Advies en nader rapport - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken (III) voor het jaar 2005 - Hoofdinhoud
Dit advies Raad van State en nader rapport is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 29800 III - Vaststelling begroting Algemene Zaken, Kabinet der Koningin en Commissie van Toezicht Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2005.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken (III) voor het jaar 2005; Advies en nader rapport |
|---|---|
| Documentdatum | 27-09-2004 |
| Publicatiedatum | 12-03-2009 |
| Nummer | KST80023 |
| Kenmerk | 29800 III, nr. 3 |
| Van | Raad van State (RVS) Minister-President (MP) Algemene Zaken (AZ) |
| Originele document in PDF |  |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2004–2005
29 800 III
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken (III) voor het jaar 2005
Nr. 3
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 14 september 2004 en de bij het nader rapport d.d. 21 september 2004 gevoegde bijlage, aangeboden aan de Koningin door de minister van Financiën. Op de opmerkingen van de Raad van State wordt door de betrokken bewindslieden gereageerd in de hierbij afgedrukte bijlage. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van3september 2004, no. 04.003408, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de MinisterPresident, Minister van Algemene Zaken, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2005, met memorie van toelichting.
Blijkens het advies d.d. 14 september 2004, nr. W01.04.0289/I heeft de Raad van State omtrent bovenvermelde begroting een opmerking gemaakt, waaromtrent ik het volgende meedeel.
Het is de Raad van State opgevallen dat in de toelichting op deze begroting het Koninkrijk, het Statuut en de Nederlandse Antillen en Aruba niet of vrijwel niet voorkomen, terwijl de Minister-President toch ook voorzitter van de Rijksministerraad is. In de opsomming van zijn taken blijft dat ongenoemd.
De Raad adviseert aan de Koninkrijksrelaties in de memorie van toelichting de nodige aandacht te besteden.
De Raad wijst erop dat het onderwerp Koninkrijksrelaties ook voorkomt in zijn adviezen over de voorstellen van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties en van de Ministeries van Verkeer en Waterstaat en van Buitenlandse Zaken.
De Raad van State geeftUin overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De waarnemend Vice-President van de Raad van State, P. van Dijk
De Raad van State adviseert aandacht te besteden aan de Koninkrijksrelaties. De Koninkrijksrelaties worden in algemene zin behandeld in de memorie van toelichting bij de begroting IV (Koninkrijksrelaties). Het is derhalve niet strikt
noodzakelijk hierop in de toelichting bij de in de aanhef vermelde begroting in te gaan, doch het advies van de Raad van State om tenminste in de opsomming van de taken van de Minister-President zijn voorzitterschap van de Rijksministerraad te vermelden is terecht en is opgevolgd.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, J. P. Balkenende