Voorstel van wet - Voorstel van wet van het lid Lansink tot wijziging van ondermeer de Wet op de studiefinanciering in verband met de leeftijd waarop aanspraak op studiefinanciering in het hoger onderwijs ontstaat

Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 24249 - Initiatiefvoorstel Leeftijd waarop aanspraak op studiefinanciering in het hoger onderwijs ontstaat i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van het lid Lansink tot wijziging van ondermeer de Wet op de studiefinanciering in verband met de leeftijd waarop aanspraak op studiefinanciering in het hoger onderwijs ontstaat; Voorstel van wet  
Document­datum 14-07-1995
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST9198
Kenmerk 24249, nr. 2
Van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1994–1995

24 249

Voorstel van wet van het lid Lansink tot wijziging van ondermeer de Wet op de studiefinanciering in verband met de leeftijd waarop aanspraak op studiefinanciering in het hoger onderwijs ontstaat

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de leeftijdsgrens van 18 jaar voor aanspraken op studiefinanciering in het hoger onderwijs te laten vervallen en dat in verband daarmee wijziging van ondermeer de Wet op de studiefinanciering nodig is;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de studiefinanciering wordt als volgt gewijzigd: A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In onderdeel a wordt «die volledig onderwijs volgen» vervangen door: die volledig hoger onderwijs volgen en die nog niet de leeftijd van 27 jaren hebben bereikt, alsmede voor studerenden die volledig onderwijs, niet zijnde hoger onderwijs, volgen.
  • 2. 
    In onderdeel b wordt na «volledig onderwijs» ingevoegd: , niet zijnde hoger onderwijs,.

B

Aan artikel 3 wordt een derde lid toegevoegd, luidende: 3. De studerende die door het gaan volgen van hoger onderwijs vóór het bereiken van de leeftijd van 18 jaren gaat voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 7 tot en met 11, komt dan voor het ontvangen van studiefinanciering in aanmerking op de eerste dag van het kwartaal dat daarop volgt.

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid wordt «studerenden van 18 tot 27 jaren die volledig onderwijs volgen» vervangen door: studerenden tot 27 jaren die volledig hoger onderwijs volgen, alsmede studerenden van 18 tot 27 jaren die overig volledig onderwijs volgen.
  • 2. 
    In het tweede lid wordt na «volledig onderwijs» ingevoegd: , niet zijnde hoger onderwijs,.

D

Het opschrift van hoofdstuk II wordt vervangen door: STUDERENDEN TOT 27 JAREN DIE VOLLEDIG HOGER ONDERWIJS VOLGEN, ALSMEDE STUDERENDEN VAN 18 TOT 27 JAREN DIE OVERIG VOLLEDIG ONDERWIJS VOLGEN

E

In artikel 8, eerste lid, wordt na «de studerende» ingevoegd: die volledig hoger onderwijs volgt, nog niet de leeftijd van 27 jaren heeft bereikt, of dat de studerende die overig volledig onderwijs volgt,.

F

In artikel 12, vierde lid, wordt «de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt» vervangen door: nog geen aanspraak op studiefinanciering in de zin van dit hoofdstuk had.

G

In artikel 33 vervalt: die de leeftijd van 17 jaren heeft bereikt,. H

De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:

Het opschrift van hoofdstuk II wordt vervangen door: Studerenden tot 27 jaren die volledig hoger onderwijs volgen, alsmede studerenden van 18 tot 27 jaren die overig volledig onderwijs volgen.

ARTIKEL II

De Algemene Kinderbijslagwet wordt als volgt gewijzigd: Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

  • 1. 
    Artikel 7, eerste lid, onderdeel c, vindt geen toepassing ten aanzien van een kind dat op de eerste dag van een kalenderkwartaal recht heeft op studiefinanciering op grond van de Wet op de studiefinanciering.
  • 2. 
    Artikel 7, tweede lid, vindt geen toepassing indien terzake van de in dat lid bedoelde studie recht heeft bestaan op studiefinanciering op grond van de Wet op de studiefinanciering, en die studie
  • a. 
    is beëindigd, of
  • b. 
    wordt vervolgd met een studie ter zake waarvan recht bestaat op studiefinanciering op grond van de Wet op de studiefinanciering.
  • 3. 
    Voor de toepassing van het tweede lid wordt een studie, die niet na de in artikel 7, tweede lid, bedoelde vakantie wordt vervolgd, als beëindigd beschouwd.
  • 4. 
    Voor de toepassing van dit artikel wordt met een recht op studiefinanciering, bedoeld in de Wet op de studiefinanciering, gelijkgesteld de in titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde voorlopige voorziening ten gunste van degene die studiefinanciering op grond van de Wet op de studiefinanciering heeft aangevraagd.

ARTIKEL III

Een studerende in het hoger onderwijs die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet naar de maatstaf van artikel 3, tweede lid, van de Wet op de studiefinanciering jonger is dan 18 jaar en die op grond van deze wet aanspraak krijgt op studiefinanciering op grond van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering, kan, in afwijking van artikel 32, tweede lid, van die wet, het verzoek daartoe doen tot uiterlijk de laatste dag van het kalenderkwartaal volgend op dat waarin de datum van inwerkingtreding is gelegen.

ARTIKEL VI

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.