Financiële verantwoording - Financiële verantwoording over het jaar 1998 - Hoofdinhoud
Deze financiële verantwoording is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 26541 - Financiële verantwoording over het jaar 1998.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Financiële verantwoording over het jaar 1998; Financiële verantwoording |
---|---|
Documentdatum | 20-05-1999 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST34181 |
Kenmerk | 26541, nr. 3 |
Van | Algemene Zaken |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1998–1999
26 541
Financiële verantwoordingen over het jaar 1998
Nr. 3
FINANCIËLE VERANTWOORDING VAN HET MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN (III)
Deze financiële verantwoording bestaat uit:
– de rekening van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, zoals blijkt uit bijgevoegde staten, voorzien van een toelichting;
– de op deze rekening aansluitende saldibalans per 31 december 1998, voorzien van een toelichting.
Den Haag, 20 mei 1999
De Minister van Algemene Zaken, W. Kok
Staat behorende bij de Wet van .......... 1999, Stb. ... en bij de financiële verantwoording over het jaar 1998
Rekening 1998 (inclusief slotwetmutaties),
Ministerie van Algemene Zaken (III)
Onderdeel uitgaven en verplichtingen (bedragen x f 1000)
(1) |
(2) |
(3) |
||
Art. |
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting |
Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting |
verplichtin- uitgaven gen |
verplichtin- uitgaven gen |
verplichtin- uitgaven gen |
01
TOTAAL
Algemeen
01 |
Personeel en Materieel |
02 |
Vervallen |
03 |
Loonbijstelling |
04 |
Prijsbijstelling |
05 |
Vervallen |
06 |
Vervallen |
07 |
Deelname aan wereldtentoonstel- |
lingen |
|
11 |
Overheidsvoorlichting |
12 |
Deelname aan wereldtentoonstel- |
lingen |
|
21 |
Wetenschappelijke Studies |
47 723
70 829 70 829
47 723 +2050
memorie +238
memorie
+ 4 438
+ 2 050 + 2 976
+ 238 - 238
7 537
1 569
7 537
14 000 1 569
+ 350
500
+ 350
+ 2 300 - 500
+ 4 986
469
3 695
+ 2 976 - 238
+ 4 986
10 950 - 469
Mij bekend,
De Minister van Algemene Zaken,
(4) = (1) + (2) + (3) |
(5) |
(6) = (5) - (4) |
||
Totaal geraamd |
Realisatie |
Slotwetmutaties (+ of –) (+ = tekortschietend geraamd bedrag) |
||
verplichtingen |
uitgaven |
verplichtingen |
uitgaven |
verplichtin- uitgaven gen |
52 749
71 572 71 572
52 749 53 152
71 969 + 397
71 969
53 809 + 403 + 1 060
12 873
600
12 873
5 350 600
11 770
642
12 301
5 350 509
1 103
+ 42
572
91
Staat behorende bij de Wet van ....... 1999, Stb. ... en bij de financiële verantwoording over het jaar 1998
Rekening 1998 (inclusief slotwetmutaties), Ministerie van Algemene Zaken (III) Onderdeel ontvangsten (bedragen x f 1000)
(1) |
(2) |
(3) |
||
Art. |
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting |
Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting |
ontvangsten |
ontvangsten |
ontvangsten |
01
01 02
03
TOTAAL
Algemeen
Diverse ontvangsten Deelname aan wereldtentoonstellingen Voorlichtingsactiviteiten
5 853 5 853
225
5 628
+ 1 400
+ 1 400
+ 7 583
+ 141
+ 7 442
Mij bekend,
De Minister van Algemene Zaken,
(4) = (1) + (2) + (3) |
(5) |
(6) = (5) - (4) |
|
Totaal geraamd |
Realisatie |
Slotwetmutaties (+ of –) (+ = meer ontvangen) |
|
ontvangsten |
ontvangsten |
ontvangsten |
14 836 14 836
366
15 933 15 933
454
+ 1 097
+ 88
14 470
15 479
+ 1 009
TOELICHTING OP DE REKENING VAN VERPLICHTINGEN EN UITGAVEN EN VAN ONTVANGSTEN
Blz. Inhoudsopgave
Algemeen deel 7
Inleiding 7
Rechtmatigheidsonderzoek 1997 7
Administratieve Organisatie (AO) 7
Financieel informatiesysteem 7
Accountantscontrôle 7
Misbruikenoneigenlijk gebruik van regelingen 7
USZO 8
Artikelsgewijze toelichting 9
Uitgaven
-
01.Algemeen 9
01.01. PersoneelenMaterieel 9
01.11. Overheidsvoorlichting 10
01.12. Deelname aan wereldtentoonstellingen 10 01.21. Wetenschappelijke studies 10
Ontvangsten
-
01.Algemeen 10
01.01. Diverse ontvangsten 10
01.03. Voorlichtingsactiviteiten 11
Bijlage Kengetallen overheidsvoorlichting 12
ALGEMEEN DEEL
Inleiding
De begroting van Algemene Zaken en daarmee ook deze rekening heeft betrekking op een organisatie van beperkte omvang. Daarnaast betreft het een beleidsarme begroting waarin (nagenoeg) geen sprake is van programmabudgetten. In verband hiermee beperkt de toelichting zich tot de meer beheersmatige aspecten betreffende het AZ-apparaat waaraan in het navolgende gedeelte aandacht wordt besteed. Ten grondslag daaraan ligt de besturingsfilosofie die sinds 1998 is gebaseerd op een beperkte mate van integraal management op decentraal niveau. In het kader hiervan is de organisatiebeschikking geactualiseerd en zijn mandaatregelingen opgesteld waarmee taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn geformaliseerd. Mede op basis van de hiervoor geschetste ontwikkeling is met ingang van 1998 eveneens een werkplancyclus geïntroduceerd waarmee onder meer wordt beoogd de transparantie van de bedrijfsvoering te vergroten.
Rechtmatigheidsonderzoek 1997
In het kader van het rechtmatigheidsonderzoek 1997 kwam de Algemene Rekenkamer tot een overwegend positief oordeel over de financiële verantwoording 1997 van het ministerie. Daarnaast werd geconstateerd dat op grond van het plan van aanpak een groot deel van de aanbevelingen ter verbetering van het financieel beheer per ultimo 1997 waren gerealiseerd. Voor wat betreft de resterende tekortkomingen is de Rekenkamer tot de conclusie gekomen dat door het ministerie voldoende maatregelen waren getroffen om deze in 1998 op te lossen. Ten aanzien van de hiervoor bedoelde resterende tekortkomingen kan worden gemeld dat deze in 1998 met voortvarendheid ter hand zijn genomen. Voor het resultaat wordt verwezen naar de hiernavolgende twee onderdelen van deze toelichting.
Administratieve Organisatie (AO)
In 1997 is aangevangen met een totale herinrichting van de beschrijving van de administratieve organisatie. Op concernniveau is deze operatie in het derde kwartaal 1998 afgerond hetgeen eveneens geldt voor een belangrijk deel van de specifieke bedrijfsprocessen.
Financieel informatiesysteem
Eind 1997 heeft besluitvorming plaats gevonden over de vervanging van het financiële informatiesysteem. Met de implementatie hiervan is begin 1998 gestart met als resultaat dat in december van hetzelfde jaar het systeem in productie is genomen.
Accountantscontrôle
Sinds 1991 wordt de accountantscontrôle verricht door de departementale accountantsdienst van het ministerie van Economische Zaken ondersteund door een openbaar accountantskantoor. De eindverantwoordelijkheid voor de contrôle berust bij de accountantdienst van het ministerie van Economische Zaken.
Misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen
Ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik is in 1998 een integriteitsbeleid tot stand gebracht.
USZO
De uitgaven die verband houden met post-actief personeel, worden verantwoord op artikel 01.01 Personeel en Materieel. De uitgaven bestaan grotendeels uit programma-uitgaven, een klein gedeelte betreft de apparaatsuitgaven.
Ten aanzien van de juistheid van voornoemde uitgaven bestaat onzekerheid vanwege het feit dat hierover (nog) geen verklaring is afgegeven door de controlerende instantie van de USZO. Dit is de organisatie die de regelingen ten aanzien van post-actief personeel uitvoert.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Uitgaven
-
01.Algemeen
In de hierna volgende artikelsgewijze toelichting wordt aandacht besteed aan de mutaties die hebben plaats gevonden ten opzichte van de oorspronkelijke begroting welke gezamenlijk leiden tot de realisatie.
Artikel 01.01. Personeel en Materieel
De raming van dit artikel is bij het eerste en tweede wijzigingsvoorstel naar aanleiding van de Voor- en Najaarsnota 1998 en bij derde suppletore wijzigingsvoorstel naar aanleiding van de indiening van de Slotwet 1998 in zijn totaliteit met circa f 6,1 miljoen verhoogd.
Bij het eerste en tweede suppletore wijzigingsvoorstel is de raming van dit artikel met circa f 5,0 miljoen verhoogd in verband met: verbetering personele en materiële infrastructuur, eindejaarsmarge 1997, millennium-problematiek, toekenning loon- en prijsbijstelling, diverse boekhoudkundige overhevelingen van andere begrotingsartikelen. Voor een nadere toelichting op deze mutaties, zoals deze bij de wijzigingsvoorstellen naar aanleiding van de Voor- en Najaarsnota zijn gepresenteerd, wordt naar de desbetreffende stukken verwezen.
Uit deze verantwoording blijkt bij dit artikel een bedrag aan meeruitgaven van circa f 1,1 miljoen. Dit is het gevolg van een personeelsuitbreiding van de Postbus 51-informatiedienst en investeringen om een aantal communicatie- en beveiligingsvoorzieningen op een verantwoord niveau te brengen.
Kengetallen
-
a)tabel met betrekking tot ambtelijk personeel
Omschrijving |
begroot 1998 |
werkelijk 1998 |
bezetting gemiddelde gerealiseerde/geraamde prijs per fte |
326,85 90 831 |
337,30 99 161 |
totale loonsom (x f 1 000) Min. van Algemene Zaken |
29 688 |
33 447 |
De personeelstoename bij de werkelijke bezetting voor 1998 betreft een personeelsuitbreiding bij de Postbus 51-informatiedienst. De toename van de loonsom bestaat uit de gevolgen van de CAO, verbetering personele infrastructuur en personeelsuitbreiding van de Postbus 51-informatiedienst.
-
b)tabel met betrekking tot apparaatsuitgaven
omschrijving |
1997 |
1998 |
kosten per fte gespecificeerd naar: totaal materiaal (x f 1 000) personeelsgebonden uitgaven niet personeelsgebonden uitgaven |
45 4 41 |
50 5 45 |
|
||
omschrijving |
1997 |
1998 |
aantal non-actief personeel |
55 |
58 |
Artikel 01.11. Overheidsvoorlichting
De raming van dit artikel is bij het eerste suppletore wijzigingsvoorstel met circa f 0,4 miljoen verhoogd wegens uitgaven verbonden aan het uitzenden van een AZ- specifieke Postbus 51-spot op commerciële zenders.
Bij het tweede suppletore wijzigingsvoorstel is de raming van dit artikel per saldo met circa f 5 miljoen verhoogd.
Verhoging van deze raming vindt zijn oorzaak onder meer in: bijdragen van ministeries in de financiering van de Postbus 51-informatiedienst tot een bedrag van afgerond f 0,7 miljoen; overheidsbrede inzet van commerciële zenders voor het uitzenden van Postbus 51-spots tot een bedrag van f 6,6 miljoen.
Verlaging van de raming is het gevolg van een kasverschuiving met betrekking tot van het GIS 2000-project (f 1,5 miljoen) en overheveling naar een ander begrotingartikel tot een totaal van afgerond f 1,3 miljoen.
Van de uitgaven heeft f 0,2 miljoen betrekking op een aan de RGD
verstrekt werkkrediet dat verband houdt met de herhuisvesting van de
Postbus 51-Informatiedienst.
Het verschil tussen de verplichtingenraming en de -realisatie wordt enerzijds veroorzaakt door de onderuitputting in de kas en anderzijds door het feit dat het bedrag aan openstaande verplichtingen per ultimo 1998
lager is dan ultimo 1997. Voor de kengetallen met betrekking tot dit artikel wordt naar bijlage 1 verwezen.
Artikel 01.12. Deelname aan wereldtentoonstellingen
De in de ontwerpbegroting 1998 voor dit artikel opgenomen kasraming ad
f 14 miljoen heeft betrekking op de te organiseren wereldtentoonstelling in Hannover in het jaar 2000 (expo 2000).
Deze raming is bij het eerste suppletore wijzigingsvoorstel verhoogd met
f 2,3 miljoen als gevolg van een kasvertraging uit 1997 en bij het tweede suppletore wijzigingsvoorstel met afgerond f 11 miljoen verminderd wegens een vertraging in de uitvoering waardoor enkele uitgavenposten die in 1998 waren voorzien, pas in 1999 tot betaling komen.
Mede in het kader van het M&O-beleid zijn met de stichting die belast is met de organisatie van de tentoonstelling overeenkomsten gesloten waarin de rechten en plichten dienaangaande zijn vastgelegd.
Artikel 01.21. Wetenschappelijke studies
Bij het eerste en tweede suppletore wijzigingsvoorstel is de raming met circa f 0,8 miljoen verminderd, omdat een gedeelte van het in de ontwerpbegroting 1998 opgenomen bedrag niet tot betaling komt wegens het aantreden van een nieuwe raad van de WRR in 1998.
De raming is ook verminderd met circa f 0,2 miljoen wegens overheveling van salariskosten van een tijdelijke pool bij de WRR.
Tenslotte wordt bij de slotwet 1998 de raming nogmaals met afgerond
f 0,1 miljoen verminderd wegens een terughoudend kasbeleid.
Ontvangsten
-
01.Algemeen
Artikel 01.01. Diverse ontvangsten
De raming van dit artikel is bij het tweede en derde wijzigingsvoorstel met afgerond f 0,2 miljoen verhoogd als gevolg van een extra ontvangsten ter grootte van circa f 0,1 miljoen van de Postbus 51-informatiedienst en met afgerond f 0,1 miljoen wegens diverse meeropbrengsten.
Artikel 01.03. Voorlichtingsactiviteiten
Bij het eerste suppletore wijzigingsvoorstel is de raming van dit artikel met f 1,4 miljoen verhoogd en houdt verband met een éénmalige meerontvangst voor 1998 als gevolg van extra verkregen kortingen uit hoofde van de media-inkoop door de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). Bij het tweede suppletore wijzigingsvoorstel wordt de raming met afgerond f 7,4 miljoen verhoogd wegens doorbelasting aan de ministeries voor uitzending van Postbus 51-spots op commerciële zenders tot een bedrag van f 6,6 miljoen; extra ontvangsten bij de media-inkoop wegens volumegroei en extra ontvangsten voor diverse door de RVD verrichte diensten tot afgerond f 0,8 miljoen.
Bij het derde suppletore wijzigingsvoorstel samenhangende met de slotwet worden op grond van extra ontvangsten bij de media-inkoop als ook extra ontvangsten wegens verrichte diensten door de Rijksvoorlichtingsdienst afgerond f 1 miljoen extra ontvangen.
BIJLAGE
KENGETALLEN OVERHEIDSVOORLICHTING
Teneinde een geïntegreerd en volledig beeld te geven van de uitvoerende activiteiten op het terrein van de overheidsvoorlichting, welke door het ministerie van Algemene Zaken worden verricht, is gekozen voor een samenvattende presentatie. Daartoe dient deze bijlage. Het accent ligt daarin op de Directie Toepassing Communicatietechniek (DTC) van de Rijksvoorlichtingsdienst.
Een deel van de activiteiten kan niet zinvol nader worden toegelicht. Deze zijn samengevat in de kolom overigin de tabel Kengetallenuitgaven en kosten overheidsvoorlichting.Het gaat hier met name om interne voorlichting, communicatie- en coördinerende activiteiten, waaronder het secretariaat van de Voorlichtingsraad, die uitsluitend kunnen worden beoordeeld vanuit een beschikbaarheidsfunctie.
De wel zinvol toe te lichten activiteiten betreffen de (volledige) DTC en de activiteiten van de Postbus 51-informatiedienst, die inmiddels definitief is ondergebracht in de formatie van Algemene Zaken.
Voor de DTC is van belang dat steeds meer wordt gestreefd naar volledige kostendekkendheid (met erkenning dat een zekere interne basissubsidiëringten behoeve van de ontwikkel- en aanjaagfunctie nodig is). Voor de Postbus 51-informatiedienst geldt dat – met behoud van een afdoend kwaliteitsniveau – de efficiency van belang is. De (afnemende) kosten per telefoongesprek vormen hiervoor een indicatie.
Kengetallen uitgaven en kosten overheidsvoorlichting
Componenten van uitgaven en kosten van overheidsvoorlichting 1998
totale voorlichtings-uitgaven/ ontvangsten verdeeld over producten: media- begeleiding Postbus 51-
inkoop media- informatie-
DTC projecten dienst overig
Uitgaven:
Aandeel personele kosten
Aandeel apparaatsuitgaven
Informatievoorziening
Technische uitgaven
14 484
7 251
1 487
744
745 246
431
4 181 798
313
2 280 580
7 258 5 627 1 487
Voorlichtingsraad 10070 |
- |
- |
744 |
9 326 |
Totaal 34016 |
1 422 |
5 292 |
3 604 |
23 698 |
Ontvangsten Opbrengsten 15479 |
3 699 |
3 934* |
- |
7 846* |
|
||||
Doelmatigheidskengetallen |
Realisatie 1997 |
Realisatie 1998 |
Begroting 1998 |
-
a)media-inkoop DTC
aantal bemiddelingen totale omzet gedrukte media (x f 1 000)
totale omzet visuele media (x f 1 000)
opbrengst visuele media gemiddelde prijs per advertentieplaatsing opslagpercentage DTC gedrukte media opslagpercentage DTC visuele media gemiddelde kosten per bemiddeling gemiddelde opbrengst per bemiddeling kostendekkendheid
18 895 |
27 714 |
f 122 000 |
f 161 968 |
- |
30 078 |
- |
281 |
f 5 480 |
f 5 844 |
2,5% |
2,5% |
- |
1% |
f 58 |
f 51 |
f 138 |
f 121 |
238% |
260% |
17 500
f 122 000
30 000
280
f 5 714
2,5%
1%
f 56
f 103
185%
Toelichting a) media-inkoop
Deze tabel geeft informatie over het verloop van het volume van de media-inkoop. Het aantal media bemiddelingen heeft betrekking op het aantal malen dat door ministeries en aan de Staat gelieerde instellingen gebruik is gemaakt van het door de DTC afgesloten raamcontract voor de collectieve inkoop van mediaruimte. De DTC ontvangt voor haar bemiddelingsactiviteiten een fee. Deze bedraagt 2,5% van de omzet in gedrukte media. Sinds augustus 1997 zijn de bemiddelingsactiviteiten uitgebreid tot alle media en is voor de nieuwe activiteiten een fee van 1% ingesteld (wordt in 1999 geëvalueerd). De fee wordt binnen begrotings-verband geraamd en verantwoord op het ontvangstenartikel 01.03. Voorlichtingsactiviteiten.De uitgaven die uit de media-inkoop zelf voortvloeien niet. Hier is sprake van een zuivere doorgeefluikfunctie, zodat de betreffende bedragen op grond van de Comptabiliteitswet buiten begrotingsverband blijven. Deze wijze van verantwoorden is in 1997 onderwerp van onderzoek geweest door de Algemene Rekenkamer. Deze heeft zich met de werkwijze van Algemene Zaken kunnen verenigen. In 1998 lag het aantal bemiddelingen boven de begrote 17 500. Dientengevolge ligt evenzo de gerealiseerde omzet boven de begroting. Daar de uitgaven in vergelijking met de ontvangsten minder dan evenredig stijgen, ligt de gerealiseerde kostendekkendheid over 1998 boven de begroting.
Doelmatigheidskengetallen
Realisatie 1997
Realisatie 1998
Begroting 1998
-
b)begeleiding media-projecten DTC
aantal beschikbare mensuren aantal verkoopbare mensuren aantal verworven opdrachten uurtarief voor: – ondersteuning
– projectmanagement en -begeleiding – advisering en specialisatie kosten per beschikbaar mensuur kosten per verkoopbaar mensuur kosten per opdracht kostendekkendheid
89 000 |
93 500 |
26 000 |
26 000 |
236 |
242 |
f 85 |
f 90 |
f 150 |
f 150 |
f 190 |
f 190 |
f 41 |
f 57 |
f 139 |
f 204 |
f 15 283 |
f 17 665 |
83% |
74% |
68 250
25 000
275
f 90 f 150 f 190
f 51
f 139
f 12 681
86%
Toelichting b) begeleiding media-projecten
Deze tabel geeft informatie over de omvang van de begeleidingsfunctie van de DTC. Het aantal beschikbare c.q. verkoopbare mensuren heeft hierop betrekking en betreft dienstverlening op het terrein van de overheidscommunicatie en de informatievoorziening. Bij de realisatie van de gewenste kostendekkendheid ligt het accent op een verhoging van de opbrengst uit deze begeleidingsactiviteiten. Ter verduidelijking van de kosten per verkoopbaar mensuur en de kostendekkendheid in 1998, wordt aangegeven dat de kostprijsberekeningsmethode is aangescherpt. Het grootste deel van de omzet heeft betrekking op opdrachten die, ten behoeve van de opdrachtgevers bij de overheid, rechtstreeks in de markt worden ondergebracht.
De DTC vervult derhalve een doorgeefluikfunctie. In verband hiermee worden de directe uitgaven en daarmee samenhangende ontvangsten op grond van de comptabele regelgeving buiten begrotingsverband verantwoord. Deze wijze van verantwoorden is in 1997 onderwerp van onderzoek geweest door de Algemene Rekenkamer. Deze heeft zich met de gevolgde werkwijze van Algemene Zaken kunnen verenigen. Het cursieve deel van de tabel heeft betrekking op de tarieven die worden berekend voor de begeleidingsactiviteiten van de DTC. Deze inkomsten worden uiteraard wel binnen begrotingsverband geraamd en verant- woord op het ontvangstenartikel 01.03. Voorlichtingsactiviteiten.
Doelmatigheidskengetallen
Realisatie 1997
Realisatie 1998
Begroting 1998
-
c)infolijn 0800–8051
aantal gerealiseerde/verwachte telefonische informatieaanvragen kosten per gesprek
130 000 f 18
181 000 f 15
275 000 f 10
Kengetallen DTC
Staafdiagram 1
-
a)Media-inkoop (x f 1 000)
-
b)Opdrachtsom behorende bij de projectbegeleiding (x f 1 000)
250000 200000 150000 100000 50000 0
120000 100000 80000 60000 40000 20000 0
1996 1997 1998 1999 2000
1996 1997 1998 1999 2000
Toelichting staafdiagram 1
In deze staafdiagrammen zijn de omzetten weergegeven van respectievelijk de media-inkoop en de projectbegeleiding.
Staafdiagram 2
-
a)Media-inkoop – Verhouding kosten/opbrengsten b) Opdrachtsom behorende bij de projectbegeleiding -
Verhouding kosten/opbrengsten
4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
n
Kosten Opbrengsten
5000 4000 3000 2000 1000 0
Kosten Opbrengsten
1996 1997 1998 1999 2000
1996 1997 1998 1999 2000
Toelichting staafdiagram 2
In deze staafdiagrammen wordt een relatie gelegd tussen uitgaven en kosten (tabel 1) en de uit de DTC voortvloeiende opbrengsten (tabel 2 en ontvangstenartikel 01.03). Daaruit blijkt dat de media-inkoop inmiddels ruimschoots kostendekkend is. Verwacht mag worden dat deze lijn kan worden gecontinueerd.
Mede in verband met de medio 1997 gerealiseerde uitbreiding van de bemiddelingsfunctie van de DTC op dit terrein tot alle media-inkoop zal in 1999 een evaluatie plaats vinden. Verder blijkt dat de projectbegeleidings- activiteiten (nog) niet kostendekkend zijn. De in 1997 uitgevoerde reorganisatie heeft tot doel hierin verandering te brengen. In 1999 moeten de resultaten daarvan duidelijk zichtbaar zijn.
Saldibalans per 31 december Algemene Zaken (III).
1998 van het Ministerie van
1 Uitgaven ten laste van de begroting
Ontvangsten ten gunste van de begroting
Kalenderjaar
1998 71967 745
Kalenderjaar 1998
15 932 552
Liquide middelen 6 035
Rekening
Courant Huis der
Koningin (I) 13395 697
Uitgaven buiten begrotings-verband ( = intracomptabele vorderingen) 10 435 845
Openstaande rechten
4a
Rekening
Courant RHB –77045 026
6 Ontvangsten buiten begrotings-verband (= intra-comptabele schulden) –2827 744
7a Tegenrekening
Openstaande rechten 0
9a
Extra-comptabele Vorderingen 1207 255
Tegenrekening extra-comptabele schulden 29597
8a Tegenrekening extra-comptabele vorderingen –1207 255
9
Extra-comptabele
Schulden –29597
10
Voorschotten 15 558 601
10a Tegenrekening
Voorschotten – 15 558 601
11a Tegenrekening openstaande verplichtingen 68 854 000
12
Deelnemingen
11
Openstaande
Verplichtingen – 68 854 000
12a Tegenrekening
Deelnemingen
Totaal:
181 454 775
Totaal:
181 454 775
2
3
4
5
7
0
8
0
0
TOELICHTING BIJ DE SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 1998 VAN HET MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN NAAR DIVERSE RUBRIEKEN (III)
Inleiding
Om de toegankelijkheid van de saldibalans te vergroten worden slechts de rubrieken boven de f 100 000 toegelicht.
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 1998 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
-
5)Uitgaven buiten begrotingsverband (= intra-comptabele vorderingen)
Nadere specificatie van de uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen):
Omschrijving Vordering
Vorderingen Rijksvoorlichtingsdienst op het gebied van communicatietechnieken f9594 801 Overige vorderingen f 841 044
Totaal f10435 845
Toelichting op de specificatie van de uitgaven buiten begrotingsverband:
Vorderingen Rijksvoorlichtingsdienst op het gebied van advertentieplaatsingen en overige communicatietechnieken (f9594 801)
De Rijksvoorlichtingsdienst begeleidt in opdracht en voor rekening van derden voorlichtingsprojecten. De uit deze projecten voortvloeiende uitgaven worden buiten begrotingsverband verantwoord. Periodiek vindt doorberekening van de uitgaven plaats aan de opdrachtgevers. De ontvangsten worden eveneens buiten begrotingsverband verantwoord.
Ouderdom van de vorderingen.
Soort vordering openstaande vorderingen betreffende instelling in kalenderjaar
1996 1997 1998
Comm. techniek f 0 f 705 f500 230
Media inkoop f26672 f15610 f9051 584
Overige vorderingen–incl. buiten begrotingsverband (f 841 044)
Dit betreft hoofdzakelijk vorderingen van het ministerie, waaronder doorbelaste loonkosten aan SNW.
-
6)Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra-comptabele schulden)
Nadere omschrijving van de ontvangsten buiten begrotingsverband.
Omschrijving |
Schulden |
Netto-salarissen Commissariaat voor de Media Diversen |
f 1 465 303 f 927 607 f 434 834 |
Totaal |
f 2 827 744 |
Netto-salarissen (f1465 303)
Dit betreft inhoudingen op salarissen van december 1998 die aan de Ontvanger der Directe Belastingen en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds moeten worden afgedragen.
Commissariaat voor de Media (f 927 607)
Ingevolge de Mediawet is de Rijksvoorlichtingsdienst aangewezen als zendgemachtigde. Uit hoofde hiervan ontvangt het ministerie jaarlijks een bijdrage van het Commissariaat voor de Media voor de financiering van uitgaven en kosten die verband houden met de productie van tv-spots en radio-spots in het kader van Postbus 51 uitzendingen. Het per ultimo 1998 nog openstaande bedrag zal in 1999 worden afgedaan door toevoeging hiervan aan de bijdrage 1999. Hiermee wordt bereikt dat deze gelden in 1999 worden aangewend overeenkomstig het doel waarvoor deze zijn bestemd.
Bijdragen t.b.v kalenderjaar
Stand 31-12-1996
Stand 31-12-1997
Stand 31-12-1998
Planning afwikkeling
1996 1997 1998
f414 797 f418 560 f418 560
f 460 087 f 646 668
f 137 621 -/-
1999 1999 1999
Diversen (f 434 834)
Dit betreft aan derden nog af te dragen gelden uit hoofde van de distributie van film video en foto. Een ander belangrijk deel van deze post heeft betrekking op ontvangsten, voortvloeiende uit activiteiten van de Directie Toepassing Communicatietechniek, die nog met derden moeten worden afgerekend.
-
8)Extra-comptabele vorderingen
Nadere specificatie van de extra-comptabele vorderingen:
Omschrijving |
Vordering |
Nog te ontvangen toeslag media inkoop en begeleidinsgkosten Overige extra-comptabele vorderingen Kwantum korting media-inkoop |
f 207 569 f 299 686 f 700 000 |
Totaal |
f 1 207 255 |
Toelichting op de specificatie van de extra-comptabele vorderingen:
Nog te ontvangen toeslag media-inkoop en begeleidingskosten DTC (f 207 569)
De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) treedt op als intermediair bij de plaatsing van advertenties voor de gehele overheid. Door deze bundeling van contractvolumes heeft de RVD bij de exploitanten zeer scherpe tarieven weten te bedingen. Met ingang van 1991 wordt voor de bemiddeling door de RVD een toeslag van 2,5% voor gedrukte media en 1% voor RTV berekend. Deze toeslag wordt berekend over het aan de opdrachtgevers gefactureerde brutobedrag, exclusief omzetbelasting. Daarnaast begeleidt de RVD communicatieprojecten in opdracht en voor rekening van derden (opdrachtgevers). Er wordt voor deze begeleiding door de RVD aan de opdrachtgevers een uurtarief in rekening gebracht. Het in de balans per 31 december 1998 opgenomen bedrag betreft de aan opdracht- gevers in rekening gebrachte nog niet ontvangen bedragen. Na ontvangst worden de bedragen verantwoord ten gunste van de ontvangstenbegroting, art. 01.03. Voorlichtingsactiviteitenzoals opgenomen in de begroting 1998.
Overige extra-comptabele vorderingen (f 299 686)
Het belangrijkste gedeelte van dit bedrag bestaat uit vorderingen die zijn ingesteld in verband met de verkoop van films, video’s en foto’s alsmede een bedrag dat AZ nog te goed heeft van personeelsleden in verband met een in 1996 gestart PC-prive project.
Kwantumkorting media-inkoop (f 700 000)
Vanwege een volumegroei bij de media-inkoop wordt een kwantumkorting teruggevorderd bij de opdrachtnemers.
-
10)Voorschotten
Aan de Stichting Nederland Wereldtentoonstellingen (SNW) zijn betalingen verricht voor de financiering van de wereldtentoonstelling te Lissabon en Hannover.
Overeenkomstig de afgesproken gedragslijn, zijn de betalingen aan de USZO opgenomen onder de voorschotten, voorzover het betalingen betreft waarover nog geen accountantsverklaring is ontvangen.
-
11)Openstaande verplichtingen
Nadere specificatie van de openstaande verplichtingen:
Omschrijving |
Bedrag |
Openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband Openstaande verplichtingen buiten begrotingsverband |
f 55 672 000 f 13 182 000 |
Totaal: |
f 68 854 000 |
Toelichting op de specificatie van de openstaande verplichtingen.
Openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband (f 55 672 000)
Opbouw vandeopenstaande verplichtingen bedrag
Verplichtingen 01-01-1998 f62078 000
Aangegane verplichtingeninhet verslagjaar f65562 000
Tot betaling gekomeninhet verslagjaar f71968 000
Negatieve bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren f 0
f 127 640 000
71 968 000
Openstaande verplichtingenop31-12-1998 f55672 000
Openstaande verplichtingen buiten begrotingsverband (f 13 182 000)
Dit onderdeel heeft voornamelijk betrekking op verplichtingen en daaruit voortvloeiende uitgaven die door de Directie Toepassing Communicatietechniek van de Rijksvoorlichtingsdienst worden aangegaan respectievelijk worden verricht in opdracht en voor rekening van ministeries en daaronder ressorterende diensten en instellingen, de zogenaamde opdrachtgevers. De aard van de verplichtingen en uitgaven houden verband met werkzaamheden die leiden tot de oplevering van producten die door de opdrachtgevers in het kader van de overheidscommunicatie (voorlichting) worden ingezet. De Directie Toepassing Communicatietechniek vervult in dit onderdeel van het proces een intermediaire rol. In 1998 is ten behoeve van de opdrachtgevers ca. f 186,9 mln. betaald op het gebied van de zogenaamde media inkoop (gedrukte media), terwijl ca. f 32,0 mln. is betaald in verband met de begeleiding en advisering van media-projecten. De in 1998 ten behoeve van opdrachtgevers betaalde bedragen waren ultimo 1998 volledig aan de opdrachtgevers doorberekend. Het verloop van de aangegane verplichtingen, die ten grondslag liggen aan de hiervoor vermelde bedragen, wordt in het hiernavolgende overzicht weergegeven.
Verplichtingen 01-01-1998 f 14243 000
Aangegane verplichtingeninhet verslagjaar f217 753 000 +
Tot betaling gekomen in het verslagjaar f 218 814 000
Negatieve bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren f 0
f 231 996 000
f 218 814 000
Openstaande verplichtingenop31-12-1998 f 13182 000