Verslag algemeen overleg op 26 september 2002 over de beleidsbrief "Bibliotheken in beweging" - Herstructurering openbaar bibliotheekwerk

Dit verslag van een algemeen overleg is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 28330 - Herstructurering openbaar bibliotheekwerk.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Herstructurering openbaar bibliotheekwerk; Verslag algemeen overleg op 26 september 2002 over de beleidsbrief "Bibliotheken in beweging" 
Document­datum 16-10-2002
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST63823
Kenmerk 28330, nr. 3
Van Staten-Generaal (SG)
Commissie(s) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2002–2003

28 330

Herstructurering openbaar bibliotheekwerk

Nr. 3

1 Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Jorritsma-Lebbink (VVD), Cornielje (VVD), voorzitter, Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Netelenbos (PvdA), Rehwinkel (PvdA), Monique de Vries (VVD), Atsma (CDA), Hamer (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Bonke (LPF), ondervoorzitter, Hoogendijk (LPF), Van Ruiten (LPF), Vergeer-Mudde (SP), Jense (Leefbaar Nederland), Herben (LPF), Tichelaar (PvdA), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Azough (GroenLinks) en Eski (CDA). Plv. leden: Veling (ChristenUnie), Ferrier (CDA), Van Blerck-Woerdman (VVD), Van Aartsen (VVD), Dittrich (D66), De Grave (VVD), Adelmund (PvdA), Bos (PvdA), Luchtenveld (VVD), Hessels (CDA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Eerdmans (LPF), Wiersma (LPF), Zeroual (LPF), Van Bommel (SP), Teeven (Leefbaar Nederland), Eberhard (LPF), Dijksma (PvdA), Van Fessem (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Halsema (GroenLinks) en Van Bochove (CDA).

VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 16 oktober 2002

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen1 heeft op 26 september 2002 overleg gevoerd met staatssecretaris Van Leeuwen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over:

– de beleidsbrief «Bibliotheken in beweging», brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

d.d. 3 april 2002 (stuknr. 28 339, nr. 1); – de beleidsbrief «Bibliotheken in beweging» deel II, brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

d.d. 24 september 2002.

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Joldersma (CDA) vindt het een goede zaak dat vandaag gesproken wordt over de bibliotheken. Bibliotheken zijn vanzelfsprekend in Nederland, maar er zou meer gedaan kunnen worden aan de bekendheid ervan. Het CDA kan zich heel goed vinden in de sociaalmaatschappelijke functie die de bibliotheken in de toekomst zullen moeten gaan vervullen. De zogenaamde «brede» bibliotheek kan een ontmoetingsfunctie, een knooppunt in de wijk zijn en informatie voor jong en oud toegankelijk maken.

De nieuwe staatssecretaris spreekt in zijn brief over de bibliotheek als communicatiekanaal voor het herstel van vertrouwen tussen burger en overheid, de integratie van allochtonen en cultureel podium. Maar is dit alles ook te realiseren? De bibliotheek van de toekomst zal een aantal consequenties hebben op het gebied van huisvesting, personeel et cetera. Wanneer grote en kleine gemeenten over dezelfde basisvoorzieningen moeten beschikken, zullen kleine gemeenten erg veel geld bijeen moeten brengen om dit te realiseren, terwijl de grote basisbibliotheek met zeer veel verschillende gemeenten zal moeten onderhandelen om deze voorzieningen te kunnen realiseren. Hoe denkt de staatssecretaris deze plannen te realiseren en hoe staat het met de invoering ervan? Bestaat niet het gevaar dat straks grote verschillen ontstaan tussen de verschillende gemeenten, zoals dat nu reeds het geval is tussen de provincies? Hoe moet zij zich de coördinerende rol van het procesbureau voorstellen? Heeft het bureau een coördinerende functie om ervoor te zorgen dat tussen provincies en tussen gemeenten gelijkheid zal ontstaan? Kan de staatssecretaris de Kamer een overzichtnotitie doen toekomen, waarin de verschillende ontwikkelingen in provincies en gemeenten op een rij worden gezet?

Het financiële kader steekt erg schril af tegen de ambities die uit de brief spreken. Kan de staatssecretaris toelichten welke financiële middelen precies beschikbaar blijven? Ziet hij in het licht van het concept van een «brede» bibliotheek mogelijkheden om middelen van andere departementen los te krijgen? Denkt hij wellicht aan het aanboren van een externe geldstroom in de toekomst? Of aan het berekenen van commerciële tarieven bij gebruik van bepaalde ruimtes in de bibliotheek, bijvoorbeeld het spreekuur van een wethouder?

Zij is geroerd door het enthousiasme van de staatssecretaris, maar maakt zich gezien de beperkte financiële middelen grote zorgen dat het draagvlak voor de plannen in de toekomst zal afnemen. Wat kan de staatssecretaris daar tegenover stellen? Is de staatssecretaris tevreden met een commitment van de Kamer of verwacht hij meer?

De heer De Grave (VVD) vindt dat de bibliotheken ook in veranderde tijden van cruciaal belang zijn. Uit de brief blijkt dat de staatssecretaris zeer gemotiveerd is om het koepelconvenant uit te voeren, maar dat hij geen extra geld heeft voor de realisatie. Het ligt in zijn voornemen met de collega’s van enkele andere departementen, zoals onderwijs en integratiebeleid, te bespreken of daar bepaalde middelen te krijgen zijn. De VVD kan zich daar geheel in vinden, temeer nu sinds de politieke beschouwingen duidelijk is dat extra geld niet voorhanden is. Wanneer denkt de staatssecretaris de nadere informatie over de resultaten van het interdepartementale overleg aan de Kamer te doen toekomen?

Uit het rapport van de commissie-Meijer komt naar voren dat de bestuurlijke structuur van het bibliotheekwezen kleinschalig en weinig eigentijds is. Past deze structuur nog wel bij de functie en de rol die bibliotheken vandaag de dag moeten vervullen? Onderschrijft de staatssecretaris dit element van het rapport van de commissie-Meijer? Zo ja, is hij van plan initiatieven te nemen met gemeenten en provincies om tot een grotere effectiviteit van het bibliotheekwezen te komen?

Mevrouw Azough (GroenLinks) is zeer te spreken over de brief van de staatssecretaris. De bibliotheek wordt ook wel de «academie van het volk» genoemd. Het is de meest laagdrempelige culturele voorziening in het stelsel van culturele voorzieningen. Zij waardeert het dat de staatssecretaris de verschillende functies van de bibliotheek in zijn brief naar voren brengt: de culturele functie, de educatieve functie, de informatieve functie en de maatschappelijke functie. Zij is daarom teleurgesteld te moeten constateren dat het daarvoor benodigde geld achterwege blijft. De staatssecretaris is van plan andere departementen te vragen een steentje bij te dragen, maar is hij ook bereid hieraan een resultaatsverplichting te koppelen?

Zij is bang dat vooral de bibliotheken buiten de grote steden het slachtoffer zullen worden, als het vernieuwingsproces dat is ingezet bij de ondertekening van het convenant, niet wordt doorgezet. VNG en IPO hebben al aangegeven dat zij zich wellicht terug zullen trekken uit het convenant, als de rijksbijdrage uitblijft. Het uiteindelijke gevolg zal zijn dat de burgers niet zullen kunnen profiteren van alle voornoemde functies van de bibliotheek. Zij is van mening dat elke burger in Nederland daar recht op heeft. Het is belangrijk dat de categorie jongeren niet afhaakt op de leeftijd van 16 jaar, wanneer men contributie moet gaan betalen. Hoe kun je ervoor zorgen dat bibliotheken niet gedwongen worden om hun contributie te verhogen? Hoe denkt de staatssecretaris zijn toezeggingen te kunnen verwezenlijken?

Mevrouw Hamer (PvdA) is verheugd dat in de aanvullende beleidsbrief van de nieuwe staatssecretaris nog een extra doelstelling wordt geformuleerd, herstel van vertrouwen tussen burger en overheid. De brief wekt de indruk dat het heel goed gaat met de bibliotheken, terwijl de reden om tot een convenant met een nieuwe aanpak te komen juist was dat het publieksbereik stagneert en er ontlezing onder alle bevolkingsgroepen plaatsvindt. De bibliotheek wordt jammer genoeg niet door alle bevolkingsgroepen gebruikt op gebieden waarvoor zij juist zo geschikt is. Een van de problemen is dat de bibliotheeksector een zwakke besluitvormingscapaciteit heeft en dat moderne beleidsmethoden ontbreken om een nieuw elan aan de bibliotheek te geven. De bibliotheek heeft een belangrijke functie die een ieder graag zo dicht mogelijk bij huis heeft, maar er moet nog veel gedaan worden om dit te bereiken. Om de nieuwe doelstellingen te realiseren, was de becijferde investeringsimpuls van groot belang. Het lijkt haar prima dat de staatssecretaris met andere departementen wil gaan praten om het geld bij elkaar te krijgen, maar hoeveel tijd gaat dat kosten? Wat gebeurt ondertussen met de uitvoering van het convenant? Hoe wordt ondertussen het overleg met de bibliotheken gevoerd en hoe houd je daar de moed erin? Op welke termijn kan de Kamer hierover gedetailleerde informatie van de staatssecretaris verwachten? En hoe denkt hij de nieuwe doelstelling van herstel van vertrouwen tussen burger en overheid te gaan invullen? Ook de bibliotheek als buurtcentrum lijkt haar een leuk idee. Zij nodigt de staatssecretaris uit om mee te gaan naar Almelo, waar de bibliotheek deze functie al heeft.

Zij vraagt in dit verband naar de stand van zaken in de discussie over de vaste boekenprijzen.

Antwoord van de staatssecretaris

De staatssecretaris is verheugd te constateren dat de Kamer evenals hij het thema van de bibliotheken zeer belangrijk vindt. Verkiezingen en een kabinetsformatie leveren soms vertragingen op. Hij wil graag kort de gang van zaken memoreren. In 1998 werd de commissie-Meijer ingesteld, de Stuurgroep herstructurering openbare bibliotheekwerk. Deze heeft in april 2000 zijn rapport het licht doen zien. Op 21 december 2001 is het koepel-convenant gevolgd. Daarin werden de doelstellingen van het rapport van de stuurgroep-Meijer onderschreven. Er zou meer samenwerking en meer communicatie nodig zijn tussen de diverse bibliotheken. Dit diende te worden bereikt door een betere organisatiestructuur en meer bestuurlijke transparantie. Op 3 april 2002 kwam de vorige staatssecretaris met zijn beleidsbrief «Bibliotheken in beweging». De brief van 24 september van zijn hand borduurt hierop voort.

Voor de realisatie van «Bibliotheken in beweging» is de financiële insteek van groot belang. In bibliothekenland gaat 500 mln euro per jaar om. Dit geld loopt voornamelijk via BZK. Het grootste deel van dit bedrag wordt besteed via de provincies en de gemeenten. Het Rijk is slechts voor 2% verantwoordelijk voor de uitgaven van dat bedrag. Vroeger was dit 1%. Via het NBLC (Nederlands bibliotheek- en lectuurcentrum) is in het kader van de Cultuurnota tot 2004 structureel 5 mln euro per jaar beschikbaar, waarvan 0,5 mln euro is bestemd voor de implementatie van de adviezen van de stuurgroep-Meijer. De stuurgroep en de hieraan verbonden projectgroep kunnen dus verder werken. Hierover heeft onlangs een gesprek plaatsgevonden met de heer Franssen (voorzitter). Daarnaast is een bedrag beschikbaar van 5,5 mln euro via de provincies en de gemeenten voor een periode van vier jaar. Daarmee dienen de basisbibliotheken in kleine gemeenten te worden gefinancierd. De Stuurgroep bibliotheken onder leiding van de heer Franssen is na de ondertekening van het koepelconvenant ingesteld, met als uitvoeringsorgaan het procesbureau bibliotheekvernieuwing, waarvoor ook 0,5 mln euro beschikbaar is. Ook dit proces kan dus voortgang vinden. Er zal binnenkort interim versterking van het management worden aangetrokken om zaken op de rails te zetten. Een van de kerntaken van het procesbureau is, ervoor te zorgen dat de onderlinge relaties tussen gemeenten, provincies en Rijk transparanter en beter worden, wat tot een betere organisatiestructuur van het bibliotheeknetwerk moet leiden. Hij is het eens met de constatering in het rapport-Meijer dat de bestuursstructuur van de bibliotheken achterloopt op de moderne ontwikkelingen. Hij zal het procesbureau het signaal geven om ook hier eens goed naar te kijken.

In 2000 is verder vanuit Onderwijs on-line ruim 2 mln euro beschikbaar gesteld aan het NBLC om de verbinding tussen bibliotheken en onderwijs te verstevigen. Dat loopt via de directie ICT.

Daarnaast zijn er diverse incidentele projecten op het gebied van de modernisering van de bibliotheek gefinancierd, waaronder pilots in Kenniswijk Eindhoven en op het gebied van schoolmediatheken. Ten slotte loopt vanuit het ministerie van Economische Zaken het Nationaal actieplan digitale snelweg, het NAP. Hij heeft onlangs een brief gestuurd aan zijn collega met de vraag of uit dit potje middelen kunnen worden geput voor de bibliotheken. Het gaat dan om het realiseren van de aansluiting van bibliotheken op internet, het ontwikkelen van content en het uitbouwen van de site bibliotheek.nl.

Hij heeft zelf het gevoel dat de naam bibliotheek een enigszins stoffige uitstraling heeft, dit in tegenstelling tot wat men binnen de bibliotheek aantreft. Een nieuwe naam zou misschien de uitstraling van de bibliotheek verbeteren. Hij denkt bijvoorbeeld aan biblio of cultuurhuus. Hij denkt erover om hier een prijsvraag aan te verbinden. Hij zou het op prijs stellen als de Kamer hierin wil meedenken.

Hij gaat vervolgens in op de specifieke vragen van de Kamer. Hij deelt de zorgen van de Kamer over de realisatie van de plannen. De extra financiële middelen die nodig zijn voor de uitvoering van de nota «Bibliotheken in beweging» bedragen 200 mln euro incidenteel als eerste injectie. De helft hiervan gaat naar ICT-aspecten, de andere helft naar human capital, zoals functie-innovatie. Bij realisatie van een en ander is er over vier jaar structureel een extra bedrag nodig van 80 mln euro per jaar. Het bedrag van 200 mln euro is dus nodig om de beleidsbrief «Bibliotheken in beweging» uit te kunnen voeren. Hij ziet het als zijn taak om al het mogelijke te doen om in de ministerraad geld los te krijgen van andere departementen, zoals BZK, Integratie en Onderwijs. Daarnaast is hij blij met een commitment van de Kamer, hoewel hij het op prijs zou stellen als de Kamer waar mogelijk nog meer druk op de ketel wil zetten. Hij zal voortgaan met het uitvoeren van de plannen voor zover mogelijk, maar hij zal alles in het werk moeten stellen om het benodigde geld via andere wegen binnen te halen. Hij hoopt in het voorjaar van 2003 meer duidelijkheid te kunnen geven over de resultaten van het gevoerde overleg. Hij is graag bereid om de verschillen tussen de provincies en de gemeenten onderling in een notitie inzichtelijk te maken.

Hij hoopt inderdaad dat bibliotheken kunnen gaan uitgroeien tot buurthuizen. Hij heeft voor zichzelf een, zij het abstract beeld van de wijze waarop de bibliotheek het contact met de burger moet gaan herstellen. Het past bij de functie van kunst, cultuur en internet dat met elkaar geprobeerd wordt weer beter in gesprek te komen. Een van de kernproblemen is de te ver doorgeschoten individualisering. Door meer aandacht te besteden aan de sociale cohesie, zullen een aantal problemen die samenhangen met normen- en waardenverval vanzelf worden opgelost. Iedereen is het eens over het belang van waarden en normen, maar ze worden niet nageleefd. Er is een gebrek aan communicatie tussen de diverse bevolkingsgroepen maar ook tussen de Nederlanders zelf. Hier is veel te doen. Door de functie van bibliotheken te verbeteren, kunnen deze een ontmoetingsplaats worden voor diverse soorten Nederlanders. Er

kunnen culturele manifestaties, literaire avonden, exposities plaatsvinden. De bibliotheek is een infrastructuur waarvan ongeveer 4 mln Nederlanders lid zijn. We moeten met zijn allen stimuleren dat meer mensen gebruik gaan maken van de bibliotheek. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan een betere integratie en op termijn een betere naleving van normen en waarden.

De staatssecretaris vindt het van belang dat er meer contact komt tussen de bibliotheken en de scholen, zodat de leerlingen gewezen worden op de functie die de bibliotheek kan vervullen. Zo kunnen zij in de bibliotheek gebruik maken van de pc. Dat mensen vanwege de te hoge contributie niet meer naar de bibliotheek zouden gaan, is hem niet bekend. Overigens is de hoogte van de contributie een kwestie van gemeentelijk beleid. De staatssecretaris wil graag in de bibliotheek in Almelo gaan kijken. Hij is voornemens om een roadshow langs de provincies te maken om het gehele culturele veld te leren kennen. Hij kan het bezoek aan de bibliotheek in Almelo daar inpassen.

Hij zal de Kamer op een ander moment informeren over de vaste boekenprijs.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Joldersma (CDA) vindt dat de naamgeving van de bibliotheek aan de bibliotheken zelf overgelaten moet worden. Zij vraagt zich af of de degelijke uitstraling die de bibliotheek heeft, als een nadeel gezien moet worden. Via vormgeving en inrichting kan de uitstraling ook worden verbeterd.

Zij dankt de staatssecretaris voor zijn toezegging over het overzicht van de verschillen tussen de gemeenten en de provincies. Betekent het feit dat de financiën ontbreken dat het traject van vier jaar, vastgesteld voor de uitvoering van de nota, wellicht moet worden opgerekt? Kan de staatssecretaris ingaan op haar vraag over eventuele commerciële tarieven?

De heer De Grave (VVD) wil graag exact horen wat de staatssecretaris onder het voorjaar van 2003 verstaat. Begin februari lijkt hem een goede datum voor de toegezegde notitie.

Mevrouw Azough (GroenLinks) vindt het onzin om de naam van de bibliotheek te veranderen en te denken dat daarmee het stoffige imago verandert. Het is zaak de bibliotheek van binnenuit te veranderen en aan te laten sluiten op de behoeften van de moderne samenleving. Zij ziet de bibliotheek als een instituut dat in het hele land dezelfde naam moet houden.

Heeft de staatssecretaris enig idee hoeveel geld hij uit het NAP-potje van EZ zal kunnen krijgen?

Zij wijst opnieuw op de gevolgen die niet-investeren kan hebben op de bibliotheken in kleinere steden op het platteland, waar de provincie of gemeente zelf niet inspringt. Kan de staatssecretaris onderzoek laten doen naar de gevolgen op korte en lange termijn voor deze bibliotheken?

Mevrouw Hamer (PvdA) merkt op dat iedereen in Nederland het heeft over de «bieb» als het om de bibliotheek gaat. Zij heeft sympathie voor het streven van de staatssecretaris om het geld voor de uitvoering van «Bibliotheken in beweging» van andere departementen los te krijgen. Uit de reacties blijkt dat hij daarbij de steun van de Kamer heeft.

De staatssecretaris benadrukt opnieuw dat hij het als zijn taak ziet om zijn eigen traject af te leggen om de benodigde middelen te vinden. Hij is blij met de steun die de Kamer vandaag heeft uitgesproken.

Hij heeft begrip voor de argumentatie van de bibliotheek als instituut in Nederland. Hij vindt de afkorting «bieb» die in de praktijk al ingang heeft gevonden, nog niet zo slecht.

Hij zal uiterlijk in het vroege voorjaar de resultaten van het overleg aan de Kamer doen toekomen.

Het ligt op dit moment zeker niet in zijn bedoeling om het afgesproken traject van vier jaar, te gaan oprekken. Hij streeft ernaar de uitvoering van de nota binnen de gestelde tijd te laten plaatsvinden. Hij kan niet overzien of op termijn het traject door de financiële problemen vertraagd zal worden. Hij zal creatief denken over andere mogelijkheden van financiering. Commerciële tarieven toepassen gaat hem op dit moment te ver, maar wellicht valt hieraan niet te ontkomen in de toekomst. Er is in de afgelopen vier jaar een bedrag van 7,5 mln euro voor het NAP gereserveerd. Dit bedrag is door de bezuinigingen op de tocht komen te staan. Hij is bezig samen met de collega van EZ te kijken of uit deze pot nog geput kan worden.

Het procesbureau zal in zijn analyse en onderzoek ook de vraag meenemen naar de gevolgen van minder geld voor de bibliotheken in kleine gemeenten. Een apart onderzoek hiernaar lijkt hem overdreven. De analyse van het procesbureau zal in de nadere informatie in het vroege voorjaar worden meegenomen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Cornielje

De wnd. griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en

Wetenschappen,

De Kler

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.