Memorie van toelichting - Voorstel van wet van de leden Dubbelboer en Duyvendak houdende het ongedaan maken van de tijdelijkheid van de Tijdelijke referendumwet

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 29551 - Initiatiefvoorstel Ongedaan maken van de tijdelijkheid van de Tijdelijke referendumwet i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Dubbelboer en Duyvendak houdende het ongedaan maken van de tijdelijkheid van de Tijdelijke referendumwet; Memorie van toelichting  
Document­datum 13-05-2004
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST76291
Kenmerk 29551, nr. 3
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2003–2004

29 551

Voorstel van wet van de leden Dubbelboer en Duyvendak houdende het ongedaan maken van de tijdelijkheid van de Tijdelijke referendumwet

Nr. 3

MEMORIE VAN TOELICHTING

Wet raadgevend correctief referendum

Indieners stellen voor om de tijdelijkheid van de Tijdelijke referendumwet ongedaan te maken en de wet een permanent karakter te geven (de citeertitel komt te luiden: Wet raadgevend correctief referendum). Er is volgens indieners geen reden om een democratische verworvenheid voor de bevolking –waarover meer dan honderd jaar is gediscussieerd en waaraan vijf staatscommissies hebben gewerkt –terug te nemen en zo burgers een fundamenteel democratisch recht te ontnemen. Voor zover indieners bekend zou dit een unicum in de geschiedenis van de Nederlandse democratie zijn: met uitzondering van periodes van oorlog werd nog nooit een democratische verworvenheid voor burgers teruggedraaid. Het strookt ook niet met het motto van het kabinet dat zegt meer over te willen laten aan de samenleving en mensen meer te willen laten meedoen en hun verantwoordelijkheid te nemen. Tegelijkertijd wijzen indieners op de structurele wens van burgers zoals dat uit tal van onderzoeken blijkt, om invloed uit te kunnen oefenen op belangrijke besluiten (Maurice de Hond, weekbrief 12 april 2004) onder andere in de vorm van het referendum. Het is dan uitermate vreemd om dwars tegen deze tendens een zorgvuldig tot stand gekomen en technisch knappe wet te laten verlopen.

De reden voor de tijdelijkheid van de referendumwet lag in het perspectief van de beoogde grondwetswijziging. De grondwetswijziging was in gang gezet om het raadgevende karakter om te zetten in het bindend maken van het referendum. Uiteindelijk gaat de grondwetsherziening niet door en is ook door het kabinet geen nieuwe poging gedaan om dit te bewerkstelligen.

Indieners stellen voor om de Tijdelijke referendumwet te ontdoen van haar tijdelijkheid en de wet een permanente plek te geven in het Nederlandse democratische stelsel.

Ten principale zien indieners het belang van de mogelijkheid voor burgers om de «noodrem» te kunnen gebruiken op nationale besluitvorming, waarvoor (vermeend) geen draagvlak is in de samenleving. Het karakter van de Trw is dat van een raadgevend correctief referendum. Indieners zien hierin een waardevolle aanvulling op de representatieve democratie. Immers op initiatief van de bevolking kan een besluit, waarvoor volgens

de initiërende groep burgers geen steun bestaat bij de bevolking, worden voorgelegd ter correctie aan die bevolking.

We citeren met instemming de Memorie van Toelichting van de Tijdelijke referendumwet (kamerstukken II 1999–2000, nr. 3, blz. 4). «Zoals in het kader van het verworpen Grondwetsherzieningsvoorstel reeds is aangegeven, vormt het correctief referendum een belangrijk instrument om de invloed van de kiezers op het beleid te vergroten. Het belang van het instrument is gelegen in de bevordering van een actief en betrokken burgerschap en een publiek debat over zaken van algemeen belang. Bovendien kan het referendum bijdragen aan het voorkomen van onvolkomenheden in het vertegenwoordigend stelsel. Het vertegenwoordigend stelsel zal bovendien verdiept en verrijkt worden door de mogelijkheid van het referendum en het gebruik daarvan door de kiezers. Het initiatief tot het daadwerkelijke gebruik van het instrument ligt uitsluitend bij de kiesgerechtigde burgers. De centrale of decentrale overheid is gehouden aan dat initiatief gevolg te geven door de organisatie van het referendum. Het correctieve element van het raadgevend referendum houdt in dat het gaat om een uitspraak van kiesgerechtigde burgers over een vastgestelde wet of vastgesteld besluit, een uitspraak die de overheid niet lichtvaardig zal negeren indien deze uitspraak duidelijk in een bepaalde richting wijst.»

Naar de mening van de indieners heeft deze argumentatie alleen maar aan kracht gewonnen in de afgelopen jaren.

Beknopte geschiedenis

De discussie over het referendum wordt in Nederland al meer dan honderd jaar gevoerd. Vijf staatscommissies hebben zich in die periode er over gebogen, maar het duurde tot 1998 dat er iets geregeld werd. De Tijdelijke referendumwet heeft een korte edoch roerige geschiedenis. De Trw was in 1999 de reden voor de val van het Kabinet Kok II («Nacht van Wiegel») toen D66 uit het kabinet stapte nadat de Eerste Kamer het wetsvoorstel verwierp. De regeringsbreuk werd gelijmd en burgers bleven de mogelijkheid behouden voor correctie van nationale wetgeving. Bij het aantreden van het eerste kabinet Balkenende werd besloten de Trw in te trekken. Voordat dit geëffectueerd werd, viel het kabinet en een nieuw kabinet Balkenende trad aan. Hier werd afgesproken om de intrekking weer in te trekken (sic). Per 1 januari 2005 houdt de wet op te bestaan.

In de jaren dat de wet nu bestaat is er door burgers op landelijk niveau geen gebruik gemaakt van het correctief raadgevend referendum. Volgens sommigen zou de wet dus niet voorzien in een behoefte. Indieners volgen die redenering niet. Voor de indieners geldt dat het eerder bewijst dat burgers niet lichtvaardig omgaan met dit instrument. Indieners wijzen verder op de bepalingen in de Tijdelijke referendumwet die het niet gemakkelijk maken voor (groepen) burgers om het recht te benutten. Zo zijn bijvoorbeeld de drempels voor handtekeningeninzameling erg hoog (grote hoeveelheid in relatief korte tijd en op het gemeentehuis in te leveren).

Voor indieners is het van groot belang dat de enige mogelijkheid die de bevolking nu nog heeft voor directe invloed op de nationale besluitvorming, blijft bestaan.

Werking voor burgers in gemeenten en provincies

Het effect van het laten ophouden van de geldingskracht van de wet heeft ook consequenties voor de mogelijkheid van burgers op lokaal en provinciaal niveau. De wet geldt namelijk in alle gemeenten en provincies waar die overheden niet een eigen referendumverordening hebben. Niet alleen

wordt een democratisch recht op nationaal niveau afgebouwd, maar ook in veel gemeenten en provincies zullen na het verlopen van de wet, burgers niet meer in staat zijn lokale besluitvorming ter correctie voor te leggen aan de medeburgers.

Afschaffen tijdelijkheid

Indieners stellen voor om de tijdelijkheid van de wet af te schaffen. Zij stellen er prijs op om te melden dat de wet zeker verbeterd kan worden, zodat het voor burgers een effectiever instrument kan zijn dan nu het geval is. Maar een democratisch recht wordt op deze manier in ieder geval gewaarborgd.

Dubbelboer Duyvendak

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.