 925

261 599

289 608

 

14.01

Grote reg./lokale projecten

14.01.03

4 868

1 361

       
 

14.01

Grote reg./lokale projecten

14.01.03

21 421

         
 

11.0

5Verkenn. en planst.

11.05.02

4 062

31251 478

2 6052 287

2 477

 

11.05Verkenn. en planst.

11.05.03

1 496

1 319

624

1 340

965

1 045

 

11.03

Aanleg

11.03.01

119 026

89 431

114 010

162 977

266 619

273 675

 

11.01

Watermanagement

11.01.01

1 959

1 921

2 041

2 069

2 069

2 071

 

11.02

Beheer en onderhoud

11.02.01

9 279

8 993

9 558

9 687

9 689

9 696

 

11.02

Beheer en onderhoud

11.02.04

1 072

1 051

1116

1 131

1 132

1 132

 

11.01

Watermanagement

11.01.01

3 772

4 062

2 7452 631

2 514

2 478

 

11.02

Beheer en onderhoud

11.02.01

52 613

65 280

47 524

45 236

31 391

30 547

 

11.02

Beheer en onderhoud

11.02.02

2 599

3 895

1 627

1 461

1 254

1 186

 

11.02

Beheer en onderhoud

11.02.04

31 243

25 092

24 808

24 534

24 568

24 592

 

11.02

Beheer en onderhoud

11.02.054 002

3 214

3 178

3 142

3 147

3 150

 

16.02

Ruimte voor de Rivier

16.02.02

13 216

6 174

26 657

99 251

205 498

252 738

 

16.03

Maaswerken

16.03.01

51 637

57 504

26 594

34 583

17 064

13 922

 

11.05

Verkenn. en planst.

11.05.02

764

588

581

588

588

588

 

11.05Verkenn. en planst.

11.05.03

3 993

3 072

3 033

3 073

3 072

3 072

 

15.05

Verkenn. en planst. voor tb

15.05.02

8 834

4 479

4 424

4 480

4 480

4 480

 

11.03

Aanleg

11.03.02

114 259

125 420

84 287

72 693

52 329

38 803

 

15.03

Aanleg, benutting en planst. ná tb

15.03.01

111 869

62 397

86 026

84 601

98 641

169 681

 

11.01

Watermanagement

11.01.01

1 540

1 510

1 648

1 755

1 851

1 822

WAS:

UITGAVEN

Instr.

20052006

2007

2008

2009

2010

02.02.03                 BenO: voorbereiding

02.02.03                 BenO: voorbereiding

02.02.03                 BenO: voorbereiding

02.02.03                 BenO: voorbereiding

02.02.03                 BenO: voorbereiding

02.02.03                 BenO: voorbereiding

02.02.04                 BenO: realisatie 02.02.04                 BenO: realisatie 02.02.04                 BenO: realisatie 02.02.04                 BenO: realisatie 02.02.04                 BenO: realisatie 02.02.04                 BenO: realisatie 02.02.04                 BenO: realisatie 02.02.04                 BenO: realisatie 02.02.04                 BenO: realisatie

02.02.04                 BenO: realisatie

02.02.05                 Bediening

02.02.06                 Basisinformatie 02.02.06                 Basisinformatie 02.02.06                 Basisinformatie 02.02.06                 Basisinformatie 02.02.06                 Basisinformatie

02.02.06                 Basisinformatie

02.02.07                 Watersystemen

03 MEGAPROJECTEN

401 890

20 000

423 737

514 744

586 214

591 416

576 587

 

54 458

51 609

52 793

52 392

56 493

57 037

41 472

36 483

37 427

38 998

40 437

42 561

36 689

40 000

1 921

 

03.01

Westerscheldetunnel

03.02

Betuweroute

03.03

Hogesnelheidslijn

03.03.01

HSL-Zuid

03.03.02

HSL-Oost

03.03.03

HSL-zuid: railwegen

03.03.04

HSL-zuid: hoofdwegen

03.03.05Snelle treinverbindingen

 

7 785

 

447 994

309 261

407 763

136 817

8 324

10 123

9 000

29 940

60 656

9 000

1 100

614

179 047

5298

2 292

162 737           207 109           133 480           127 447

5062               4 911             95746             8 8296

1515151 2 534               1 937               1 936               1 937

 

03.05

Betaald rijden

03.06

Zuiderzeelijn

03.07

PMR

04 ALGEMENE UITGAVEN

04.01

Saldo afgesl. Rekeningen

04.02

Bodemsanering

04.03

Intermodaal vervoer

04.05

Granties

04.05.01

Gar. NV FDM

04.05.02

Gar. Wagenborg

04.05.03

Gar. OV

04.07

Regionale mobiliteitsfondsen

04.07.01

Rijksbijdrage

04.07.02

Terugsluis opbrengsten

00000 11 453               5000                      0               5820           213 430           221 479

3 437             15737             12 737             13 087             12 087             10 187

000000 0               2 398

7 153               3 080               3 757               2 121

000000 000000 000000

20 628 41 861

49 769 41 861

29 000

04.08

Railinfrabeheer

40 119

40 21540 226

40 124

40 293

23 898

 
   

WORDT:

UITGAVEN

Art. Ond.

 

product

20052006

2007

2008

2009

2010

 

11.02

Beheer en onderhoud

11.02.01

6 771

6 698

7 041

7 3057 4

7 473

 

11.02

Beheer en onderhoud

11.02.02

181

177

193

206

217

214

 

11.02

Beheer en onderhoud

11.02.04

2 595

1 953

2 138

2 280

2 409

2 370

 

11.02

Beheer en onderhoud

11.02.05239

23

26

273

288

283

 

15.01

Verkeersmanagement

15.01.01

980

961

1 049

1117

1 178

1 160

 

15.02

BenO

15.02.01

12 110

11 411

11 878

12 232

12 559

12 462

 

11.01

Watermanagement

11.01.01

30 569

30 521

33 367

41 229

43 481

41 930

 

11.02

BenO

11.02.01

27 606

29 941

30 124

37 092

39 042

37 714

 

11.02

BenO

11.02.02

3 870

3 870

3 870

3 870

3 870

3 870

 

11.02

BenO

11.02.04

37 244

36 701

40 399

44 152

45 202

44 486

 

11.02

BenO

11.02.05

50 240

50 240

50 240

50 240

50 240

50 240

 

11.02

BenO

11.02.06

880

880

880

880

880

880

 

15.01

Verkeersmanagement

15.01.01

15000

15000

15000

15000

15000

15000

 

15.02

BenO

15.02.01

167 981

168 084

187 364

240 251

255 201

244 966

 

15.02

BenO

15.02.02

37 500

37 500

37 500

37 500

37 500

37 500

 

15.02

BenO

15.02.03

31 000

51 000

116 000

116 000

101 000

100 000

 

15.01

Verkeersmanagement

15.01.01

54 458

51 609

52 793

52 392

56 493

57 037

 

11.01

Watermanagement

11.01.01

33 151

29 159

29 916

31 172

32 323

34 022

 

11.02

BenO

11.02.01

491

476

488

509

527

555

 

11.02

BenO

11.02.04

341

256

263

274

284

299

 

15.01

Verkeersmanagement

15.01.01

1 664

1 465

1 502

1 565

1 623

1 708

 

15.02

BenO

15.02.01

1 664

1 465

1 502

1 565

1 623

1 708

 

18.07

Modaliteitsonafh. Kennis/expertise

18.07.01

4 161

3 662

3 756

3 913

4 057

4 269

 

11.03

Aanleg

11.03.02

20 000

36 689

40 000

1 921

   
 

17.01

Westerscheldetunnel

17.01.01

7 785

         
 

17.02

Betuweroute

17.02.01

447 994

309 261

179 047

5298

2 292

 
 

17.03

HSL

17.03.01

407 763

136 817

162 737

207 109

133 480

127 447

 

17.03

HSL

17.03.02

8 324

10 123

5062

4 911

95746

88 296

 

17.03

HSL

17.03.03

9 000

29 940

151515 1

 

17.03

HSL

17.03.04

60 656

9 000

2 534

1 937

1 936

1 937

 

18.04

Gebiedsgerichte aanpak (noordvleugel)

18.04.01

1 100

614

       
 

17.04

Anders betalen voor mobiliteit

17.04.01

           
 

17.05

Zuiderzeelijn

17.05.01

11 453

5 000

0

5 820

213 430

221 479

 

16.01

PMR

16.01.02

3 437

15737

12 737

13 087

12 087

10 187

 

18.01

Saldo afgesl. Rekeningen

18.01.01

           
 

18.02

Bodemsanering

18.02.01

 

2 398

       
 

18.03

Intermodaal vervoer

18.03.01

7 153

3 080

3 757

2 121

   
 

18.05Railinfrabeheer

18.05.01

           
 

18.05Railinfrabeheer

18.05.02

           
 

18.05Railinfrabeheer

18.05.03

           
 

14.02

Reg. Mob.fondsen

14.02.01

20 628

49 769

29 000

     
 

14.02

Reg. Mob.fondsen

14.02.02

41 861

41 861

       
 

18.05Railinfrabeheer

18.05.01

40 119

40 215

40 226

40 124

40 293

23 898

Tabel WORDT-WA

S

WORDT:

 

WAS:

 

Art.

     

Ond.

Hfd.product

Art. Ond.

 

11 Hoofdwatersystemen

     

11.01 Watermanagement

11.01.01

02.01.03

BenO: voorbereiding

   

02.01.04

BenO: realisatie

   

02.02.03

BenO: voorbereiding

   

02.02.04

BenO: realisatie

   

02.02.06

Basisinformatie

11.02 Beheer en onderhoud

11.02.01

02.01.03

BenO: voorbereiding

   

02.01.04

BenO: realisatie

   

02.02.03

BenO: voorbereiding

   

02.02.04

BenO: realisatie

   

02.02.06

Basisinformatie

 

11.02.02

02.01.04

BenO: realisatie

   

02.02.03

BenO: voorbereiding

   

02.02.04

BenO: realisatie

 

11.02.04

02.01.03

BenO: voorbereiding

   

02.01.04

BenO: realisatie

   

02.02.03

BenO: voorbereiding

   

02.02.04

BenO: realisatie

   

02.02.06

Basisinformatie

 

11.02.0502.01.04

BenO: realisatie

   

02.02.03

BenO: voorbereiding

   

02.02.04

BenO: realisatie

 

11.02.06

02.02.04

BenO: realisatie

11.03 Aanleg

11.03.01

02.01.02

aanleg: realisatie

 

11.03.02

02.02.02

aanleg: realisatie

 

11.03.03

02.02.07

Watersystemen

11.05Verkenn. en planst.

11.05.02

02.01.01

aanleg: verkenn. en planst.

   

02.02.01

aanleg: verkenn. en planst.

 

11.05.03

02.01.01

aanleg: verkenn. en planst.

   

02.02.01

aanleg: verkenn. en planst.

12 Hoofdwegennet

     

12.01 Verkeersmanagement

12.01.01

01.01.03

BenO: voorbereiding

   

01.01.04

BenO: realisatie

   

01.01.05Bediening

   

01.01.06

Basisinformatie

12.02 BenO

12.02.01

01.01.04

BenO: realisatie

   

01.01.06

Basisinformatie

 

12.02.02

01.01.03

BenO: voorbereiding

   

01.01.04

BenO: realisatie

 

12.02.03

01.01.04

BenO: realisatie

12.03 Aanleg, benutting en planst. ná tb

12.03.01

01.01.02

aanleg: realisatie

12.04 Geïntegreerde conctractvormen

12.04.00

01.01.04

BenO: realisatie

12.05Verkenn. en planst. voor tb

12.05.02

01.01.01

aanleg: verkenn. en planst.

13 Railwegen

     

13.01 Railverkeersbegeleiding

13.01.01

01.02.05Prorail: verkeersleiding

13.02 Onderhoud en vervanging

13.02.01

01.02.04

BenO: realisatie

13.03 Aanleg

13.03.01

01.02.02 P

aanleg: realisatie

 

13.03.02

01.02.02 G

aanleg: realisatie

 

13.03.03

01.02.06

leenfaciliteit

13.05Verkenn. en planst.

13.05.01

01.02.01 P

aanleg: verkenn. en planst.

 

13.05.02

01.02.01 G

aanleg: verkenn. en planst.

14 Regionale, lokale infra

     

14.01 Grote reg./lokale projecten

14.01.02

01.03.01

aanleg: verkenn. en planst.

 

14.01.03

01.03.02

aanleg: realisatie

   

01.03.03

Duurzaam Veilig

   

01.03.05GDU

Tabel WORDT-WA

S

WORDT:

 

WAS:

 

14.02

Reg. Mob.fondsen

14.02.01

04.07.01

Rijksbijdrage

   

14.02.02

04.07.02

Terugsluis opbrengsten

15

Hoofdvaarwegennet

     

15.01

Verkeersmanagement

15.01.01

01.01.06 02.02.03 02.02.04

Basisinformatie BenO: voorbereiding BenO: realisatie

     

02.02.05Bediening

     

02.02.06

Basisinformatie

15.02

BenO

15.02.01

02.02.03 02.02.04 02.02.06

BenO: voorbereiding BenO: realisatie Basisinformatie

   

15.02.02

02.02.04

BenO: realisatie

   

15.02.03

02.02.04

BenO: realisatie

15.03

Aanleg, benutting en planst. ná tb

15.03.01

02.02.02

aanleg: realisatie

15.05

Verkenn. en planst. voor tb

15.05.02

02.02.01

aanleg: verkenn. en planst.

16

Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer

     

16.01

PMR

16.01.02

03.07.00

PMR

16.02

Ruimte voor de Rivier

16.02.02

02.01.05Ruimte voor de Rivier

16.03

Maaswerken

16.03.01

02.01.06

Maaswerken

17

Megaprojecten Verkeer en Vervoer

     

17.01

Westerscheldetunnel

17.01.01

03.01.00

Westerscheldetunnel

17.02

Betuweroute

17.02.01

03.02.00

Betuweroute

17.03

HSL

17.03.01

03.03.01

HSL-Zuid

   

17.03.02

03.03.02

HSL-Oost

   

17.03.03

03.03.03

HSL-zuid: railwegen

   

17.03.04

03.03.04

HSL-zuid: hoofdwegen

17.04

Anders betalen voor mobiliteit

17.04.01

03.05.00

Betaald rijden

17.05Zuiderzeelijn

17.05.01

03.06.00

Zuiderzeelijn

18

Overige uitgaven

     

18.01

Saldo afgesl. Rekeningen

18.01.01

04.01.00

Saldo afgesl. rekeningen

18.02

Bodemsanering

18.02.01

04.02.00

Bodemsanering

18.03

Intermodaal vervoer

18.03.01

04.03.00

Intermodaal vervoer

18.04

Gebiedsgerichte aanpak (noordvleugel)

18.04.01

03.03.05Sbelle treinverbindingen

18.05

Railinfrabeheer

18.05.01

04.05.01 04.08.00

Gar. NV FDM Railinfrabeheer

   

18.05.02

04.05.02

Gar. Wagenborg

   

18.05.03

04.05.03

Gar. OV

18.07

Modaliteitsonafh. Kennis/expertise

18.07.01

01.01.06 02.02.06

Basisinformatie Basisinformatie

BIJLAGE OVERZICHTSCONSTRUCTIE NOTA RUIMTE: NOORDVLEUGEL

In de nota Ruimte is geconcludeerd dat in met name vier regio’s in Nederland het beleid van de ministeries van V&W, VROM, LNV en EZ zeer nauw met elkaar verbonden is. Het kabinet heeft daarom besloten voor elk van deze gebieden een coördinerend bewindspersoon aan te stellen. Om de reikwijdte van die coördinerende verantwoordelijkheid aan te geven, wordt in de respectievelijke begrotingen van deze vier ministeries een overzichtsconstructie opgenomen van de voor de betreffende regio te nemen besluiten, de primaire verantwoordelijkheidsverdeling en de relatie met de verschillende begrotingen. Dit is het overzicht van de coördinerende verantwoordelijkheid van de minister van Verkeer en Waterstaat.

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.