Brief over tegenbegroting GroenLinks - Miljoenennota 2004 (Nota over de toestand van 's Rijks Financiën)

Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 29200 - Miljoenennota 2004.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Miljoenennota 2004 (Nota over de toestand van 's Rijks Financiën); Brief over tegenbegroting GroenLinks 
Document­datum 16-09-2003
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST70212
Kenmerk 29200, nr. 3
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2003–2004

29 200

Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Nr. 3

BRIEF VAN HET LID HALSEMA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2003

Zoals de Kamer van mijn fractie inmiddels gewend is, presenteert GroenLinks ook dit jaar een tegenbegroting. Bijgaand treft U de relevante stukken aan.

Helaas bleek het CPB niet in staat om de economische effecten van de wijzigingsvoorstellen door te rekenen. Die informatie zal pas tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen beschikbaar komen. Zie daarvoor de bijgevoegd brief van de minister van Economische Zaken1. Nieuw is verder, dat wij ook met enkele alternatieve doelstellingen komen in reactie op het Beleidsprogramma 2004–2007.

In de hoop op een levendig debat teken ik met vriendelijke groet,

Femke Halsema

1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

HET 100 000 BANENPLAN

Beleidsdoelen 2004–2007 en Tegenbegroting 2004

GroenLinks Tweede Kamerfractie

Voorstellen voor een ander budgettair en werkgelegenheidsbeleid

Den Haag 17 september 2003

De Tegenbegrotingvan GroenLinks

GroenLinks verzet zich tegen het neo-conservatieve beleid van het kabinet-Balkenende II

De falende aanpak van de oplopende werkloosheid, de harde aanpak van mensen met een uitkering en werknemers op weg naar vervroegd pensioen, de verloedering van natuur en milieu en de uitholling van de Nederlandse bijdrage aan de internationale solidariteit zijn GroenLinks een doorn in het oog. Onder het mom van «eigen verantwoordelijkheid» kiest het kabinet Balkenende voor de sterken in de samenleving en moeten de zwakste schouders steeds zwaardere lasten dragen. Door een straf bezuinigingsbeleid worden de komende jaren duizenden banen vernietigd. Dát terwijl de werkloosheid zorgwekkend oploopt.

Een andere koers is nodig. Niet alleen om urgente sociale en ecologische problemen aan te pakken, maar ook om de oplopende werkloosheid en toename van de armoede in Nederland een halt toe te roepen. Bovendien mag ook in tijden van recessie de dure les van jaren van publieke armoede niet vergeten worden: wie een fatsoenlijke publieke dienstverlening wenst, zal daarvoor een eerlijke prijs moeten betalen.

GroenLinks wil deze prijs eerlijk verdelen. Juist in slechte economische tijden moeten mensen met weinig kansen of een smalle beurs op de overheid kunnen rekenen. Juist nu moeten de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

Daarom doet GroenLinks voorstellen voor:

– een ander begrotingsbeleid, dat voldoende ruimte biedt om de

gevolgen van de economische recessie op te vangen en de dreigende

verarming van de publieke sector te keren; – een perspectiefvol werkgelegenheidsbeleid, dat juist in tijden van

oplopende werkloosheid kwetsbare banen beschermt en mensen met

weinig kans op werk ondersteunt; – een eerlijker inkomensbeleid, zodat de prijs van de economische teruggang eerlijk wordt verdeeld en de laagste inkomens worden ontzien; – een stevige natuur- en milieupolitiek, omdat de weg naar duurzame

ontwikkeling geen uitstel duldt; – behoud en versterking van internationale samenwerking, omdat een

onveilige wereld alleen leefbaarder wordt als kansen worden geboden.

Deze Tegenbegroting 2004 wijkt in een drietal opzichten af van voorafgaande jaren.

In de eerste plaats staat de Tegenbegroting 2004 van GroenLinks, meer dan voorgaande jaren, in het teken van behoud en versterking van de werkgelegenheid. De economische recessie vraagt om een snelle aanpak. De overheid moet hierin het voortouw nemen door een wérkelijk trend-

matig begrotingsbeleid en een actief werkgelegenheidsbeleid. Paragraaf 2 behandelt de voorstellen van GroenLinks op het gebied van werkgelegenheid.

In de tweede plaats is ruim aandacht gegeven aan de doelen die GroenLinks de komende jaren wil bereiken, dit mede in reactie op de doelen van het kabinetsbeleid. Op verschillende plaatsen in de tekst wordt daarop ingegaan.

Tenslotte is er deze keer nog geen doorrekening van het Centraal Planbureau beschikbaar. Het CPB is pas eind september in staat een doorrekening van de alternatieven van GroenLinks te leveren. Wij hebben er desondanks voor gekozen de Tegenbegroting te publiceren voor de Algemene Politieke Beschouwingen. De doorrekening zal door GroenLinks worden ingebracht bij de Algemene Financiële Beschouwingen, begin oktober 2003. Dat betekent dat de cijfers in deze Tegenbegroting nog enigszins kunnen worden aangepast naar aanleiding van de bevindingen van het CPB.

Het kabinet heeft besloten tot een meerjarige aanpassing van de begroting; de huidige plannen gaan verder dan het begrotingsjaar 2004. Daarom wordt in deze Tegenbegroting tevens een meerjarig budgettair beeld gepresenteerd. Het CPB zal bij de doorrekening echter uitsluitend de voorstellen voor het jaar 2004 betrekken.

  • 1. 
    Een werkelijk trendmatig begrotingsbeleid

Het kabinet Balkenende 2 kiest ervoor de economische recessie te «bestrijden» door in 2004 veel te bezuinigen op de uitgaven. Dat is vooral zichtbaar bij de sociale zekerheid, waar vrijwel geen sociale regeling ongemoeid blijft: ontkoppeling van lonen en uitkeringen, de bijstand, de gelden voor reïntegratie, de WAO, de WW, VUT en prepensioen. Dit beleid is niet alleen sociaal onaanvaardbaar, maar ook economisch onverstandig. Door deze boekhoudersmentaliteit loopt de economie nog meer schade op en gaan duizenden banen extra verloren.

GroenLinks kiest voor een ander begrotingsbeleid. De tegenvallers in 2004 betreffen vrijwel uitsluitend tegenvallende inkomsten.Deze tegenvallers zijn bovendien deels tijdelijk, conjunctureel,van aard. Daar horen geen structurele bezuinigingen tegenover te staan. Deze tegenvallers behoren – in de geest van een trendmatig begrotingsbeleid – vooral opgevangen te worden door een tijdelijk hoger begrotingstekort. GroenLinks vindt daarom een begrotingstekort van 2,9% BBP in 2004 logisch en aanvaardbaar.

Dat geldt niet voor structureeltegenvallende inkomsten. Hier moet gekozen worden tussen bezuinigingen of verzwaring van de lasten voor burgers en bedrijven. Het laatste ligt voor de hand, twee paarse kabinetten de lasten met 30 miljard gulden hebben verlaagd. GroenLinks heeft zich hier steevast tegen gekeerd. Deze mega-lastenverlichting was economisch onnodig en ondermijnde bovendien een goede financiering van de publieke sector. Dat laatste dreigt nu inderdaad te gebeuren. GroenLinks wil in de komende jaren – anders dan het kabinet-Balkenende – burgers en bedrijven een eerlijke prijs vragen voor goede publieke dienstverlening en een sociale samenleving. We hebben al te lang voor een dubbeltje op de eerste rang gezeten. Daarom wil GroenLinks niet alleen maar bezuinigen. Wij stellen voor om de lasten voor vermogende burgers en vervuilende bedrijven de komende jaren te verhogen.

Het Europese Stabiliteits- en Groeipact biedt Nederland meer ruimte om een trendmatig begrotingsbeleid te voeren dan het kabinet Balkenende neemt. GroenLinks wil deze ruimte wél benutten. Bovendien wil de Europese Commissie juist meer rekening houden met de economische conjunctuur waarin een land zit én met overige factoren die van invloed zijn op de begrotingspositie op langere termijn. Nederland heeft hier een voorsprong op andere landen (met goed gedekte pensioenvoorzieningen en het kapitaaldekkingssysteem bij de ambtenarenpensioenen). We zijn nu het braafste jongetje in de Europese klas. Minister Zalm is de meest starre interpretator van de Europese regels, zoals ook afgelopen week wederom is gebleken.

Tabel 1: Kerngegevens Tegenbegroting GroenLinks 2004 (In miljarden euro’s ten opzichte van de Miljoenennota 2004)

Intensiveringen                                                                                                                                  7,5

Ombuigingen                                                                                                                                     2,5

Lastenverzwaring                                                                                                                              1,0

Feitelijk EMU-saldo (in%BBP)                                                                                                      –2,9%

Bovenstaande cijfers hebben betrekking op 2004. In bijlage 1 wordt een nadere uitsplitsing van intensiveringen, ombuigingen en lastenverzwaringen gepresenteerd en toegelicht.

Het kabinet bezuinigt ook na 2004 fors. Dit is wederom ingegeven door de politieke keuze het overheidstekort zo snel mogelijk terug te brengen. Het regeerakkoord voorziet daarom ook na 2004 in zeer forse bezuinigingen in de publieke sector. GroenLinks maakt een andere keuze. Omwille van het bestrijden van de economische recessie, moet een ruimer tekort worden geaccepteerd. Vooral in de jaren 2005–2007, wanneer volgens alle voorspellingen de economische groei aantrekt, zal het structurele gat in de inkomsten voor de overheid moeten worden gedicht. Het verjubelen van inkomstenmeevallers aan generieke belastingverlaging is de erfenis van minister Zalm onder Paars. Dat zal met name in de latere jaren moeten worden gecorrigeerd. Dat is nodig voor een adequate financiering van de publieke sector.

In tabel 2 worden de voorstellen van GroenLinks voor de gehele kabinetsperiode in beeld gebracht.

Tabel 2: Doorkijk voorstellen GroenLinks 2007

(In miljarden euro’s ten opzichte van de Economische Verkenning 2004–2007 (juni

2003))

Kabinet               GroenLinks

Intensiveringen

Ombuigingen

Lastenverzwaring

Feitelijk EMU-saldo (in % BBP)

Bovenstaand voorstel voor intensiveringen en ombuigingen is in lijn met de presentatie van «Het sociale antwoord op het gat 10 miljard», dat bij gelegenheid van de verkiezingen van 22 januari door GroenLinks werd gepresenteerd. Nadien heeft GroenLinks bij het debat over het Hoofdlijnenakkoord een voorstel voor een maatschappelijk akkoord gepresenteerd, dat langs dezelfde lijn is opgesteld. Nadien zijn structurele inkomstentegenvallers opgetreden. In lijn met de opvatting van GroenLinks over een duurzaam en trendmatig begrotingsbeleid wordt deze tegenvaller de komende jaren opgevangen middels lastenverzwaring. Het EMU-saldo zal in de voorstellen van GroenLinks de komende jaren dalen, alleen in een rustiger tempo dan in de opstelling van het kabinet.

 

7,1

10,0

20,0

10,0

1,9

8,0

-0,6%

-1,5%

Hierbij is het volgende van groot belang: het kabinet werkt met een behoedzaam scenario van het Centraal Planbureau, dat de economische groei in de komende jaren onderschat. Het Internationale Monetaire Fonds (Artikel 4 Consultatiedocument, augustus 2003) heeft een eigen voorspelling gemaakt voor de groei in Nederland in de komende jaren. Deze voorspelling wijkt in positieve zin af. Indien deze cijfers als uitgangspunt worden genomen, verbetert het overheidstekort aanmerkelijk. In tabel 3 wordt hier een nadere indicatie van gegeven. Deze cijfers laten zien dat zelfs met de stringente regels van minister Zalm (jaarlijkse daling structureel tekort met 0,5% BBP) de maatregelen in 2004 en 2005 veel forser zijn dan op grond van een reële voorspelling van de economische groei noodzakelijk is.

Nu al zien we aankomen dat Zalm na deze kabinetsperiode weer moet toegeven spijt te hebben van zijn bezuinigingsbeleid, zoals hij onlangs ook spijt betuigde over het Paarse begrotingsbeleid. Net als nu zal ook straks gelden dat het geen wijsheid achteraf is, maar een strategische keuze om snel en geforceerd een omvangrijk bezuinigingspakket geaccepteerd te krijgen.

Tabel 3: EMU-saldo (in % BBP) en raming economische groei 2004–2007

 
 

2004

2005

20 06

2007

Economische groei volgens het IMF

1,4%

2,6%

3,3%

3,0%

Feitelijk EMU-saldo kabinet volgens IMF

-2,4%

-1,4%

-0,4%

0,3%(*)

Structureel EMU-saldo kabinet volgens IMF

-1,3%

-0,3%

0,2%

0,5%

Bij aanname behoedzame economische groei

       

volgens CPB

       

Feitelijk EMU-saldo GroenLinks

  • 2,9%

-2,5%

-2,0%

-1,5%

Bij aanname economische groei volgens IMF

       

Feitelijk EMU-saldo GroenLinks

  • 2,9%

-2,1%

-1,3%

-0,3%

(*) Deze berekening is door het IMF gemaakt vóór de afspraken in het kabinet over het aanvullend pakket.

  • 2. 
    De aanval op de werkloosheid

De economische recessie brengt duizenden mensen in problemen. Velen verliezen werk en inkomen. GroenLinks wil daarom alle prioriteit geven aan behoud en versterking van de werkgelegenheid. Dát is de meest urgente kwestie van dit moment.

Het kabinet pakt de werklozen aan, niet de werkloosheid. Het grijpt de economische dip aan voor een conservatieve afbraak van de verzorgingsstaat. De oplopende werkloosheid wordt voor lief genomen en nog verder versterkt door het harde bezuinigingsbeleid. Deze rigide opstelling leidt er ook toe dat het kabinet de vakbeweging van zich vervreemdt, terwijl juist samenwerking met de vakbonden cruciaal is voor behoud van de werkgelegenheid.

Het daadwerkelijk aanpakken van de topinkomens is door het kabinet van de agenda gehaald. Werknemers krijgen geen invloed op het inkomensbeleid in de overneming (Initiatief-wet Harrewijn), de fiscale strafheffing is van de baan en topverdieners krijgen vrij spel. In dit klimaat is een verantwoorde loonkostenontwikkeling verder weg dan ooit.

De sterken krijgen in deze moeilijke tijden ruim baan van het kabinet, de zwakkeren moeten het verder zelf maar uitzoeken.

Het kabinet verdedigt de harde sanering door voortdurend te wijzen op de economische problemen begin jaren ’80. Deze vergelijking gaat mank. De belastingdruk is sinds begin jaren ’80 spectaculair gedaald, de deelname aan betaalde arbeid is ondanks de oplopende werkloosheid veel hoger dan destijds, de arbeidsmarkt in Nederland is flexibeler dan in de omringende landen. De verschillen zijn groot. De neo-conservatieve aanpak van het kabinet Balkende wordt ten onrechte verdedigd door te verwijzen naar begin jaren ’80 waarin Nederland er structureel veel slechter voorstond. De onlangs tot beste van Nederland uitgeroepen econoom Lans Bovenberg en het Centraal Planbureau delen dezelfde opvatting. «Ondanks een aantal opmerkelijke overeenkomsten tussen de huidige economische ontwikkeling en die gedurende het begin van de jaren tachtig en negentig, staat de economie er momenteel in structureel opzicht in het algemeen beter voor dan destijds.»(MEV, pagina 22)

Wat niet veranderd is, maar door het kabinet-Balkenende wél wordt genegeerd, is de structuur van de productie in Nederland. Nederland kent een verouderde economie met veel bulkproductie, staal, glastuinbouw en energie-intensieve productie. De overheid investeert onder de noemer van Nederland Distributieland vooral in oude sectoren die in toekomst minder welvaart zullen genereren. GroenLinks pleit met veel topeconomen daarentegen voor een omvangrijk programma om Nederland om te bouwen tot een duurzame kenniseconomie. Dat is op lange termijn belangrijker dan een geforceerde aflossing van de staatsschuld.

Op korte termijn moet de overheid er alles aan doen om de werkloosheid af te remmen en te zorgen voor een toename van de werkgelegenheid. Schrikbarend is vooral de oplopende werkloosheid onder jongeren en allochtonen. Als het kabinet werkelijk staat voor economische structuurversterking dan zou zij het FNV-plan om de nutteloze OZB-verlaging in te ruilen voor een Jeugdwerkgarantieplan moeten omhelzen. Ook het afschaffen van de Wet Samen staat haaks op de noodzakelijke verbetering van de arbeidsmarktkansen van allochtonen.

Het kabinet Balkenende II kiest er stelselmatig voor om de vakbeweging in de hoek te drijven. Hiermee verliest zij de belangrijkste bondgenoot in de strijd tegen de werkloosheid. GroenLinks wil juist samen met de vakbeweging de komende jaren de werkgelegenheid op peil houden en vindt het logisch en nodig dat werkgevers harder aangesproken worden op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.

De doelstellingen van dit kabinet op sociaal-economisch terrein behoeven radicale bijstelling. Het kabinet streeft naar een zo hoog mogelijk economische groei, maar trapt zelf zwaar op de budgettaire rem en weigert werkelijk de koers in te slaan naar duurzame economische ontwikkeling. De wens van het kabinet om de «instroom» van mensen in de WAO drastisch te verlagen, zou juist moeten worden vervangen door een doelstelling om zoveel mogelijk mensen met een WAO-uitkering aan aangepast werk te helpen. Het versterken van specifieke arbeidsmarktmaatregelen moet mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt ondersteunen. Het krachtig bevorderen van combinaties van arbeid en zorg moet de hindernissen voor met name vrouwen op de arbeidsmarkt wegnemen.

Tabel 3: Doelstellingen GroenLinks op het gebied van werk, arbeid en zorg

  • 1. 
    100 000 extra banen in de komende4jaar.Met name te realiseren in de beginperiode zodat de werkloosheidstijging in deze jaren fors wordt afgeremd.
  • 2. 
    50 000 arbeidsgehandicapten in de WAO extra aan het werk.Deze taakstelling is aanvullend op de autonome ontwikkeling in de periode 2004–2007.
  • 3. 
    Stijging van de deelname aan betaald werk van laagopgeleiden en afname van langdurige werkloosheid. Het percentage langdurig werklozen moet in 2007 lager zijn dan in 2002 (0,9% van de beroepsbevolking).
  • 4. 
    Trendbreuk in de stijgende werkloosheidspercentages onder jongeren en niet-westerse allochtonen.In 2007 moeten deze lager liggen dan in 2002 (resp. 8,5% en 10,5%).
  • 5. 
    Stijging van deelname aan betaalde arbeid door vrouwen.De netto participatiegraad van vrouwen stijgt van 54% in 2002 naar 65% in 2007.

Om deze doelstellingen te bereiken, wil GroenLinks juist nu een groot werkgelegenheidsoffensief. Dat bevat – in samenhang met de budgettaire en fiscale voorstellen in deze Tegenbegroting – de volgende punten.

  • 1. 
    Handhaven gesubsidieerde arbeid.
  • 2. 
    Handhaven en gericht inzetten van loonkostensubsidies voor laagbetaalde arbeid en het in dienst nemen van langdurig werklozen.
  • 3. 
    Invoering van een inkomensafhankelijke arbeidskorting. Dit instrument is van essentieel belang om de armoedeval op te heffen. Daarmee wordt het aannemen en creëren van laagbetaalde arbeid en deeltijdarbeid gestimuleerd.
  • 4. 
    De combinatiekorting wordt gericht ingezet op het daadwerkelijk combineren van zorg en arbeid voor alleenstaande ouders en weinig verdienende vrouwen.
  • 5. 
    Grootschalige invoering van persoonsgebonden reïntegratie-budgetten. Een taskforce bureaucratiebestrijding wordt ingezet om het geld effectiever op de juiste plek te laten komen.
  • 6. 
    Versterking van de positie van bijstandsmoeders. De sollicitatieplicht wordt beperkt tot maximaal 20 uur per week. De plicht geldt onder de conditie van voldoende aanbod van kinderopvang. Tevens wil GroenLinks een ophoging van 150 euro per maand van de uitkering voor de groep waarvoor geen sollicitatieplicht geldt.
  • 7. 
    Invoering van een Jeugdwerkgarantieplan nieuwe stijl: gemeenten worden verplicht om jongeren onder de 23 jaar binnen 6 maanden een baan aan te bieden. De schrikbarend oplopende jeugdwerkloosheid moet voortvarend worden aangepakt. Financiering wordt gevonden in het handhaven van de OZB.
  • 8. 
    Er komt een verplichte quotering voor werkgevers voor het in dienst hebben van arbeidsgehandicapten. Momenteel zijn er 100 000 arbeidsgehandicapten die niet werken maar wel aangeven te kunnen en te willen werken. Het werkgeversquotum neemt de belemmering voor deze mensen om toe te treden tot de arbeidsmarkt weg. Middelgrote bedrijven moeten 5% en grote bedrijven moeten 7% arbeidsongeschikten in dienst hebben.
  • 9. 
    De Wet Samen wordt niet afgeschaft, maar juist in verbeterde vorm opnieuw ingezet om de positie van allochtonen op de arbeidsmarkt te versterken.
  • 10. 
    De wet deeltijd arbeid gaat ook gelden voor kleine bedrijven.

Met dit pakket worden in vier jaar tijd honderdduizend banen extra gecreëerd in de marktsector en in de sectoren zorg en onderwijs.

  • 3. 
    Eerlijk delen, een kwestie van beschaving

Het bezuinigingsbeleid van het kabinet Balkende II treft vooral mensen met een smalle beurs. De gevolgen van de economische recessie worden op hen afgewenteld.

Mensen die afhankelijk zijn van de overheid worden versneld de arbeidsmarkt opgejaagd waar voor velen nu geen werk te vinden is. De koppeling is de facto afgeschaft, maar de baan van minister De Geus is gegarandeerd. De koppeling is een verantwoordelijkheid van de overheid en niet van de werknemers, zoals het kabinet beweert. Het pakket voor het ziekenfonds wordt uitgekleed, terwijl het «nemen van eigen verantwoordelijkheid» – bijverzekeren of extra betalen – voor velen onmogelijk is. Studenten in het mbo worden verder opgejaagd om hun studie af te maken.

Uitkeringsgerechtigden en ambtenaren worden op achterstand gesteld. Mensen zonder werk, mensen met een minimumuitkering, mensen met een chronische ziekte en studenten moeten fors inleveren. Mensen met hoge inkomens blijven er warmpjes bij zitten. De topinkomens in het bedrijfsleven blijven ongemoeid, de bezitters van een lease-auto krijgen een fiscaal kadootje van dit kabinet en vooral mensen in dure woningen profiteren van de afschaffing van de onroerende zaakbelasting (gebruikersdeel OZB) en de vermindering van het eigenwoning forfait (Wetsvoorstel Hillen).

GroenLinks zet daar tegenover een nivellerend inkomensbeleid. Juist in recessietijd is het van belang dat de koopkracht van de minima op peil blijft. Iets extra’s kan gevraagd worden van vermogenden en vervuilende bedrijven.

GroenLinks stoort zich hevig aan het schrappen van de aangekondigde fiscale afroming van overmatige beloningen. Het kabinet weet kennelijk in tegenstelling tot veel burgers niet wat bovenmatige inkomens aan de top zijn. De commissie Tabaksblat doet met haar voorstellen niks aan deze zelfverrijking. Het kabinet legt ten onrechte een koppeling tussen intrekken van de fiscale afroming en het opvolgen van de code-Tabaksblat door het bedrijfsleven. De Wet-Harrewijn, die invloed van werknemers op topbeloningen in de bedrijven regelt, kan nog steeds niet op steun van het kabinet rekenen. GroenLinks blijft zich sterk maken voor haar initiatief wetsvoorstel en zal trachten het komend jaar door de Tweede Kamer te loodsen.

GroenLinks doet wel een voorstel tot fiscale afroming. Door het graai-gedrag van de economische elite is de solidariteit in het geding. Dit is niet alleen een kwestie van fatsoen. Werknemers op de werkvloer voelen er anders niets voor om in slechte tijden een pas op de plaats te maken. Het daadwerkelijk aanpakken van de topinkomens is een investering in een evenwichtige loonontwikkeling in de komende jaren.

Opvallend is dat het kabinet geen doelstellingen heeft op het gebied van inkomensbeleid. Uit de berekeningen van het Centraal Planbureau (Macro Economische Verkenning 2004) blijkt de denivellerende werking van het kabinetsbeleid. Mensen op het sociaal minimum worden op achterstand gezet en gaan er in koopkracht op achteruit. Ook hier is de conservatieve toon van het kabinet zichtbaar: GroenLinks wil wél doelstellingen op het gebied van inkomensbeleid presenteren.

Tabel 4: Doelstellingen GroenLinks koopkracht en inkomensverdeling

  • 1. 
    De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.Ondanks de moeilijke tijd stijgt de koopkracht voor mensen op het sociaal minimum met 5% in 2007 ten opzichte van 2003.
  • 2. 
    De inkomensverschillen worden verkleind.In 2007 zijn deze kleiner dan in 2003. Tot aan modaal vindt er geen koopkrachtverlies plaats in de jaren tot en met 2007. Mensen met een inkomen boven modaal moeten wat inleveren.
  • 3. 
    De armoede onder Nederlandse huishoudens wordt actief bestreden.Het aantal huishoudens dat moet rondkomen van een minimuminkomen is in 2007 gedaald tot 15% (2003: 23%).
  • 4. 
    Aanpak bovenmatige loonstijgingtopinkomens.Er gaat een tarief van 72% gelden voor stijgingen die uitgaan boven de CAO afspraak binnen het betreffende bedrijf.

Een goede gezondheid is het belangrijkste bezit van mensen. Nederlanders hebben veel over voor een goede gezondheidszorg. We kennen een traditie van solidariteit tussen jong en oud, arme en rijk, ziek en gezond. GroenLinks maakt zich sterk om deze erfenis te behouden en door te geven aan volgende generaties. Dat kan door een snelle invoering van een brede volksverzekering voor de zorg, gefinancierd met inkomensafhankelijke premies.

Dat is nodig, want het kabinet-Balkenende II is druk bezig de bijl te leggen aan de wortel van deze solidariteit. Voor 2004 worden ingrijpende maatregelen genomen zoals pakketverkleining, verhoging van eigen bijdragen en efficiencykortingen. Dit lijkt slechts de opmaat te zijn naar een verdere privatisering van de verzekerde zorg. Chronisch zieken en mensen met een smalle beurs vallen daardoor buiten de boot. De toegankelijkheid van de zorg is in het geding.

De maatregelen van het kabinet zullen ook negatief uitpakken voor de kwaliteit van de zorg. Dat terwijl grote behoefte bestaat bij patiënten en personeel om meer ruimte te hebben voor daadwerkelijke zorg. Dat is vooral nodig om ouderen een menswaardig bestaan te gunnen, ondanks hun fysieke belemmeringen en hun afhankelijkheid van zorgverleners. GroenLinks wil daarin investeren. Dat geldt ook het groeiende tekort aan huisartsen. Zij vervullen een onmisbare en centrale rol in de gezondheidszorg. De aanpak van de oplopende tekorten behoort de hoogste prioriteit te krijgen.

In samenhang met verbetering van het onderwijs is het van groot belang dat de jeugdzorg uit het verdomhoekje wordt gehaald. Iedereen heeft er baat bij dat sneller wordt ingegrepen als jongeren ontsporen, spijbelen op school en het verkeerde pad op gaan.

Tabel 5: Doelstellingen GroenLinks zorg

  • 1. 
    Meer persoonlijke aandacht in de zorg.Het percentage werkenden in de zorg dat voldoende tijd heeft voor persoonlijke aandacht voor- en goede verzorging van patiënten is in 2007 gestegen met 50% (is nu respectievelijk 36% en 42%).
  • 2. 
    Voldoende huisartsen. Het huisartsentekort is in 2007 gehalveerd (in 2006 is het tekort 800 artsen)
  • 3. 
    Meer aandacht voor- en aanpak van ontspoorde jongeren. De wachtlijsten en wachttijden in de Jeugdzorg zijn in 2007 gehalveerd.
  • 4. 
    Een duurzame kenniseconomie

De Nederlandse economie is dringend aan modernisering toe. We zijn goed in de oude bulkeconomie, terwijl de toekomst vraagt om een duurzame kenniseconomie. Over de noodzaak van een duurzame economische ontwikkeling horen we het kabinet Balkenende niet. GroenLinks keert zich hier krachtig tegen en wil juist nu met het oog op de toekomst investeren in een duurzame samenleving waar de generaties na ons nog kunnen leven. Dat vraagt investeringen in natuur en milieu en een krachtige impuls aan de vergroening van het fiscale stelsel.

Het kabinet kent als milieudoelstelling het handhaven van «ontkoppeling» tussen economische groei en milieudruk en noemt dat duurzame groei. Duurzame groei is echter in onze visie dat economische groei gepaard gaat met een verminderingvan de milieudruk.

Tabel 6: Doelstellingen GroenLinks duurzame ontwikkeling

  • 1. 
    De milieudruk is in 2007 verminderd, ongeacht de hoogte van de economische groei. Hiervoor zijn extra maatregelen nodig (regelgeving, fiscale vergroening en in de laatste plaats extra budget).
  • 2. 
    Nederland voldoet in 2010 minimaal aan de Kyoto-doelstelling.Concreet betekent dit dat er tot 2007 maatregelen worden genomen die minimaal een reductie van 15 Mton CO2 opleveren.
  • 3. 
    De omslag naar een duurzame energievoorziening wordt ingezet. In 2010 bedraagt het aandeel duurzame energie 10%. In 2007 moet 6% realiseerbaar zijn.
  • 4. 
    Er komt een natuuroffensief waardoor de EHS gerealiseerd wordt in 2012. Aangezien de grondprijzen blijven stijgen, levert deze versnelling van aankoop van natuur de overheid uiteindelijk geld op.

De economie van de toekomst zal steeds meer een economie van kennis en cultuur zijn. Ook hier laat het kabinet – ondanks het zogeheten «kennisoffensief» – het lelijk liggen. Het Nederlandse aandeel van de onderwijsuitgaven als percentage van het BBP is internationaal laag en zal ook de komende jaren verder dalen. De culturele sector wordt opgezadeld met nieuwe bezuinigingen en afschaffing van gesubsidieerde arbeidsplaatsen, terwijl de culturele diensteneconomie juist als trekker van de Nederlandse welvaart gehonoreerd moet worden. Investeringen in cultuur functioneren bovendien als «draagbalk» in de grote steden.

De doelen op het gebied van onderwijs, die het kabinet zichzelf stelt, zullen waarschijnlijk niet gehaald worden (bijvoorbeeld terugdringen lerarentekort). Eenzelfde patroon is te verwachten bij voortijdig schoolverlaten. GroenLinks neemt deze doelstellingen serieus door extra budget te reserveren. Bovendien moeten we zeer zuinig zijn op de docenten en leraren die in het onderwijs (gaan) werken. De werkdruk onder docenten moet krachtig worden aangepakt om uitval en demotivatie te voorkomen.

Een kenniseconomie vraagt niet in de eerste plaats een beleid van meer selectie en toponderwijs in Nederlandse onderwijsinstellingen. Juist meer deelname aan alle vormen van onderwijs moet voorop staan. Dat geldt speciaal voor 1 miljoen Nederlanders die niet of slecht kunnen lezen of schrijven. Dat vraagt om een alfabetiseringsoffensief.

Tabel 7: Doelstellingen GroenLinks onderwijs en kenniseconomie

  • 1. 
    Het verwachte lerarentekort in 2007 wordt teruggebracht tot een kwart.
  • 2. 
    Het aantal voortijdige schoolverlaters is in 2007 gehalveerd.(Kabinetsdoelstelling is 30% vermindering in 2006 en 50% vermindering in 2010.)
  • 3. 
    De werkdruk van docenten (in uren en aantal leerlingen) wordt teruggebracht naar het OESO-gemiddelde.
  • 4. 
    Analfabetisme is een ernstige belemmering voor participatie en wordt aangepakt.In 2007 hebben 300 000 analfabeten een cursus gevolgd.
  • 5. 
    Nederland moet duurzaam gaan innoveren. Nederland stijgt minimaal 1 plaats op de Europese Innovatieranglijst en verhuist van de box «losing momentum» naar «moving ahead».

Het streven naar een duurzame kenniseconomie impliceert het afscheid van Nederland Distributieland als economisch concept. Bevrijd van het economische dogma om steeds meer dozen te willen vervoeren, wil GroenLinks scherpe keuzes maken ten aanzien van mobiliteit en infrastructuur. Onder twee Paarse kabinetten was dat de grootste groeier bij de uitgaven en dat gaat bij het kabinet Balkenende II gewoon door. Terwijl inmiddels genoegzaam bekend is, dat we met geld de files niet verminderen. Ten aanzien van het spoor wil GroenLinks extra geld reserveren om de kabinetsdoelstellingen wél te halen.

Tabel 8: Doelstellingen GroenLinks mobiliteit en infrastructuur

  • 1. 
    Vermindering van het aantal kilometer files.Dat vraagt invoering van de kilometerheffing voor vrachtwagens en personenauto’s. Voor vrachtwagens gebeurt dit in 2005 en voor personenvervoer per 2006.
  • 2. 
    Vermindering CO2-uitstoot door de sector Verkeer en vervoer.
  • 3. 
    Minder treinvertragingen.In 2007 zijn er 40% minder verstoringen in de spoorweginfrastructuur, ten opzichte van 2000 (nu de oorzaak van circa de helft van de trein-vertragingen) en in 2007 rijdt 90% van de treinen op tijd.
  • 5. 
    Een gedeelde en veilige wereld

Inburgering van nieuwkomers is een centraal thema in het politieke debat geworden. Het kabinet Balkenende II komt niet verder dan te streven naar «betere integratie» en toont daarmee een opmerkelijke desinteresse in wat de afgelopen jaren veel Nederlanders heeft beziggehouden. GroenLinks weigert allochtonen te veroordelen op hun achtergrond, maar wil juist kansen scheppen en hen uitdagen om meer bij de Nederlandse samenleving betrokken te zijn. Dat betekent dat zij actief bij de samenleving betrokken moeten worden. Dat geldt niet alleen voor nieuwkomers, maar zeker ook voor oudkomers, naar wie niemand ooit heeft omgekeken. Dat vraagt om een actief beleid.

Tabel 9: Doelstellingen GroenLinks immigratie en integratie

  • 1. 
    Meer kansen voor oudkomers.Eenderde van de 450 000 oudkomers heeft in 2007 een traject op maat doorlopen in onderwijs en Nederlandse taal en cultuurverwerving. Er gaan evenveel mannen als vrouwen aan de trajecten meedoen.
  • 2. 
    Heldere criteria voor inburgering voor nieuwkomers.In 2003 wordt centraal vastgesteld wat een inburgeringscursus behelst om volwaardig mee te kunnen participeren in de Nederlandse samenleving. Nu wordt dit nog aan gemeenten en ROC’s overgelaten.
  • 3. 
    Betere kansen voor inburgering.Jaarlijks krijgen 10 000 nieuwkomers een inburger-buddy die helpt met de verwerving van kennis over de Nederlandse cultuur, taal en gebruiken.
  • 4. 
    Asielbeleid.Inzet op een Europees asiel- en migratiebeleid en versterkte bescherming in de regio.

Een sociale samenleving vraagt om een veilige wereld buitenshuis. Een zichtbare aanwezigheid van politie-agenten, stadwachten en toezichthouders is daarvoor van groot belang. De aanpak van huiselijk geweld moet flink worden opgevoerd. Wie zich thuis niet meer veilig waant, moet op steun van de overheid rekenen.

Tabel 10: Doelstellingen GroenLinks veiligheid

  • 1. 
    Blauw meer op straat.De Nederlandse agent moet in 2007 minimaal 50% van zijn werktijd op straat zijn. Hiermee wordt het veiligheidsgevoel vergroot en wordt het ook veiliger op straat. Daarmee wordt het vele extra geld van de afgelopen jaren effectiever ingezet.
  • 2. 
    Meer ondersteuning voor veiligheid op straat.Het aantal stadswachten, buurtmelke-tiers en onderwijsconciërges moet de komende 4 jaar jaarlijks met 10% toenemen.
  • 3. 
    Aanpak huiselijk geweld.In 2007 kent iedere gemeente een actieplan tegen huiselijk geweld.

Wie de internationale arena beziet, ziet een verdeelde en onveilige wereld. Grote militaire conflicten teisteren diverse landen, de internationale verdeling van welvaart is ongelijk en veel zuidelijke landen missen elke mogelijkheid de vruchten te plukken van een globaliserende economie. Lichtpunt is het recente verzet van zuidelijke landen tegen de dominantie van het Westen bij gelegenheid van de WTO-conferentie in Cancun. Nederland moet zich actief opstellen om meer hulp en eerlijke handel op de internationale agenda te krijgen en te houden. De Nederlandse bijdrage aan internationale vredesmissies is onverminderd van belang. Dat vraagt verdere hervormingen van het defensie-apparaat.

Tabel 11: Doelstellingen GroenLinks internationale solidariteit

  • 1. 
    Meer hulp.Nederland verhoogt haar internationale solidariteit door de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking in 2007 op te trekken naar 1% BBP en effectiever in te zetten.
  • 2. 
    Effectievere besteding van defensiegelden. Defensie wordt omgevormd naar een kleinere krijgsmacht. Nederland stapt uit het JSF-project en kan in 2007 weer aan 4 vredesmissies deelnemen.

Bijlage 1: De Tegenbegroting van GroenLinks in 2004

Uitgaven (in miljarden euro’s ten opzichte van de Miljoenennota 2004)

Extra uitgaven

  • 1. 
    Koppeling uitkeringenenambtenarensalarissen met markt                                                       1,1
  • 2. 
    Sociale zaken                                                                                                                                   1,7
  • 3. 
    Zorg                                                                                                                                                  1,5
  • 4. 
    Onderwijs                                                                                                                                         1
  • 5. 
    Openbaar vervoer, NatuurenMilieu                                                                                              0,8
  • 6. 
    Internationaal beleid                                                                                                                        0,7
  • 7. 
    Overig                                                                                                                                               0,7

Totaal                                                                                                                                                     7,5

Extra bezuinigingen

  • 1. 
    Wegen                                                                                                                                          0,45
  • 2. 
    Defensie                                                                                                                                        0,25
  • 3. 
    Exportsubsidies                                                                                                                           0,1
  • 4. 
    Studiefinanciering (master academicibelasting)                                                                       0,1
  • 5. 
    Bedrijvensubsidies                                                                                                                      0,15
  • 6. 
    WAO                                                                                                                                              0,5
  • 7. 
    Woningbouwcorporaties (heffingsbijdrage wordt verhoogd)                                                  0,25
  • 8. 
    Zorg                                                                                                                                              0,2
  • 9. 
    Boetes verkeersovertreding                                                                                                        0,2 10. Zalmsnip                                                                                                                                       0,3

Totaal                                                                                                                                                   2,5

Korte toelichting bij de maatregelen:

De meeste maatregelen zijn reeds in de hoofdtekst toegelicht. Ter nadere toelichting het volgende.

De koppeling tussen lonen en uitkeringen blijft gehandhaafd. GroenLinks wil het écht niet meemaken, dat er ontkoppeld gaat worden: ook in slechte tijden hoort dit beschavingsinstrument overeind te blijven.

De koppeling-plus wordt ingezet om mensen op het minimum 1% extra verhoging te geven. Verder wordt de bezuiniging op de bijstand en bijzondere bijstand teruggedraaid. Hierdoor worden gemeenten niet met een onmogelijke bezuiniging opgezadeld en blijft het mogelijk om een goed armoedebeleid te voeren. Verder wordt de WW-vervolguitkering niet geschrapt, vindt er geen scherpere herbeoordeling van WAO-ers plaats en wordt de zeer forse korting op het reïntegratiebudget teruggedraaid. Deze intensivering in het werkgelegenheidsbeleid gaat gepaard met een brede invoering van persoonsgebonden reïntegratiebudgetten. Het kabinet heeft juist besloten experimenten met PRB’s te stoppen.

In de zorg wordt de efficiencykorting voor de instellingen teruggedraaid, wordt de pakketverkleining die het kabinet voorstaat teruggedraaid en komt er geen eigen bijdrage voor medicijnen. Daarnaast brengt GroenLinks extra geld naar de care-sector om de werkdruk te verminderen.

In het onderwijs is een forse inhaalslag nodig, vooral aan de basis. Allereerst worden de bezuinigingen van het kabinet teruggedraaid, waaronder die op het achterstandenbeleid. Daarnaast wordt het extra geld vooral ingezet om de schooluitval te bestrijden, de werkdruk van leraren te verminderen en het onderhoud van scholen te verbeteren. Ook is extra geld nodig om een alfabetiseringsoffensief en de inburgering van oud- en nieuwkomers tot een succes te maken.

Bij het openbaar vervoer is eveneens een forse inhaalslag nodig: er is sprake van achterstallig onderhoud. Dat veroorzaakt veel vertragingen op het spoor. Voor het onderhoud wordt dan ook de komende paar jaar veel extra overheidsgeld uitgetrokken. Daarnaast wordt er extra geld uitgetrokken voor natuur, stad- en streekvervoer, wateroverlastbestrijding, biologische landbouw en duurzame energiesubsidies.

Ook bij het internationaal beleid gaat het vooral om het terugdraaien van maatregelen van het kabinet. De bezuinigingen op ODA-gelden en binnen het asielbeleid worden teruggedraaid. Daarnaast wil Groenlinks extra geld voor ontwikkelingssamenwerking om langzaam toe te groeien naar een internationale solidariteitsbijdrage van 1% van onze welvaart.

Onder de categorie overig vallen verschillende kortingen van het kabinet die wij niet voor onze rekening willen nemen, en een enkele intensivering. Het gaat onder andere om de maatregelen in de huursubsidie, de kortingen op het cultuurbudget en de korting op het Gemeente en provinciefonds. Er vindt een intensivering van de stadsvernieuwing plaats.

Het is mogelijk om meer arbeidsgehandicapten aan het werk te helpen door een verplicht quotum arbeidsgehandicapten (AG) voor werkgevers op te leggen. Zo kan er én een sociaal WAO-beleid gevoerd worden waarbij er weer mensen mee gaan doen én er kan op de WAO-uitgaven bespaard worden. Na 4 jaar zijn er door het instrument van een AG-quotum weer minimaal 50 duizend arbeidsgehandicapten aan een baan geholpen.

Inkomsten

Werkeninkomen                                                                                                                           Lasten

  • 1. 
    Instandhouden SPAKenVLW (terugdraaien kab 2003en2004)                                            –0,5
  • 2. 
    Terugdraaien verhoging arbeidskorting 2003en2004                                                              1,0
  • 3. 
    EITC (inkomensafhankelijke arbeidskorting) ipv arbeidskorting                                           – 3,0
  • 4. 
    Verhoging VPB naar 35%                                                                                                            0,25
  • 5. 
    Geen verhoging WBSO                                                                                                               0,03
  • 6. 
    Heffingskorting voor langdurige minima                                                                                   0,1
  • 7. 
    Verhoging tarief3een4eschijf met2%                                                                                     0,85
  • 8. 
    Verlaging tarief1een2eschijf met1∕4%                                                                                  –0,56
  • 9. 
    Eigen woningforfait naar1%                                                                                                      0,45
  • 10. 
    Terugdraaien nominale premieverhoging 2003                                                                     –0,7
  • 11. 
    Handhaving scholings-enbetaald ouderschapsverlof aftrek                                                –0,32
  • 12. 
    Kinderopvang (verschuiving van burgers naar werkgevers)                                                   0
  • 13. 
    Generieke combinatiekorting gerichter inzetten                                                                       0

Fiscale vergroening

  • 14. 
    Fiscale behandeling leaseauto/ woon-werkverkeer eigen auto                                               1,4
  • 15. 
    Opheffen rode diesel                                                                                                                   0,15
  • 16. 
    Invoering BPM voor taxi’senbestelauto’s (in2stappen)                                                   0,45
  • 17. 
    Stoelbelasting (20 euro geeft opbrengst van 700 mln)                                                             0,3
  • 18. 
    Vaarbelasting                                                                                                                               0,1
  • 19. 
    Energieheffing klein-engrootverbruik                                                                                      0,8
  • 20. 
    Belasting winning primaire delfstoffen                                                                                      0,1
  • 21. 
    Heffingopkunstmestenbestrijdingsmiddelen                                                                        0,2
  • 22. 
    Uitbreidingsmaatregelen tav Duurzame ondernemingsaftrek                                                 0,1
  • 23. 
    Verbruikersbelastingopvlees                                                                                                     0,3
  • 24. 
    Duurzame consumptieheffingskorting                                                                                       0,1

Saldo                                                                                                                                                   1,0

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.