Brief staatssecretaris over enkele accentverleggingen die zij heeft aangebracht in het kwaliteitsbeleid voor tolken en vertalers - Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2002

Deze brief is onder nr. 36 toegevoegd aan wetsvoorstel 28000 VI - Vaststelling begroting Justitie 2002.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2002; Brief staatssecretaris over enkele accentverleggingen die zij heeft aangebracht in het kwaliteitsbeleid voor tolken en vertalers 
Document­datum 08-11-2001
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST56951
Kenmerk 28000 VI, nr. 36
Van Justitie (JUS)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2001–2002

28 000 VI

Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2002

Nr. 36

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2001

Gaarne informeer ik u over het feit dat ik enkele accentverleggingen heb aangebracht in het tot nu toe gevoerde kwaliteitsbeleid voor tolken en vertalers.

  • 1. 
    Inleiding

Uitgangspunt van het tot nu toe gevoerde beleid – zoals dat door mijn ambtsvoorganger is ingezet – is dat Justitie alleen gebruik wil maken van kwalitatief goede en integere tolken (onder tolken worden hier mede vertalers verstaan). Om dit te bereiken is vorig jaar het kwaliteitstraject van start gegaan. Belangrijk onderdeel van dat traject vormt een register waarin tolken zijn opgenomen die door ondertekening van een overeenkomst partner zijn geworden in het kwaliteitstraject.

In de afgelopen periode is door veel betrokkenen op constructieve wijze een bijdrage geleverd. Momenteel hebben ruim 1500 tolken zich voor het kwaliteitstraject aangemeld. Daarnaast hebben nog circa 100 aspiranten – tolken zonder relevante werkervaring op het terrein van Justitie – belangstelling voor het traject getoond. Met de departementen van Binnenlandse Zaken en Defensie is afgesproken dat het kwaliteitstraject zal worden uitgebreid naar tolken die door politie en Koninklijke Marechaussee worden ingezet.

Ook op organisatorisch vlak zijn belangrijke vorderingen gemaakt. Er is een tolkenlijst per afnemer. Door het Kernteam kwaliteitsnormering is hard gewerkt aan de voorbereiding van de bijscholingsmodules en toetsen (de eerste toetsen zijn inmiddels afgenomen). Er is voorlichting aan de tolken gegeven en er zijn gesprekken gevoerd met een aantal tolkenorganisaties en met de personen die betrokken zijn bij de inzet van tolken.

Tegelijkertijd is ook zichtbaar dat een aantal zaken nog niet op orde is. Zowel beroepsorganisaties als afnemers hebben hiervoor aandacht gevraagd. Zo ontbreekt onder meer een eenduidige klachtenregeling, en wordt de wijze waarop nu verantwoordelijkheden zijn toebedeeld door velen bezwaarlijk gevonden. Wat dit laatste betreft klemt bovendien dat Justitie met veel verschillende petten op bij de tolkdiensten betrokken is. Justitie is afnemer van tolkdiensten, financier van aanbod (tolkencentra) en opleidingen, organisator van het kwaliteitstraject en beheerder van het register met gecertificeerde tolken. Daarnaast is Justitie belast met de organisatie van het tolkaanbod voor andere sectoren zoals welzijn en gezondheidszorg. Kortom: een hybride bestuurlijk complex met veel tegenstrijdige deelbelangen. Deze problematiek wordt nog versterkt doordat in veel gevallen een rechtstreekse relatie tussen afnemer en aanbieders ontbreekt. Bovendien is de huidige bekostigingstructuur enigszins versnipperd en weinig doorzichtig.

Knelpunten komen ook tot uiting in een het u bij brief van 6 juli jongstleden aangeboden rapport «Participeren of niet?» (Kamerstuk Just000570). Dit rapport maakt duidelijk dat circa een derde van de potentiële doelgroep van tolken (ruim 700) zich niet voor het kwaliteitstraject heeft aangemeld. Daarnaast komt uit het rapport kritiek op het kwaliteitstraject, het moetentekenen van de «partnerovereenkomst» en de hoogte van de vergoedingen naar voren. Vooral de kosten van toetsing, en het negeren van vooropleiding, ervaring en het (langdurig) klachtvrij werken voor Justitie, zijn punten van kritiek. Er is sprake van een gevoel van miskenning. Een deel van de tolken voelt zich niet serieus genomen.

Tot slot is door de Werkgroep gerechtstolken onderzoek gedaan naar de vraag of tolken in strafzaken bijzondere kennis of vaardigheden vergt die uitstijgen boven het curriculum zoals dat thans binnen het kwaliteitstraject wordt ontwikkeld. De belangrijkste conclusie van deze werkgroep is dat de kennis en vaardigheden van de tolk, zoals die in het kwaliteitstraject zijn gedefinieerd niet toereikend zijn om deze tolk in te zetten in de strafrechtpleging. Deze conclusie is met name gebaseerd op een vergelijking tussen tijdens geobserveerde strafzaken gehanteerde begrippen en de syllabus die dient ter voorbereiding op het examen in het kwaliteitstraject. Vastgesteld wordt dat slechts een deel van de ter zitting gebezigde juridische termen in het lesmateriaal van het kwaliteitstraject voorkomt. Volgens de werkgroep bestaat in de praktijk behoefte aan tolken die meer bieden dan het niveau dat binnen het kwaliteitstraject is vastgesteld.

2 Herbezinning

Al deze punten hebben mij gebracht tot herbezinning op een aantal aspecten van het tot nu toe gevoerde beleid. Evenals mijn ambtsvoorganger meen ook ik dat, waar tolken op veel terreinen een essentiële schakel in de communicatie tussen burger en Justitie vormen, waarborgen voor kwaliteit en integriteit noodzakelijk zijn. Ik wil dan ook de hoofdlijnen van het ingezette beleid gericht op de verkrijging van deze waarborgen handhaven, maar daarin wel nadrukkelijk enkele andere accenten aanbrengen.

  • 3. 
    Verantwoordelijkheden duidelijker positioneren

Ik meen dat op organisatorisch gebied de bestuurlijke verantwoordelijkheden duidelijker gepositioneerd dienen te worden. Daarom wil ik afnemers van tolkdiensten beter in staat stellen zelf verantwoordelijkheid voor de inzet van tolken te nemen. Op afnemersniveau kan immers het best gekomen worden tot prioriteitstelling van wensen. Ik wil dat niet alleen tot uitdrukking laten komen in een andere wijze van bekostiging (de afnemer betaalt en beheert het budget en krijgt een sterkere positie bij het nemen van beslissingen over het kwaliteitsniveau waarop in zijn sector tolk- diensten worden verricht en de vergoeding die hij daarvoor wil betalen), maar ook in meer keuzevrijheid dan nu het geval is. Dit betekent richting afnemers het terugploegenvan budgetten en minder gedwongen winkelnering. In dat kader wil ik ook de positie van Tolk en vertaalcentrum Nederland (TVCN) opnieuw bezien.

Het verleggen van budgetten naar de afnemers impliceert tevens dat ik mijn bemoeienis met tolkdiensten op termijn wil beperken tot zaken die binnen de taken van Justitie vallen. In de huidige opzet is Justitie door het gesubsidieerde tolkencentrum (TVCN) tevens verantwoordelijk voor de inzet van tolken op terreinen die niet aan Justitietaken zijn gelieerd. Een duidelijk voorbeeld zijn tolkdiensten in de gezondheidszorg (de communicatie tussen hulpverlener en patiënt). In overleg met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), wil ik bezien langs welke weg de verantwoordelijkheid en het budget voor de inzet van tolken in handen van de afnemers op het terrein van welzijn en gezondheid kan worden gelegd.

Zowel de overgang van budgetten als de introductie van concurrentie vergen vanzelfsprekend een zorgvuldig overgangstraject. Het spreekt vanzelf dat versnippering moet worden voorkomen. Ik zal er dan ook naar streven dat Justitieafnemers onderling prijs- en kwaliteitsbeleid zoveel mogelijk afstemmen.

  • 4. 
    Kwaliteitsinstituut tolken en vertalers

Wat betreft het kwaliteitskader acht ik wenselijk dat Justitieafnemers zich beperken tot de formulering van de kwaliteitseisen die specifiek voor het tolken op de werkterreinen van Justitie noodzakelijk zijn. Ik meen dat daarbij zoveel mogelijk bij reguliere tolk- en vertaalopleidingen dient te worden aangesloten (indien niet bij reguliere onderwijs kan worden aangesloten zal dit wellicht een wettelijke basis behoeven). Dit betekent dat Justitie er op termijn mee stopt zelf toetsing en certificering te organiseren. De verantwoordelijkheid voor certificering wil ik op een nader te bepalen termijn onafhankelijk van Justitie, TVCN of andere aanbieders van tolkdiensten in handen van een zelfstandig kwaliteitsinstituut tolken en vertalers leggen. Gelet op mijn betrokkenheid bij het kwaliteitstraject zal ik voor de oprichting van het kwaliteitsinstituut het initiatief nemen, maar het bestuur zal vervolgens aan onafhankelijke deskundigen worden overdragen. Het kwaliteitsinstituut dient uiteindelijk de volgende taken krijgen:

  • • 
    Het bijhouden van een register van gecertificeerde tolken en vertalers.
  • • 
    Het verzorgen van een eenduidige klachtenregeling, waarbij gegrond bevonden klachten tot schrapping uit het register kunnen leiden.
  • • 
    De zorg voor kwaliteitsborging door bijvoorbeeld verplichte permanente educatie of intercollegiale toetsing.
  • 5. 
    Erkenning andere vormen van certificering

Uitgangspunt van het huidige kwaliteitstraject is dat per 2003 alle tolken zijn getoetst, tenzij men op grond van opleiding daarvan tot 2005 is vrijgesteld. Ik wil de eis van toetsing voor 2003 enigszins versoepelen door ook andere – door het kwaliteitsinstituut geaccepteerde – vormen van certificering te erkennen. Ik acht deze versoepeling mede van belang, omdat regels aangaande kwaliteitsborging (éducation permanenteen intercollegiale toetsing) die binnen een beroepsgroep zelf tot ontwikkeling komen doorgaans een betere kans op algemene aanvaarding en handhaving hebben dan het huidige – door een deel van de tolken als eenzijdige opgelegd ervaren – toetsingssysteem.

Dit betekent dat certificering - naast de door Justitie ontwikkelde kwaliteitstoets - kan bestaan uit: (1) een reguliere opleiding voor tolk of vertaler die met succes is afgesloten, of (2) meer dan vijfjaar ervaring in het tolken voor Justitie, politie of Koninklijke Marechaussee gecombineerd met deelname aan een door een beroepsorganisatie georganiseerd kwaliteitsborgingsysteem dat door het kwaliteitsinstituut als goed is bestempeld. Zowel het niveau van opleiding als dat van kwaliteitsborging zal dus steeds door het nieuwe kwaliteitsinstituut worden gewogen.

Tolken met minder dan vijfjaar ervaring bij Justitie, politie of Koninklijke Marechaussee of zonder relevante vooropleiding dienen in elk geval de kwaliteitstoets af te leggen zodra deze beschikbaar is.

Voor alle tolken blijft gelden dat zij vanaf een nader te bepalen datum een integriteitstoets dienen te ondergaan. Voor de inzet bij bepaalde zaken kunnen aanvullende (veiligheids)eisen worden gesteld.

  • 6. 
    Gecertificeerde tolken krijgen voorrang

Tolken die zijn opgenomen in het register van gekwalificeerde tolken zullen door Justitie met voorrang worden ingezet. Dat betekent dat de Justitieafnemers voor hun tolkdiensten zoveel mogelijk gecertificeerde tolken inzetten. Wel kan een afnemer in voorkomende gevallen, bij het ontbreken van een gecertificeerde tolk, in het belang van de keten-voortgang, genoodzaakt zijn een andere tolk in te zetten. Mijn streven is er echter nadrukkelijk op gericht dat te beperken tot zaken waarin het echt niet anders kan.

  • 7. 
    Meer tijd nemen

Natuurlijk dienen de hiervoor geschetste voornemens zorgvuldig te worden voorbereid, en zijn zij niet van de ene dag op de andere gerealiseerd. Een en ander vraagt niet alleen goed overleg met alle betrokkenen, maar ook aanpassing van regelgeving, automatisering e.d. Wat betreft de kwaliteitstoets heeft de kritiek van de beroepsorganisaties mij er van overtuigd, dat voor de ontwikkeling en afname van de toetsen meer tijd nodig is. Hierbij is ook van belang dat uit het eerder genoemde rapport over tolken in strafzaken blijkt dat het curriculum van de toetsen die voor het kwaliteitstraject zijn ontwikkeld op onderdelen verbetering en aanvulling behoeft. De komende maanden wil ik graag benutten om over die verbeteringen met betrokkenen uit de kring van tolken, de raad voor de rechtspraak en het parketgeneraal te overleggen.

  • 8. 
    Nieuw tijdschema

Het voorgaande betekent voor het tijdschema dat afnemers binnen Justitie van alle tolken verlangen dat zij uiterlijk op 1 januari 2005 zijn gecertificeerd. Ook met dit nieuwe tijdschema blijft het voor de tolken van groot belang zo snel mogelijk gecertificeerd te raken. Het is immers niet alleen een belangrijke bevestiging van hun kwaliteit, maar ook omdat Justitieafnemers altijd voorkeur hebben voor het inzetten van echt gecertificeerde tolken, boven tolken die «respijt» hebben. Bovendien kan echte certificering ook hun marktwaarde buiten Justitie verhogen.

  • 9. 
    Vergoedingen

De hiervoor geschetste accentverlegging en het nieuwe tijdschema hebben voor tolken met werkervaring op het terrein van Justitie geen effect op de hoogte van de uurvergoedingen. Tolken die al ingeschreven waren behouden aanspraak op een vergoeding van 37,66 (f 83.=)per uur in 2003 (prijspeil 1999) en -zoals eerder door mijn ambtsvoorganger toegezegd - de vergoedingen die nu lager liggen, zullen geleidelijk worden verhoogd. Tolken die thans al een vergoeding ontvangen die boven de 37,66 (f 83.=) per uur ligt, behouden een persoonsgebonden aanspraak op deze vergoeding. Daarnaast zal het thans geldende onderscheid in vergoeding tussen tolken die de kwaliteitsovereenkomst hebben getekend en zij die daarvan hebben afgezien, ongedaan worden gemaakt. Ik streef ernaar dat deze wijziging van de vergoedingsregels op 1 januari aanstaande in werking kan treden.

Door vertegenwoordigers van de gerechtstolken is erop aangedrongen deze groep als «specialist» te erkennen en de vergoeding te verhogen naar 54,45 (f 120.= per uur). Om dit verlangen kracht bij te zetten heeft een deel van deze tolken de afgelopen dagen actie gevoerd. Daarnaast dringen alle beroepsorganisaties aan op een betere vergoeding van de inconveniënten waarmee tolken dagelijks worden geconfronteerd (reiskosten, reistijd, wachttijd en annulering van de opdracht).

Wat betreft de positie van de gerechtstolk heeft het eerder genoemde rapport over het tolken in strafzaken mij er niet van overtuigd dat bij de behandeling van rechtszaken de inzet van een tolk op HBO-niveau ontoereikend is. Van de rechter mag worden verwacht dat hij zijn bewoordingen zodanig kiest dat een tolk zonder specifieke juridische opleiding adequaat kan tolken. In dat opzicht dient er geen verschil te bestaan met de behandeling van een zaak van een niet-juridisch geschoolde Nederlandstalige partij. Een en ander neemt niet weg dat juist met het oog op een goede inzet van tolken bij de gerechten het thans voor het kwaliteitstraject ontwikkelde curriculum op onderdelen verbetering en aanvulling behoeft. Zoals gezegd ga ik over die verbeteringen met betrokkenen uit de kring van tolken, de raad voor de rechtspraak en het parketgeneraal overleggen.

Ten aanzien van de inconveniënten is van belang dat de mate en aard waarin deze voorkomen per sector verschillen. Bovendien verschillen de regelingen tussen de verschillende afnemers op belangrijke aspecten. Ik acht het van belang dat ook de inconveniëntenregelingen worden geharmoniseerd, uiteraard rekening houdend met de kenmerken van de dienstverlening in de verschillende sectoren. Op dit moment wordt onderzocht op welke wijze deze harmonisatie het beste kan worden vormgegeven en de wijze waarop de meerkosten kunnen worden gefinancierd. Voor dit laatste is van belang dat hiervoor op de Justitiebegroting geen middelen beschikbaar zijn.

  • 10. 
    Bevordering veranderingsproces

De implementatie van het beleid gericht op waarborgen voor kwalitatief goede en integere tolken vraagt om een duidelijk te varen koers, gaat enkele jaren duren en is sterk afhankelijk van de inzet van veel partijen. De hiervoor geschetste herpositionering van de bestuurlijke verantwoordelijkheden stelt hoge eisen aan de organisatie van het veranderingsproces. Ik wil dit op de volgende wijze bevorderen:

Goede communicatie tussen Justitie, beroepsorganisaties en afnemers

Ik reken het tot mijn taak alle betrokkenen goed te informeren over stappen die gezet worden. Wederzijdse openheid en tweerichtingsverkeer in de communicatie zijn daarbij het devies. Dit houdt in: enerzijds het verstrekken van informatie en anderzijds het openstaan voor suggesties en ideeën uit zowel de wereld van tolken als afnemers. Goede communicatie betekent niet alleen bekendheid gegeven aan de veranderingen. Ook voorlichting over het «waarom en waartoe» zal voorop moeten staan. De

betrokken partijen zullen daartoe zoveel mogelijk rechtstreeks worden benaderd.

Overleg met beroepsorganisaties en afnemers

De implementatie van het kwaliteitsbeleid en de veranderingen die in deze brief staan aangekondigd, vergen betrokkenheid en inzet van velen: tolken, beroepsorganisaties, TVCN, tolkcoördinatoren bij afnemers, onderwijsinstellingen e.d. Ik vind het van groot belang dat de organisaties die bij de uitvoering van beleid betrokken zijn, dit beleid ook daadwerkelijk kunnen dragen. Daarom wil ik de goede verstandhouding, zoals deze onder andere tijdens de verschillende overleggen in de afgelopen maanden is gebleken, graag benutten om met enige regelmaat met betrokkenen overleg te voeren over de voortgang van het proces en specifieke keuzes die gemaakt moeten worden.

Departementale organisatie

Binnen de directie rechtsbijstand en juridische beroepen van mijn ministerie wordt binnenkort een projectorganisatie ingericht waarin ook de activiteiten van het kwaliteitsbureau zullen worden samengebracht. Daardoor ontstaat een herkenbaar aanspreekpunt en kan de aansturing van de implementatie van het kwaliteitsbeleid en de herpositionering van de bestuurlijke verantwoordelijkheden op een doelmatige wijze plaatsvinden.

De Staatssecretaris van Justitie, N. A. Kalsbeek

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.