Brief minister inzake termijn behandeling Evaluatiewet Awgb - Evaluatie Algemene wet gelijke behandeling - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 28481 - Evaluatie Algemene wet gelijke behandeling.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Evaluatie Algemene wet gelijke behandeling; Brief minister inzake termijn behandeling Evaluatiewet Awgb |
|---|---|
| Documentdatum | 10-10-2002 |
| Publicatiedatum | 12-03-2009 |
| Nummer | KST63809 |
| Kenmerk | 28481, nr. 2 |
| Van | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) |
| Originele document in PDF |  |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2002–2003
28 481
Evaluatie Algemene wet gelijke behandeling
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2002
Bij brief van 12 september jl. (kenmerk BZK-44) berichtten de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de vaste commissie voor Justitie, kennis te hebben genomen van het evaluatieverslag 1994–2000 inzake de Algemene wet gelijke behandeling (Kamerstukken II, 2001/02, 28 481, nr. 1).
In zijn begeleidend schrijven van 12 juli 2002 bij dit verslag heeft mijn ambtsvoorganger, mede namens de andere betrokken bewindspersonen, aangegeven dat er geen aanleiding is om nu tot ingrijpende wijzigingen van de Algemene wet gelijke behandeling, of de systematiek daarvan, over te gaan. Wel is er aanleiding tot bescheiden verbeteringen die veelal ook samenhangen met de onderlinge verwevenheid van de diverse gelijke behandelingswetten. Daartoe zal, zo kondigde hij aan, begin 2003 een voorstel voor een zo te noemen Evaluatiewet Awgb aan de Raad van State ter advisering worden voorgelegd.
Uw commissies verzoeken mij thans te laten weten of het huidige kabinet dit tijdstip nog steeds haalbaar acht.
Mijn planning gaat uit van een iets later tijdstip: het betreffende voorstel voor een EvaluatiewetAwgb zal in het voorjaar van 2003 ter advisering aan de Raad van State worden voorgelegd. De voorziene – lichte – vertraging houdt verband met de prioriteit die het kabinet zal geven aan het voorstel voor de zogenoemde EG-ImplementatiewetAwgb, die zal strekken tot implementatie van de richtlijn houdende tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (richtlijn 2000/43/EG i) en van de richtlijn tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling bij arbeid (richtlijn 2000/78/EG i). De beoogde wet zal uiterlijk 19 juli 2003 in werking dienen te treden, omdat de implementatietermijn van richtlijn 2000/43/EG i dan afloopt. Over het desbetreffende wetsvoorstel is inmiddels een advies van de Raad van State ontvangen. Het kabinet streeft naar zo spoedig mogelijke indiening bij de Tweede Kamer.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. Remkes