Uitvoeringsbesluit 2014/709 - Maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten

1.

Wettekst

11.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 295/63

 

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 9 oktober 2014

betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7222)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/709/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (3), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn 2002/60/EG van de Raad (4) bevat de in de Unie toe te passen minimummaatregelen om Afrikaanse varkenspest te bestrijden, waaronder de maatregelen die moeten worden genomen bij een uitbraak van Afrikaanse varkenspest op een varkenshouderij en in geval van vermoedelijke en van bevestigde aanwezigheid van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens. Die maatregelen omvatten programma's voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij een populatie wilde varkens die door de lidstaten moeten worden ontwikkeld en uitgevoerd en die ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan de Commissie.

 

(2)

Afrikaanse varkenspest komt sinds 1978 voor in Sardinië (Italië) en is in 2014 in andere lidstaten in Oost-Europa, waaronder Estland, Letland, Litouwen en Polen, waar deze ziekte is binnengebracht vanuit aangrenzende derde landen waar die ziekte op grote schaal voorkomt.

 

(3)

Om gerichte bestrijdingsmaatregelen te kunnen nemen en de verspreiding van de ziekte te verhinderen, en om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, hebben de betrokken lidstaten met spoed de besmette gebieden en de gebieden die risico op besmetting lopen, vastgesteld die in samenwerking met de betrokken lidstaten op het niveau van de Unie zijn gedefinieerd in uitvoeringsbesluiten die zijn geconsolideerd in Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU van de Commissie (5). Bij dat besluit zijn ook maatregelen op het gebied van de diergezondheid vastgesteld in verband met de verplaatsing en de verzending van varkens en bepaalde varkensproducten en het aanbrengen van merken op varkensvlees uit de in de bijlage bij dat besluit vermelde gebieden, om te voorkomen dat die ziekte zich naar andere gebieden van de Unie uitbreidt.

 

(4)

Bij Beschikking 2005/362/EG van de Commissie (6) is een programma voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in Sardinië goedgekeurd dat door Italië was ingediend bij de Commissie en bij Uitvoeringsbesluit 2014/442/EU van de Commissie (7) zijn de programma's voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in bepaalde gebieden van Litouwen en Polen goedgekeurd.

 

(5)

Afrikaanse varkenspest kan worden beschouwd als een endemische ziekte bij als huisdier gehouden varkens en bij wilde varkens in bepaalde derde landen die aan de Unie grenzen en vormt een permanente bedreiging voor de Unie.

 

(6)

De dierziektesituatie kan, gezien de handel in producten van varkens, gevaar opleveren voor de varkensstapel in onbesmette gebieden in de lidstaten waar de ziekte thans voorkomt, namelijk Estland, Italië, Letland, Litouwen en Polen en ook in andere lidstaten.

 

(7)

Estland, Italië, Letland, Litouwen en Polen hebben in het kader van Richtlijn 2002/60/EG maatregelen genomen ter bestrijding van de Afrikaanse varkenspest en Estland en Letland zullen overeenkomstig artikel 16 van die richtlijn hun programma's voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens voor goedkeuring indienen.

 

(8)

Het is passend om de betrokken lidstaten en gebieden op te nemen in een bijlage waarin onderscheid wordt gemaakt tussen de risiconiveaus. In de verschillende delen van de bijlage moet rekening worden gehouden met de epizoötiologische situatie van Afrikaanse varkenspest, onder andere met de vraag of zowel varkenshouderijen als wilde varkens getroffen zijn (delen III en IV) of uitsluitend wilde varkens (deel II), dan wel of het risico voortvloeit uit de besmetting van wilde varkens die zich binnen een bepaalde afstand voordoet (deel I). Met name moet er een onderscheid worden gemaakt naargelang de vraag of de epizoötiologische situatie zich heeft gestabiliseerd en de ziekte endemisch is geworden (deel IV) of dat de situatie nog steeds dynamisch is en onzeker is hoe deze zich zal ontwikkelen (deel III). Mogelijk moet de indeling van de lidstaten of delen daarvan in de delen I, II, III en IV naargelang de betrokken varkenspopulatie echter worden aangepast door rekening te houden met bijkomende risicofactoren in verband met de lokale epizoötiologische situatie en de ontwikkeling daarvan, met name in nieuw besmette gebieden met minder ervaring op het gebied van de epizoötiologie van ziekten onder verschillende ecologische systemen.

 

(9)

Verplaatsingen van verschillende varkensproducten houden verschillende risiconiveaus in voor de verspreiding van Afrikaanse varkenspest. Zoals wordt aangegeven in het wetenschappelijk advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid van 2010 vormt de verplaatsing van levende varkens, sperma, eicellen en embryo's daarvan en dierlijke bijproducten afkomstig van varkens uit besmette gebieden in het algemeen een hoger risico wat betreft blootstelling en mogelijke gevolgen dan de verplaatsing van vlees, vleesbereidingen en vleesproducten (8). Daarom moet de verzending van levende varkens, van sperma, eicellen en embryo's daarvan, van dierlijke bijproducten afkomstig van varkens en de verzending van bepaalde soorten vlees, vleesbereidingen en vleesproducten uit bepaalde gebieden in de lidstaten die zijn vermeld in de delen I, II, III en IV van de bijlage bij dit besluit, worden verboden. Dit verbod omvat alle in Richtlijn 92/65/EEG van de Raad (9) bedoelde Suidae.

 

(10)

Om rekening te houden met de verschillende risiconiveaus naargelang de aard van de varkensproducten en de epizoötiologische situatie in de betrokken lidstaten en gebieden, moeten voor elk type varkensproduct uit de in de verschillende delen van de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden bepaalde afwijkingen worden vastgesteld. Die afwijkingen stemmen ook overeen met de risicobeperkende invoermaatregelen inzake Afrikaanse varkenspest die zijn vermeld in de Terrestrial Animal Health Code van de Wereldorganisatie voor diergezondheid. De bijkomende voorzorgsmaatregelen en diergezondheidsvoorschriften of behandelingen van de desbetreffende producten die van toepassing zijn indien dergelijke afwijkingen worden toegestaan, moeten ook in dit besluit worden vastgesteld.

 

(11)

Gezien de huidige epizoötiologische situatie hebben de betrokken lidstaten, Estland, Letland, Litouwen en Polen, uit voorzorg nieuwe gebieden van een voldoende en passende omvang vastgesteld, zoals beschreven in de delen I, II en III van de bijlage bij dit besluit, die zijn aangepast aan de huidige epizoötiologische situatie en waar passende beperkingen op de verplaatsing van levende varkens, sperma, eicellen en embryo's alsmede vers varkensvlees en bepaalde varkensproducten van toepassing zijn. De situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in Sardinië, Italië, verschilt van die in de andere lidstaten als gevolg van de langdurige endemiciteit van de ziekte in dit deel van het Italiaanse grondgebied en het feit dat het een eiland is; derhalve wordt het noodzakelijk geacht om in deel IV van de bijlage bij dit besluit het gehele grondgebied van Sardinië (Italië) op te nemen.

 

(12)

De veterinaire beperkingen die thans van toepassing zijn, zijn bijzonder streng voor de in deel III van de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden en kunnen derhalve tot logistieke problemen en problemen met dierenwelzijn leiden in het geval het niet mogelijk is varkens in de betrokken gebieden te slachten, met name indien er geen geschikt slachthuis is of de slachtcapaciteit in de desbetreffende in deel III vermelde gebieden beperkt is.

 

(13)

De verplaatsing van levende varkens voor onmiddellijke slacht houdt minder risico's in dan andere soorten verplaatsingen van levende varkens, mits risicobeperkende maatregelen worden getroffen. Het is daarom zinvol dat, wanneer de hierboven beschreven omstandigheden zich voordoen, de betrokken lidstaten bij wijze van uitzondering afwijkingen mogen toestaan voor de verzending van levende varkens voor onmiddellijke slacht uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden naar een slachthuis dat buiten dat gebied in dezelfde lidstaat is gevestigd, mits aan strenge voorwaarden wordt voldaan om de ziektebestrijding niet in gevaar te brengen.

 

(14)

Richtlijn 64/432/EEG van de Raad (10) en Beschikking 93/444/EEG van de Commissie (11) bepalen dat verplaatsingen van dieren vergezeld moeten gaan van gezondheidscertificaten. Om ervoor te zorgen dat in die gezondheidscertificaten adequate en juiste gezondheidsinformatie wordt verstrekt, moet daarin naar dit besluit worden verwezen wanneer afwijkingen van het verbod op de verzending van levende varkens uit in de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden worden toegepast op levende varkens die bestemd zijn voor handelsverkeer binnen de Unie of voor uitvoer naar een derde land.

 

(15)

Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie (12) bepaalt dat de verplaatsingen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong vergezeld moeten gaan van gezondheidscertificaten. Indien voor een lidstaat een verbod geldt op de verzending van vers varkensvlees, vleesbereidingen en vleesproducten van of met varkensvlees uit bepaalde delen van zijn grondgebied, moeten — om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest naar andere gebieden van de Unie te voorkomen — een aantal voorschriften worden vastgesteld, met name wat certificering betreft, voor de verzending van dergelijk vlees en dergelijke vleesbereidingen en vleesproducten uit andere gebieden op het grondgebied van die lidstaat die niet onder dat verbod vallen; in die gezondheidscertificaten moet naar dit besluit worden verwezen.

 

(16)

Bovendien is het, om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest naar andere gebieden van de Unie en naar derde landen te voorkomen, zinvol om te bepalen dat aan de verzending van vers varkensvlees, vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van varkens uit lidstaten met de in de bijlage vermelde gebieden bepaalde strengere voorwaarden zijn verbonden. Met name moeten op dergelijk vers varkensvlees en dergelijke vleesbereidingen en varkensvleesproducten speciale merktekens worden aangebracht die niet kunnen worden verward met het identificatiemerk als bedoeld in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (13) en de gezondheidsmerken voor varkensvlees als bedoeld in Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad (14).

 

(17)

Voor de periode van toepassing van de in dit besluit vastgestelde maatregelen moet rekening worden gehouden met de epizoötiologie van Afrikaanse varkenspest en de voorwaarden waaronder de status „vrij van Afrikaanse varkenspest” overeenkomstig de Terrestrial Animal Health Code van de Wereldorganisatie voor diergezondheid opnieuw kan worden verkregen; derhalve moet die periode minstens tot en met 31 december 2018 duren.

 

(18)

Omwille van de duidelijkheid moet Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU daarom worden ingetrokken en worden vervangen door het onderhavige besluit,

 

(19)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Dit besluit stelt maatregelen op het gebied van de diergezondheid vast in verband met Afrikaanse varkenspest in de lidstaten of gebieden daarvan als vermeld in de bijlage („de betrokken lidstaten”).

Dit besluit is van toepassing onverminderd de programma's voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in de betrokken lidstaten die door de Commissie zijn goedgekeurd overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/60/EG.

Artikel 2

Verbod op de verzending van levende varkens, sperma, eicellen en embryo's van varkens, varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten die varkensvlees bevatten, alsook van zendingen van dierlijke bijproducten van varkens, uit bepaalde in de bijlage vermelde gebieden

De betrokken lidstaten verbieden:

 

a)

de verzending van levende varkens uit de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden;

 

b)

de verzending van zendingen sperma, eicellen en embryo's van varkens uit de in de delen III en IV van de bijlage vermelde gebieden;

 

c)

de verzending van zendingen varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten die dergelijk vlees bevatten uit de in de delen III en IV van de bijlage vermelde gebieden;

 

d)

de verzending van zendingen dierlijke bijproducten van varkens uit de in de delen III en IV van de bijlage vermelde gebieden.

Artikel 3

Afwijking van het verbod op de verzending van levende varkens uit de in deel II van de bijlage vermelde gebieden

In afwijking van het verbod van artikel 2, onder a), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van levende varkens van een bedrijf in de in deel II van de bijlage vermelde gebieden naar andere gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat, mits:

 

1.

de varkens gedurende ten minste dertig dagen of sinds hun geboorte op het bedrijf hebben verbleven en gedurende ten minste dertig dagen vóór de datum van de verplaatsing geen levende varkens uit de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden op dat bedrijf zijn binnengebracht, en

 

2.

de varkens binnen een periode van 15 dagen vóór de datum van de verplaatsing zijn onderworpen aan laboratoriumtests op Afrikaanse varkenspest die met negatieve resultaten zijn uitgevoerd op monsters die zijn genomen overeenkomstig de bemonsteringsprocedures die zijn vastgesteld in het programma voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest als bedoeld in artikel 1, tweede alinea, van dit besluit, en op de datum van verzending een klinisch onderzoek op Afrikaanse varkenspest is uitgevoerd door een officiële dierenarts overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures die zijn vastgelegd in hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG van de Commissie (15), of

 

3.

de varkens van een bedrijf komen:

 

a)

dat ten minste tweemaal per jaar, met een tussenpoos van ten minste vier maanden, door de bevoegde veterinaire autoriteit aan een inspectie is onderworpen waarbij:

 

i)

de richtsnoeren en procedures overeenkomstig hoofdstuk IV van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG zijn gevolgd;

 

ii)

een klinisch onderzoek en bemonstering overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures van hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG is uitgevoerd waarbij varkens ouder dan zestig dagen zijn onderworpen aan laboratoriumtests;

 

iii)

de daadwerkelijke toepassing van de bepalingen in artikel 15, lid 2, onder b), tweede streepje en vierde tot en met zevende streepje, van Richtlijn 2002/60/EG is gecontroleerd;

 

b)

dat de door de bevoegde autoriteit vastgestelde eisen op het gebied van de bioveiligheid inzake Afrikaanse varkenspest uitvoert.

Artikel 4

Afwijking van het verbod op de verzending van zendingen levende varkens voor onmiddellijke slacht uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden en de verzending van zendingen varkensvlees, varkensvleesbereidingen en van die varkens verkregen varkensvleesproducten

In afwijking van de verbodsbepalingen van artikel 2, onder a) en c), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van zendingen levende varkens voor onmiddellijke slacht van de in deel III van de bijlage vermelde gebieden naar andere gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat indien er logistieke beperkingen bestaan met betrekking tot de slachtcapaciteit van de door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 12 goedgekeurde slachthuizen die in de in deel III van de bijlage vermelde gebieden zijn gevestigd, mits:

 

1.

de varkens gedurende ten minste dertig dagen of sinds hun geboorte op het bedrijf hebben verbleven en gedurende ten minste dertig dagen vóór de datum van de verzending geen levende varkens uit de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden op dat bedrijf zijn binnengebracht;

 

2.

de varkens voldoen aan de vereisten van artikel 3, lid 1, en artikel 3, lid 2 of lid 3;

 

3.

de varkens rechtstreeks worden vervoerd voor onmiddellijke slacht, zonder dat wordt gestopt of gelost, naar een slachthuis dat overeenkomstig artikel 12 is goedgekeurd en dat specifiek door de bevoegde autoriteit voor dat doel is aangewezen;

 

4.

de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het slachthuis, door de bevoegde autoriteit van de plaats van verzending in kennis is gesteld van de geplande verzending van de varkens en de bevoegde autoriteit van de plaats van verzending meedeelt wanneer de varkens zijn aangekomen;

 

5.

deze varkens bij aankomst in het slachthuis gescheiden worden gehouden van andere varkens en apart worden geslacht op een bepaalde dag waarop alleen varkens uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden worden geslacht;

 

6.

het vervoer van de varkens naar het slachthuis binnen en door gebieden buiten de in deel III van de bijlage vermelde gebieden wordt uitgevoerd volgens vooraf bepaalde transportroutes en de voertuigen die worden gebruikt voor het vervoer van die varkens, zo spoedig mogelijk na het lossen worden gereinigd en indien nodig van insecten worden ontdaan en worden ontsmet;

 

7.

de betrokken lidstaten ervoor zorgen dat het verse varkensvlees, de varkensvleesbereidingen en de varkensvleesproducten die zijn verkregen van die varkens:

 

a)

worden geproduceerd, opgeslagen en verwerkt in overeenkomstig artikel 12 goedgekeurde inrichtingen;

 

b)

zijn gemerkt overeenkomstig artikel 16;

 

c)

alleen op het grondgebied van die lidstaat in de handel worden gebracht;

 

8.

de betrokken lidstaten ervoor zorgen dat de dierlijke bijproducten van die varkens aan een behandeling worden onderworpen in een door de bevoegde autoriteit goedgekeurd gekanaliseerd systeem, dat waarborgt dat het van die varkens verkregen afgeleide product geen risico's inhoudt ten aanzien van Afrikaanse varkenspest;

 

9.

de betrokken lidstaten onmiddellijk de Commissie in kennis stellen van het toestaan van de afwijking overeenkomstig dit artikel en de naam en het adres van het (de) uit hoofde van dit artikel goedgekeurde slachthuis (slachthuizen) meedelen.

Artikel 5

Afwijking van het verbod op de verzending van zendingen varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten van of met varkensvlees uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden

In afwijking van het verbod van artikel 2, onder c), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten van of met varkensvlees uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden, mits zij:

 

a)

afkomstig zijn van varkens die sinds hun geboorte op bedrijven buiten de in de delen II, III of IV van de bijlage vermelde gebieden zijn gehouden en het varkensvlees, de varkensvleesbereidingen en de varkensvleesproducten van of met dergelijk vlees in overeenkomstig artikel 12 goedgekeurde inrichtingen zijn geproduceerd, opgeslagen en verwerkt, of

 

b)

afkomstig zijn van varkens die voldoen aan de vereisten van artikel 3, lid 1, en artikel 3, lid 2 of lid 3, en het varkensvlees, de varkensvleesbereidingen en de varkensvleesproducten van of met dergelijk vlees in overeenkomstig artikel 12 goedgekeurde inrichtingen zijn geproduceerd, opgeslagen en verwerkt, of

 

c)

zijn geproduceerd en verwerkt overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG in overeenkomstig artikel 12 goedgekeurde inrichtingen.

Artikel 6

Afwijking van het verbod op de verzending van zendingen varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten van of met varkensvlees uit de in deel IV van de bijlage vermelde gebieden

In afwijking van het verbod van artikel 2, onder c), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten van of met varkensvlees uit de in deel IV van de bijlage vermelde gebieden, mits zij:

 

a)

afkomstig zijn van varkens die sinds hun geboorte op bedrijven buiten de in de bijlage vermelde gebieden zijn gehouden en het varkensvlees, de varkensvleesbereidingen en de varkensvleesproducten van of met dergelijk vlees in overeenkomstig artikel 12 goedgekeurde inrichtingen zijn geproduceerd, opgeslagen en verwerkt, of

 

b)

zijn geproduceerd en verwerkt overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG in overeenkomstig artikel 12 goedgekeurde inrichtingen.

Artikel 7

Afwijking van het verbod op de verzending van zendingen dierlijke bijproducten van varkens uit de in de delen III en IV van de bijlage vermelde gebieden

  • 1. 
    In afwijking van het verbod van artikel 2, onder d), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van afgeleide producten als bedoeld in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (16) die zijn verkregen van dierlijke bijproducten van varkens van oorsprong uit de in de delen III en IV van de bijlage vermelde gebieden, mits die bijproducten een behandeling hebben ondergaan die waarborgt dat het afgeleide product geen risico inhoudt ten aanzien van Afrikaanse varkenspest.
  • 2. 
    In afwijking van het verbod van artikel 2, onder d), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van onverwerkte karkassen van varkens, met uitzondering van wilde varkens, en van dierlijke bijproducten afkomstig van varkens, met uitzondering van wilde varkens, van slachthuizen (17) (hierna „dierlijke bijproducten” genoemd) in de in deel III van de bijlage vermelde gebieden naar een verwerkingsinrichting of verbrandings- of meeverbrandingsinstallatie die buiten de in deel III van de bijlage vermelde gebieden is gevestigd, mits:
 

a)

de dierlijke bijproducten afkomstig zijn van bedrijven of van slachthuizen die in de in deel III van de bijlage vermelde gebieden zijn gevestigd, indien er gedurende minimaal veertig dagen vóór de verzending geen uitbraak van Afrikaanse varkenspest is geweest;

 

b)

elke vrachtwagen en elk ander voertuig dat wordt gebruikt voor het vervoer van die dierlijke bijproducten, door de bevoegde autoriteit afzonderlijk is geregistreerd overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en:

 

i)

de afgedekte lekvrije ruimte voor het vervoer van de dierlijke bijproducten zo gebouwd is dat zij doeltreffend kan worden schoongemaakt en ontsmet en de vloerconstructie de afvoer en het opvangen van vloeistoffen vergemakkelijkt;

 

ii)

de aanvraag tot registratie van de vrachtwagen en andere voertuigen bewijs bevat dat de vrachtwagen of het voertuig met positief resultaat regelmatige technische controles heeft ondergaan;

 

iii)

elke vrachtwagen vergezeld gaat van een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen. De exploitant van het vervoer stelt de bevoegde autoriteit in staat in real time toezicht te houden op de verplaatsing van de vrachtwagen en de elektronische registers van het verkeer gedurende ten minste twee maanden te bewaren;

 

c)

de ruimte voor het vervoer van die dierlijke bijproducten na het laden wordt verzegeld door de officiële dierenarts. Alleen de officiële dierenarts mag het zegel verbreken en door een nieuw zegel vervangen. Elke lading of vervanging van een zegel wordt meegedeeld aan de bevoegde autoriteit;

 

d)

toegang van de vrachtwagens of voertuigen tot varkenshouderijen verboden is en de bevoegde autoriteit een veilige inzameling van de karkassen van varkens garandeert;

 

e)

het vervoer naar de bovengenoemde installaties rechtstreeks en uitsluitend naar die installaties geschiedt, zonder dat er wordt gestopt op de door de bevoegde autoriteit toegestane route, die begint bij het aangewezen ontsmettingspunt bij het verlaten van het in deel III van de bijlage vermelde gebied. Op het aangewezen ontsmettingspunt moeten de vrachtwagens en voertuigen worden onderworpen aan adequate reiniging en ontsmetting onder toezicht van de officiële dierenarts;

 

f)

elke zending dierlijke bijproducten vergezeld gaat van een naar behoren ingevuld handelsdocument als bedoeld in bijlage VIII, hoofdstuk III, bij Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie (18). De officiële dierenarts die verantwoordelijk is voor het verwerkingsbedrijf van bestemming moet elke aankomst bevestigen bij de bevoegde autoriteit als bedoeld in punt b), iii);

 

g)

na het lossen van de dierlijke bijproducten de vrachtwagen of het voertuig en andere uitrusting die wordt gebruikt voor het vervoer van die dierlijke bijproducten en die verontreinigd kunnen zijn, in de afgesloten ruimte van de verwerkingsinrichting onder toezicht van de officiële dierenarts in hun geheel worden gereinigd en ontsmet en indien nodig van insecten ontdaan. Artikel 12, onder a), van Richtlijn 2002/60/EG is van toepassing;

 

h)

de dierlijke bijproducten zonder enige vertraging worden verwerkt. Opslag in de verwerkingsinrichting is verboden;

 

i)

de bevoegde autoriteit ervoor zorgt dat de verzending van dierlijke bijproducten niet hoger is dan de desbetreffende dagelijkse verwerkingscapaciteit van de verwerkingsinrichting;

 

j)

de bevoegde autoriteit erop toeziet dat, vóór de eerste verzending van deel III van de bijlage plaatsvindt, met de desbetreffende autoriteiten de nodige regelingen in de zin van bijlage VI, punt c), bij Richtlijn 2002/60/EG zijn getroffen om ervoor te zorgen dat het noodplan, de commandostructuur en volledige samenwerking van diensten in geval van ongevallen tijdens het vervoer, een ernstig defect aan de vrachtwagen of het voertuig of frauduleus handelen van de exploitant, zijn gewaarborgd. De exploitanten van de vrachtwagens stellen de bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis van een ongeval met of een defect aan de vrachtwagen of het voertuig.

Artikel 8

Verbod op de verzending van levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

  • 1. 
    De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat vanaf hun grondgebied geen levende varkens naar andere lidstaten en derde landen worden verzonden, behalve indien die levende varkens afkomstig zijn:
 

a)

uit andere dan de in de bijlage vermelde gebieden;

 

b)

van een bedrijf waar gedurende ten minste dertig dagen vóór de datum van verzending geen levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden zijn binnengebracht.

  • 2. 
    In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten de verzending toestaan van levende varkens van een bedrijf dat in de in deel I van de bijlage vermelde gebieden is gevestigd, mits die levende varkens voldoen aan de volgende voorwaarden:
 

a)

zij hebben gedurende ten minste dertig dagen vóór de datum van de verzending of sinds hun geboorte ononderbroken op het bedrijf verbleven en er zijn gedurende ten minste dertig dagen vóór de datum van de verzending geen levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden op dat bedrijf binnengebracht;

 

b)

zij komen van een bedrijf dat de door de bevoegde autoriteit vastgestelde eisen op het gebied van de bioveiligheid inzake Afrikaanse varkenspest uitvoert;

 

c)

zij zijn binnen een periode van 15 dagen vóór de datum van de verplaatsing onderworpen aan laboratoriumtests op Afrikaanse varkenspest die met negatieve resultaten zijn uitgevoerd op monsters die zijn genomen overeenkomstig de bemonsteringsprocedures die zijn vastgesteld in het programma voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest als bedoeld in artikel 1, tweede alinea, van dit besluit, en op de datum van verzending is een klinisch onderzoek op Afrikaanse varkenspest uitgevoerd door een officiële dierenarts overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures die zijn vastgelegd in hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG, of

 

d)

zij komen van een bedrijf dat ten minste tweemaal per jaar, met een tussenpoos van ten minste vier maanden, door de bevoegde veterinaire autoriteit aan een inspectie is onderworpen, waarbij:

 

i)

de richtsnoeren en procedures overeenkomstig hoofdstuk IV van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG zijn gevolgd;

 

ii)

een klinisch onderzoek en bemonstering overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures van hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG is uitgevoerd waarbij varkens ouder dan zestig dagen zijn onderworpen aan laboratoriumtests;

 

iii)

de daadwerkelijke toepassing van de bepalingen in artikel 15, lid 2, onder b), tweede streepje en vierde tot en met zevende streepje, van Richtlijn 2002/60/EG is gecontroleerd.

  • 3. 
    Voor zendingen van levende varkens die voldoen aan de voorwaarden voor de afwijking in lid 2, wordt de volgende zin toegevoegd aan de overeenkomstige veterinaire documenten en/of de gezondheidscertificaten als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG en artikel 3, lid 1, van Besluit 93/444/EEG:

„Varkens in overeenstemming met artikel 8, lid 2, van Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie (19).

Artikel 9

Verbod op de verzending van zendingen varkenssperma en eicellen en embryo's van varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

De betrokken lidstaat zorgt ervoor dat vanaf zijn grondgebied geen zendingen van de volgende producten naar andere lidstaten en derde landen worden verzonden:

 

a)

varkenssperma, tenzij het afkomstig is van beren die worden gehouden in een erkend spermacentrum als bedoeld in artikel 3, onder a), van Richtlijn 90/429/EEG van de Raad (20) dat buiten de in de delen II, III en IV van de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden is gevestigd;

 

b)

eicellen en embryo's van varkens, tenzij die eicellen en embryo's afkomstig zijn van donorzeugen die worden gehouden op bedrijven die in overeenstemming zijn met artikel 8, lid 2, en die buiten de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden zijn gevestigd, en de embryo's zijn bevrucht of geproduceerd met sperma dat voldoet aan de voorwaarden onder a).

Artikel 10

Verbod op de verzending van zendingen dierlijke bijproducten van varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

  • 1. 
    De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat vanaf hun grondgebied geen zendingen van dierlijke bijproducten van varkens worden verzonden naar andere lidstaten en derde landen, tenzij deze bijproducten van varkens afkomstig zijn van varkens van herkomst en van oorsprong van een bedrijf dat gevestigd is buiten de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten de verzending toestaan van afgeleide producten die zijn verkregen van dierlijke bijproducten van varkens uit de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen, mits:
 

a)

die bijproducten een behandeling hebben ondergaan die waarborgt dat het afgeleide product dat is verkregen van varkens geen risico inhoudt met betrekking tot Afrikaanse varkenspest;

 

b)

de zendingen van afgeleide producten vergezeld gaan van een handelsdocument dat is afgegeven overeenkomstig hoofdstuk III van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011.

Artikel 11

Verbod op de verzending van vers varkensvlees en van bepaalde varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

  • 1. 
    De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat geen zendingen van vers varkensvlees van varkens afkomstig van bedrijven die in de in de bijlage vermelde gebieden zijn gevestigd en van varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met vlees van die varkens worden verzonden naar andere lidstaten en derde landen, tenzij het varkensvlees afkomstig is van varkens van herkomst en van oorsprong van een bedrijf dat buiten de in de delen II, III of IV van de bijlage vermelde gebieden is gevestigd.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 mogen de betrokken lidstaten waarvan gebieden in de delen II, III of IV van de bijlage zijn vermeld, de verzending toelaten van vers varkensvlees zoals bedoeld in lid 1 en van varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met dergelijk vlees naar andere lidstaten, mits die varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten afkomstig zijn van varkens die sinds hun geboorte zijn gehouden in bedrijven buiten de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden en dat het verse varkensvlees, de varkensvleesbereidingen en de varkensvleesproducten in overeenkomstig artikel 12 goedgekeurde inrichtingen zijn geproduceerd, opgeslagen en verwerkt.
  • 3. 
    In afwijking van lid 1 mogen de betrokken lidstaten waarvan gebieden in deel II van de bijlage zijn vermeld, de verzending toelaten van vers varkensvlees zoals bedoeld in lid 1 en van varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met dergelijk vlees naar andere lidstaten, mits die varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten afkomstig zijn van varkens die voldoen aan de in artikel 3, lid 1, en artikel 3, lid 2 of lid 3, vastgestelde eisen.

Artikel 12

Goedkeuring van slachthuizen, uitsnijderijen en vleesverwerkingsinrichtingen voor de toepassing van de artikelen 4, 5 en 6 en artikel 11, lid 2

Voor de toepassing van de artikelen 4, 5 en 6 en van artikel 11, lid 2 keuren de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten alleen slachthuizen, uitsnijderijen en vleesverwerkingsinrichtingen goed waarin de productie, opslag en verwerking van vers varkensvlees en varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met dergelijk varkensvlees dat (die) in aanmerking komt (komen) voor verzending naar andere lidstaten en derde landen overeenkomstig de in de artikelen 4 tot en met 6 en artikel 11, lid 2, bepaalde afwijkingen, gescheiden plaatsvindt van de productie, opslag en verwerking van andere producten van of met vers varkensvlees en varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met vlees van varkens van oorsprong uit of afkomstig van bedrijven die in de in de bijlage vermelde gebieden zijn gevestigd, met uitzondering van die welke zijn goedgekeurd in overeenstemming met dit artikel.

Artikel 13

Afwijking van het verbod op de verzending van vers varkensvlees en van bepaalde varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten uit de in de bijlage vermelde gebieden

In afwijking van artikel 11 mogen de lidstaten de verzending toestaan van vers varkensvlees, varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten van of met dergelijk vlees uit de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen, mits de betrokken producten:

 

a)

overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG zijn geproduceerd en verwerkt;

 

b)

worden onderworpen aan de veterinaire certificering overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2002/99/EG;

 

c)

vergezeld gaan van het passende gezondheidscertificaat voor het handelsverkeer binnen de Unie dat is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 599/2004 en waarvan deel II wordt aangevuld met de volgende vermelding:

„Producten overeenkomstig Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (21).

.

Artikel 14

Informatie betreffende de artikelen 11, 12 en 13

Vanaf de datum van dit besluit verstrekken de lidstaten elke zes maanden de bijgewerkte lijst van de goedgekeurde inrichtingen als bedoeld in artikel 12 en alle relevante informatie over de toepassing van de artikelen 11, 12 en 13 mede aan de Commissie en de andere lidstaten.

Artikel 15

Maatregelen betreffende levende wilde varkens, vers vlees, vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van wilde varkens

  • 1. 
    De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat:
 

a)

geen levende wilde varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden worden verzonden naar andere lidstaten of andere gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat;

 

b)

geen zendingen vers vlees van wilde varkens, vleesbereidingen en vleesproducten van of met dergelijk vlees uit de in de bijlage vermelde gebieden worden verzonden naar andere lidstaten of andere gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat.

  • 2. 
    In afwijking van lid 1, onder b), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van zendingen vers vlees van wilde varkens, vleesbereidingen en vleesproducten van of met dergelijk vlees uit de in deel I van de bijlage vermelde gebieden naar andere niet in de bijlage vermelde gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat, mits de wilde varkens met negatief resultaat zijn getest op Afrikaanse varkenspest overeenkomstig de diagnostische procedures van hoofdstuk VI, delen C en D, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG.

Artikel 16

Speciale gezondheidsmerken en certificeringsvoorschriften voor vers vlees, vleesbereidingen en vleesproducten waarvoor een verbod overeenkomstig artikel 2, artikel 11, lid 1, en artikel 15, lid 1, geldt

De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat op vers vlees en vleesbereidingen en vleesproducten waarvoor het in de artikelen 2, artikel 11, lid 1, en artikel 15, lid 1, bepaalde verbod geldt, een speciaal gezondheidsmerk wordt aangebracht dat niet ovaal is en niet kan worden verward met:

 

a)

het identificatiemerk voor vleesbereidingen en vleesproducten van of met varkensvlees als vermeld in bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

 

b)

het gezondheidsmerk voor vers varkensvlees als vermeld in bijlage I, sectie I, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 854/2004.

Artikel 17

Voorschriften betreffende bedrijven en transportvoertuigen in de in de bijlage vermelde gebieden

De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat:

 

a)

de voorwaarden in artikel 15, lid 2, onder b), tweede streepje en vierde tot en met zevende streepje, van Richtlijn 2002/60/EG worden toegepast op de varkensbedrijven die in de in de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden zijn gevestigd;

 

b)

voertuigen die zijn gebruikt voor het vervoer van varkens of van dierlijke bijproducten van varkens, afkomstig van bedrijven die in de in de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden zijn gevestigd, onmiddellijk na elk transport worden gereinigd en ontsmet en de transporteur het bewijs van deze reiniging en ontsmetting levert en in het voertuig bij zich heeft.

Artikel 18

Door de betrokken lidstaten te verstrekken informatie

De betrokken lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in het kader van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders in kennis van de resultaten van het programma voor het toezicht op Afrikaanse varkenspest dat in de in de bijlage vermelde gebieden is uitgevoerd, zoals bepaald in de overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/60/EG door de Commissie goedgekeurde en in artikel 1, tweede alinea, van dit besluit bedoelde programma's voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens.

Artikel 19

Naleving

De lidstaten brengen de maatregelen die zij ten aanzien van het handelsverkeer toepassen in overeenstemming met dit besluit en zij maken de getroffen maatregelen onmiddellijk bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 20

Intrekking

Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU wordt ingetrokken.

Artikel 21

Toepassing

Dit besluit is van toepassing tot en met 31 december 2018.

Artikel 22

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 9 oktober 2014.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie

 

  • (4) 
    Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27).
  • (5) 
    Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU van de Commissie van 27 maart 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (PB L 95 van 29.3.2014, blz. 47).
  • (6) 
    Beschikking 2005/362/EG van de Commissie van 2 mei 2005 tot goedkeuring van de programma's voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in Sardinië, Italië (PB L 118 van 5.5.2005, blz. 37).
  • (7) 
    Uitvoeringsbesluit 2014/442/EU van de Commissie van 7 juli 2014 tot goedkeuring van de programma's voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in bepaalde gebieden van Litouwen en Polen (PB L 200 van 9.7.2014, blz. 21).
  • (8) 
    EFSA Journal 2010; 8(3):1556.
  • (9) 
    Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, sectie I, bij Richtlijn 90/425/EEG geldt (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54).
  • Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64).
  • Beschikking 93/444/EEG van de Commissie van 2 juli 1993 houdende toepassingsbepalingen inzake het intracommunautaire handelsverkeer van bepaalde levende dieren en producten die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen (PB L 208 van 19.8.1993, blz. 34).
  • Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer in dieren en producten van dierlijke oorsprong (PB L 94 van 31.3.2004, blz. 44).
  • Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).
  • Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206).
  • Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
  • Goedgekeurd in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), en Verordening (EG) nr. 853/2004.
  • Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1).
  • Richtlijn 90/429/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 62.)
 

BIJLAGE

DEEL I

  • 1. 
    Estland

De volgende gebieden in Estland:

 

de maakond van Põlvamaa,

 

de maakond van Võrumaa,

 

de vald van Häädemeeste,

 

de vald van Kambja,

 

de vald van Kasepää,

 

de vald van Kolga-Jaani,

 

de vald van Konguta,

 

de vald van Kõo,

 

de vald van Kõpu,

 

de vald van Laekvere,

 

de vald van Nõo,

 

de vald van Paikuse,

 

de vald van Pärsti,

 

de vald van Puhja,

 

de vald van Rägavere,

 

de vald van Rannu,

 

de vald van Rõngu,

 

de vald van Saarde,

 

de vald van Saare,

 

de vald van Saarepeedi,

 

de vald van Sõmeru,

 

de vald van Surju,

 

de vald van Suure-Jaani,

 

de vald van Tahkuranna,

 

de vald van Torma,

 

de vald van Viiratsi,

 

de vald van Vinni,

 

de vald van Viru-Nigula,

 

de linn van Kunda,

 

de linn van Viljandi.

  • 2. 
    Letland

De volgende gebieden in Letland:

 

de novads Aizkraukles,

 

de novads Alojas,

 

de novads Alūksnes,

 

de novads Amatas,

 

de novads Apes,

 

de novads Baltinavas,

 

de novads Balvu,

 

de novads Cēsu,

 

de novads Gulbenes,

 

de novads Ikšķiles,

 

de novads Inčukalna,

 

de novads Jaunjelgavas,

 

de novads Jaunpiepalgas,

 

de novads Ķeguma,

 

de novads Kocēnu,

 

de novads Krimuldas,

 

de novads Lielvārdes,

 

de novads Līgatnes,

 

de novads Limbažu,

 

de novads Mālpils,

 

de novads Mazsalacas,

 

de novads Neretas,

 

de novads Ogres,

 

de novads Pārgaujas,

 

de novads Priekuļu,

 

de novads Raunas,

 

de novads Ropažu,

 

de novads Rugāju,

 

de novads Salacgrīvas,

 

de novads Salas,

 

de novads Sējas,

 

de novads Siguldas,

 

de novads Skrīveru,

 

de novads Smiltenes,

 

de novads Vecpiebalgas,

 

de novadsVecumnieku,

 

de novads Viesītes,

 

de novads Viļakas,

 

de republikas pilsēta van Valmiera.

  • 3. 
    Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

 

de rajono savivaldybe van Biržai,

 

de rajono savivaldybe van Jonava,

 

de rajono savivaldybe van Kaišiadorys,

 

de rajono savivaldybe van Kaunas,

 

de rajono savivaldybe van Kedainiai,

 

de rajono savivaldybe van Panevežys,

 

de rajono savivaldybe van Pasvalys,

 

de rajono savivaldybe van Prienai,

 

de savivaldybe van Birštonas,

 

de savivaldybe van Kazlu Ruda,

 

de savivaldybe van Marijampole,

 

de savivaldybe van Kalvarija,

 

de miesto savivaldybe van Kaunas,

 

de miesto savivaldybe van Panevežys,

 

in de rajono savivaldybė van Kupiškis, de seniūnija van Alizava, Kupiškis, Noriūnai en Subačius.

  • 4. 
    Polen

De volgende gebieden in Polen:

in de województwo Podlaskie:

 

de powiat M. Suwałki,

 

de powiat M. Białystok,

 

de gminy Rutka-Tartak, Szypliszki, Suwałki en Raczki in de powiat Suwalski,

 

de gminy van Krasnopol and Puńsk in de powiat Sejneński,

 

de gminy Augustów met de stad Augustów en de gemeenten Nowinka, Sztabin en Bargłów Kościelny in de powiat Augustowski,

 

de powiat Moniecki,

 

de gminy Suchowola en Korycin in de powiat Sokólski,

 

de gminy Choroszcz, Juchnowiec Kościelny, Suraż, Turośń Kościelna, Tykocin, Zabłudów, Łapy, Poświętne, Zawady en Dobrzyniewo Duże in de powiat Białostocki,

 

de powiat Bielski,

 

de powiat Hajnowski,

 

de gminy Grodzisk, Dziadkowice en Milejczyce in de powiat Siemiatycki,

 

de gemeente Rutki in de powiat Zambrowski,

 

de gminy Kobylin-Borzymy, Kulesze Kościelne, Sokoły, Wysokie Mazowieckie met de stad Wysokie Mazowieckie, Nowe Piekuty, Szepietowo, Klukowo en Ciechanowiec in de powiat Wysokomazowiecki.

DEEL II

  • 1. 
    Estland

De volgende gebieden in Estland:

 

de maakond van IDA-Virumaa,

 

de maakond van Valgamaa,

 

de vald van Abja,

 

de vald van Halliste,

 

de vald van Karski,

 

de vald van Paistu,

 

de vald van Tarvastu.

  • 2. 
    Letland

De volgende gebieden in Letland:

 

de novads Aknīstes,

 

de novads Cesvaines,

 

de novads Ērgļu,

 

de novads Ilūkstes,

 

de republikas pilsēta van Jēkabpils,

 

de novads Jēkabpils,

 

de novads Kokneses,

 

de novads Krustpils,

 

de novads Līvānu,

 

de novads Lubānas,

 

de novads Madonas,

 

de novads Pļaviņu,

 

de novads Varakļānu.

  • 3. 
    Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

 

de apskritis Alytus,

 

de rajono savivaldybe van Šalcininkai,

 

de rajono savivaldybe van Širvintos,

 

de rajono savivaldybe van Trakai,

 

de rajono savivaldybe van Ukmerge,

 

de rajono savivaldybe van Vilnius,

 

de savivaldybe van Elektrenai,

 

de miesto savivaldybe van Vilnius,

 

in de rajono savivaldybė van Anykščiai, de seniūnija van Andrioniškis, Anykščiai, Debeikiai, Kavarskas, Kurkliai, Skiemonys, Traupis, Troškūnai en Viešintos en het deel van Svėdasai ten zuiden van weg nr. 118.

  • 4. 
    Polen

De volgende gebieden in Polen:

in het woiwodschap Podlaskie:

 

de gminy Giby en Sejny met de stad Sejny in de powiat Sejneński,

 

de gminy Lipsk en Płaska in de powiat Augustowski,

 

de gminy Czarna Białostocka, Gródek, Supraśl, Wasilków en Michałowo in de powiat Białostocki,

 

de gminy Dąbrowa Białostocka, Janów, Krynki, Kuźnica, Nowy Dwór, Sidra, Sokółka en Szudziałowo in de powiat Sokólski.

DEEL III

  • 1. 
    Letland

De volgende gebieden in Letland:

 

de novads Aglonas,

 

de novads Beverīnas,

 

de novads Burtnieku,

 

de novads Ciblas,

 

de novads Dagdas,

 

de novads Daugavpils,

 

de novads Kārsavas,

 

de novads Krāslavas,

 

de novads Ludzas,

 

de novads Naukšēnu,

 

de novads Preiļu,

 

de novads Rēzeknes,

 

de novads Riebiņu,

 

de novads Rūjienas,

 

de novads Strenču,

 

de novads Valkas,

 

de novads Vārkavas,

 

de novads Viļānu,

 

de novads Zilupes,

 

de republikas pilsēta van Daugavpils,

 

de republikas pilsēta van Rēzekne.

  • 2. 
    Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

 

de rajono savivaldybe van Ignalina,

 

de rajono savivaldybe van Moletai,

 

de rajono savivaldybe van Rokiškis,

 

de rajono savivaldybe van Švencionys,

 

de rajono savivaldybe van Utena,

 

de rajono savivaldybe van Zarasai,

 

de savivaldybe van Visaginas,

 

in de rajono savivaldybė van Kupiškis, de seniūnija van Šimonys en Skapiškis,

 

in de rajono savivaldybė van Anykščiai, het deel van de seniūnija van Svėdasai ten noorden van weg nr. 118.

DEEL IV

Italië

De volgende gebieden in Italië:

alle gebieden van Sardinië.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.