Brief minister inzake aanbieding van de nota 'Nederland: Goed Gevoed?' - Relatie voeding en gezondheid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 26229 - Relatie voeding en gezondheid.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Relatie voeding en gezondheid; Brief minister inzake aanbieding van de nota 'Nederland: Goed Gevoed?' |
|---|---|
| Documentdatum | 29-09-1998 |
| Publicatiedatum | 12-03-2009 |
| Nummer | KST31192_1 |
| Kenmerk | 26229, nr. 1 |
| Van | Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
| Originele document in PDF |  |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1998–1999
26 229
Relatie voeding en gezondheid
Nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Rijswijk, 29 september 1998
Hierbij doe ik u, mede namens de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de nota: Nederland: Goed Gevoed? toekomen.
Toezending van een nota over de nieuwste inzichten en activiteiten op het terrein van voeding en gezondheid is door de Staatssecretaris van VWS toegezegd bij de begrotingsbehandeling van VWS in 1995. Bij de begrotingsbehandeling in 1996 heeft zij aangegeven dat zij de nota zou toezenden na het uitbrengen van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 1997. Deze VTV 1997 is inmiddels verschenen. De nota Nederland: Goed Gevoed? is dan ook allereerst een reactie op de VTV 1997 en geeft aan welk voedingsbeleid nodig is om de in de VTV gesignaleerde mogelijkheden tot het behalen van gezondheidswinst door aanpassing van de individuele voedselkeuze te realiseren.
Eind dit jaar zullen de resultaten van de derde landelijke voedsel-consumptiepeiling beschikbaar komen. Deze peiling zal de meest actuele gegevens bevatten over de voedselconsumptie in Nederland en zal ook inzicht verschaffen in de trends in deze consumptie. De Gezondheidsraad zal gevraagd worden om te adviseren over de betekenis van deze gegevens voor de volksgezondheid. Na ontvangst van het advies van de Gezondheidsraad zal ik u in aparte brief informeren over de implicaties voor het te voeren beleid op het terrein van de voeding.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers