Notitie over Tegoeden Tweede Wereldoorlog - Tegoeden Tweede Wereldoorlog

Deze notitie is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 25839 - Tegoeden Tweede Wereldoorlog.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Tegoeden Tweede Wereldoorlog; Notitie over Tegoeden Tweede Wereldoorlog 
Document­datum 29-06-1998
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST30461
Kenmerk 25839, nr. 3
Van Financiën (FIN)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1997–1998

25 839

Tegoeden Tweede Wereldoorlog

Nr. 3

BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 1998

Hierbij bied ik u een notitie aan over het onderwerp Tegoeden Tweede Wereldoorlog.

De Minister van Financiën, G. Zalm

  • 1. 
    Het Nazi Persecutee Relief Fund

Het fonds is opgericht door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk tijdens de Nazi-goud conferentie, gehouden van 2 tot 4 december 1997 te Londen. In 2002 zal het fonds ophouden te bestaan. Verschillende landen (donorlanden) hebben toegezegd een bijdrage te leveren aan het fonds. Zie hiervoor bijlage I.

In de Ministerraad van 19 december 1997 is besloten dat Nederland f 20 miljoen beschikbaar stelt. Dit bedrag komt in 1998 ten laste van de begroting van het Ministerie van Financiën.

1.1.  Doelstellingen

Primaire doelstelling van het fonds is het geven van steun aan behoeftige Nazi-slachtoffers die tot op heden weinig tot geen compensatie hebben ontvangen voor hun vervolging. Het subsidiaire doel is het financieren van projecten die ten goede komen aan de gemeenschappen, die het ergst zijn getroffen door Nazi-vervolging of die beogen soortgelijk onrecht in de toekomst te voorkomen. Onder Nazi-slachtoffers worden diegenen verstaan, die schade aan hun gezondheid hebben geleden of die van hun vrijheid, eigendom of inkomen zijn beroofd als gevolg van de rechtstreeks tegen hen gerichte vervolging door de Nazi’s.

1.2.  Realisatie

De structuur van het fonds is zodanig dat ieder donorland zelf kan aangeven aan welk project de eigen bijdrage dient te worden besteed. Slechts NGO’s kunnen projectvoorstellen indienen en zodoende aanspraak maken op de door het fonds beschikbaar gestelde financiële middelen. Deze organisaties dienen conform de Fund Documents;

  • a. 
    rechtstreeks hulp, diensten of andere vormen van bijstand te verlenen aan Nazi-slachtoffers die momenteel in moeilijke financiële omstandigheden verkeren. Onder «verkeren in moeilijke» financiële omstandigheden wordt verstaan het bezitten van een inkomensniveau of levenstandaard op of beneden de officiële armoedegrens van het land waar de desbetreffende persoon zijn vaste verblijfplaats heeft.
  • b. 
    betrokken zijn bij daarmee verband houdende activiteiten, in het bijzonder projecten die beogen ten goede te komen aan de gemeenschappen die het ergst zijn getroffen door de Nazi-vervolging of er op gericht zijn soortgelijk onrecht in de toekomst te voorkomen.

Een projectvoorstel van een NGO kan alleen in behandeling worden genomen als de NGO op de NGO-lijst van het fonds staat. Een NGO kan aan de bestaande lijst worden toegevoegd op voordracht van een (potentieel donorland. Als een meerderheid van de donateurs afwijzend op de voordracht reageert zal de betreffende NGO geen financiële steun kunnen ontvangen. Als de voordracht niet op bezwaren stuit heeft de NGO vervolgens de verplichting een prospectus ter beschikking te stellen aan alle donorlanden, waarin specifieke projecten worden genoemd die door een toewijzing gefinancierd zouden kunnen worden. Het is eveneens mogelijk dat in wederzijds overleg tussen een NGO en een donorland overeengekomen wordt een project te financieren dat nog niet in de prospectus is opgenomen. In dat geval zal het project na het bereiken van de overeenkomst tussen de NGO en het donorland alsnog in de prospectus moeten worden opgenomen. De NGO’s dienen vanzelfsprekend de terms of reference van de fund documents te onderschrijven. In bijlage II staan de organisaties die op dit moment zijn aangemeld.

  • 2. 
    De Nederlandse donatie

De Nederlandse bijdrage heeft het karakter van een contributie aan het Fonds. Zij zal worden vergezeld of gevolgd door een toewijzingsinstructie van Nederland. Conform deze instructie zal het fonds vervolgens de bedragen overmaken aan de betreffende NGO. Het fonds zelf is de uitkerende instantie, terwijl Nederland zorg draagt voor het goede verloop en controle van de donatie.

De Nederlandse bijdrage zal dit najaar gestort worden, zonder daar onmiddellijk een bestemming aan te geven. De toewijzingsinstructie zal dan binnen een jaar volgen. Storting geschiedt feitelijk door het overmaken van het bedrag op de betreffende rekening bij de Federal Reserve Bank in New York.

2.1.  Doelstellingen

De Nederlandse bijdrage zal aangewend worden voor de financiering van projecten van NGO’s. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling organisaties zelf te steunen. Bovendien moet gelden dat de projecten niet langs reguliere subsidiestromen gefinancierd kunnen worden.

De Fund Documents maken geen onderscheid naar etnische of religieuze achtergrond. Dientengevolge komen eveneens projecten ten bate van bijvoorbeeld voormalige politieke gevangen en zigeuners in aanmerking.

In principe komen projecten in de hele wereld in aanmerking. De nadruk zal conform de Fund Documents echter vooral liggen op het helpen van slachtoffers van de Nazi-terreur die na de Tweede Wereldoorlog niet of nauwelijks compensatie en / of hulpverlening hebben ontvangen. Daarom wordt een substantieel deel (f 10 miljoen) van de donatie gereserveerd voor Midden- en Oost-Europa, waar de Nazi-terreur werd ingeruild voor een communistisch regime. Hieronder vallen ook vervolgden uit Midden-en Oost-Europa, die inmiddels in andere landen woonachtig zijn, waaronder Nederland. Een tweede aandachtsgebied is met name Israël, vanwege de aanwezigheid van een omvangrijke gemeenschap Nederlandse Joodse slachtoffers (circa 8000 mensen, inclusief tweede en derde generatie). Inmiddels hebben de bestaande organisaties, werkend ten behoeve van Nederlandse slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog zich verenigd in een nieuwe stichting. «Hulp aan Oorlogslachtoffers uit Nederland in Israël» (stichting HONI), teneinde geheel op elkaar afgestemde projecten in te kunnen dienen. Deze stichting zal door Nederland kunnen worden voorgedragen voor de NGO-lijst van het fonds, nadat er duidelijkheid is ontstaan over zijn projectvoorstellen.

2.2.  Bestemmingen projecten

De eerste bestemming van de gelden hangt samen met de primaire doelstelling van het fonds – steun aan met name behoeftige Nazi-slachtoffers die weinig tot geen compensatie hebben ontvangen voor hun vervolging. De tweede en derde bestemming hangen samen met de subsidiaire doelstelling – projecten ten bate van de zwaarst getroffen gemeenschappen of ter voorkoming van soortgelijk onrecht in de toekomst.

De projecten zullen ten goede komen aan de volgende bestemmingen;

  • 1. 
    uitkeringen aan (individuele) slachtoffers, door tussenkomst van NGO’s. Uitkeringen kunnen in de vorm van natura, diensten, (bejaarden-)zorg of financiële bijstand verstrekt te worden. Zo kunnen de projecten een bijdrage leveren aan het verhogen van de levensstan- daard of de verwerking van de vervolgingservaringen van de overlevenden door middel van zorg en dienstverlening.
  • 2. 
    initiatieven onder de nabestaanden van vervolgingsslachtoffers om de kennis- en cultuurtraditie die door de Tweede Wereldoorlog grotendeels vernietigd is, weer nieuw leven in te blazen.

Hierbij kan concreet gedacht worden aan scholing, vorming en educatie in de vorm van cursussen, periodieke uitgaven en groepsactiviteiten van religieuze, educatieve en geestelijke aard. Tevens kan gedacht worden aan jeugd- en opbouwwerk en faciliteiten die daarbij nodig zijn.

  • 3. 
    het instandhouden van de herinnering aan de omgekomenen in de Tweede Wereldoorlog. Een duidelijke herinnering aan de Tweede Wereldoorlog zelf en de gevolgen van de Nazi-terreur is tevens van groot belang.

Dit is vooral het geval in Midden- en Oost-Europa, omdat de «gekleurde» geschiedschrijving onder communistisch bewind vaak geen recht deed aan de rampspoed die de vervolgde gemeenschappen heeft getroffen. Zo zijn in de Oost-Europese geschiedschrijving de Joden voornamelijk benaderd als nationale in plaats van Joodse slachtoffers. In dit kader zouden educatieve projecten in aanmerking kunnen komen voor financiering.

2.3. Procedure/beslissingsbevoegdheid

De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van toewijzingsinstructie van Nederland ligt bij het Ministerie van VWS. Een adviescollege van wijze vrouwen en mannen toetst de projectvoorstellen – die al dan niet reeds zijn opgenomen in de prospecti van de NGO’s – en voorziet deze van een advies. Het adviescollege zal de projectvoorstellen beoordelen aan de hand van de eerder genoemde bestemmingen. De minister van VWS laat vervolgens een marginale ambtelijke toets uitvoeren en neemt vervolgens een beslissing over de toewijzing.

Het adviescollege wordt samengesteld door het Ministerie van VWs. Bij die samenstelling zal rekening gehouden worden met de volgende criteria;

a voldoende kennis van de samenstelling en behoeften van de doelgroepen.

b voldoende kennis over de politieke en sociale ontwikkelingen in Midden- en Oost-Europa.

c financiële en inhoudelijke deskundigheid om de projecten te beoordelen.

d voldoende kennis over de werking van NGO’s.

Na afloop van een redelijke termijn, te denken valt aan zes maanden, voor het toevoegen van projectvoorstellen aan de prospecti zal het college een afweging maken op basis van alle ingediende projecten. Zodoende zal medio 1999 duidelijkheid bestaan over de toewijzing van de gelden.

Naast de beoordeling van de ingediende projecten worden de NGO’s zelf op hun antecedenten onderzocht. De NGO’s dienen onafhankelijk te zijn van enig politiek regime en hun doelstellingen dienen van humanitaire aard te zijn.

BIJLAGE I                                               OVERZICHT VANDELANDEN DIE EEN BIJDRAGE LEVEREN AAN

HET INTERNATIONALE FONDS

Nederland.                                       f20miljoen.

VS.                                                    $25miljoen over drie jaar.

VK.                                                    1miljoen pond, waarvan30à40%ten goede zal komen aan slachtoffers in eigen land.

Zweden.                                           $1miljoen.

Oostenrijk.                                        f16miljoen.

Italië.                                                 Waarschijnlijkf13miljoen.

Slowakije.                                         $400 000,–.

Luxemburg.                                     Nog niet bekend.

Griekenland.                                     Nog niet bekend.

Argentinië.                                       Nog niet bekend.

BIJLAGEII                                              Overzicht vandeaangemelde NGO’s

American Jewish Distribution Committee.

Center of Organizations of Holocaust Survivors in Israël.

Conference on Jewish Material Claims against Germany.

Consultative Council of Jewish Organizations.

European Council of Jewish Committees.

European Council of Jewish Organizations.

International Romani Union.

National Fund of the Republic of Austria for the Victims of National

Socialism.

Pink Cross.

World Jewish Congress.

World Jewish Restitution Organization.

Association of Former Political Prisoners of German Concentration

Camps.

(recent aangemeld door het VK)

The Jewish central Committee Of Sweden.

(recent aangemeld door Zweden)

The Swedish Red Cross.

(recent aangemeld door Zweden)

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.