Motie over strafrechtelijke vervolging van overheden - Strafrechtelijke aansprakelijkheid van overheidsorganen - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 25294 - Strafrechtelijke aansprakelijkheid van overheidsorganen.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Strafrechtelijke aansprakelijkheid van overheidsorganen; Motie over strafrechtelijke vervolging van overheden |
---|---|
Documentdatum | 02-06-1997 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST21677 |
Kenmerk | 25294, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1996–1997
25 294
Strafrechtelijke aansprakelijkheid van overheidsorganen
Nr. 3
MOTIE VAN HET LID REHWINKEL C.S.
Voorgesteld in het nota-overleg van 2 juni 1997
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van oordeel, dat ook overheden in principe strafrechtelijk vervolgbaar dienen te zijn;
overwegende, dat jurisprudentie ertoe leidt dat feitelijk de mogelijkheden tot strafrechtelijke handhaving jegens overheden zeer beperkt zijn;
overwegende, dat het College van Procureurs-Generaal in zijn advies van december 1996 hieromtrent een heldere uitspraak van de regering en de Kamer wenselijk achtte en aan wetswijziging de voorkeur gaf;
overwegende, dat gelet op de staatkundige traditie, de wetgevende macht de primaire verantwoordelijkheid draagt voor de vormgeving van constitutionele uitgangspunten als de strafbaarheid van overheden;
verzoekt de regering voorbereidingen tot wetswijziging in gang te zetten, waardoor de mogelijkheden tot strafrechtelijke vervolging van overheden worden verruimd en verzoekt de regering de Kamer hierover voor 1 januari 1998 te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Rehwinkel Koekkoek Klein Molekamp Rabbae Van den Berg