Brief minister met nadere planning van onderzoek naar de actualiteit van informatiebepalingen in bestaande materiewetten - Informatievoorziening in de zorg - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 25669 - Informatievoorziening in de zorg.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Informatievoorziening in de zorg; Brief minister met nadere planning van onderzoek naar de actualiteit van informatiebepalingen in bestaande materiewetten |
---|---|
Documentdatum | 04-11-1997 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST25156 |
Kenmerk | 25669, nr. 3 |
Van | Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998
25 669
Informatievoorziening in de zorg
Nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Rijswijk, 4 november 1997
In mijn aanbiedingsbrief bij de nota «Informatievoorziening in de zorg», heb ik u toegezegd bij de behandeling van het JOZ u nader te informeren over de planning van het onderzoek naar de actualiteit van de informatiebepalingen in de bestaande materiewetten. Onderstaand geef ik u een overzicht van de stand van zaken en de nadere planning van het onderzoek.
Op dit moment is de technische inventarisatie afgerond. Dit houdt in dat de bestaande wet- en regelgeving is onderzocht op relevante informatie-artikelen. Het resultaat hiervan is een dik pak met regelgeving, gesorteerd per relevante beleidsdirectie. Per directie is verzocht de voor hen relevante onderdelen te onderzoeken op volledigheid en zonodig aanvulling van het materiaal te leveren. Deze fase is nu afgerond.
Deze technische inventarisatie is evenwel slechts een eerste stap. De volgende stap is meer inhoudelijk. Een projectteam met onder andere de Dienst Informatieanalyse (DIA) zal per directie de informatiebehoefte nader analyseren in samenhang met bestaande wet- en regelgeving. Dit onder andere via enquêtes, aangevuld met diepte-interviews. De verwachting is dat per directie verschillende interviews nodig zijn. Met name deze stap moet inzicht bieden in de vraag of de bestaande wet- en regelgeving voldoende actueel is.
De planning is dat deze enquête- c.q. interview-ronde half maart is afgerond. De projectgroep heeft dan ongeveer zes weken de tijd om de resultaten te ordenen en tot een interne rapportage te komen. Rond half mei kan ik u vervolgens mijn conclusies aangaande de resultaten van de werkgroep sturen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers