Brief minister met Strategisch Meerjarenprogramma 2004-2006 en operationeel Jaarprogramma 2004 - Nederlands EU-voorzitterschap 2004 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 29361 - Nederlands EU-voorzitterschap 2004.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Nederlands EU-voorzitterschap 2004; Brief minister met Strategisch Meerjarenprogramma 2004-2006 en operationeel Jaarprogramma 2004 |
---|---|
Documentdatum | 24-12-2003 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST73460 |
Kenmerk | 29361, nr. 2 |
Van | Buitenlandse Zaken (BUZA) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2003–2004
29 361
Nederlands EU-voorzitterschap 2004
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 december 2003
Teneinde de Kamer te informeren over de inhoudelijke voorbereidingen voor het EU-voorzitterschap is u op 2 december jl. een kopie toegezonden van de voorlopige teksten van zowel het Strategisch Meerjarenprogramma 2004–2006 van zes opeenvolgende voorzitterschappen, als van het operationeel Jaarprogramma voor 2004 van het Iers en Nederlands voorzitterschap. Hierbij werd aangegeven dat de definitieve teksten de Kamer pas zouden kunnen toegaan na de Europese Raad van 12/13 december.
Graag bied ik u hierbij, mede namens de staatssecretaris voor Europese Zaken, de definitieve versies aan van beide programma’s.1 Het Meerjarenprogramma is onderschreven door de Europese Raad, en het IersNederlands programma is door de beide voorzitterschappen licht aangepast na de bespreking bij de RAZEB van 8 en 9 december.
De aanpassingen in het Iers-Nederlands programma zijn voornamelijk van technische aard en het gevolg van de laatste besprekingen die onder Italiaans voorzitterschap hebben plaatsgevonden. De belangrijkste wijziging in de tekst betreffen de paragrafen over de institutionele hervorming en het lopende IGC-proces. Deze zijn thans in lijn met het voornemen, dat het Ierse voorzitterschap met de Europese partners overlegt hoe de IGC zou moeten worden vervolgd en daarover rapporteert aan de Europese Raad in het voorjaar alvorens over verdere stappen wordt beslist.
Ik hoop u hiermee voldoende ingelicht te hebben over de voortgang in de inhoudelijke voorbereiding van het Nederlandse EU-voorzitterschap.
De Minister van Buitenlandse Zaken, B. R. Bot
1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.