Besluit 2014/839 - Openbaar maken van informatie over bijeenkomsten van leden van de Commissie en organisaties of als zelfstandige werkzame personen

1.

Wettekst

28.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 343/22

 

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 november 2014

betreffende het openbaar maken van informatie over bijeenkomsten van leden van de Commissie en organisaties of als zelfstandige werkzame personen

(2014/839/EU, Euratom)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 249,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig artikel 11, leden 1 en 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) moeten de instellingen de burgers en de representatieve organisaties langs passende wegen de mogelijkheid bieden hun mening over alle onderdelen van het optreden van de Unie kenbaar te maken en daarover in het openbaar in discussie te treden. De instellingen moeten ook een open, transparante en regelmatige dialoog voeren met representatieve organisaties en met het maatschappelijk middenveld. Voorts moet de Commissie overeenkomstig artikel 2 van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid en artikel 11, lid 3, VEU brede raadplegingen houden alvorens een wetgevingshandeling voor te stellen.

 

(2)

Met dat doel ontmoeten de leden van de Commissie en leden van hun kabinetten regelmatig organisaties of als zelfstandige werkzame personen, om de moeilijkheden te leren kennen waarmee zij worden geconfronteerd en hun standpunten over het beleid en de wetgeving van de Unie te begrijpen.

 

(3)

Om ervoor te zorgen dat overeenkomstig artikel 10, lid 3, VEU, iedere burger kan deelnemen aan het democratisch bestel van de Unie en dat de besluitvorming op een zo open mogelijke wijze plaatsvindt, is het van belang dat burgers kunnen vernemen welke contacten de leden van de Commissie en leden van hun kabinetten hebben met organisaties of als zelfstandige werkzame personen.

 

(4)

Burgers beschikken al over een recht op toegang tot documenten van de instellingen krachtens Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (1). Dit besluit heeft geen betrekking op toegang tot documenten, noch op de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001.

 

(5)

Overeenkomstig de beleidsrichtsnoeren die de voorzitter van de Commissie op 15 juli 2014 heeft gepresenteerd, zal de Commissie zich inzetten voor een grotere transparantie in haar contacten met belanghebbenden en lobbyisten.

 

(6)

Er zijn geen aanvullende maatregelen nodig op het gebied van de deelname van leden van de Commissie en leden van hun kabinetten aan openbare evenementen, aangezien die informatie al publiek beschikbaar is, maar de openbaarmaking van informatie over bijeenkomsten met organisaties of als zelfstandige werkzame personen zou de transparantie van het optreden van de Commissie verder vergroten.

 

(7)

Daarom moeten de leden van de Commissie informatie over door hen of door leden van hun kabinetten met organisaties of als zelfstandige werkzame personen gehouden bijeenkomsten over kwesties die verband houden met besluitvorming en beleidsuitvoering in de Unie, openbaar maken.

 

(8)

Bijeenkomsten met vertegenwoordigers van andere instellingen of organen van de Unie, die in de gewone interinstitutionele betrekkingen passen, vallen niet onder dit besluit. Bijeenkomsten met vertegenwoordigers van overheidsinstanties van de lidstaten vallen niet onder dit besluit, aangezien die instanties het algemeen belang nastreven en krachtens het beginsel van loyale samenwerking bijdragen aan de werkzaamheden van de Commissie. Met het oog op de bescherming van de internationale betrekkingen van de Unie vallen bijeenkomsten met vertegenwoordigers van overheidsinstanties van derde landen en van internationale organisaties niet onder dit besluit. Dit besluit is niet van toepassing op de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid/vicevoorzitter van de Commissie voor de bijeenkomsten die zij houdt in haar hoedanigheid van hoge vertegenwoordiger.

 

(9)

Met het oog op de eerbiediging van het specifieke karakter van de dialoog met de sociale partners waarin artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet, en van het specifieke karakter van de dialoog met kerken en levensbeschouwelijke en niet-confessionele organisaties, waarin artikel 17, lid 3, VWEU voorziet, dienen bijeenkomsten die in dat kader plaatsvinden, niet onder dit besluit te vallen.

 

(10)

Gezien de specifieke rol van politieke partijen, die in artikel 10, lid 4, VEU wordt erkend en gelet op het feit dat het Interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie van 16 april 2014 over de invoering van een transparantieregister voor organisaties en als zelfstandige werkzame personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid (2) bepaalt dat politieke partijen niet onder het register vallen, dienen ook bijeenkomsten met vertegenwoordigers van politieke partijen niet onder dit besluit te vallen.

 

(11)

Aangezien in bepaalde specifieke gevallen de openbaarmaking van informatie over bijeenkomsten de bescherming van het leven, de integriteit of de persoonlijke levenssfeer van een individu, het financieel, monetair of economisch beleid van de Unie, de marktstabiliteit of commercieel gevoelige informatie, het goede verloop van gerechtelijke procedures, inspecties, onderzoeken, audits of andere administratieve procedures, of de bescherming van een ander op het niveau van de Unie erkend zwaarwegend algemeen belang, kan ondermijnen, mag die informatie in dergelijke gevallen niet openbaar worden gemaakt.

 

(12)

Overeenkomstig artikel 5, onder a), van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (3) kunnen de namen van leden van de Commissie en die van leden van hun kabinetten die bijeenkomsten met organisaties of als zelfstandige werkzame personen bijwonen, openbaar worden gemaakt. Andere betrokkenen moeten daarvoor ondubbelzinnig toestemming hebben gegeven.

 

(13)

Dit besluit doet geen afbreuk aan strengere transparantievereisten of transparantietoezeggingen die voortvloeien uit Uniewetgeving of door de Unie gesloten internationale overeenkomsten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De leden van de Commissie maken informatie openbaar over alle bijeenkomsten die zij en leden van hun kabinet met organisaties of als zelfstandige werkzame personen hebben gehouden over kwesties die verband houden met beleidsvorming en beleidsuitvoering in de Unie, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
  • 2. 
    De openbaar te maken informatie bestaat uit de datum en de plaats van de bijeenkomst, de naam van het lid van de Commissie en/of van het lid van zijn of haar kabinet, de naam van de organisatie of als zelfstandige werkzame persoon en het onderwerp van de bijeenkomst.

Artikel 2

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  • a) 
    „bijeenkomst”: een bilaterale ontmoeting die wordt georganiseerd op initiatief van een organisatie of als zelfstandige werkzame persoon, of door een lid van de Commissie en/of een lid van zijn/haar kabinet om een kwestie te bespreken die verband houdt met beleidsvorming en beleidsuitvoering in de Unie. Ontmoetingen die plaatsvinden in het kader van een in de Verdragen of Uniewetgeving vastgestelde administratieve procedure die onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van het lid van de Commissie valt, en ontmoetingen die uitsluitend privé of sociaal van aard zijn of spontane ontmoetingen, vallen niet onder dit begrip;
  • b) 
    „organisatie of als zelfstandige werkzame persoon”: elke organisatie of persoon, ongeacht de juridische status, die deelneemt aan activiteiten die erop gericht zijn de beleidsvorming of de beleidsuitvoering en de besluitvorming van de instellingen van de Unie direct of indirect te beïnvloeden, ongeacht de plaats waar deze activiteiten worden uitgeoefend en het gebruikte communicatiekanaal of communicatiemiddel.

Onder dit begrip vallen niet vertegenwoordigers van andere instellingen of organen van de Unie, van nationale, regionale en lokale overheidsinstanties van de lidstaten en van derde landen of internationale organisaties. Verenigingen of netwerken die zijn opgericht om gezamenlijk regio's of andere overheden op subnationaal niveau te vertegenwoordigen, vallen wel onder dit begrip.

Artikel 3

  • 1. 
    Dit besluit is niet van toepassing op bijeenkomsten met sociale partners op het niveau van de Unie in het kader van de sociale dialoog, of op bijeenkomsten in het kader van de dialoog met kerken, religieuze verenigingen of gemeenschappen, en levensbeschouwelijke en niet-confessionele organisaties.
  • 2. 
    Dit besluit is niet van toepassing op bijeenkomsten met vertegenwoordigers van politieke partijen.

Artikel 4

  • 1. 
    De in artikel 1, lid 2, bedoelde informatie wordt binnen twee weken na de bijeenkomst in een gestandaardiseerd formaat openbaar gemaakt op de websites van de leden van de Commissie.
  • 2. 
    De informatie behoeft niet openbaar te worden gemaakt wanneer openbaarmaking de bescherming van een van de belangen bedoeld in artikel 4, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1049/2001, met name het leven, de integriteit of de persoonlijke levenssfeer van een individu, het financieel, monetair of economisch beleid van de Unie, de marktstabiliteit of commercieel gevoelige informatie, het goede verloop van gerechtelijke procedures, inspecties, onderzoeken, audits of andere administratieve procedures, of de bescherming van een ander op het niveau van de Unie erkend zwaarwegend algemeen belang, kan ondermijnen.

Artikel 5

De namen van personen (die namens organisaties of als zelfstandige werkzame personen optreden) of ambtenaren van de Commissie (andere dan leden van kabinetten) die de bijeenkomsten bijwonen, mogen niet openbaar worden gemaakt, tenzij zij daarvoor ondubbelzinnig toestemming hebben gegeven.

Artikel 6

De organisaties en als zelfstandige werkzame personen worden geïnformeerd over het feit dat de in artikel 1, lid 2, bedoelde informatie openbaar zal worden gemaakt.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 december 2014.

Gedaan te Straatsburg, 25 november 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.